Ingenieurs / Architecten

Architect aansprakelijk als project financieel niet haalbaar blijkt te zijn?

Rechtbank Midden-Nederland 17 september 2019
ECLI:NL:RBMNE:2019:4398
Ingenieurs / Architecten

A gaat in zee met een architect om op een zelfbouwkavel haar droomhuis te realiseren. Ondanks dat er bij A vanaf het eerste ontwerp twijfels bestaan over de haalbaarheid van het project binnen haar budget, neemt de architect haar mee in het project. Als de deadline nadert en blijkt dat het project uiteindelijk niet haalbaar is, spant A een kort geding aan tegen de architect om een deel van haar kosten terug te krijgen. Heeft de architect een fout begaan?

A is van plan om op een zelfbouwkavel een huis te laten bouwen en sluit daartoe een overeenkomst van opdracht met een architect. Naast het ontwerpen van de woning, komen partijen overeen dat de architect het gehele traject begeleid en de aanbesteding van de woning verzorgd. Ook worden er afspraken gemaakt over de maximale kostprijs van het project. Het totale budget voor de realisering van het project is maximaal € 425.000, waarvan een bedrag van € 270.000 bestemd is voor de bouwkosten. Hoewel de architect over dit budget al direct schrijft dat dit scherp is, moet het volgens hem haalbaar zijn. Nadat A akkoord is gegaan met de offerte en de toepassing van de Algemene Voorwaarden DNR2011, gaat het project eind november 2017 van start.

Al direct nadat de architect zijn eerste ontwerp heeft toegezonden, uit A haar twijfels over de financiële haalbaarheid van het project. Zij vraagt zich af of het ontwerp wel haalbaar is binnen het budget en wat eventuele noodzakelijke aanpassingen aan het ontwerp voor een gevolg hebben voor de kosten. Deze twijfels worden bevestigd als de eerste offertes worden ontvangen. De prijs op basis van het originele ontwerp ligt zo’n € 250.000 boven budget. Ook na aanpassingen in het ontwerp en de keuze om de woning casco te laten bouwen is het budget niet toereiken. Ondanks een extra toezegging van € 50.000 van A blijkt dat het project financieel niet haalbaar is.

Als duidelijk wordt dat de architect, ondanks dat A steeds vragen heeft gesteld over de financiële haalbaarheid van het project, niets meer voor A kan betekenen en als gevolg daarvan de door de gemeente gestelde deadline, op straffe van een direct opeisbare vordering van € 100.000, niet gehaald lijkt te kunnen worden, besluit A om actie te ondernemen. Zij stelt de architect in gebreke, ontbindt vervolgens de overeenkomst en vordert als gevolg daarvan schadevergoeding. Als ook daar geen reactie op komt, stapt zij naar de voorzieningenrechter. A vordert onder meer het betaalde leges, de kosten voor de constructeur en het honorarium.

Nadat de rechtbank heeft geoordeeld dat er een spoedeisend belang is, gaat zij in op de vraag of de architect tekort is geschoten in de uitvoering van de opdracht. Die vraag beantwoord de rechtbank bevestigend. Weliswaar heeft de architect niet de garantie gegeven dat de plannen zonder meer gerealiseerd zouden kunnen worden, maar er rustte op hem wel een informatie- en waarschuwingsplicht. Hij had A in een veel eerder stadium dan uiteindelijk is gebeurd en in niet mis te verstane bewoordingen moeten waarschuwen óf op zijn minst betere voorbehouden te maken wat betreft de haalbaarheid. Het valt de architect te verwijten dat hij als professional A heeft meegenomen in de voortgang van het traject zonder, ondanks herhaalde vragen daartoe, voldoende oog te hebben voor de maximale financiële mogelijkheden. Dat de markt voor aannemers overspannen was, doet aan dit alles niet af oordeelt de rechtbank. Tekenen van een overspannen markt deden zich namelijk in de bewuste periode waarin het ontwerp werd gemaakt ook al voor. Daar had de architect dus rekening mee moeten houden. Nu de architect niet heeft gehandeld zoals van een goed en zorgvuldig handelend vakgenoot mocht worden verwacht, mocht A de overeenkomst ontbinden en is er een verplichting ontstaan voor de architect om de (een deel van) de schade te vergoeden.

De rechtbank gaat vervolgens in op de afzonderlijke schadecomponenten, waarbij de DNR 2011 relevant blijkt.

  • Wat betreft het honorarium gaat de rechtbank in op het spanningsveld tussen enerzijds de bepaling dat een architect in beginsel aanspraak heeft op honorering van een voorlopig ontwerp, ook wanneer dat ontwerp gaandeweg niet haalbaar lijkt (art. 37 lid 1 DNR 2011) en anderzijds dat deze betalingsverplichting niet verder strekt dan voor zover de werkzaamheden voor de opdrachtgever van nut zijn (art. 37 lid 2 DNR 2011). Nu pas tijdens het proces zou zijn gebleken dat project niet haalbaar was, oordeelt de rechtbank dat niet is gebleken dat het voorontwerp geen nut heeft gehad. Omdat op de zitting echter ook duidelijk is geworden dat er een geheel nieuw plan op het kavel wordt gerealiseerd, blijken de overige werkzaamheden evenwel zonder nut te zijn geweest. De rechtbank wijst ongeveer 75% van de vordering toe.
  • Ten aanzien van de leges beroept de architect zich op artikel 14 DNR 2011, waarin is opgenomen dat de architect uitsluitend aansprakelijk is voor directe schade. De legeskosten zouden niet als directe kosten kwalificeren en als gevolg daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank is echter van oordeel dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid deze kosten als directe kosten kwalificeren, omdat vaststaat dat zij onnodig zijn en deels opnieuw zullen worden gemaakt. De vordering wordt in zijn geheel toegewezen.
  • Datzelfde gebeurt voor de constructiekosten. De rechtbank overweegt dat nu de architect te lang is doorgegaan met het project en A als gevolg daarvan ook in zee is gegaan met een constructeur, deze kosten het gevolg zijn van het handelen/nalaten van de architect.
Zo stelt de rechtbank A grotendeels in het gelijk. Voor de architect, die aansprakelijk wordt gehouden voor het mislukken van het project, een vervelende uitspraak.

Deze uitspraak laat zien dat een architect – in ieder geval in relatie tot een particulier – niet de ogen kan sluiten voor de financiële haalbaarheid van de projecten die hij aangaat. Hij dient daar zowel bij het aangaan als tijdens de opdracht nauw contact over te houden met zijn opdrachtgever, hem te informeren én waar nodig te waarschuwen. In dit alles dient een architect ook rekening te houden met eventuele marktontwikkelingen. Hier zal logischerwijs meer gewicht aan worden toegekend als het budget krap is en de haalbaarheid van een project daar (in grote mate) van afhangt. Meer concreet kan zich dit ook laten vertalen in het opnemen van een aantal expliciete voorbehouden, waar de opdrachtgever wordt gewezen op de mogelijke financiële (on)haalbaarheid van een project. Doet de architect dit niet, dan bestaat het risico, zoals in bovenstaande kwestie uiteindelijk gebeurde, de architect een deel van de gemaakte kosten op zich moet nemen en aan zijn opdrachtgever moet (terug)betalen.


Heeft u vragen?

Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten.