HvJ EU over verwijderen van miniaturen (thumbnails) door Google

09-12-2022 Print this page
IEPT20221208, HvJEU, TU en RE v Google

In een tot een exploitant van een zoekmachine verzoek tot verwijdering van weergave in de resultatenlijst van een zoekopdracht naar afbeeldingen, van foto’s die in de vorm van miniaturen (‚thumbnails’) worden getoond en deze artikelen illustreren, moet rekening worden gehouden met de informatieve waarde van deze foto’s, los van de context van de publicatie ervan op de website waarvan zij afkomstig zijn.

Samenvatting: Het recht op gegevenswissing („recht op vergetelheid”): de exploitant van een zoekmachine moet links verwijderen als die leiden naar informati waarvan de verzoeker bewijst dat die kennelijk onjuist is. Een dergelijk bewijs hoeft echter niet voort te vloeien uit een rechterlijke beslissing tegen de webredacteur. 

Met betrekking tot de weergave van foto’s in de vorm van miniaturen („thumbnails”) benadrukt het Hof dat wanneer na een zoekopdracht op naam foto’s van de betrokkene worden weergegeven in de vorm van miniaturen, dit een bijzonder belangrijke inmenging kan vormen in de rechten op bescherming van het privéleven en de persoonsgegevens van deze persoon.

Het Hof merkt op dat de exploitant van een zoekmachine bij wie een verzoek is ingediend om thumbnails te verwijderen, moet nagaan of de weergave van deze foto’s noodzakelijk is voor de uitoefening van het recht op vrije informatie van internetgebruikers die deze foto’s mogelijk zouden willen bekijken. In dit verband is de vraag of er een bijdrage wordt geleverd aan een debat van algemeen belang een doorslaggevend aspect dat in aanmerking moet worden genomen bij de afweging van de botsende grondrechten.


In zaak C-460/20, feiten via MinBuza: Verzoeker is in een verantwoordelijke functie werkzaam bij verschillende vennootschappen binnen de financiële dienstverlening. Verzoekster was de partner van verzoeker en tot en met mei 2015 procuratiehouder van een van deze vennootschappen. Op de website www.g...net (hierna: g-net) stonden drie artikelen waarin de beleggingsstrategie van verschillende van deze vennootschappen kritisch werd besproken. Een van de artikelen was bovendien voorzien van drie foto’s van verzoeker en een foto van verzoekster. De artikelen konden twijfels oproepen over het serieuze karakter van de beleggingsstrategie; de afbeeldingen – samen met de artikelen – konden de suggestie wekken dat verzoekers in door derden gefinancierde luxe leefden. Volgens het colofon van g-net is G-LLC exploitant van deze website. Het doel van de onderneming van G-LLC is naar eigen zeggen „door actieve verstrekking van informatie en permanente transparantie een duurzame bijdrage te leveren aan de bestrijding van fraude in economie en maatschappij”. In verschillende publicaties wordt het bedrijfsmodel van G-LLC bekritiseerd, onder meer met het verwijt dat G-LLC probeert bedrijven af te persen door in eerste instantie negatieve berichten te publiceren en daarna aan te bieden om de berichten tegen betaling van zogenoemd beschermingsgeld weer te verwijderen respectievelijk de plaatsing van negatieve berichten te voorkomen. De artikelen werden door verweerster in de resultatenlijst van haar zoekmachine weergeven, telkens wanneer de voor- en achternamen van verzoekers werden ingetoetst. Verzoekers beogen de zoekresultaten en de miniaturen van verweerster uit haar resultatenlijst te laten verwijderen.

 

Gestelde vragen:

1. Is het verenigbaar met het recht van de betrokkene op eerbiediging van zijn privéleven (artikel 7 van het EU Handvest) en op bescherming van de hem betreffende persoonsgegevens (artikel 8 van het Handvest) om bij de afweging, overeenkomstig artikel 17, lid 3, onder a), van AVG, van de tegenstrijdige rechten en belangen die voortvloeien uit de artikelen 7, 8, 11 en 16 van het Handvest − welke afweging nodig is in het kader van de toetsing van het door de betrokkene tegen de verantwoordelijke van een internet-zoekdienst gerichte verzoek om verwijdering − in het geval dat de link waarvan de verwijdering wordt gevraagd, leidt naar inhoud die feitelijke beweringen en op feitelijke beweringen berustende waardeoordelen bevat die volgens de betrokkene onjuist zijn en waarvan de rechtmatigheid afhangt van de vraag of de daarin opgenomen feitelijke beweringen juist zijn, in belangrijke mate tevens rekening te houden met de vraag of van de betrokkene in redelijkheid kan worden gevergd dat deze rechtsbescherming inroept – bijvoorbeeld middels een verzoek om een voorlopige voorziening – tegen de aanbieder van de inhoud en aldus ten minste voorlopig opheldering zou kunnen verkrijgen omtrent de juistheid van de door de verantwoordelijke van de zoekmachine weergegeven inhoud?

2. Moet in het geval van een verzoek om verwijdering, gericht tegen de verantwoordelijke van een internet-zoekdienst welke zoekdienst bij het zoeken op naam zoekt naar foto’s van natuurlijke personen die door derden in verband met de naam van de persoon op internet zijn gezet, en de gevonden foto’s in de resultatenlijst als miniaturen („thumbnails”) weergeeft, in het kader van de overeenkomstig artikel 12, onder b), en artikel 14, eerste alinea, onder a), van [richtlijn gegevensbescherming]/ artikel 17, lid 3, onder a), AVG, te verrichten afweging van de tegenstrijdige rechten en belangen die voortvloeien uit de artikelen 7, 8, 11 en 16 van het Handvest, in belangrijke mate rekening worden gehouden met de context van de oorspronkelijke publicatie van de derde, ook al verstrekt de zoekmachine bij het weergeven van de miniatuur weliswaar de link naar de website van de derde, maar wordt de website zelf niet genoemd en wordt de hierdoor toegankelijk gemaakte context door de internet-zoekdienst zelf ook niet weergegeven?

Conclusie AG [B916367]


Antwoord HvJ EU:

1)      Artikel 17, lid 3, onder a), van [algemene verordening gegevensbescherming] moet aldus worden uitgelegd dat: bij de afweging die tussen de in de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie bedoelde rechten enerzijds en die bedoeld in artikel 11 van het Handvest van de grondrechten anderzijds moet worden gemaakt ter toetsing van een tot de exploitant van een zoekmachine gericht verwijderingsverzoek dat ertoe strekt om de link naar inhoud met beweringen die volgens de indiener van dat verzoek onjuist zijn, te schrappen uit de lijst met zoekresultaten, niet als voorwaarde voor deze verwijdering geldt dat ten minste voorlopig over de juistheid van de gelinkte inhoud duidelijkheid is verkregen in het kader van een beroep van deze indiener tegen de aanbieder van deze inhoud.

2)      Artikel 12, aanhef en onder b), en artikel 14, eerste alinea, onder a), van [richtlijn 95/46/EG], en artikel 17, lid 3, onder a), van verordening 2016/679 moeten aldus worden uitgelegd dat: bij de afweging die tussen de in de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten bedoelde rechten enerzijds en die bedoeld in artikel 11 van het Handvest van de grondrechten anderzijds moet worden gemaakt ter toetsing van een tot de exploitant van een zoekmachine gericht verwijderingsverzoek dat ertoe strekt om in de vorm van miniaturen weergegeven foto’s met daarop de afbeelding van een natuurlijke persoon te schrappen uit de resultaten van een zoekopdracht naar afbeeldingen op naam van die persoon, rekening moet worden gehouden met de informatieve waarde van deze foto’s, los van de context van de publicatie ervan op de website waarvan zij afkomstig zijn, maar dat daarbij wel alle tekst in aanmerking moet worden genomen die direct bij de weergave van deze foto’s in de zoekresultaten is geplaatst en meer duidelijkheid kan geven over de informatieve waarde daarvan.

Zaak C-460/20

ECLI:EU:C:2022:962