Proceskostenzekerheidstelling kan op derdengeldenrekening advocatenkantoor

25-01-2022 Print this page
IEPT20220119, Rb Rotterdam, proceskostenzekerheidstelling

Even een zijspoor: Proceskostenzekerheidstellingsincident. Voor de wijze waarop zekerheidsstelling op basis van artikel 224 Rv dient te geschieden moet aansluiting worden gezocht bij het bepaalde in artikel 6:51 BW. Mogelijkheid om bedrag te storten op derdengeldenrekening advocatenkantoor is toegestaan.

 

CAUTIO - ZEKERHEID

Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de vraag op welke wijze A zekerheid dient te stellen. B heeft gevorderd dat de zekerheid wordt gesteld in de vorm van een onherroepelijk bankgarantie af te geven door een Nederlandse bank op de gebruikelijke garantievoorwaarden. A heeft in plaats daarvan aangeboden het betreffende bedrag ten behoeve van B te storten op de derdengeldenrekening van het kantoor van haar advocaat.
 

Voor de wijze waarop zekerheidsstelling op basis van artikel 224 Rv dient te geschieden moet aansluiting worden gezocht bij het bepaalde in artikel 6:51 BW. In ieder geval is van belang dat B zonder moeite verhaal zal kunnen nemen op de aangeboden zekerheid. Beide wijzen om zekerheid te stellen zijn adequaat en zullen worden toegestaan. Indien A opteert voor de bankgarantie moet zekerheid gesteld worden door een bankgarantie van een Nederlandse bankinstelling volgens het Rotterdams Garantieformulier in de meest recente versie, dan wel het model van de Nederlandse Vereniging van Banken in de meest recente versie. Indien zekerheid gesteld wordt middels storting op de derdengeldrekening van haar advocaat, dient A voor wat betreft de betaalinstructie aan te sluiten bij het Rotterdams Garantieformulier 2008. De rechtbank ziet aanleiding om aan de zekerheidsstelling een termijn van vier weken te verbinden.


ECLI:NL:RBROT:2022:412