OM eist zeven jaar cel tegen Somalische piraten

Van onze verslaggever John Wanders op 26 mei '10, 13:48, bijgewerkt 26 mei '10, 16:38
Piraten naderen het schip de HNLMS Trompvoor de kust van Somalië (AFP)

ROTTERDAM - Het Openbaar Ministerie heeft de rechtbank van Rotterdam woensdag verzocht onvoorwaardelijke gevangenisstraffen van 7 jaar op te leggen aan de vijf Somalische mannen die begin 2009 in de Golf van Aden een Nederlands-Antilliaans vrachtschip probeerden te kapen. De advocaten van de vijf reageerden geschokt op de eis.

De berechting van de vijf is uniek in de moderne Nederlandse rechtsgeschiedenis. Er is geen jurisprudentie over een eerder piratenproces waarop de strafmaat nu kan worden afgestemd. Advocaat Reinier Feiner van de 45-jarige verdachte Jama Mohamed S. meent dat het OM de eis van 7 jaar om die reden tamelijk willekeurig heeft vastgesteld.

Formeel zijn de vijf Somaliërs aangeklaagd voor het aloude vergrijp ‘zeeroof’. Op dat misdrijf staat een maximumstraf van 12 jaar gevangenis voor de schipper en 9 jaar voor zijn metgezellen. Feiner: ‘Bij dit incident zijn geen doden gevallen. Wat gaat het OM eisen als bij een eventuele volgende zaak wel doden vallen? De marge tussen 7 en 9 jaar is dan wel erg klein.’

Probleem niet oplossen

Natuurlijk kan Nederland met deze strafzaak het probleem van piraterij niet oplossen, beklemtoonde de officier van justitie. ‘Maar we maken wel duidelijk dat zeeroof niet onbestraft kan blijven. Als zeevarende natie zijn hier de economische belangen van Nederland in het geding. Bovendien draagt Nederland met berechting van de vijf bij aan de internationale rechtsorde. Nederland wil niet afwachtend toekijken hoe piraten het recht op vrije doorgang schenden.’

Daarnaast is krachtdadig optreden tegen piraten nodig om de voedselhulp aan de allerarmste inwoners van Somalië veilig te stellen, citeerde het OM Josette Sheeran, hoofd van het wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties.

Het argument van de verdachten dat zij slechts de keuze hadden tussen piraterij of de hongerdood is volgens het OM volstrekt ongeloofwaardig. ‘Voor een bedrag dat in Somalië gelijkstaat aan vele jaarsalarissen investeerden deze verdachten in wapens en andere benodigdheden voor zeeroof. Dan is het bijzonder cynisch om jezelf te beroepen op hongerende familieleden.’

Zeeroof

Het OM acht overtuigend bewezen dat de vijf verdachten schuldig zijn aan zeeroof. Dat zij er niet in slaagden de bemanning van het Nederlands-Antilliaanse koopvaardijschip te overmeesteren, doet daar niets aan af. Al vanaf het moment dat ze wegvoeren van de Somalische kust met het doel om een schip te kapen, maakten ze zich schuldig aan zeeroof, betoogde de officier.

Alle vijf verdachten verklaarden op meerdere momenten dat zij met hun kleine scheepje plus ladder met enterhaken richting Jemen voeren om een schip te kapen. Drie van de vijf slikten die verklaring dinsdag ten overstaan van de meervoudige kamer van de Rotterdamse rechtbank weer in. Hun onderneming heette ineens een vistocht.

Maar de 32-jarige Osman Musse F. herhaalde ook dinsdag voor zijn rechters dat hij eind december 2008 met zijn vier lotgenoten wegvoer van de Somalische kust met de bedoeling om een koopvaardijschip te kapen.

Lucratieve bezigheid

‘Piraterij is een uiterst lucratieve bezigheid’, zei de officier. ‘De bemanning van een koopvaardijschip wordt meestal binnen vijf minuten overmeesterd. Het losgeld dat wordt betaald voor hun vrijlating bedraagt per schip 1,5 tot 3 miljoen dollar.’

Toen de vijf verdachten eind 2008 met hun kleine scheepje richting Jemen vertrokken, hielden andere Somalische piraten elders de bemanningsleden van in totaal dertien koopvaardijschepen in gijzeling.

Stuur dit artikel door
Plaats artikel op MSN Reporter
Plaats artikel op Linkedin
Plaats artikel op Facebook
Plaats artikel op NuJIJ
Plaats artikel op Hyves
Bewaar op Delicious
Plaats artikel op Twitter
E-mail
Printversie
Tags:
POPULAIR