Kan een werknemer op staande voet ontslagen worden wegens te laat komen?

In de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het hof) staat de vraag centraal of een werknemer terecht op staande voet is ontslagen wegens het veelvuldig te laat komen.

De feiten
Werknemer is sinds 1 oktober 2014 werkzaam bij Van den Haak. Werknemer werkt in ploegendienst volgens een vooraf vastgesteld rooster. Sinds 2019 worden er door Van den Haak gesprekken met werknemer gevoerd omdat hij te laat op zijn werk verschijnt. In april 2021 is werknemer geschorst omdat hij zich zonder bericht niet op het geplande begintijdstip van 6.00 uur op het werk heeft gemeld. Van den Haak schrijft dat zij tot schorsing heeft besloten gelet op de voorgeschiedenis van het te laat komen. Uiteindelijk heeft van den Haak de schorsing opgeheven.

Op 17 mei 2021 heeft werknemer een allerlaatste waarschuwing ontvangen voor het te laat komen. Werknemer komt vervolgens op 13 augustus 2021 wederom te laat, waardoor werknemer opnieuw wordt geschorst. Werknemer wordt uitgenodigd voor een gesprek op 17 augustus 2021 om zijn kant van het verhaal toe te lichten. In dat gesprek is werknemer (uiteindelijk) op staande voet ontslagen. Het ontslag wordt aan hem bevestigd in een brief van 17 augustus 2021. Werknemer heeft in eerste aanleg het ontslag op staande voet aangevochten. De kantonrechter is van oordeel dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Werknemer heeft hoger beroep ingesteld.

Oordeel

Het hof is van oordeel dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven.

Onverwijld?

De aanleiding voor het ontslag was dat werknemer op vrijdag 13 augustus 2021 niet op het begintijdstip op zijn werk verscheen. Hij is toen geschorst en schriftelijk uitgenodigd voor een gesprek op 17 augustus 2021 om zijn kant van het verhaal toe te lichten. Dit gesprek heeft niet eerder kunnen plaatsvinden in verband met de vakantie van de directeur. Nadat werknemer op 17 augustus 2021 is gehoord, is binnen Van den Haak overleg gevoerd en is uiteindelijk besloten werknemer diezelfde dag op staande voet te ontslaan. Hiermee heeft Van den Haak voldoende voortvarend gehandeld.

Dringende reden?

De in de ontslagbrief opgenomen dringende reden is volgens het hof voldoende duidelijk geformuleerd. Werknemer heeft betwist dat hij structureel te laat kwam en dat het ging om grote tijdoverschrijdingen. Daarnaast heeft werknemer betwist dat hij hiervoor veelvuldig is gewaarschuwd. Van den Haak heeft een overzicht van het te laat komen door werknemer in het geding gebracht. Hieruit blijkt dat werknemer tijdens 243 van de 562 diensten te laat is gekomen. Werknemer heeft dit niet bestreden. De vraag is of dit een dringende reden oplevert. De frequentie en de omvang van het te laat komen beoordeelt het hof als ernstig. Het is hierbij van belang dat werknemer meermaals gewaarschuwd is door Van den Haak. Er is herhaaldelijk met hem over het te laat komen gesproken. Werknemer heeft gesteld dat het te laat komen is veroorzaakt doordat hij oververmoeid is geraakt door het toedoen van Van den Haak. Dit standpunt heeft hij echter niet onderbouwd met bijvoorbeeld medische stukken. Werknemer heeft hiervan ook nooit melding gemaakt bij Van den Haak. Het hof komt tot de conclusie dat sprake is van een dringende reden die een ontslag op staande voet rechtvaardigt.

Auteur: Emma Eijkelenboom

Next Post Previous Post