Selecteer een pagina

HR 16 oktober 2020 ECLI:NL:HR:2020:1641

Wordt een fax niet in goede orde ontvangen op de griffie, dan dient te worden nagegaan of dit te wijten is aan een storing of defect van het faxapparaat van de griffie. Het gerecht draagt verantwoordelijkheid voor het faxapparaat. Een storing of defect van dat apparaat komt niet voor risico van degene die het desbetreffende stuk heeft ingediend.

Het gaat in dit geschil over de vraag of eiser tijdig in hoger beroep is gekomen, nu het beroepschrift dat bij het hof was ingekomen voor het overgrote deel uit blanco pagina’s bestond.

Feiten en verloop geding in feitelijke instanties

 GVB Exploitatie B.V. (verweerster in cassatie, verzoekster in het incidenteel cassatieberoep, hierna GVB) heeft de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst tussen haar en haar werknemer (verzoeker tot cassatie, verweerder in het incidentele cassatieberoep) te ontbinden. De werknemer heeft verweer gevoerd en tegenverzoeken gedaan, waaronder in het geval van ontbinding toepassing van de juiste opzegtermijn en toekenning van een transitievergoeding.

De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst bij beschikking van 18 september 2018 ontbonden onder toekenning van een transitievergoeding aan de werknemer.

De werknemer is bij verzoekschrift in hoger beroep gekomen. Dit verzoekschrift heeft de griffie van het hof op 18 december 2018 ontvangen. Het verzoekschrift is op 8 of 11 januari 2019 (ook) per gewone post bij het hof binnengekomen. GVB heeft in hoger beroep verzocht de werknemer niet-ontvankelijk te verklaren, nu weliswaar het beroepschrift voor het einde van de appeltermijn was ingediend, maar dat van de tweeëntwintig pagina’s tellende fax slechts vijf pagina’s waren bedrukt en de overige zeventien pagina’s blanco waren.

Het hof heeft dit ontvankelijkheidsverweer van GVB afgewezen. Daartoe heeft het hof overwogen dat de gemachtigde ter zitting heeft verklaard dat zij tijdig het volledige beroepsschrift aan het hof had gefaxt. Dat werd door ook door de verzendbevestiging van de faxmachine van de gemachtigde bevestigd. Nog daargelaten dat de vier bladzijdes die wel tekst bevatten op grond van de inhoud daarvan moeten worden aangemerkt als beroepsschrift, moet op basis van de verklaring van de gemachtigde het ervoor worden gehouden dat de lege bladzijdes het gevolg zijn van een technische oorzaak die niet voor rekening van de werknemer behoort te komen. Het hof heeft daarom acht geslagen op het volledige beroepsschrift zoals dat naderhand per post door het hof is ontvangen. Daarop heeft het hof de beslissing van de kantonrechter gedeeltelijk vernietigd voor wat betreft de hoogte van de transitievergoeding. Opnieuw recht doende heeft het hof de werknemer een hogere transitievergoeding toegekend.

Het geding in cassatie

GVB heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld tegen het oordeel van het hof dat het ervoor moet worden gehouden dat het niet afgedrukt zijn van een aantal bladzijden van het gefaxte beroepschrift het gevolg is van een technische oorzaak die niet voor rekening van de werknemer behoort te komen, althans dat die mogelijkheid niet kan worden uitgesloten, en dat het hof daarom acht zal slaan op het volledige beroepschrift zoals dat naderhand bij het hof is ingekomen.

De Hoge Raad overweegt dat het oordeel van het hof geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. Uit art. 33 lid 3 Rv volgt dat de ontvangst van een bericht op een faxapparaat van de griffie voldoende is om dat bericht als ontvangen aan te merken, nu het gerecht verantwoordelijk is voor het faxapparaat. Een storing in dat faxapparaat komt daarmee niet voor risico van degene die het bericht verzendt.

Wordt een fax niet of niet in goede orde ontvangen, dan dient te worden nagegaan of dit te wijten is aan het faxapparaat van de griffie. Biedt de apparatuur van de griffie geen uitsluitsel, dan kan de ontvangst van de fax ook langs andere weg voldoende aannemelijk worden gemaakt, zoals een verzendbevestiging van de afzender van de fax.

Het oordeel van het hof is hiermee in overeenstemming. Het hof heeft niet kunnen vaststellen of de blanco pagina’s het gevolg waren van een storing van het faxapparaat van de griffie. Daarop heeft het hof op grond van de verklaring van de advocaat van de werknemer voldoende aannemelijk geacht dat het later per post ontvangen beroepsschrift gelijk was aan het per fax verzonden beroepsschrift. De blanco pagina’s zijn het gevolg geweest van een technische oorzaak die niet voor rekening van de werknemer behoort te komen, althans die mogelijkheid kan onvoldoende worden uitgesloten om tot een ander oordeel te komen.

Voor het overige betreft het oordeel een vaststelling en waardering van de feiten die is voorbehouden aan de feitenrechter en dus niet in cassatie kan worden getoetst. Het oordeel van het hof is verder ook niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd.

De Hoge Raad verwerpt (contrair aan de conclusie van A-G De Bock) het incidentele beroep, en geeft de A-G de gelegenheid in een nadere conclusie alsnog in te gaan op het principale beroep.

In eerste instantie had de A-G het principaal cassatieberoep onbesproken gelaten, nu zij van mening was dat het incidentele cassatieberoep slaagde. De A-G was met toepassing van de ontvangsttheorie van art. 3:37 BW van mening dat de dat de gebrekkige ontvangst van het beroepsschrift in de risicosfeer van de werknemer lag.

Cassatieblog.nl

Share This