‘Meedenkers’ in de wet vastgelegd

Gepubliceerd op 1 juli 2021

Vandaag, donderdag 1 juli 2021, is de Wet amicus curiae en kruisbenoemingen in werking getreden. De wet regelt de mogelijkheid om ‘meedenkers’ in te zetten in zaken bij de hoogste bestuursrechters. Een welkome vernieuwing.

Wie zijn meedenkers?

De bestuursrechter wordt allereerst geïnformeerd door partijen die bij een concrete rechtszaak zijn betrokken. Soms heeft de bestuursrechter behoefte aan meer of andere informatie. Hij kan er na 1 juli 2021 voor kiezen om anderen dan partijen de gelegenheid te bieden om in rechtszaak ‘mee te denken’. De bestuursrechter kan die gelegenheid aan iedereen bieden, maar ook personen of organisaties hiervoor gericht uitnodigen.

Wat is het doel?

Door de inbreng van meedenkers kan de rechter een beter en breder zicht krijgen op de mogelijke maatschappelijke gevolgen van de beslissing die hij moet nemen en zo een beter gefundeerde uitspraak doen. De ‘meedenkers’ leveren daarmee een bijdrage aan de rechtsvorming, net zoals dat gebeurt bij een conclusie van de staatsraad advocaat-generaal. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft enkele jaren geleden in een aantal zaken ervaring opgedaan met ‘meedenkers’. Dat experiment is vervolgens geëvalueerd. Een van de aanbevelingen in het evaluatierapport van oktober 2018 was om de bevoegdheid voor de hoogste bestuursrechters om de amicus curiae in te zetten, in de wet vast te leggen. Dat is nu dus gebeurd.

Hoe gaat het in zijn werk?

De regeling in de wet is summier. Om de inzet van meedenkers handen en voeten te geven zijn enkele extra spelregels noodzakelijk. Daarom hebben de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven hun gezamenlijke procesregeling aangevuld.