Recreatiewoning voor permanente bewoning verhuurd: wie is verantwoordelijk?

Blog

Schenkeveld Advocaten - bungalow

 

Een recreatiewoning mag normaal gesproken op grond van het bestemmingsplan niet gebruikt worden voor permanente bewoning. Als een recreatiewoning wordt verhuurd zonder dat in de huurovereenkomst is bepaald dat daar geen permanente bewoning mag plaatsvinden, wie draait er dan voor op als dat toch gebeurt?

Verhuur van bungalow

De kantonrechter van de Rechtbank Gelderland zag zich recent voor deze vraag gesteld. In die kwestie ging het om een bungalow die al vanaf 2012 werd verhuurd voor € 1.000,- per maand. In het bestemmingsplan is bepaald dat permanente bewoning verboden is. In de huurovereenkomst is opgenomen dat de bungalow ‘uitsluitend bestemd is om te worden gebruikt als (recreatie)woning’.

Permanente bewoning verboden

Het is niet in geschil dat de huurder de bungalow in strijd met het bestemmingsplan voor permanente bewoning gebruikt. De verhuurder – de exploitant van het recreatiepark – schrijft de huurder daarover aan en sommeert hem om dat gebruik van de bungalow te staken. De huurder geeft daaraan geen gevolg. Volgens de huurder is deze beperking van het gebruik niet tussen hem en de verhuurder overeengekomen.

Uitleg van de huurovereenkomst

De kantonrechter geeft de huurder met zijn uitleg van de huurovereenkomst gelijk. Meegewogen wordt dat (1) de huurder vóór het sluiten van de huurovereenkomst heeft aangegeven dat hij zich voor langere tijd wilde vestigen, (2) in de huurovereenkomst niet is opgenomen dat de bungalow alleen als recreatiewoning mag worden gebruikt – het woord ‘recreatie’ staat immers tussen haakjes – en (3) er al vanaf 2012 zonder protest gebruik werd gemaakt van de bungalow voor permanente bewoning.

Bestemmingsplan niet relevant voor uitleg huurovereenkomst

De kantonrechter overweegt daarbij dat het niet relevant is dat het op grond van het bestemmingsplan niet is toegestaan om de bungalow voor permanente bewoning te gebruiken. Dat staat buiten de onderlinge verhouding tussen de huurder en verhuurder, aangezien de inhoud en de consequenties van het bestemmingsplan geen onderwerp van gesprek zijn geweest bij het aangaan van de huurovereenkomst.

Huurder is nog niet veilig

De verhuurder kan natuurlijk in hoger beroep gaan tegen het vonnis, maar ook vanuit een ander oogpunt is deze zaak voor de huurder nog geen gelopen race. Als de gemeente het bestemmingsplan besluit te handhaven, zal zij (ook) aan de huurder opleggen dat deze situatie beëindigd moet worden. De kans is dan groot dat de huurder alsnog zal moeten vertrekken. Mogelijk kan de huurder de daaruit voortvloeiende schade op de verhuurder verhalen, maar hij zal dan wel alsnog een nieuwe woonplek moeten zoeken.

Waar moet u op letten?

De verhuurder had er verstandig aan gedaan om voor het sluiten van de huurovereenkomst na te gaan welk gebruik van de bungalow op grond van het bestemmingsplan was toegestaan. Dat kan bijvoorbeeld via www.ruimtelijkeplannen.nl. In de huurovereenkomst had dan kunnen worden opgenomen dat de bungalow alleen als recreatiewoning gebruikt had mogen worden, waarbij verwezen had kunnen worden naar het geldende bestemmingsplan. De verhuurder kan daar dan ook een boetebepaling aan koppelen.

Advies of rechtsbijstand nodig?

Als u vragen heeft over dit onderwerp of advies of rechtsbijstand nodig heeft bij het opstellen of beoordelen van huurovereenkomsten, dan kunt u contact opnemen met een van de specialisten van onze secties Vastgoed en Overheidsrecht.

Het vonnis van de kantonrechter is hier te vinden.

Lees ook: Wijziging van het Besluit omgevingsrecht inzake permanente bewoning van recreatiewoningen