Samenvatting advies voorstel inzet coronatoegangsbewijs niet-essentiële detailhandel en dienstverlening

Gepubliceerd op 12 november 2021

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel over om de Wet publieke gezondheid te wijzigen. Deze wijziging heeft te maken met de inzet van het coronatoegangsbewijs voor niet-essentiële detailhandel en dienstverlening. Het wetsvoorstel is op 12 november 2021 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Inhoud

In de Wet publieke gezondheid staan bepalingen over het gebruik van coronatoegangsbewijzen. Op grond van deze bepalingen kunnen regels worden gesteld over coronatoegangsbewijzen bij deelname aan activiteiten of voorzieningen op het terrein van cultuur, evenementen, georganiseerde jeugdactiviteiten, horeca en sport. Het wetsvoorstel verruimt de inzet van coronatoegangsbewijzen. Deze kunnen met het voorstel nu ook worden ingezet bij zogenoemde niet-essentiële detailhandel en dienstverlening. Dit zijn bijvoorbeeld kledingwinkels, bouwmarkten, pretparken en bepaalde contactberoepen als kappers.

Begrip

De coronapandemie is voorlopig nog niet voorbij. De Afdeling advisering heeft begrip voor de verruiming van de inzet van coronatoegangsbewijzen, zeker nu de besmettingscijfers weer sterk zijn opgelopen. Ook vindt zij het acceptabel dat deze maatregel met name personen treft die niet gevaccineerd zijn. Voor hen is het weliswaar extra belastend, maar de gevolgen zijn relatief beperkt. De maatregel kan er ook mogelijk aan bijdragen dat mensen die niet gevaccineerd zijn, zich alsnog laten vaccineren. Dit argument mag meespelen in de totaalbeoordeling van de proportionaliteit. De regering zou dan wel in de toelichting bij het wetsvoorstel moeten ingaan op de proportionaliteit van de maatregel.

Andere maatregelen

De Afdeling advisering stelt in het advies een aantal vragen over de verhouding tot andere maatregelen, zoals hoe de voorgestelde verruiming van de inzet van coronatoegangsbewijzen is afgewogen tegen andere mogelijke maatregelen. Ook stelt zij de vraag of en hoe een ruimere inzet van het coronatoegangsbewijs voor de effectiviteit met andere maatregelen moet worden gecombineerd. De Afdeling advisering adviseert de regering op deze vragen in te gaan in de toelichting bij het wetsvoorstel.

Afbakening

Voor de begrijpelijkheid van de maatregelen en de bereidheid bij burgers en ondernemers om deze maatregelen na te leven is het van belang dat helder is welke regels in welke situaties van toepassing zijn. Ook is het belangrijk dat in vergelijkbare situaties zoveel mogelijk vergelijkbare regels gelden. Zo zal een bezoeker van een overdekt winkelcentrum bijvoorbeeld te maken krijgen met verschillende regels: hij zal op verschillende plekken wel of niet een QR-code moet tonen of een mondkapje moeten dragen. De vraag is of dit werkbaar is voor burgers, ondernemers en handhavers. Het advies aan de regering luidt dan ook om de gevallen die onder de nieuwe regels vallen zo helder en consistent mogelijk af te bakenen.

Uitvoerbaarheid

De niet-essentiële detailhandel en dienstverlening zijn over dit wetsvoorstel niet geconsulteerd. Zij hebben zich dus niet kunnen uitspreken over de vraag in hoeverre dit voorstel voor hen uitvoerbaar is. Wel zijn er signalen dat dit lastig zal zijn. Bijvoorbeeld voor de kleinere winkels met weinig personeel of voor winkels waarbij het moeilijk is om bij de ingang toegangsbewijzen te controleren. De Afdeling advisering merkt op dat deze signalen serieus moeten worden genomen en adviseert de regering hier in de toelichting bij het wetsvoorstel op in te gaan.


Lees de volledige tekst van het advies van de Raad van State en het nader rapport van de minister.