Een 60-jarige werknemer wordt na 39 jaar in dienst op staande voet ontslagen, omdat hij volgens werkgever bedrijfseigendommen, emballage, zou hebben weggenomen. De kantonrechter is echter van oordeel dat de werkwijze van werknemer mogelijk aan te merken is als een foutieve managers beslissing, maar deze werkwijze geen ontslag op staande voet met zich meebrengt. Werknemer had geen kwade bedoelingen en heeft aangetoond zijn werk op de beste wijze te willen verrichten.

Feiten

Een 60-jarige werknemer wordt na 39 jaar in dienst op staande voet ontslagen. Werknemer was werkzaam als supervisor van een distributiecentrum van werkgever. Werknemer was in zijn functie onder meer verantwoordelijk voor het toezicht op de afdeling Reverse & returns.

Bij het bedrijf van werkgever kunnen klanten emballage inleveren van dranken die niet door werkgever zelf worden verkocht. De emballage hoopte sinds een aantal jaar geleden op, omdat werkgever deze niet kon inleveren bij haar eigen leveranciers. Op dat moment gold er binnen het bedrijf van werkgever geen beleid wat betreft de afvoer van deze emballage.

Werknemer is kort daarna verantwoordelijk geworden voor de afvoer van de emballage en heeft toen twee andere werknemers bereid gevonden dit tijdens werktijd af te voeren. De opbrengst werd afgedragen aan de Finance afdeling. In 2018 werden deze werknemers overgeplaatst. Hiermee kwam de afvoer van de buitenlandse emballage stil te liggen. Werknemer heeft hierna de wijze van afvoer veranderd in die zin dat die voortaan gebeurde door een medewerker in eigen tijd en voor eigen kosten en die medewerker de opbrengst zelf mocht houden. Later is de zoon van werknemer de emballage op bovenstaande wijze gaan afvoeren.

Werknemer is, na tussenkomst van het hoger management, op staande voet ontslagen, omdat hij volgens werkgever bedrijfseigendommen zou hebben weggenomen en zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan diefstal. Werkgever wijst hierbij op het zerotolerance beleid.

Werknemer geeft aan dat de opbrengt van de weggebrachte emballage werkgever inderdaad niet ten goede kwam, maar dat het de taak van werknemer was de emballage zo kostenefficiënt mogelijk af te voeren. Werknemer had een analyse gemaakt van de risico’s en kosten en kwam tot de conclusie dat deze werkwijze de goedkoopste oplossing was.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter is van mening dat werknemer niet voornemens was zichzelf of anderen te bevoordelen ten koste van de werkgever. De werknemer heeft juist aangetoond zijn werk met de beste intenties op de beste wijze te willen verrichten. Het feit dat die beslissing niet gedeeld is met hoger management of achteraf gezien niet de optimale beslissing was, maakt dat niet anders.

De gekozen werkwijze is mogelijk aan te merken als een foutieve managers beslissing, maar levert in combinatie met het langdurige dienstverband en de onberispelijke staat van dienst van werknemer géén grond op voor een ontslag op staande voet. Verder stelt de kanonrechter dat er geen sprake was van een vast beleid bij werkgever met betrekking tot het wegwerken van de emballage. Daarnaast heeft de werknemer een kosten-baten analyse gemaakt en wordt de netto-opbrengst van de emballage als laag ingeschat. Tot slot waren de manager van het distributiecentrum en meerdere medewerkers op de hoogte van de gekozen werkwijze en vond de afvoer van de emballage overdag, en niet in het geheim, plaats.

Werknemer berust in het ontslag, zodat hem een schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging, een transitievergoeding en een billijke vergoeding toekomt. Werknemer heeft daarbij recht op ruim een half miljoen aan vergoedingen.

Heeft u vragen? Neem dan contact op met L&A Advocaten.

Bron
Rechtbank Limburg 12 juli 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:5538: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBLIM:2021:5538.