De Hoge Raad oordeelt dat de rechter geen proceskostenvergoeding hoeft toe te kennen voor een ongevraagde reactie op een verweerschrift.

X komt op tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Rotterdam. Hof Den Haag oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht aan X is opgelegd. Omdat X niet op de voorgeschreven wijze door de rechtbank is uitgenodigd voor de zitting, krijgt hij van het hof wel een proceskostenvergoeding. Daarbij kent het hof geen vergoeding toe voor een door X als conclusie van repbliek betiteld stuk.

De Hoge Raad oordeelt dat de rechter geen proceskostenvergoeding hoeft toe te kennen voor een ongevraagde reactie op een verweerschrift. De rechter kan besluiten de indiener van een beroepschrift de gelegenheid te geven schriftelijk te repliceren (art. 8:43 Awb). In dit geval heeft het hof dit niet gedaan. Het hof heeft het door X ingediende stuk met het opschrift “conclusie van repliek” daarom kennelijk niet aangemerkt als repliek als bedoeld in onderdeel A1, punt 3, van de Bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht. Dat oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en hoeft niet nader te worden gemotiveerd. Het cassatieberoep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:43

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 18 mei

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen