Staatssecretaris J&V moet vreemdelingen vaker uitnodigen voor een hoorzitting

Gepubliceerd op 6 juli 2022

In een uitspraak van vandaag (6 juli 2022) oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vreemdelingen vaker moet uitnodigen voor een hoorzitting als zij bezwaar maken tegen een besluit.

Het recht om gehoord te worden

Volgens de Algemene wet bestuursrecht heeft in beginsel iedereen die bezwaar maakt tegen een besluit van de overheid het recht om gehoord te worden. Dat geldt ook in het vreemdelingenrecht. Maar er zijn ook uitzonderingen op het recht om gehoord te worden.

Kennelijk ongegrond

In de uitspraak van vandaag gaat het om de uitzondering dat het bezwaar ‘kennelijk ongegrond’ is: het is dan zo duidelijk dat het bezwaar niet kan slagen, dat er geen hoorzitting gehouden hoeft worden. De zaak gaat over een man die een aanvraag heeft ingediend om zijn Syrische partner naar Nederland te laten komen. De staatssecretaris heeft die aanvraag afgewezen, omdat hij vindt dat de man niet genoeg bewijs heeft geleverd dat hij een duurzame en exclusieve relatie heeft met zijn partner. Daarnaast heeft de man ook niet aangetoond dat hij arbeidsongeschikt is en daardoor niet kan voldoen aan het inkomensvereiste. Omdat de man ook in zijn bezwaar daar niet genoeg bewijs voor heeft geleverd, heeft de staatssecretaris het bezwaar ‘kennelijk ongegrond’ verklaard en hem niet uitgenodigd voor een hoorzitting.

Het belang van de hoorplicht

Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak is de manier waarop de staatssecretaris beoordeelt of een bezwaar kennelijk ongegrond is, in algemene zin in overeenstemming met de wet. Maar er zijn ook twijfelgevallen, waarin niet zonder meer duidelijk is dat een bezwaar niet kan slagen: bijvoorbeeld als een vreemdeling niet alle informatie kan overleggen die van hem wordt gevraagd. In dat soort gevallen is het van bijzonder belang dat een vreemdeling de kans krijgt op een hoorzitting mondeling zijn zaak toe te lichten. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dan ook dat de staatssecretaris in dat soort gevallen vaker uitvoering moet gaan geven aan zijn hoorplicht. Daarbij wijst zij op de verschillende belangen die de wetgever voor ogen heeft bij het recht om gehoord te worden, zoals het versterken van het vertrouwen tussen burgers en de overheid. De Afdeling bestuursrechtspraak geeft ook concrete punten mee waar de staatssecretaris op moet letten als hij besluit of hij een vreemdeling gaat uitnodigen voor een hoorzitting.

Uitspraak

In deze zaak oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de staatssecretaris de man had moeten uitnodigen voor een hoorzitting. Hij heeft namelijk in zijn bezwaar aangegeven dat hij in een moeilijke bewijspositie zit, omdat hij lijdt aan de ziekte van Parkinson en omdat het moeilijk is om de verlangde officiële documenten uit Syrië te verkrijgen. Omdat de staatssecretaris inmiddels alsnog de aanvraag van de vreemdeling heeft ingewilligd, hoeft de hoorzitting niet meer plaats te vinden.


Lees hier de volledige uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak met zaaknummer 202106513/1.