Non-concurrentie en het kartelverbod: de (bewijs)lat ligt hoog

Non-concurrentie en het kartelverbod: de (bewijs)lat ligt hoog

Ondernemingen die een transactie sluiten of met elkaar samenwerken, spreken soms af niet met elkaar te concurreren. Uit vaste rechtspraak (Remia en Pronuptia) blijkt dat deze afspraken zijn toegestaan, indien zij essentieel zijn voor de totstandkoming van het contract en niet verder gaan dan noodzakelijk. De belangrijkste voorwaarde is doorgaans dat een non-concurrentiebeding in duur en reikwijdte (zowel qua gebied als qua product of dienst) beperkt moet zijn. Uit rechtspraak lijkt te volgen dat het verschil tussen doel- en gevolgbeperkingen in Nederland steeds kleiner wordt.