De lange arm van het tuchtrecht; wanneer is een privéhandeling privé?  

Wanneer handelt de accountant in de uitoefening van zijn of haar beroep, en wanneer is een handelen bij uitstek een privéaangelegenheid? Wanneer kan geklaagd worden over handelen van de advocaat, en welk doen of nalaten van een advocaat is juist niet onderworpen aan het tuchtrecht?

Over dit soort vragen mogen tuchtrechters zich regelmatig buigen. De regels verschillen per beroepsgroep, en de uitkomsten van tuchtrechtelijke procedures dus ook.

Accountant en privégedraging

Mevrouw X woont in een appartementencomplex, en is daarmee automatisch lid van de Vereniging van Eigenaars (VvE) van dat complex. Sinds de ledenvergadering van 21 mei 2015 is B.V. 1 bestuurder van deze VvE. Accountant Y is per 16 april 2018 (middellijk) aandeelhouder van B.V. 1 en sinds diezelfde datum is hij ook (middellijk) bestuurder van de VvE.

In de VvE-vergadering van 22 februari 2021 is een aantal besluiten genomen waarmee mevrouw X het niet eens is. Mevrouw X start een procedure en krijgt de kantonrechter op een groot aantal punten aan haar zijde. De kantonrechter beslist namelijk dat de meeste van de in die vergadering genomen besluiten worden vernietigd. Vervolgens dient mevrouw X een tuchtklacht tegen accountant Y in omdat hij – als indirect bestuurder van de VvE – steken zou hebben laten vallen. Dat blijkt ook wel; de besluiten zijn tenslotte niet voor niets door de kantonrechter vernietigd.

Handelde de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar?

Bij de Accountantskamer verweert de accountant zich door aan te voeren dat hij tijdens de VvE-vergadering niet als accountant handelde maar alleen als bestuurder/aandeelhouder van zijn holding. De Accountantskamer maakt korte metten met dat verweer. De VGBA (Verordening gedrags- en beroepsregels accountants) bepaalt dat de accountant een professionele dienst verricht zodra de accountant zijn vakbekwaamheid als accountant aanwendt of kan aanwenden. Het financieel beheer voor een VvE, zoals het opstellen van een staat van baten en lasten, vergt inzet en bekwaamheid zodra een accountant dat werk doet. Voor zover de accountant alleen als bestuurder optreedt en niet zelf de werkzaamheden uitvoert, geldt dat de accountant als bestuurder nog steeds “vaktechnisch verantwoordelijk” is.

In dit geval had de accountant zich bovendien persoonlijk met het financieel beheer beziggehouden, onder andere met de kritiek die mevrouw X daarop had. Het handelen van accountant Y valt dus onder het tuchtrecht en wordt daarom door de tuchtrechter beoordeeld. Dat loopt niet geheel goed af voor de accountant, want van de tien klachtonderdelen worden er maar liefst zeven gegrond verklaard, zo blijkt uit de uitspraak van de Accountantskamer van 22 oktober 2021.

Advocaat en privégedraging

Advocaat mr. Z huurt een kantoorpand voor zijn advocatenkantoor. Mr. Z heeft zonder omgevingsvergunning reclamebelettering aan de zijgevel van het kantoorpand aangebracht. Meneer Q woont in de buurt van het kantoorpand en heeft (het kantoor van) Mr. Z gewezen op de onrechtmatigheid van het aanbrengen van reclame zonder vergunning. Het kantoor van mr. Z heeft vervolgens alsnog een vergunning aangevraagd; die aanvraag loopt nog. Intussen dient meneer Q een klacht in bij de deken.

Handelt de advocaat tuchtrechtelijk verwijtbaar?

De voorzitter van de Raad van Discipline in Den Bosch overweegt in zijn uitspraak van 8 oktober 2021 dat privégedragingen van een advocaat tuchtrechtelijk beoordeeld kunnen worden als tussen de gedraging en de praktijkuitoefening voldoende verband bestaat. De voorzitter stelt vast dat sprake is van een bestuursrechtelijk burengeschil; meneer Q klaagt over het handelen van mr. Z als huurder van een kantoorpand. Dat in dat pand het advocatenkantoor van mr. Z is gevestigd, maakt dat niet anders. Er is dus geen verband tussen deze privégedragingen en de uitoefening door mr. Z van het beroep van advocaat. Vervolgens beoordeelt de voorzitter de vraag of sprake is van gedragingen die voor een advocaat absoluut ongeoorloofd zijn omdat deze het vertrouwen in de advocatuur ondermijnen. Daarvan is geen sprake. Direct nadat het advocatenkantoor daarop is gewezen, is een vergunning aangevraagd. Er is ook geen ondermijning van het vertrouwen in de advocatuur omdat de reclame niet is verwijderd zo lang er geen vergunning is, want mr. Z heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat er overleg plaatsvindt met de gemeente en dat (het kantoor van) mr. Z zich aan de eisen van de gemeente zal houden. De klacht is dus ongegrond.

Slotsom

Een klacht over privégedragingen van een accountant lijkt sneller onder het tuchtrecht te worden geschaard, dan een klacht over privégedragingen van een advocaat. Heeft u te maken met een advocaat of accountant die zich volgens u niet helemaal gedraagt zoals het hem of haar betaamt? Wij zijn u graag behulpzaam bij de beoordeling of een klacht in uw concrete geval kans van slagen heeft.