Intellectueel eigendom & IT-recht

Diefstal van virtuele goederen

Normaal gesproken houd ik mij niet bezig met het strafrecht, maar ik maak graag een uitzondering voor de interessante uitspraak van het Gerechtshof Leeuwarden van 10 november jl. Hierin was een wel heel bijzonder geval van diefstal aan de orde.

Aan verdachte was te laste gelegd – kort samengevat – “dat hij op of omstreeks 6 september 2007 (…) met het oogmerk van wederrechterlijke toe-eigening heeft weggenomen een virtueel amulet en/of een virtueel masker en/of virtueel geld van het online computerspel genaamd “RuneScape”, toebehorende aan  …”  Het destijds 13-jarige slachtoffer was een succesvol speler van dit computerspel. Naar eigen zeggen was hij rijk en daardoor ook heel sterk in dit spel. Vanwege zijn grote bezit op RuneScape veranderde hij bijna iedere drie dagen zijn wachtwoord, bang als hij was dat iemand hem zou hacken. Verdachte was jaloers op dit grote bezit. Zelfs zo jaloers dat hij het slachtoffer samen met een vriend in elkaar heeft geslagen en met een keukenmes heeft bedreigd, om hem te bewegen zijn account op RuneScape open te zetten. Het slachtoffer heeft dit uiteindelijk gedaan en verdachte heeft de genoemde virtuele goederen overgeheveld naar zijn eigen account.

Het belangrijkste en juridisch gezien meest interessante verweer dat namens de verdachte werd aangevoerd is dat de betreffende handelingen niet onder de wettelijke definitie van diefstal zijn te brengen, omdat een virtueel amulet en masker niet zijn te beschouwen als “een goed” in de zin van artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. Deze virtuele goederen zijn niet tastbaar, niet stoffelijk en hebben ook geen waarde in het economische verkeer, aldus de advocaat van de verdachte.

Evenals de rechtbank in eerste aanleg, verwijst het gerechtshof dit verweer naar de prullenbak. Het Hof neemt aan dat het overhevelen van het virtueel amulet en masker naar het eigen account van het computerspel wel degelijk als diefstal valt te kwalificeren. Uit de verklaringen van de betrokken jongens kan volgens het hof worden afgeleid dat de in het spel opgebouwde bezittingen voor hen reële waarde hebben, die hen kan worden afgenomen. Een redelijke wetsuitleg brengt volgens het Hof met zich mee dat de hier bedoelde virtuele voorwerpen worden aangemerkt als een goed in de zin van artikel 310 Strafrecht.

Relevant is ook dat de spelregels van RuneScape niet voorzien in een wijze van verwerving van deze goederen zoals hier is geschied. Het wegnemen is hier juist gebeurd buiten de context van het spel. Het gaat derhalve niet om virtuele handelingen binnen een virtuele wereld, maar om feitelijke handelingen waardoor een virtuele wereld wordt beïnvloed, aldus het Gerechtshof. De verdachte wordt uiteindelijk veroordeeld tot een taakstraf van 160 uren en een voorwaardelijke jeugddetentie van één maand.

Hoewel ik even moest wennen aan het idee, denk ik dat het hof hier een juiste beslissing heeft genomen. In elk geval zal deze beslissing goed aansluiten bij de belevingswereld van de betrokken deelnemers aan het spel.

De uitspraak doet overigens denken aan het bekende elektriciteitsarrest van de Hoge Raad uit 1921, dat door het Hof ook wordt aangehaald. De Hoge Raad werd destijds geconfronteerd met een tandarts die zijn elektriciteitsmeter had omgedraaid, waardoor de meter niet meer verder liep, terwijl er wel elektriciteit werd verbruikt. Ook toen rees de vraag of het artikel over diefstal kon worden ingezet om de handeling strafbaar te stellen en ook toen werd het verweer gevoerd dat er geen sprake was van het wegnemen van “enig goed”. De Hoge Raad oordeelde echter anders en veroordeelde de tandarts voor diefstal.

Dat de juridische definitie van diefstal in de rechtspraak niet tot in het oneindige wordt opgerekt, blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 september 2008. De rechtbank oordeelde daarin dat het illegaal gebruik maken van een snelle interverbinding van iemand anders niet te beschouwen is als diefstal van dataverkeer of diefstal van capaciteit van bandbreedte. Hier werd niet aangenomen dat sprake is van “een goed” in de zin van artikel 310 Sr. Ook was er geen sprake van “wegnemen”, omdat de rechthebbende zelf ook nog steeds gebruik kon maken van de verbinding. 

Dit bericht is eerder gebpubliceerd in de Checkit nieuwsbrief december 2009

 

di 19 januari 2010 » Algemeen » Theo Bosboom info over auteur | Print deze pagina
E-mail: bosboom@dirkzwager.nl
Telefoon: 026-3538323

Home Home
RSS Feed
Twitter

U bevindt zich op de kennispagina van de sectie IE/IT van Dirkzwager advocaten & notarissen.

Deze kennispagina bevat nieuws over ontwikkelingen op het gebied van IE/IT. Verder kunt u hier informatie over onze lezingen en workshops vinden.