Tijdschrift voor Bouwrecht

Uitgever Instituut voor Bouwrecht
Tijdschrift Tijdschrift voor Bouwrecht
Datum 14-06-2010
Aflevering 6
RubriekArtikelen
TitelGastcolumn, opheffen van de waterschappen: oplossing voor welk probleem? 
CiteertitelTBR 2010/96, p. 530-531
SamenvattingMaatschappelijke problemen zijn complex en goede besluitvorming vraagt overleg met betrokken partijen en overheden. Dat kost tijd, moeite en geld. Tegelijkertijd moet er worden bezuinigd. De redenen hiervoor zijn divers en bekend. De oplossing in de verkiezingsprogramma's is dus bezuinigen en verminderen van de bestuurlijke drukte. Een aantal partijen wil de waterschappen opheffen. Deze oplossing is vreemds, wanneer men zich realiseert hoe belangrijk waterbeheer is voor Nederland en hoe veilig het land en hoe schoon het water nu is. Dat vraagt om een betere analyse. Wat zijn redenen om waterschappen op te heffen of juist te behouden?
Auteur(s)H.F.M.W. van Rijswick
Pagina530-531
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe Evaluatie van de Wet Koop Onroerende Zaken Ingeleid
CiteertitelTBR 2010/97, p. 532-533
SamenvattingOp 18 februari 2010, anderhalf jaar na de start van het onderzoek, zijn de resultaten van de evaluatie van de Wet koop onroerende zaken niet langer onder embargo en gepresenteerd op een symposium onder auspiciën van het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht van de Universiteit Utrecht. Dit nummer van het Tijdschrift voor Bouwrecht vormt een weerslag van het symposium en daarmee van de hoofdlijnen van de evaluatie.
Auteur(s)A.L.M. Keirse
Pagina532-533
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
CiteertitelTBR 2010/98, p. 534-540
SamenvattingWanneer er wordt gesproken over de Wet koop onroerende zaken, wordt er vaak alleen naar de aanvulling van Titel 7.1 BW. Naast de aanvulling van Titel 7.1 BW omvat de Wet koop onroerende zaken echter ook de vaststelling en invoering van Titel 7.12, oftewel de titel die de bepalingen omtrent de aanneming van werk bevat. Titel 7.12 bestaat uit twee afdelingen. De tweede afdeling ziet specifiek op de aanneming van werk die strekt tot de bouw van een woning in opdracht van een particulier. Een aantal onderzoeksvragen die in het kader van de evaluatie van de Wet koop onroerende zaken is gesteld ziet specifiek op één bepaling uit de tweede afdeling van Titel 7.12 BW, te weten 7:768 BW (de 5% regeling). Kortgezegd houdt dit artikel in dat een opdrachtgever gedurende drie maanden na de opleveringsdatum 5% van de aanneemsom in depot mag houden bij een notaris.
Pagina534-540
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe Vormerkung en de rol van de notaris
CiteertitelTBR 2010/541, p. 541-545
SamenvattingBij de totstandkoming van de Wet koop onroerende zaken zijn er geen twee onderwerpen geweest die qua aandacht verder uiteen hebben gelegen dan bovengenoemde. Waar over de rol van de notaris in het koopproces is gediscussieerd, gelobbyd en geschreven, is de Vormerkung zonder noemenswaardige aandacht in de wet gerold. Toch blijkt het juist de Vormerkung te zijn die in de tijd dat de wet bestaat, de meeste pennen in beweging heeft gebracht. Achtereenvolgens worden de beide onderwerpen kort besproken in het licht van de te onderzoeken vragen. Gezien de reikwijdte van de te bespreken onderwerpen is er een keuze gemaakt. In het evaluatierapport zijn de onderwerpen terug te vinden in respectievelijk de hoofdstukken 4 en 6.
Auteur(s)N.C. van Oostrom-Streep
Pagina541-545
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe spotlichten op het vormvoorschrift bij de koop van een woning
CiteertitelTBR 2010/100, p. 546-551
SamenvattingDe wet koop onroerende zaken voorziet in de bescherming van de particuliere koper van een woning. Nadat de koop schriftelijk tot stand is gekomen, heeft de koper drie dagen bedenktijd. De discussies betreffende deze wet spitsen zich vooral toe op de vraag hoe de bescherming van de koper het beste vorm kan krijgen: door middel van de bedenktijd of de verplichte betrokkenheid van een notaris?
Auteur(s)Y. Schaub
Pagina546-551
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelSchriftelijkheidsvereiste en bedenktijd bij de koop van onroerende zaken
CiteertitelTBR 2010/101, p. 552-559
SamenvattingDeze bijdrage betreft het schriftelijkheidsvereiste van artikel 7:2 lid 1 BW en de bedenktijd van artikel 7:2 lid 2 BW. Deze onderwerpen beslaan in het rapport van Keirse, Van Oostrom, Schaub, Barendse en Steegmans, twee uitgebreide hoofdstukken, terwijl ook in het empirische hoofdstuk de nodige aandacht aan deze onderwerpen is besteed. Met veel van de conclusies uit het rapport ten aanzien van deze twee onderwerpen en de in dat verband in het rapport ingenomen standpunten stem ik graag in.
Auteur(s)M.B.M. Loos
Pagina552-559
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelEnkele eerste opmerkingen over de Vormerkung in het Evaluatierapport
CiteertitelTBR 2010/102, p. 560-561
SamenvattingVoordat ik nader in ga op de conclusies en aanbevelingen van het rapport inzake de Vormerkung, wil ik eerst een opmerking maken over de positie van adviseur bij de keuze voor het al of niet plaatsen van een Vormerkung, zoals bijvoorbeeld voorkomend in het modelcontract van de NVM. Deze positie is niet zo eenvoudig. Allereerst moet de Vormerkung worden uitgelegd, waarna de keus moet worden gemaakt.
Auteur(s)A.A. van Velten
Pagina560-561
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
CiteertitelTBR 2010/103, p. 562-568
SamenvattingHoofdstuk V van de 'Rapportage onroerende zaken; de evaluatie'  is gewijd aan de 5% regeling. Tijdens het symposium ter gelegenheid van het verschijnen van de publicatie van het rapport is schrijver dezes gevraagd aandacht te schenken aan deze regeling en gezien de verwantschap van dit vraagstuk met regelingen afkomstig van het GIW is tevens gevraagd stil te staan bij de recente ontwikkelingen rond het GIW. Dit artikel is een bewerking van die voordracht. 
Auteur(s)M.A.B. Chao-Duivis
Pagina562-568
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelBedenktijd? Zeker weten!
CiteertitelTBR 2010/104, p. 569-574
SamenvattingOp 1 september 2003 is de Wet Koop Onroerende Zaken in werking getreden. De nieuwe regeling heeft de consument-koper van een woning het vormvoorschrift van de schriftelijke koopovereenkomst gebracht, een wettelijke bedenktijd van drie dagen, de mogelijkheid van Vormerkung, en de zogeheten 5%-regeling bij de koop-/aannemingsovereenkomsten. De invoering van de wet is niet zonder slag of stoot gegaan: er heeft uitgebreid debat plaatsgevonden over de vraag of de regeling wel voldeed om het doel, betere bescherming van de particuliere koper van een woning, te kunnen bereiken.
Auteur(s)C.M.H. Vlaanderen
Pagina569-574
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelKanttekeningen bij de aanbevelingen en conclusies uit de evaluatie 'Wet koop onroerende zaken'
CiteertitelTBR 2010/105, p. 575-580
SamenvattingTijdens de kwartaalvergadering van de Vereniging voor Bouwrecht van 4 maart 2010 werd mij de gelegenheid geboden kritisch te reflecteren op de resultaten van het evaluatieonderzoek van de Wet koop onroerende zaken, uitgevoerd door onderzoekers van het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht. Die uitnodiging heb ik serieus genomen. Op een flink aantal punten sta ik kritisch tegenover de conclusies/aanbevelingen van de onderzoekscommissie, zoals hierna zal blijken. Dat neemt echter niet weg, en dat oordeel blijft overeind staan, dat de onderzoekers bijzonder veel en goed werk hebben verzet.
Auteur(s)S.E. Bartels
Pagina575-580
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelOver staalprijzen enzo. Extreme stijging van materiaalkeuze en het beroep op paragraaf 47 UAV 1989 wegens kostenverhogende omstandigheden (Deel II)
CiteertitelTBR 2010/106, p. 581-596
SamenvattingHet eerste deel van dit artikel is gepubliceerd in het meinummer van dit tijdschrift (TBR 2010/86, p. 479), hierin werden het systeem van paragraaf 47 UAV en het beroep op kostenverhogende omstandigheden besproken. In dit tweede deel volgt een analyse van recente jurisprudentie over de problematiek van paragraaf 47 UAV 1989. Alvorens dat jurisprudentie-onderzoek ter hand te nemen wil ik de blik verbreden en nagaan hoe dit onderwerp geregeld is, en welke invloed de rechtsvergelijking hierop gehad heeft, en wellicht nog heeft. Misschien kan dit koudwatervrees bij de toepassing van de imprévision-figuur wegnemen, binnen en buiten de bouw.
Auteur(s)J.M. van Dunné
Pagina581-596
LinkVolledige tekst artikel (Studiekringnormatieveuitleg.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelSplitsen en de Huisvestingswet
CiteertitelTBR 2010/107, p. 597-602
SamenvattingIn deze bijdrage wordt een onderscheid gemaakt tussen verticale en horizontale splitsing. Van verticale splitsing is sprake als een blok grondgebonden woningen door de oorspronkelijke eigenaar daarvan afzonderlijk worden verkocht en geleverd aan kopers, hetzij aan de zittende bewoners, hetzij aan derden, al dan niet na vertrek van de huurder. Van horizontale splitsing wordt gesproken als een gebouw, meerdere etages bevattend, in appartementen als bedoeld in artikel 5:106 BW wordt gesplitst, doorgaans teneinde deze appartementen op termijn afzonderlijk te verkopen, hetzij aan zittende bewoners, hetzij - na vertrek van de huurder - aan derden.
Auteur(s)C.A. Adriaansens
Pagina597-602
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelGebiedsontwikkeling en het aanbestedingsrecht na het arrest Müller
CiteertitelTBR 2010/108, p. 603-608
SamenvattingOp 25 maart wees het Europees Hof een belangrijk arrest voor het inzicht in de reikwijdte van het aanbestedingsrecht bij gebiedsontwikkeling. Het betreft het arrest in zaak Müller (zaak C-451/08) waarin het gaat om een gronduitgifte in de Duitse gemeente Wildeshausen aan de firma Gut Spascher Sand immobilien GmbH (GGSI). De verkoop van de grond was niet Europees aanbesteed en GGSI is voornemens de grond te bebouwen overeenkomstig het door de gemeente vastgestelde Bebauungsplan. Helmut Müller GmbH verzet zich tegen het contract tussen de gemeente Wildeshausen en GGSI. De aanbieding van Müller werd in de gehouden niet-Europese aanbestedingsprocedure gepasseerd ten gunste van die van GGSI. Müller stelt zich op het standpunt dat de gronduitgifte Europees had moeten worden aanbesteed.
Auteur(s)A.G. Bregman
Pagina603-608
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelBoekbespreking
CiteertitelTBR 2010/109, p. 609-611
SamenvattingE.M. Bruggeman, De koop-/aannemingsovereenkomst in breed perpectief, diss. TU Delft, Serie Bouwrecht Monografieën, deel 31.
Auteur(s)A.A. van Velten
Pagina609-611
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State, 24-03-2010, 200909916/2/R1
CiteertitelTBR 2010/110, p. 612-616
SamenvattingReactieve aanwijzing, provinciale ruimtelijke verordening. Binnenplanse ontheffingsbevoegdheid in strijd met provinciale ontheffingsbevoegdheid?
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 27 oktober 2009 heeft het college van gedeputeerde staten besloten aan de raad van de gemeente Vlagtwedde een aanwijzing te geven ertoe strekkende dat, voor zover hier van belang, artikel 3.4, aanhef en onder b, van de planregels geen deel blijft uitmaken van het bestemmingsplan "Buitengebied", zoals dat door de raad bij besluit van 22 september 2009 is vastgesteld.
AnnotatorD. Korsse
Pagina612-616
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BL9593
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State, 21-04-2010, 200905154/1/H1
CiteertitelTBR 2010/111, p. 616-617
SamenvattingTijdelijke vrijstelling. Tijdelijkheid afwijking onvoldoende gebleken.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 16 oktober 2007 heeft het college aan Stichting De Wyldemerk (hierna: De Wyldemerk) vrijstelling van het bestemmingsplan en bij besluit van 18 oktober 2007 bouwvergunning verleend voor het realiseren van tijdelijke huisvesting voor vijf jaar voor "Leef-en Leerplaats Wyldemerk" in de vorm van een campus/onderwijsvoorziening met units ten behoeve van wonen, leren en ontspanning op het perceel Wyldemerkwei 2 te Harich, gemeente Gaasterlân-Sleat (hierna: het perceel).
AnnotatorA.G.A. Nijmeijer
Pagina616-617
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BM1778
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State, 04-05-2010, 200904183/3/R2
CiteertitelTBR 2010/112, p. 617-619
SamenvattingVaststelling bestemmingsplan voor meer dan 20 woningen. WRO van toepassing. Crisis- en herstelwet pas van toepassing bij bestemmingsplan dat op grond van de Wro wordt vastgesteld.
Samenvatting (Bron)Bij uitspraak van 18 februari 2010, in zaak nr. 200904183/2/R2, heeft de Afdeling na vereenvoudigde behandeling het beroep van NSI Winkels B.V. (hierna: NSI) gegrond verklaard, het besluit van het college van gedeputeerde staten van Utrecht van 14 april 2009, kenmerk 2009INT239748, vernietigd, goedkeuring onthouden aan het bestemmingsplan "De Meern Centrum" en bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Deze uitspraak is aangehecht.
AnnotatorA.G.A. Nijmeijer
Pagina617-619
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BM4150
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Woningwet c.a.
TitelRaad van State, 17-03-2010, 200901588/1/H1
CiteertitelTBR 2010/113, p. 620-624
SamenvattingAanbrengen van verandering van niet-ingrijpende aard. Handhaving. Eigendomsoverdracht. Overgangsrecht.
Samenvatting (Bron)Bij besluit verzonden op 17 oktober 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort (hierna: het college) een verzoek van [verzoeker] om handhavend tegen een loopbrug en een dakterras op het perceel [locatie] te Zandvoort (hierna: het perceel) op te treden afgewezen.
AnnotatorB. Rademaker
Pagina620-624
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BL7766
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Woningwet c.a.
TitelRaad van State, 21-04-2010, 200906551/1/H1
CiteertitelTBR 2010/114, p. 624-626
SamenvattingVergunningsvrije aan- of uitbouw? Sprake van een bestaande woning omdat het gebouw als zodanig in gebruik is, als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd en vergund.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 22 februari 2008 heeft het college aan [vergunninghouder] een lichte bouwvergunning verleend voor het vergroten van een woning op het perceel plaatselijk bekend [locatie] te Apeldoorn (hierna: het perceel).
AnnotatorA.G.A. Nijmeijer
Pagina624-626
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BM1807
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Bestuurlijke schadevergoeding
TitelRaad van State, 21-10-2009, 200901753/1/H2
CiteertitelTBR 2010/115, p. 626-629
SamenvattingTijdelijke hinder tengevolge werkzaamheden ter verwezenlijking nieuw bestemmingsplan geen planschade maar nadeelcompensatie.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 7 oktober 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem (hierna: het college) aan [appellant] een vergoeding van 22.950,00 voor door hem geleden planschade toegekend.
AnnotatorG.M. van den Broek
Pagina626-629
UitspraakECLI:NL:RVS:2009:BK0805
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Bestuurlijke schadevergoeding
TitelRaad van State, 03-02-2010, 200904903/1/H2
CiteertitelTBR 2010/116, p. 629-630
SamenvattingNadeelcompensatie. Belastingschade. Tracébesluit.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 20 december 2006 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat (hierna: de minister) aan [wederpartij] op de voet van de Regeling Nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999 (hierna: de Regeling) 202.100,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 januari 2002, aan nadeelcompensatie toegekend.
AnnotatorJ.A.M.A. Sluysmans
Pagina629-630
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BL1791
Artikel aanvragenVia Praktizijn