Milieu & Recht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Milieu & Recht
Datum 24-11-2008
Aflevering 9
RubriekOpinie
TitelHet verschil tussen een milieuorganisatie en een procedeerclub
CiteertitelM en R 2008/9, nr.
SamenvattingProcederen op grond van een zeer ruim geformuleerde milieudoelstelling, zonder daarbij verder feitelijke werkzaamheden te verrichten, is onmogelijk geworden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verklaarde onlangs de Stichting Openbare Ruimte niet-ontvankelijk in een procedure tegen de verlening van een Nb-wet vergunning voor de uitbreiding van een veestapel. De stichting had een zeer ruime doelstelling omvattende een gezond en duurzaam milieu, een goede ruimtelijke ordening, zowel voor mensen als dieren en planten, passende biotopen voor flora en fauna en een beter welzijn voor landbouwdieren en proefdieren. De feitelijke werkzaamheden van de stichting stonden geheel in het teken van het voeren van bestuursrechtelijke procedures (ABRvS 1 oktober 2008, nr. 200801150/1).
Auteur(s)B.J. Schueler
Pagina543-543
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelIs harmonisatie altijd effectief? Het verhaal van de Richtlijn Milieuaansprakelijkheid
CiteertitelM en R 2008/9, nr.
SamenvattingDe Richtlijn Milieuaansprakelijkheid stelt een gemeenschappelijk kader van aansprakelijkheidsregels op voor het voorkomen en herstellen van milieuschade veroorzaakt door beroepsactiviteiten. Het basisbeginsel van de Richtlijn is het 'vervuiler betaalt' principe. De moeizame onderhandelingen tijdens het ontwerp van de Richtlijn leidden er echter toe dat de invulling van cruciale elementen van het aansprakelijkheidsregime naar de lidstaten doorgeschoven werd, zoals de omvang van het regime of het toekennen van verweren. Bijgevolg kan de omzetting van de Richtlijn in de Lidstaten verschillen. Welke keuzes maken de Lidstaten wat betreft deze cruciale elementen? Gaan de Lidstaten verder dan wat de Richtlijn vereist, of grijpen ze de keuzevrijheid in de Richtlijn juist aan om een soepel milieuaansprakelijkheidsregime op te stellen? Dit rechtseconomische artikel onderzoekt of de Richtlijn, gelet op de inhoud en de implementatie ervan door de Lidstaten, haar ambitieuze doelstellingen zal kunnen verwezenlijken.
Auteur(s)K. de Smedt
Pagina544-556
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDrinkwaterwinning in een Natura 2000 gebied. Het juridisch regime voor beschermde gebieden
CiteertitelM en R 2008/9, nr.
SamenvattingWanneer ten behoeve van drinkwaterwinning grondwater wordt onttrokken in een Natura 2000 gebied moet zowel worden voldaan aan de voorwaarden van de Habitatrichtlijn als aan die van de Kaderrichtlijn water (KRW). Voor Natura 2000 gebieden vormt verdroging en verontreiniging een risico. De KRW vereist dat het grondwater in beginsel zowel een goede chemische als een goede kwantitatieve toestand moet bereiken in 2015. Indien verdroging moet worden tegengegaan en de kwaliteit van het grondwater goed moet blijven of worden verbeterd stelt de KRW specifieke eisen. Er mag niet meer grondwater worden onttrokken dan dat er wordt aangevuld en bij de aanvulling van de grondwatervoorraad - bijvoorbeeld door middel van de infiltratie van oppervlaktewater of de aanvoer van gebiedsvreemd water - , moet voorkomen worden dat de kwaliteit van het water hierdoor achteruit gaat. Hoewel economische vereisten mee mogen wegen in de besluitvorming, heerst de angst dat de mogelijkheden drinkwater te winnen ernstig worden beperkt. Die angst is niet nodig.
Auteur(s)A.M. Keessen , H.F.M.W. van Rijswick
Pagina557-566
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch, 24-06-2008, 20-000924-07
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 56K
SamenvattingToerekening strafbaar feit aan rechtspersoon.
Samenvatting (Bron)1. Het hof ziet, anders dan de verdediging, in het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid en de betrouwbaarheid van het in het ambtsedig opgemaakte proces-verbaal van politie opgenomen relaas van de genoemde verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] en acht dat relaas, voor zover gebezigd tot het bewijs, derhalve betrouwbaar en als zodanig bruikbaar. 2. Gelet op de in het arrest weergegeven gebleken feiten en omstandigheden, is het hof van oordeel dat de verweten gedraging mede tegen de achtergrond van de criteria die plegen te worden aangeduid als de IJzerdraadcriteria in redelijkheid aan de verdachte kan worden toegerekend. 3. Het snoeihout dat verdachte heeft verbrand was afkomstig uit het bedrijf van verdachte, zijnde een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer. Hierop had de ontheffing van de gemeente Laarbeek geen betrekking. Naar het oordeel van het hof mag van een professioneel marktdeelnemer (als de vertegenwoordiger van) verdachte worden verwacht dat hij zich van de inhoud van een aan hem verstrekte ontheffing vergewist en daar ook naar handelt, ook in de situatie dat het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Laarbeek bij het verlenen van een ontheffing onzorgvuldig zou hebben gehandeld, indien en voor zover daar al sprake van zou zijn.
Pagina576-576
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2008:BD5216
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelGerechtshof Amsterdam, 27-06-2008, 23-002739-07
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 57K
SamenvattingZich zonder ontheffing bevinden binnen een krachtens art. 43 Mijnbouwwet vastgestelde veiligheidszone
Samenvatting (Bron)bewezenverklaring ter zake van 1. opzettelijk en wederrechtelijk enige installatie ter zee, die aan een ander toebehoort, beschadigen en 2. overtreding van artikel 43, tweede lid, van de Mijnbouwwet. Verdachte heeft zich met zijn vissersvaartuig binnen een krachtens artikel 43, eerste lid, van de Mijnbouwwet vastgestelde veiligheidszone van maximaal 500 meter rond een mijnbouwinstallatie begeven en is daarbij dermate dicht langs deze installatie gevaren, dat een van de uitstaande tuigen van het vissersvaartuig een pijler van de installatie heeft geraakt, waardoor deze pijler is beschadigd.
Pagina576-576
UitspraakECLI:NL:GHAMS:2008:BD7654
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelRaad van State, 13-08-2008, 200704489/1
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 58K
SamenvattingHet bevoegd gezag kan bij het bepalen van de beste beschikbare technieken de tijd die nodig is voor het omschakelen op een betere beschikbare techniek betrekken
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 5 juni 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Zeeland (hierna: het college) aan Total raffinaderij Nederland N.V. (hierna: TRN) een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een inrichting bestemd voor de verwerking van ruwe aardolie gelegen aan de Luxemburgweg 1 te Nieuwdorp, gemeente Borsele. Dit besluit is op 14 juni 2007 ter inzage gelegd.
Pagina576-576
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BD9951
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelRaad van State, 13-08-2008, 200706814/1
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 59K
SamenvattingTen onrechte mitigerende maatregelen betrokken bij beoordeling of wijzigingsplan leidt tot significante gevolgen voor speciale beschermingszone
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 2 augustus 2007, heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door het college van burgemeester en wethouders van Wervershoof bij besluit van 10 juli 2007 vastgestelde wijzigingsplan "IJsselmeer - Appartementenhotel Nesbos" (hierna: het wijzigingsplan).
Pagina576-576
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BD9967
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelRaad van State, 20-08-2008, 200707180/1
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 60K
SamenvattingDelen van Maasvlakte en Europoort behoefden niet te worden aangewezen als speciale beschermingszone in de zin van de Vogelrichtlijn
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 28 juni 2007 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: de minister) het verzoek van Stichting De Faunabescherming (hierna: de Faunabescherming) om bepaalde, nader aangeduide delen van de Maasvlakte en het Europoortgebied aan te wijzen als speciale beschermingszone in het kader van richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (hierna: de Vogelrichtlijn) afgewezen.
Pagina577-577
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BE8849
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelRaad van State, 20-08-2008, 200708052/1
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 61K
SamenvattingVergunning voor inzameling van afgewerkte olie ten onrechte geweigerd op grond van het LAP 2002-20012 omdat het daarin opgenomen vergunningensysteem niet kan worden geachte in het belang te zijn van een doelmatig beheer van afvalstoffen.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 28 september 2007 heeft de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer (hierna: de minister) aan KS-Recycling GmbH & Co KG (hierna: KS-R) geweigerd een vergunning te verlenen als bedoeld in artikel 10.48, eerste lid, van de Wet milieubeheer, in samenhang met artikel 9, aanhef en onder a, van het Besluit inzamelen afvalstoffen, voor het inzamelen van afgewerkte olie categorie I en II, afkomstig van landactiviteiten. Dit besluit is op 8 oktober 2007 ter inzage gelegd.
Pagina577-577
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BE8863
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelRaad van State, 10-09-2008, 200708813/1
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 62K
SamenvattingHet opnemen in de vergunning van een hogere emissiewaarde voor NOx dan in het BREF 'Grote Stookinstallaties' is vermeld, is in dit geval aanvaardbaar
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 16 november 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant (hierna: het college) aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Essent Energie Productie BV (hierna: Essent) een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een inrichting voor het produceren van elektriciteit middels een gecombineerde gas- en stoomturbine aan de Centraleweg 16 te Geertruidenberg. Dit besluit is op 26 november 2007 ter inzage gelegd.
Pagina577-577
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BF0296
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelHof van Justitie EG, 08-04-2008, C-503/7
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 85
SamenvattingEen bedrijf is niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen een besluit van de Commissie inzake een nationaal toewijzingsplan voor broeikasgasemissierechten; bedrijven hebben de mogelijkheid om de ter uitvoering van de bestreden beschikking genomen nationale maatregelen aan te vechten bij de nationale rechter, die rechtspreekt met inachtneming van artikel 234 EG.

(Saint Gobain Glass Deutschland GmbH / Commissie).
AnnotatorM. Peeters
Pagina577-584
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelHof van Justitie EG, 03-06-2008, C-308/06
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 86
SamenvattingDe geldigheid van richtlijn 2005/35/EG inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor inbreuken, kan niet worden getoetst aan het Internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen (Marpol) en evenmin aan het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Zeerechtverdrag).

(International Association of Independent Tanker Owners (Intertanko) e.a. / Secretary of State for Transport).
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Grote kamer) van 3 juni 2008. # The Queen, op verzoek van International Association of Independent Tanker Owners (Intertanko) en anderen tegen Secretary of State for Transport. # Verzoek om een prejudiciele beslissing: High Court of Justice (England & Wales), Queen's Bench Division (Administrative Court) - Verenigd Koninkrijk. # Zeevervoer - Verontreiniging vanaf schepen - Richtlijn 2005/35/EG - Geldigheid - Verdrag van Montego Bay - Marpol 73/78 - Rechtsgevolgen - Inroepbaarheid - Ernstige nalatigheid - Rechtszekerheidsbeginsel. # Zaak C-308/06.
AnnotatorJ.H. Jans
Pagina584-589
UitspraakECLI:EU:C:2008:312
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch, 05-02-2008, 20-003163-04
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 87
SamenvattingTarragrond afvalstof; geen toepassing art. 1 lid 2 Sr in verband met Vrijstellingsregeling.
Samenvatting (Bron)Hof oordeelt dat tarragrond in het onderhavige geval een afvalstof is. Analyserapporten van (niet tenlastegelegde) partijen duiden tarragrond aan als "schone grond". Gewijzigd inzicht van de wetgever omtrent de strafbaarheid van de onderwerpelijke gedraging (o.g.v. een vrijstellingsregeling)? Bespreking van gewijzigd inzicht n.a.v. gewijzigde wetgeving, onder meer gelet op het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen, het Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterbescherming, de Vrijstellingsregeling plantenresten en tarragrond en het Besluit bodemkwaliteit. Afwijzing aanhoudingsverzoek raadsman, teneinde (partiele) inwerkingtreding Besluit bodemkwaliteit af te wachten.
Pagina589-594
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2008:BC4024
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-09-2008, 20-000011-07
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 88
SamenvattingOogstrestanten van uien zijn afvalstoffen; geen verandering van wetgeving in de zin van art. 1 lid 2 Sr; toepassing art. 9a Sr.
Samenvatting (Bron)Milieustrafrecht. Het hof overweegt dat een afvalstof (i.c. oogstrestanten van uien) in de zin als in het arrest is weergegeven weliswaar door nuttige toepassing - daargelaten of de onderhavige gestelde beoogde toepassing (onderwerken in de grond) als zodanig is te duiden - het karakter van afvalstof kan verliezen. Echter, van die beoogde toepassing was nog geen sprake, zodat naar het oordeel van het hof de stof nog steeds een afvalstof is. Hoewel het hof tot de conclusie komt dat verdachte voldoet aan de voorwaarden die de Vrijstellingsregeling plantenresten en tarragrond stelt aan vrijstelling op het stortverbod ex artikel 10.2 Wm, dient de wijziging van artikel 2 Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen naar het oordeel van het hof weliswaar te worden geduid als een verandering van wetgeving die blijk geeft van een gewijzigd inzicht van de wetgever, doch niet ten aanzien van de strafwaardigheid van de onderwerpelijke gedraging, zoals bedoeld in artikel 1, tweede lid, Sr. Het hof zal bij de strafoplegging evenwel rekening houden met de omstandigheid dat verdachte in augustus/september 2005 materieel gezien wel voldeed aan de voorwaarden die de Vrijstellingsregeling plantenresten en tarragrond sinds 15 november 2005 stelt aan het storten van oogstrestanten. Volgt toepassing artikel 9a Sr.
Annotator Hendriks
Pagina595-599
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2008:BF0238
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 19-12-2007, 200703124/1
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 89
SamenvattingBestemmingsplan voor aanleg golfterrein. Schade aan gewas door afzwaaiende golfballen toe te rekenen aan planwijziging.

Samenvatting (Bron)Bij besluit van 20 december 2005 heeft de raad der gemeente Bergen (L) (hierna: de gemeenteraad) het verzoek van [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] om vergoeding van planschade afgewezen.
AnnotatorA.G.A. Nijmeijer
Pagina599-601
UitspraakECLI:NL:RVS:2007:BC0555
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 21-05-2008, 200706306/1
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 90
SamenvattingModellen zijn uit de aard van de zaak altijd een abstractie van de werkelijkheid. De validiteit van een model wordt eerst aangetast wanneer de berekeningen op basis van een model te zeer afwijken van de werkelijkheid. Niet aannemelijk is dat die situatie zich in dit geval voordoet. Weliswaar bestonden er ten tijde van het besluit van 4 juli 2006 nauwkeuriger rekenmodellen., maar het rekenmodel CAR II wordt in het algemeen beschouwd als een model dat voor wegen uitgaat van een worst-case scenario. Het college heeft dan ook gebruik kunnen maken van het rekenmodel CAR II, versie 5.0.

(Praxis Vastgoed B.V. / de uitspraak van de rechtbank Rotterdam in het geding tussen: Hornbach Holding B.V. en Hornbach Bouwmarkt (Nederland) BV en B en W van Capelle aan den IJssel).
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 4 juli 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel (hierna: het college) het door de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Hornbach Holding B.V. en Hornbach Bouwmarkt (Nederland) B.V. (hierna: Hornbach Holding en Hornbach Bouwmarkt) gemaakte bezwaar tegen het besluit van 6 april 2005 tot verlening van vrijstelling en bouwvergunning aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Praxis Vastgoed B.V. (hierna: Praxis) voor de bouw van een bouwmarkt op het perceel aan de Hoofdweg 46 te Capelle aan den IJssel (hierna: het perceel) opnieuw ongegrond verklaard.
AnnotatorS. Hillegers
Pagina601-603
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BD2121
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 16-07-2008, 200708097/1
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 91
SamenvattingGS hebben terecht niet ingestemd met het saneringsverslag ex art. 39c Wbb, aangezien daaruit niet blijkt, dat is gesaneerd tot beneden de tussenwaarde voor xylenen. Voorzover peilbuis 3 zich op het perceel X bevindt, moet worden vastgesteld dat aan de oostzijde van het perceel (locatie) geen onderzoek is verricht naar de kwaliteit van de bodem, zodat in zoverre uit het rapport niet kan worden opgemaakt of is gesaneerd tot beneden de tussenwaarde voor xylenen. Voorzover peilbuis 3 zich op het perceel van Y bevindt, moet, gelet op de in het verslag vermelde concentraties van xylenen, worden vastgesteld dat niet is gesaneerd tot beneden de tussenwaarde voor xylenen.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 5 mei 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (hierna: het college) ingestemd met het verslag als bedoeld in artikel 39c, eerste lid, van de Wet bodembescherming van de bodemsanering op het perceel [locatie] te [plaats], gemeente Velsen (hierna: het verslag).
Annotator van den Broek
Pagina603-604
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BD7331
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 06-08-2008, 200706858/1
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 92
SamenvattingDe in het saneringsplan opgenomen monitoringsperiode van minimaal 5,5 jaar, gerekend vanaf de beëindiging van de grondwateronttrekking, is in dit geval toereikend. Van belang daarbij is, dat de te saneren locatie, anders dan in het deskundigenbericht is vermeld, niet in een grondwaterbeschermingsgebied is gelegen maar in een boringsvrije zone en dat in het plan is voorzien in zogenoemde terugvalscenario's, waarbij, kort gezegd, de hiervoor bedoelde periode wordt verlengd indien de resultaten van monitoring aantonen dat de restverontreinigingen in het grondwater zich verspreiden.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 9 augustus 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland (hierna: het college) op grond van artikel 39, tweede lid, van de Wet bodembescherming (hierna: Wbb) ingestemd met het saneringsplan van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bureau Deltahuis B.V. (hierna: Bureau Deltahuis) voor de locatie Middelland nabij 35 te Krimpen aan de Lek in de gemeente Nederlek (hierna: het saneringsplan). Het besluit is op 14 augustus 2007 ter inzage gelegd.
Pagina604-605
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BD9454
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 13-08-2008, 200705158/1
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 93
SamenvattingHet vastgestelde plan is blijkens de kennisgeving met ingang van 30 november 2006 gedurende zes weken ter inzage gelegd. De termijn waarbinnen bedenkingen konden worden ingebracht eindigde derhalve op 10 januari 2007. [appellante sub 3] heeft binnen deze termijn bij brief van 8 januari 2007, bij de provincie ingekomen op 10 januari 2007, aangegeven bezwaren te hebben tegen het door de raad vastgestelde plan. Eerst na afloop van voormelde termijn, bij brief van 19 januari 2007, heeft [appellante sub 3] duidelijk gemaakt welke bezwaren dat zijn. Het kenbaar maken van het hebben van niet nader aangeduide bezwaren is onvoldoende om bedenkingen in te brengen. In de term 'bedenkingen' ligt immers een zekere motiveringseis besloten.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 5 juni 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Zaanstad (hierna: de raad) bij besluit van 23 november 2006 vastgestelde bestemmingsplan "Rosmolenwijk".
AnnotatorS. Hillegers , T.E.P.A. Lam
Pagina605-610
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BD9953
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 10-09-2008, 200707925/1
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 94
SamenvattingKabels en leidingen t.b.v. de winning van steenzout; toepassing Belemmeringswet Privaatrecht
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 20 oktober 2005 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat (hierna: de minister) aan de in het besluit vermelde belanghebbenden de plicht opgelegd tot het gedogen van de aanleg en instandhouding van twee transportleidingen, een signaalkabel en drie elektriciteitskabels ten behoeve van de winning van steenzout.
AnnotatorJ.H. Meijer
Pagina610-612
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BF0292
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 01-10-2008, 200709164/1
CiteertitelM en R 2008/9, nr. 95
SamenvattingDe te bouwen woningen leveren geen verdergaande feitelijke beperkingen op voor de bedrijfsvoering omdat er al woningen binnen de stankcirkel van het bedrijf zijn gebouwd. Die bestaande woningen bevinden zich bovendien dichter bij het bedrijf dan de te bouwen woningen. Onvoldoende aangetoond is echter dat in de te bouwen woningen een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd. Dat er al woningen binnen de stankcirkel staan en dat de bewoners van die woningen nog nooit hebben geklaagd, biedt onvoldoende grond voor het oordeel dat het woon- en leefklimaat in de te bouwen woningen gegarandeerd is. Op basis van het verrichte onderzoek mag er niet zonder meer van worden uitgegaan dat de bewoners van de nieuwe woningen niet zullen klagen over stankoverlast.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 20 juni 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roermond (hierna: het college) aan [belanghebbende] vrijstelling verleend voor het bouwen van drie woningen op percelen aan de [locatie 1] en [locatie 2] te [plaats] (hierna: de percelen).
AnnotatorA.G.A. Nijmeijer
Pagina612-614
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BF3880
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekActualia & Documentatie
TitelActualia & Documentatie
CiteertitelM en R 2008/9, nr.
SamenvattingAanbesteding - Afval - Bestuursrecht - Bodem - Exoten - Externe veiligheid - Geluid - GGO - Industrie - Klimaat - Landbouw - Lucht - Milieu - Natuur - Openbaarheid -Stoffen - Vervoer - Water.
Auteur(s)B. Arentz
Pagina567-571
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekTijdschriften
TitelTijdschriften
CiteertitelM en R 2008/9, nr.
Pagina572-573
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeken
TitelMinisterie van VROM, Brochure over mensenrechten en milieu. Beginselen uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
CiteertitelM en R 2008/9, nr.
Pagina573-573
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekMededelingen
TitelMededelingen
CiteertitelM en R 2008/9, nr.
Pagina573-574
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekNationale milieuwet- en regelgeving
TitelNationale milieuwet- en regelgeving in behandeling
CiteertitelM en R 2008/9, nr.
Pagina575-575
Artikel aanvragenVia Praktizijn