Gepubliceerd op vrijdag 30 oktober 2020
IEF 19536
Rechtbank Noord-Nederland ||
29 okt 2020
Rechtbank Noord-Nederland 29 okt 2020, IEF 19536; ECLI:NL:RBNHO:2020:8553 (Voetballer tegen Albert Heijn en EMM en ECV), https://www.ie-forum.nl/artikelen/voetbalplaatjesactie-maakt-geen-inbreuk-op-portretrecht-voetballer

Voetbalplaatjesactie maakt geen inbreuk op portretrecht voetballer

Ktr. Rechtbank Noord-Holland 29 oktober 2020, IEF 19536; ECLI:NL:RBNHO:2020:8553 (Voetballer tegen Albert Heijn en EMM en ECV) Eiser is voetballer en kwam ten tijde van het aanhangig maken van de onderhavige procedure uit voor voetbalclub ADO Den Haag. Op de arbeidsovereenkomst tussen eiser en ADO Den Haag was de cao voor contractspelers betaald voetbal Nederland van toepassing. Supermarktketen Albert Heijn heeft in 2019 een landelijke voetbalplaatjesactie georganiseerd. Voor de spaaractie zijn (onder meer) portretten van verschillende voetbalspelers uit de Eredivisie gebruikt, waaronder die van eiser. Voor de spaaractie heeft Albert Heijn in al haar filialen promotie gemaakt. Er werden (uitvergrote) beelden van voetbalplaatjes (waaronder die van eiser) naast elkaar in de winkels opgehangen, ook op social media werden voetbalplaatjes getoond. Er is geen sprake van inbreuk op het portretrecht van eiser, noch van onrechtmatige daad. Albert Heijn mocht er in redelijkheid van uitgaan dat toestemming tot gebruik van het portret voor de promotie van de voetbalplaatjesspaaractie lag besloten in de bij cao gegeven toestemming tot exploitatie van het portret in de spaaractie zelf.

 5.8. De posters en social media-berichten die door [eiser] in het geding zijn gebracht, kunnen dan ook niet los van deze context worden gezien en beoordeeld. Los van het grotere geheel van de promotie van de spaaractie zouden deze uitingen ook betekenisloos zijn. Ook bij de promotie van de spaaractie heeft Albert Heijn dus alleen de gezamenlijke in het economisch verkeer verzilverbare aanspraken geëxploiteerd en niet speciaal de populariteit van één of meer individuen. Evenmin als de exploitatie van het voetbalplaatje (nummer 6) met het portret van [eiser] als individueel gebruik van het portret van [eiser] kan worden gezien, kunnen de uitingen in de promotie van de spaaractie als exploitatie van het individueel portretrecht van [eiser] worden gezien. Gelet op deze wijze van gebruik van het portret van [eiser] in de promotie van de spaaractie is het niet relevant of – evenals in de spaaractie zelf – ook in het promotiemateriaal sprake is van evenredig en gelijkmatig gebruik van de portretten van alle 198 spelers. Zoals hiervoor overwogen is de omschrijving ‘evenredig en gelijkmatig gebruik’ gelet op de tekst van artikel 22 cao (‘waaronder in elk geval begrepen’) immers geen uitputtende omschrijving van de collectieve commerciële rechten. Doorslaggevend is dat het gaat om gezamenlijke in het economisch verkeer verzilverbare aanspraken. De wijze van gebruik van de portretten van [eiser] en andere spelers en speelsters in de promotie is gelet op het bovenstaande aan te merken als collectief gebruik van hun portretten in de zin van artikel 22 cao, zodat het gaat om gebruik waarvoor Albert Heijn toestemming had verkregen.

5.9. Het gaat hier bovendien om een gebruik van het portret van [eiser] – nogmaals: uitsluitend in de vorm van reproductie van het voetbalplaatje met daarop het portret van [eiser] en in de context van de spaaractie als geheel – dat redelijkerwijze was te voorzien. Er is immers sprake van voor een spaaractie als de onderhavige gebruikelijke vormen van promotie. Albert Heijn mocht er daarom ook in redelijkheid van uit gaan dat de toestemming daartoe besloten lag in de toestemming tot het exploiteren van het portret in de spaaractie zelf. In dit verband weegt de kantonrechter mee dat op grond van artikel 22 lid 2 cao toestemming is verleend ten behoeve van de exploitatie van de collectieve commerciële rechten. Albert Heijn heeft dit redelijkerwijs zó mogen begrijpen dat ook de gebruikelijke promotie ten behoeve van de exploitatie van de collectieve commerciële rechten in de spaaractie hieronder begrepen is.

5.10. Dat [eiser] de exploitatie van zijn individuele portretrecht zelf beheert en geld verdient met zijn bekendheid als ‘cultheld’ door met enige regelmaat tegen betaling van een vergoeding mee te werken aan (individuele) media- en reclame-uitingen, en dat hij buiten de voetbalwereld bekend staat om zijn ‘[uitspraak eiser]’-uitspraak, doet aan het bovenstaande niet af. Gesteld noch gebleken is immers dat in de promotie van de spaaractie op enige wijze is verwezen naar eigenschappen die specifiek [eiser] betreffen.