Gepubliceerd op maandag 9 november 2020
IT 3312
Rechtbank ||
7 okt 2020
Rechtbank 7 okt 2020, IT 3312; ECLI:NL:RBZWB:2020:4817 (Eiser tegen Swishfund), https://www.itenrecht.nl/artikelen/elektronische-handtekening-niet-voldoende-betrouwbaar

Elektronische handtekening niet voldoende betrouwbaar

Ktr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 oktober 2020, IT 3312; ECLI:NL:RBZWB:2020:4817 (Eiser tegen Swishfund) Contractenrecht. Verzet. Eiser komt in verzet tegen een verstekvonnis van 3 juli 2019. Swishfund grondt haar vordering op de overeenkomst van borgstelling die als bijlage aan de overeenkomst van geldlening is gehecht. Vaststaat dat de overeenkomst digitaal is ondertekend, maar eiser betwist dat hij dat heeft gedaan. Ingevolge artikel 3:15a BW heeft een gekwalificeerde elektronische handtekening als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van verordening (EU) nr. 910/2014 (hierna: eidas-verordening) dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven handtekening. Er is niet gesteld of gebleken dat het gebruikte programma een gekwalificeerde handtekening is in de zin van de eidas-verordening. Derhalve moet op grond van artikel 3:15a BW gekeken worden of de methode voor ondertekening voldoende betrouwbaar is. Gelet op het doel en de overige omstandigheden van het geval kan de ‘gewone’ elektronisch handtekening niet als voldoende betrouwbaar worden aangemerkt. De overeenkomst van borgtocht is niet voldoende komen vast te staan. Het vonnis wordt vernietigd en de vorderingen van Swishfund worden alsnog afgewezen.

4.8. In het licht van de hiervoor in 4.6 genoemde omstandigheden en gelet op het doel waarvoor deze elektronische handtekening in dit geval werd gebruikt, te weten het aangaan van een overeenkomst waarbij de bestuurder zich borg stelt voor de nakoming door de rechtspersoon van haar verplichtingen uit de overeenkomst van geldlening tot een aanzienlijk bedrag, kan deze ‘gewone’ elektronische handtekening niet als voldoende betrouwbaar worden aangemerkt. Aan de digitale handtekening onder de overeenkomst van borgtocht kunnen derhalve niet dezelfde rechtsgevolgen worden verbonden als aan een handgeschreven handtekening.
Een handgeschreven handtekening strekt ertoe een verbinding te leggen tussen een natuurlijk persoon, de ondertekenaar, en de tekst die hij ondertekent. Een elektronische handtekening, mits gekwalificeerd of voldoende betrouwbaar, strekt ertoe verbinding te leggen tussen een natuurlijk persoon, de ondertekenaar, en elektronische gegevens van het digitale document dat met de handtekening wordt ondertekend. Nu onderhavige digitale handtekening gelet op het voorgaande niet als voldoende betrouwbaar kan worden aangemerkt komt deze verbinding tussen de natuurlijk persoon, de ondertekenaar, en de digitale gegevens, in dit geval en de overeenkomst van borgtocht, niet tot stand. Dit betekent dat het digitale document niet het dwingende bewijs oplevert dat de overeenkomst van borgtocht is gesloten.

4.9. Voor het geval de overeenkomst van borgtocht waarop Swishfund haar vordering baseert moet worden aangemerkt als een particuliere borgtocht in de zin van artikel 7:859 lid 1 BW kan die overeenkomst slechts worden bewezen door een door de borg ondertekend document. Gelet op het voorgaande ontbreekt dat document zodat niet is komen vast te staan dat er een overeenkomst van borgtocht is tussen Swishfund en [eiser] . Voor het geval de gestelde overeenkomst geen particuliere borgtocht is, heeft het digitale document vrije bewijskracht. Omdat de elektronische handtekening zoals overwogen onvoldoende betrouwbaar is, is met dit digitale document de overeenkomst van borgtocht niet voldoende komen vast te staan. Ander (aanvullend) bewijs van die overeenkomst is niet geleverd of voldoende concreet aangeboden. De kantonrechter gaat voorbij aan de stelling van Swishfund dat zij erop mocht vertrouwen dat zij een overeenkomst van borgtocht aanging met [eiser] . Als Swishfund al redelijkerwijs mocht aannemen met [eiser] van doen te hebben, blijkt niet voldoende van feiten of omstandigheden die voor risico van [eiser] komen en die rechtvaardigen dat hij gebonden is aan die overeenkomst, hoewel zijn verklaring tot instemming met die overeenkomst ontbreekt. Het verstekvonnis zal op grond van het voorgaande worden vernietigd. De vordering van Swishfund en de daarmee samenhangende nevenvorderingen zullen alsnog worden afgewezen.

4.10. Nu het verweer van [eiser] dat er tussen hem en Swishfund geen overeenkomst van borgtocht tot stand is gekomen slaagt, behoeven de overige weren geen behandeling meer.