Tijdschrift voor Bouwrecht

Uitgever Instituut voor Bouwrecht
Tijdschrift Tijdschrift voor Bouwrecht
Datum 14-04-2011
Aflevering 4
RubriekArtikelen
TitelFunderingsproblemen: huiseigenaren de dupe van foute wet- en regelgeving
CiteertitelTBR 2011/55, p. 296-297
SamenvattingMinstens 200.000 huiseigenaren in Nederland kampen met funderingsproblemen welk aantal de komende decennia kan oplopen tot een veelvoud. De meeste funderingsproblemen ontstaan bij huizen met houten paalfunderingen. Al eeuwen is bekend dat funderingshout honderden jaren mee kan gaan onder de strikte voorwaarde dat het onder het laagste niveau van de grondwaterstand zit. Komt het hoogste funderingshout droog te staan, ontstaat schimmelaantasting en rot het weg waardoor het draagvermogen aan de kop van de paal verdwijnt en een schadebeeld ontstaat. Het begint met kleine scheuren, klemmende ramen en deuren. De scheuren en ongelijkmatige zettingen (scheefstand) wordt steeds groter. Een nieuwe paalfundering onder de woning kost voor een rijtjeswoning gemiddeld € 60.000.
Auteur(s)A. van Wensen
Pagina296-297
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelLuchtkwaliteit: is de lucht geklaard? - De toepassing van een programmatische aanpak in het omgevingsrecht
CiteertitelTBR 2011/56, p. 298-306
SamenvattingOp 1 augustus 2009 is het Nationaal Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit (NSL) in werking getreden. De programmatische aanpak van het NSL zou de oplossing vormen voor het luchtkwaliteitsprobleem dat vanaf 2004 de gemoederen bij de overheid, projectontwikkelaars en het bedrijfsleven bezig hield. Dit artikel onderzoekt of het luchtkwaliteitsprobleem in Nederland definitief is opgelost. Daartoe zal eerst in het kort de systematiek van titel 5.2 van de Wet milieubeheer uiteen worden gezet. Daarbij zal met name worden stilgestaan bij de instrumenten nibm en het NSL. Voorts zal nader worden ingegaan op de toetsing van nibm en het NSL door de rechter. Vervolgens zal een parallel worden getrokken tussen het NSL en de programmatische aanpak van depositie van stikstof en ammoniak. Bezien zal worden in hoeverre een programmatische aanpak als oplossing geldt voor knelpunten binnen het omgevingsrecht.
Auteur(s)D.S.P. Roelands-Fransen
Pagina298-306
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelRecht rond installaties: de ALIB 2007
CiteertitelTBR 2011/57, p. 307-314
SamenvattingTraditiegetrouw trekken de algemene voorwaarden betreffende het ontwerp en de uitvoering van werken de meeste aandacht van de privaatrechtelijk geschoolde jurist. Veel minder aandacht trekken de voorwaarden voor de Algemene voorwaarden voor de aanneming van funderingswerken (de meest recente zijn van 2009) en de voorwaarden voor de installatiesector zijnde de UAV-TI 1992 (in wezen en kopie van de UAV 1989) en de Algemene Leveringsvoorwaarden Installerende Bedrijven 2007 (ALIB) afkomstig van de branche-organisatie Uneto-VNI. Dit gebrek aan aandacht wordt in een tweetal artikelen goedgemaakt. Het feit dat de ALIB vernieuwd zijn, is reden daartoe alsmede het in het najaar van 2009 verschenen rapport Opleveren van installaties in nieuwe woningen. In dit artikel komen de algemene voorwaarden aan de orde; in een volgend nummer het genoemde rapport.
Auteur(s)M.A.B. Chao-Duivis
Pagina307-314
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelHet belang van coördinatie bij nevenaanneming - Een aantal specifieke problemen met betrekking tot de coördinatieovereenkomst en een pleidooi voor multilaterale communicatie.
CiteertitelTBR 2011/58, p. 315-321
SamenvattingDoor opdrachtgevers worden steeds vaker bouwprojecten in de markt gezet waarbij gebruik gemaakt wordt van de figuur van nevenaanneming. Nevenaanneming houdt kort gezegd in dat een opdrachtgever een bouwproject in meerdere onderdelen verdeelt en voor elk van die onderdelen een aparte aannemingsovereenkomst met een aannemer sluit. Bij het werk zijn minimaal twee aannemers betrokken die ieder een deel van het werk tot stand brengen. De verschillende aannemers worden ten opzichte van elkaar nevenaannemers genoemd.
Auteur(s)S. van Gulijk , L.H. Muller
Pagina315-321
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekActualiteiten, mededelingen, reacties van lezers
TitelAlternatievenonderzoek in bestemmingsplannen?
CiteertitelTBR 2011/59, p. 322-323
SamenvattingIn bestemmingsplanprocedures wordt vaak gesteld dat voor een ongewenste bestemming een beter alternatief voorhanden is. Tot voor kort oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak dat alternatieven slechts aan de orde hoeven te komen bij ernstige bezwaren tegen een bepaalde bestemming. Uit recente uitspraken lijkt echter te moeten worden afgeleid dat de voor- en nadelen van alternatieven zonder meer in de belangenafweging moeten worden meegenomen.
Auteur(s)B.J.W. Walraven
Pagina322-323
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekActualiteiten, mededelingen, reacties van lezers
TitelOorlogs- en natuurgeweld en bouwcontracten
CiteertitelTBR 2011/60, p. 324-324
Samenvatting2011 begon onder een dramatisch gesternte. In Noord-Afrika en de Arabische wereld vinden regimewisselingen plaats, of worden - in wat in Libië op een echte burgeroorlog lijkt en in Bahrein ook een ernstige escalatie te zien gaf -serieuze pogingen daartoe ondernomen dan wel in de kiem gesmoord. In Nieuw-Zeeland en - inmiddels qua vele dimensies en omvang overtroffen in - Japan, spelen zich natuurrampen af met dramatische gevolgen, zeker als de nucleaire aspecten daarbij worden meegenomen.
Auteur(s)A.G.J. van Wassenaer
Pagina324-324
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRechtbank Haarlem, 17-01-2011, AWB 10/1297
CiteertitelTBR 2011/61, p. 325-331
SamenvattingToelaatbaarheid ontheffingsbevoegdheid. Ontvankelijkheid beroep van een derde-belanghebbende tegen verleende ontheffing o.g.v. een provinciale verordening. Rol provinciaal belang bij ontheffingsverlening.
Samenvatting (Bron)G.s. van Noord-Holland hebben aan b&w van Blaricum ontheffing verleend van het verstedelijkingsverbod in de Provinciale ruimtelijke verordening (PRV) voor een bouwplan in een gedeelte van het Gooimeer. De ABRvS heeft eerder goedkeuring onthouden aan het gedeelte van het bestemmingsplan waarin dit bouwplan mogelijk werd gemaakt, omdat het gelegen was buiten de rode contouren van het streekplan. Het feit dat de ontheffing pas bindende werking voor derden krijgt nadat er een nader besluit is genomen, betekent niet dat derden door het besluit niet in hun belangen kunnen zijn getroffen. Vrijstellingen in het kader van de voormalige WRO waren bijvoorbeeld steeds zelfstandig appellabel totdat in artikel 49, vijfde lid, Woningwet werd vastgelegd dat de verlening van de vrijstelling voor de mogelijkheid van beroep werd geacht deel uit te maken van de beschikking waarop zij betrekking heeft. Nu een vergelijkbare bepaling hier niet bestaat, is de ontheffing zelfstandig appellabel. De woorden "bij of krachtens" in artikel 4.1, eerste lid, Wro wijzen erop dat het verlenen van ontheffing van de regels van de PRV in het stelsel van de wet past. Ook de wetsgeschiedenis wijst in die richting. De PRV biedt zowel de gemeenteraad als b&w de mogelijkheid om een ontheffing aan te vragen. Gelet op de rol van b&w bij de voorbereiding van bestemmingsplannen ziet de rechtbank, anders dan de voorzieningenrechter te 's Hertogenbosch (LJN: BN9603), geen aanleiding te oordelen dat het aanvragen van een ontheffing als hier in geding voorbehouden is aan de gemeenteraad. De ABRvS heeft niet geoordeeld dat het bouwplan om inhoudelijke redenen niet aanvaardbaar was, maar alleen dat dit onderdeel van het bestemmingsplan niet in overeenstemming was met het streekplan. Daarom kan niet worden staande gehouden dat verweerder in strijd met het recht heeft gehandeld door in een later stadium met gebruikmaking van een ander juridisch instrument opnieuw medewerking te verlenen aan het bouwplan. Dat ingevolge artikel 4.1, eerste lid, Wro provinciale belangen ten grondslag moeten liggen aan de te stellen algemene regels, betekent niet dat het geven van ontheffing van die regels ook primair moet voortvloeien uit provinciale belangen. Voldoende is dat in een concrete situatie andere belangen een uitzondering op de algemene regels rechtvaardigen.
AnnotatorD. Korsse
Pagina325-331
UitspraakECLI:NL:RBHAA:2011:BP1412
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State, 02-02-2011, 200910224/1/R3
CiteertitelTBR 2011/62, p. 331-334
SamenvattingReactieve bestemmingsplan-aanwijzing in anticipatie op (voorgenomen) provinciale ruimtelijke verordening. Bestendig provinciaal beleid. Begrip 'provinciaal belang'.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 27 oktober 2009 heeft het college besloten aan de raad van de gemeente Waalre een aanwijzing te geven ertoe strekkende dat het agrarisch bouwblok voor het perceel [locatie], kadastraal bekend gemeente Waalre, sectie C, nr. 998 (wre 02 c 998), geen deel blijft uitmaken van het bestemmingsplan "Buitengebied, tweede partiële herziening", zoals dat door de raad bij besluit van 29 september 2009 is vastgesteld.
AnnotatorA.A.J. de Gier
Pagina331-334
UitspraakECLI:NL:RVS:2011:BP2794
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State, 09-03-2011, 201006983/1/M2
CiteertitelTBR 2011/63, p. 334-341
SamenvattingRevisievergunning paarden- en fokzeugenhouderij. Aankondiging koerswijziging bij toepassing artikel 6:13 Awb ten aanzien van omgevingsvergunning voor milieuactiviteiten. Besluitonderdelen.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 25 mei 2010 heeft het college aan [vergunninghoudster] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een paarden- en fokzeugenhouderij aan de [locatie] te Holthees. Dit besluit is op 10 juni 2010 ter inzage gelegd.
AnnotatorA.G.A. Nijmeijer
Pagina334-341
UitspraakECLI:NL:RVS:2011:BP7155
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Woningwet c.a.
TitelRaad van State, 12-01-2011, 201005699/1/H1
CiteertitelTBR 2011/64, p. 341-344
SamenvattingBouwvergunning verleend op basis van geldend maar niet onherroepelijk bestemmingsplan. Vernietiging van het vaststellingsbesluit van het bestemmingsplan impliceert niet dat de rechtsgevolgen van een op grond van dat plan verleende bouwvergunning ongedaan worden gemaakt.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 27 mei 2009 heeft het college aan [vergunninghouder] een reguliere bouwvergunning verleend voor het oprichten van een varkensstal en het vergroten/vernieuwen van een varkensstal op het perceel [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel).
AnnotatorA.G.A. Nijmeijer
Pagina341-344
UitspraakECLI:NL:RVS:2011:BP0510
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Grondbeleid
TitelRaad van State, 12-01-2011, 200906123/1/R1
CiteertitelTBR 2011/65, p. 334-350
SamenvattingToetsing exploitatieplan.
Samenvatting (Bron)Bij besluiten van 19 mei 2009 heeft de raad het bestemmingsplan en het exploitatieplan "Langerak Zuid/Woonleefhart" vastgesteld.
AnnotatorJ.F. de Groot
Pagina344-350
UitspraakECLI:NL:RVS:2011:BP0540
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Grondbeleid
TitelRaad van State, 09-02-2011, 200904489/1/R1
CiteertitelTBR 2011/66, p. 350-357
SamenvattingEr zijn geen gewichtige redenen tot beperking van de kennisneming van de taxatierapporten die door de raad gebruikt worden bij het ramen van de inbrengwaarden in het exploitatieplan. Kosten en opbrengsten dienen met de vereiste zorgvuldigheid te worden geraamd. De kosten van de aanleg van een randweg zijn niet toerekenbaar aan het plan. De raad heeft niet aannemelijk gemaakt dat alle gronden die niet in eigendom zijn van de gemeente zullen worden onteigend dan wel op onteigeningsbasis zullen worden verworven. De ruime beleidsvrijheid die de raad bij het regelen een fasering kan vaststellen enkel vanuit het oogpunt de gemeente te bevoordelen ten opzichte van de andere ontwikkelende partijen.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 14 mei 2009 heeft de raad het bestemmingsplan "Woonwijk Westelijk Beverwijk" en het gelijknamige exploitatieplan vastgesteld.
AnnotatorJ.B. Mus
Pagina350-357
UitspraakECLI:NL:RVS:2011:BP3699
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Grondbeleid
TitelRaad van State, 09-02-2011, 200907364/1/R2
CiteertitelTBR 2011/67, p. 357-360
SamenvattingBij het vaststellen van de inbrengwaarde moet worden uitgegaan van de zogeheten verkeerswaarde van de gronden en niet van de werkelijk betaalde prijs van de gronden. Dit klemt te meer, nu de raad de raming niet heeft laten taxeren door een onafhankelijke deskundige.
Samenvatting (Bron)Bij besluiten van 25 juni 2009, kenmerk 316 en 317, heeft de raad het bestemmingsplan "Molenbeek" en het exploitatieplan "Molenbeek" vastgesteld.
AnnotatorJ.B. Mus
Pagina357-360
UitspraakECLI:NL:RVS:2011:BP3700
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Aanneming van werk
TitelRaad van Arbitrage voor de Bouw, 01-07-2010, 32.254
CiteertitelTBR 2011/68, p. 360-369
SamenvattingVraagspecificatie. Informatief document of definitief karakter. Feitelijk karakter document.
AnnotatorE.W.J. van Dijk
Pagina360-369
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Overig privaatrecht
TitelRaad van Arbitrage voor de Bouw, 20-11-2009, 29.334
CiteertitelTBR 2011/69, p. 369-377
SamenvattingAppartementsrecht. Beheer over de appartementengemeenschap berust bij de vereniging van eigenaars. Sluit individueel optreden van appartementseigenaars op grond van de koop/aannemingsovereenkomst jegens de bouwer wegens gebreken aan de gemeenschappelijke gedeelten van het gebouw evenwel niet uit.
AnnotatorG.G.J.D. Verdoes Kleijn
Pagina369-377
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Overig privaatrecht
TitelRaad van Arbitrage voor de Bouw, 23-02-2011, 71.523
CiteertitelTBR 2011/70, p. 337-380
SamenvattingAppartementsrecht. Beheer over de appartementengemeenschap berust bij de vereniging van eigenaars. Sluit individueel optreden van appartementseigenaars op grond van de koop/aannemingsovereenkomst jegens de bouwer wegens gebreken aan de gemeenschappelijke gedeelten van het gebouw evenwel niet uit.
AnnotatorG.G.J.D. Verdoes Kleijn
Pagina377-380
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Aanbestedingsrecht
TitelRechtbank Amsterdam, 17-03-2010, 435701 / HA ZA 09-2575
CiteertitelTBR 2011/71, p. 381-387
SamenvattingOntbreken schriftelijk met redenen omkleed protest. Ingebrekestelling. Binnen bekwame tijd. Met redenen omkleed. Beoordelingskader.
Samenvatting (Bron)Bouwrecht. Aansprakelijkheid constructeur. Beroep op ontbreken van protest en ingebrekestelling, zoals vereist in art. 16 Regeling van de Verhouding tussen opdrachtgever en adviserend ingenieursbureau RVOI 1998 (RVOI), is onder de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar.
AnnotatorA.M. Ubink
Pagina381-387
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2010:BM8473
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekLiteratuur
TitelLiteratuur
CiteertitelTBR 2011/73, p. 390-392
SamenvattingSignaleringen van artikelen in andere tijdschriften alsmede boeken op het gebied van het privaat- en publiekrechtelijke bouwrecht.
Pagina390-392
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAankondiging
TitelAankondigingen
CiteertitelTBR 2011/, p. 393-397
SamenvattingAankondigingen van bijeenkomsten, studiedagen, cursussen en (kwartaal)vergaderingen van het Instituut voor Bouwrecht, de Vereniging voor Bouwrecht(-Advocaten) en andere juristenverenigingen.
Pagina393-397
Artikel aanvragenVia Praktizijn