Rubriek | Artikel |
---|---|
Titel | Toegang tot de rechter bij de omgevingsvergunning - De eerste jurisprudentie over de kring van belanghebbenden en besluitonderdelen bij de omgevingsvergunning |
Citeertitel | StAB 2011, nr. ![]() |
Samenvatting | In de aanloop naar de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) hebben velen zich afgevraagd op welke wijze de kring van belanghebbenden bij een 'integrale', veelomvattende omgevingsvergunning zou moeten worden bepaald en wat de bestuursrechter voor de toepassing van artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht dan als besluitonderdeel zou aanmerken. |
Auteur(s) | A.B. Blomberg ![]() |
Pagina | 8-12 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu |
---|---|
Titel | Raad van State, 12-01-2011, 201005180/1/M1 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-43 ![]() |
Samenvatting | Besluit tot het ambtshalve verbinden van voorschriften aan de milieuvergunning naar aanleiding van een advies van het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bureau Bibob). Volgens het advies van het Bureau Bibob bestaat ernstig gevaar dat de vergunning mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen en bestaat er grond om de vergunning in te trekken.
(Amsterdam) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 14 april 2010 heeft het college ambtshalve voorschriften verbonden aan de bij besluit van 14 juni 2006 aan de rechtsvoorganger van Beelen, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Heijmans Infratechniek B.V., verleende vergunning voor een inrichting voor opslag, overslag en verwerking van bouw- en sloopafval. |
Pagina | 13-16 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP0515 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu |
---|---|
Titel | Raad van State, 19-01-2011, 201003224/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-44 ![]() |
Samenvatting | Weigering milieuvergunning wegens strijdigheid met provinciale milieuverordening.
(Zweewolde) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 23 februari 2010 heeft het college van burgemeester en wethouders geweigerd aan [appellant] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer te verlenen voor een gemengd agrarisch bedrijf aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 24 februari 2010 ter inzage gelegd. |
Pagina | 16-18 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP1339 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu |
---|---|
Titel | Raad van State, 19-01-2011, 201001362/1/M1 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-45 ![]() |
Samenvatting | Verlening milieuvergunning voor het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater. Appellante betoogt dat verweerder ten onrechte heeft beslist dat voor de aangevraagde activiteiten geen milieueffectrapport hoeft te worden gemaakt. Volgens verweerder leidt de vergunning niet tot nadelige gevolgen voor het milieu.
(staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 18 december 2009 heeft de staatssecretaris aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Unimills B.V. (hierna: Unimills), voor zover hier van belang, een vergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (hierna: de Wvo) verleend voor het lozen van afvalwater, afkomstig van Unimills en de op haar bedrijfsterrein gelegen bedrijven, gelegen aan de Lindtsedijk 8 te Zwijndrecht, op de Oude Maas. Dit besluit is op 4 januari 2010 ter inzage gelegd. |
Pagina | 19-21 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP1319 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu |
---|---|
Titel | Raad van State, 26-01-2011, 201008255/1/M1 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-46 ![]() |
Samenvatting | Afwijzing verzoek om maatwerkvoorschriften te stellen voor een landbouwbedrijf. Volgens appellante is door de weigering om lagere geluidgrenswaarden te stellen sprake van inbreuk op haar recht op een persoonlijke levenssfeer als bedoeld in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
(Het Bildt) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 22 april 2010 heeft het college het verzoek van [appellante] om met toepassing van artikel 8.42, eerste lid, van de Wet milieubeheer en artikel 6 van het Besluit landbouw milieubeheer (hierna: het Besluit) maatwerkvoorschriften te stellen voor het akkerbouwbedrijf van [maatschap], gelegen aan de [locatie] te [plaats], afgewezen. |
Pagina | 21-22 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP2110 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu |
---|---|
Titel | Raad van State, 09-02-2011, 200908260/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-47 ![]() |
Samenvatting | Oprichtingsvergunning krachtens de Wet milieubeheer voor een duivenhouderij. Appellanten bestrijden het verlenen van de vergunning en zijn bovendien van mening dat de redelijke termijn voor de behandeling van hun zaak, als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), is overschreden. Om die reden verzoeken zij om vergoeding van immateriële schade.
(Alphen aan de Rijn) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 16 september 2009 heeft het dagelijks bestuur aan [vergunninghouder] een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het oprichten en in werking hebben van een duivenhouderij aan de [locatie], te Alphen aan den Rijn. Dit besluit is op 18 september 2009 ter inzage gelegd. |
Annotator | H.P. Nijhoff ![]() |
Pagina | 23-27 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP3701 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu |
---|---|
Titel | Raad van State, 02-03-2011, 201007539/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-48 ![]() |
Samenvatting | Revisievergunning krachtens de Wet milieubeheer voor een veehouderij. Appellant betoogt dat de vergunning is verleend in strijd met het geldende bestemmingsplan. Het college stelt dat het niet tot weigering van de vergunning is overgegaan omdat daartoe slechts een bevoegdheid en niet een verplichting bestaat. Zolang geen vrijstelling van het bestemmingsplan is verleend kan van de milieuvergunning geen gebruik worden gemaakt.
(Putten) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 14 juni 2010 heeft het college aan [vergunninghouder] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een veehouderij aan de [locatie] te Putten. Dit besluit is op 24 juni 2010 ter inzage gelegd. |
Pagina | 28-29 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP6332 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu |
---|---|
Titel | Raad van State, 09-03-2011, 201003072/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-49 ![]() |
Samenvatting | Revisievergunning krachtens de Wet milieubeheer voor een veehouderij. Appellant stelt dat de vergunningverlening met toepassing van interne saldering als bedoeld in het Besluit huisvesting in strijd is met de IPPC-richtlijn.
(Peel en Maas) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 9 februari 2010 heeft het college aan [vergunninghoudster] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een inrichting voor het houden van gespeende biggen en vleesvarkens aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 17 februari 2010 ter inzage gelegd. |
Pagina | 29-31 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP7193 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu |
---|---|
Titel | Raad van State, 09-03-2011, 201008091/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-50 ![]() |
Samenvatting | Afwijzing van verzoek om actualisatie van de milieuvergunning voor een veehouderij. Appellant meent dat het verzoek ten onrechte is afgewezen omdat de inrichting ingrijpend is gewijzigd en de gewijzigde inrichting niet in werking is conform de voorschriften die zijn verbonden aan de in 1994 verleende milieuvergunning. Zo is onder meer het ventilatiesysteem gewijzigd alsook het mestafvoersysteem in een van de stallen. Het feit dat zijn woning niet langer als bedrijfswoning bij de inrichting kan worden aangemerkt, is aanleiding om de vergunning te wijzen.
(Sudwest Fryslân) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 29 juni 2010 heeft de rechtsvoorganger van het college, het college van burgemeester en wethouders van Nijefurd, afwijzend beslist op het verzoek van [appellant] om actualisatie van de bij besluit van 22 maart 1994 aan een rechtsvoorganger van [vergunninghouder] verleende revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer voor een varkensmesterij gelegen op het perceel [locatie 1] te Nijhuizum. Dit besluit is op 9 juli 2010 ter inzage gelegd. |
Pagina | 32-33 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP7104 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu |
---|---|
Titel | Raad van State, 09-03-2011, 201006983/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-51 ![]() |
Samenvatting | Beroep tegen een revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor een paarden- en fokzeugenhouderij. Verweerder heeft de beroepsgronden van appellant over onder andere de beste beschikbare technieken en de omgevingstoets niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze beroepsgronden niet in een eerder stadium als zienswijze naar voren zijn gebracht.
(Boxmeer) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 25 mei 2010 heeft het college aan [vergunninghoudster] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een paarden- en fokzeugenhouderij aan de [locatie] te Holthees. Dit besluit is op 10 juni 2010 ter inzage gelegd. |
Annotator | H.P. Nijhoff ![]() |
Pagina | 34-38 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP7155 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu |
---|---|
Titel | Raad van State, 23-03-2011, 201008515/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-52 ![]() |
Samenvatting | Afwijzing op verzoek om handhavend op te treden. Appellant stelt dat verweerder handhavend moet optreden omdat is gebleken dat de geldende geluidnormen van het Activiteitenbesluit worden overschreden. Verweerder stelt dat sprake is van concreet zicht op legalisatie gelet op zijn voornemen om maatwerkvoorschriften op te stellen.
(Apeldoorn) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 13 november 2009 heeft het college, voor zover hier van belang, een verzoek van onder meer [appellant] om toepassing van handhavingsmiddelen ten aanzien van de werkplaats aan de [locatie], afgewezen. |
Pagina | 38-39 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP8774 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu |
---|---|
Titel | Raad van State, 30-03-2011, 201008319/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-53 ![]() |
Samenvatting | Besluit tot vaststelling ernstige bodemverontreiniging waarvan spoedige sanering noodzakelijk is. De verontreinigingen zijn aangetroffen op een voormalig militair oefenterrein dat in het verleden is gebruikt als vliegveld en - enkele decennia later - als terrein voor schietoefeningen. Appellant, de minister van Defensie, voert aan dat het college de verontreinigingen ter plaatse ten onrechte heeft aangemerkt als één geval van verontreiniging als bedoeld in de Wbb.
(Venlo) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 8 december 2009 heeft het college naar aanleiding van een melding van de gemeente Venlo vastgesteld dat zich op de locatie 'Groote Heide' aan de Louisenburgweg te Venlo een geval van ernstige bodemverontreiniging voordoet, waarvan spoedige sanering noodzakelijk is. Voorts heeft het college ingestemd met het ingediende saneringsplan. |
Pagina | 40-41 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP9594 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu kort |
---|---|
Titel | Rechtbank Leeuwarden, 16-12-2010, AWB 10/986 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. K16 ![]() |
Samenvatting | Gebruik van kunstmatige lichtbronnen is in strijd met de Europese regelgeving.
(GS Fryslân) |
Samenvatting (Bron) | Ontheffing van de Flora- en faunawet voor het doden van vossen gedurende de nacht met gebruikmaking van het hagelgeweer of de kogelbuks en kunstmatige lichtbronnen, ter voorkoming van schade aan flora en fauna. De rechtbank is van oordeel dat aannemelijk is dat de vos predeert op weidevogels en dat daarom sprake is van dreigende schade aan fauna. De rechtbank is van oordeel dat het college onvoldoende deugdelijk heeft gemotiveerd waarom het noodzakelijk is ontheffing te verlenen voor het gehele jaar. De rechtbank is van oordeel dat artikel 9, zesde lid, van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren in strijd is met de Beneluxbeschikking M(96)8 en dat dit artikellid daarom onverbindend is. Dit betekent dat artikel 68, eerste lid, aanhef en onder d, van de Ffw buiten toepassing moet worden gelaten voor zover daarin de bevoegdheid wordt geheven ontheffing te verlenen voor het doden van vossen met behulp van kunstmatige lichtbronnen. Hieruit volgt dat de ontheffing voor het gebruik van kunstmatige lichtbronnen niet in stand kan blijven. |
Pagina | 42-42 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBLEE:2010:BP0812 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu kort |
---|---|
Titel | Raad van State, 12-01-2011, 201003937/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. K17 ![]() |
Samenvatting | Hoewel vergunninghouder zeggenschap heeft over beide veehouderij en vormen deze geen inrichting in de zin van de Wm.
(Rijssen-Holten) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 2 maart 2010 heeft het college aan [vergunninghouder] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een vleeskalverenhouderij aan de [locatie 1] te [plaats]. Dit besluit is op 10 maart 2010 ter inzage gelegd. |
Pagina | 42-42 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP0544 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu kort |
---|---|
Titel | Raad van State, 12-01-2011, 201004865/1/M1 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. K18 ![]() |
Samenvatting | Werkzaamheden in de gemeentehaven hebben organisatorische binding met de werkzaamheden binnen een vergunde inrichting gelegen in de nabijheid van de haven; er is sprake van één inrichting.
(GS Zuid-Holland) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 11 augustus 2009 heeft het college aan [appellante] onder andere een last onder dwangsom opgelegd vanwege het zonder vergunning uitbreiden van de inrichting op het perceel [locatie] te [plaats]. |
Pagina | 42-43 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP0545 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu kort |
---|---|
Titel | Raad van State, 12-01-2011, 201005409/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. K19 ![]() |
Samenvatting | Er is niet onderbouwd waarom een hogere waarde voor de woning is vastgesteld dan nodig is.
(Laarbeek) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 3 mei 2010 heeft het college een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van de gevel, vanwege het industrieterrein Bavaria, vastgesteld voor onder meer de woning van [appellant] op het perceel [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 10 mei 2010 ter inzage gelegd. |
Pagina | 43-43 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP0563 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu kort |
---|---|
Titel | Raad van State, 12-01-2011, 201006086/1/M1 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. K20 ![]() |
Samenvatting | Uit de Ontgrondingenwet noch de ontgrondingenvergunning zelf vloeit voort dat verlenging van de vervaltermijn van de vergunning slechts in geval van overmacht mogelijk zou zijn.
(GS Overijssel) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 29 oktober 2009 heeft het college de bij besluit van 27 oktober 2005 aan [vergunninghouder] verleende ontgrondingenvergunning gewijzigd. |
Pagina | 43-43 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP0546 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu kort |
---|---|
Titel | Raad van State, 16-03-2011, 201001292/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. K21 ![]() |
Samenvatting | Voor de vraag of de drempelwaarde van 50 MW voor stookinstallaties als bedoeld in bijlage 1 van de IPPC-richtlijn wordt overschreden, moet worden uitgegaan van het totaal binnen de inrichting opgestelde nominaal thermisch ingangsvermogen.
(GS Noord-Holland) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 15 december 2009 heeft het college aan Kwekerij C.V. een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor het telen van paprika's op substraat op het perceel Oudelanderweg 9 te Middenmeer. Dit besluit is op 25 december 2009 ter inzage gelegd. |
Pagina | 43-44 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP7775 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu kort |
---|---|
Titel | Raad van State, 23-03-2011, 201001104/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. K22 ![]() |
Samenvatting | Alhoewel de drempelwaarden niet worden overschreden, had het college moeten kijken naar andere factoren die aanleiding kunnen geven tot het opstellen van een milieueffectrapport.
(Peel en Maas) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 21 december 2009 heeft het college aan [vergunninghouder] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een inrichting aan de [locatie] te Peel en Maas. Dit besluit is op 6 januari 2010 ter inzage gelegd. |
Pagina | 44-44 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP8722 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu kort |
---|---|
Titel | Raad van State, 23-03-2011, 201008589/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. K23 ![]() |
Samenvatting | Het Activiteitenbesluit biedt in dit geval geen grondslag om op te treden tegen geluidoverlast van een carillon.
(Deventer) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 24 februari 2010 heeft het college het verzoek om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot het carillon, gelegen aan Kerkplein 3, te Bathmen, gemeente Deventer afgewezen. |
Pagina | 44-45 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP8760 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu kort |
---|---|
Titel | Raad van State, 30-03-2011, 201003172/1/R2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. K24 ![]() |
Samenvatting | Bij de aanwijzing en afbakening van een speciale beschermingszone in de zin van de Vogelrichtlijn (of Habitatrichtlijn) mag geen rekening worden gehouden met economische belangen.
(Minister LNV, thans Staatssecretaris EZ, Landbouw en Innovatie) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 23 december 2009, kenmerk PDN/2009-110, heeft de minister het besluit van 24 maart 2000 (N/2000/323; Stcrt. 2000, nr. 65) tot aanwijzing van het gebied Oudeland van Strijen als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, eerste en tweede lid, van de Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PbEG L103; hierna: Vogelrichtlijn), gewijzigd. |
Pagina | 45-45 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP9565 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieu kort |
---|---|
Titel | Raad van State, 30-03-2011, 201007423/1/M2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. K25 ![]() |
Samenvatting | Gelet op haar statutaire doelstelling en haar feitelijke werkzaamheden is de Stichting aan te merken als belanghebbende bij het besluit tot vaststelling hogere geluidgrenswaarden vanwege wegverkeer.
(Almelo) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 15 juni 2010 heeft het college hogere waarden als bedoeld in artikel 83 van de Wet geluidhinder en artikel 4.10 van het Besluit geluidhinder voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege onderscheidenlijk het wegverkeer en het railverkeer vastgesteld voor een aantal in het kader van het bouwproject Nijrees Noord te bouwen woningen aan de Nijreesweg en de Nijreesdwarsweg te Almelo. |
Pagina | 45-45 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP9542 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 05-01-2011, 200904136/1/R3 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-54 ![]() |
Samenvatting | De toegelaten hoeveelheid, soort en duur van evenementen zijn mede bepalend voor het woon- en leefklimaat van omwonenden. Er kan dan ook niet worden volstaan met een verwijzing naar de APV en een Kadernota van de gemeente, waarbij met name de openbare orde centraal staat en waarin voor wat betreft de hoeveelheid, soort en duur van evenementen in hoofdzaak volstaan is met de aankondiging van een jaarlijkse evenementenkalender.
(Gulpen-Wittem / bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied') |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 2 april 2009 heeft de raad het bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied" vastgesteld. |
Pagina | 46-47 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BO9802 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Rechtbank Haarlem, 17-01-2011, AWB 10/1297 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-55 ![]() |
Samenvatting | Anders dan de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch eerder had bepaald, is de rechtbank van mening dat de bevoegdheid tot het aanvragen van een ontheffing op grond van de provinciale verordening ook aan burgemeester en wethouders toe kan komen. De rechtbank verwijst naar artikel 160, eerste lid, aanhef en onder b van de Gemeentewet waarin is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders in ieder geval bevoegd is om de beslissingen van de gemeenteraad voor te bereiden. Nu de wet niets anders is bepaald, is dit artikel volgens de rechtbank ook van toepassing bij bestemmingsplannen. |
Samenvatting (Bron) | G.s. van Noord-Holland hebben aan b&w van Blaricum ontheffing verleend van het verstedelijkingsverbod in de Provinciale ruimtelijke verordening (PRV) voor een bouwplan in een gedeelte van het Gooimeer. De ABRvS heeft eerder goedkeuring onthouden aan het gedeelte van het bestemmingsplan waarin dit bouwplan mogelijk werd gemaakt, omdat het gelegen was buiten de rode contouren van het streekplan. Het feit dat de ontheffing pas bindende werking voor derden krijgt nadat er een nader besluit is genomen, betekent niet dat derden door het besluit niet in hun belangen kunnen zijn getroffen. Vrijstellingen in het kader van de voormalige WRO waren bijvoorbeeld steeds zelfstandig appellabel totdat in artikel 49, vijfde lid, Woningwet werd vastgelegd dat de verlening van de vrijstelling voor de mogelijkheid van beroep werd geacht deel uit te maken van de beschikking waarop zij betrekking heeft. Nu een vergelijkbare bepaling hier niet bestaat, is de ontheffing zelfstandig appellabel. De woorden "bij of krachtens" in artikel 4.1, eerste lid, Wro wijzen erop dat het verlenen van ontheffing van de regels van de PRV in het stelsel van de wet past. Ook de wetsgeschiedenis wijst in die richting. De PRV biedt zowel de gemeenteraad als b&w de mogelijkheid om een ontheffing aan te vragen. Gelet op de rol van b&w bij de voorbereiding van bestemmingsplannen ziet de rechtbank, anders dan de voorzieningenrechter te 's Hertogenbosch (LJN: BN9603), geen aanleiding te oordelen dat het aanvragen van een ontheffing als hier in geding voorbehouden is aan de gemeenteraad. De ABRvS heeft niet geoordeeld dat het bouwplan om inhoudelijke redenen niet aanvaardbaar was, maar alleen dat dit onderdeel van het bestemmingsplan niet in overeenstemming was met het streekplan. Daarom kan niet worden staande gehouden dat verweerder in strijd met het recht heeft gehandeld door in een later stadium met gebruikmaking van een ander juridisch instrument opnieuw medewerking te verlenen aan het bouwplan. Dat ingevolge artikel 4.1, eerste lid, Wro provinciale belangen ten grondslag moeten liggen aan de te stellen algemene regels, betekent niet dat het geven van ontheffing van die regels ook primair moet voortvloeien uit provinciale belangen. Voldoende is dat in een concrete situatie andere belangen een uitzondering op de algemene regels rechtvaardigen. |
Pagina | 47-49 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBHAA:2011:BP1412 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 19-01-2011, 201006773/1/R2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-56 ![]() |
Samenvatting | In geval er sprake is van een rondweg die twee gemeenten doorsnijdt en onderdeel zal gaan uitmaken van de provinciale infrastructuur is er sprake van een provinciaal belang.
(Gelderland / inpassingsplan 'Rondweg N348 Zutphen-Eefde') |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 2 juni 2010, kenmerk PS2010-397, hebben provinciale staten het inpassingsplan "Rondweg N348 Zutphen - Eefde" vastgesteld. |
Pagina | 50-50 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP1342 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 19-01-2011, 201006426/1/R2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-57 ![]() |
Samenvatting | Voor zover wettelijke regels eisen stellen aan of randvoorwaarden scheppen voor het aanwijzen van bestemmingen en de daarop betrekking hebbende planregels, leidt, mede gelet op het vereiste dat een regel 'kennelijk' niet strekt tot bescherming van bepaalde belangen, een juiste toepassing van artikel 1.9 van de Chw ertoe dat belanghebbenden zich niet kunnen beroepen op wettelijke voorschriften die onmiskenbaar niet zijn geschreven ter bescherming van hun belangen.
(Brummen / bestemmingsplan 'Elzenbos') |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 20 mei 2010, kenmerk RB10.0017, heeft de raad het bestemmingsplan "Elzenbos" (hierna: het plan) vastgesteld en besloten om geen exploitatieplan vast te stellen. |
Pagina | 51-52 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP1352 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 26-01-2011, 200908904/1/R3 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-58 ![]() |
Samenvatting | Openluchtmuseum is een object voor dagrecreatie als bedoeld in het Besluit landbouw milieubeheer (Blm) ook al is het slechts gedurende een gedeelte van het jaar geopend en dan nog slechts een beperkt aantal dagdelen per week.
(Nederweert / wijzigingsplan 'Kern Eind') |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 8 september 2009 heeft het college van gedeputeerde staten besloten over de goedkeuring van het door het college van burgemeester en wethouders van Nederweert bij besluit van 28 juli 2009 vastgestelde wijzigingsplan "Kern Eind". |
Pagina | 53-53 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP2092 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 26-01-2011, 201000560/1/R3 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-59 ![]() |
Samenvatting | De te realiseren tentoonstellingsgebouwen, die bestemd zijn voor en geschikt zijn om te worden gebruikt voor menselijk verblijf, moeten worden aangemerkt als geurgevoelige objecten als bedoeld in artikel 1 van de Wgv omdat ze op een met permanent verblijf vergelijkbare wijze zullen worden gebruikt.
(Horst aan de Maas / bestemmingsplan 'Museum De Locht') |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 10 november 2009 heeft de raad het bestemmingsplan "Museum De Locht" vastgesteld. |
Pagina | 54-55 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP2093 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 02-02-2011, 200910224/1/R3 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-60 ![]() |
Samenvatting | Het belang van zuinig ruimtegebruik in het buitengebied is een provinciaal belang. Aangezien de Provinciale verordening nog niet in werking was getreden, was een aanwijzing noodzakelijk.
(Noord-Brabant / reactieve aanwijzing) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 27 oktober 2009 heeft het college besloten aan de raad van de gemeente Waalre een aanwijzing te geven ertoe strekkende dat het agrarisch bouwblok voor het perceel [locatie], kadastraal bekend gemeente Waalre, sectie C, nr. 998 (wre 02 c 998), geen deel blijft uitmaken van het bestemmingsplan "Buitengebied, tweede partiële herziening", zoals dat door de raad bij besluit van 29 september 2009 is vastgesteld. |
Pagina | 55-56 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP2794 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 02-02-2011, 201009121/1/R3 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-61 ![]() |
Samenvatting | Het college heeft zich met juistheid op het standpunt gesteld dat het plan voorziet in de nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf, in strijd met het geldende provinciale beleid zoals neergelegd in de destijds nog in voorbereiding zijnde Vordering Ruimte, 2e fase.
(Noord-Brabant / reactieve aanwijzing) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 27 juli 2010 heeft het college besloten aan de raad van de gemeente Halderberge een aanwijzing te geven ertoe strekkende dat de aanduidingen "agrarisch bedrijf (ab)" en "bouwvlak" geen deel blijven uitmaken van het bestemmingsplan "Spijperstraat 13 te Oud Gastel", zoals dat door de raad bij besluit van 17 juni 2010 is vastgesteld. |
Pagina | 56-58 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP2846 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 02-02-2011, 201005941/1/R1 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-62 ![]() |
Samenvatting | Het Activiteitenbesluit is niet van toepassing op stemgeluid onder meer afkomstig van een terras dat geen binnenterrein is.
(Midden-Drenthe / bestemmingsplan 'Zwiggelte') |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 29 april 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Zwiggelte" vastgesteld. |
Pagina | 59-59 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP2791 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 02-02-2011, 201002804/1/H1 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-63 ![]() |
Samenvatting | NEN-normen, voor zover daarnaar in het Bouwbesluit 2003 wordt verwezen, kunnen niet worden aangemerkt als algemeen verbindende voorschriften die vanwege het Rijk zijn vastgesteld. Dat neemt niet weg dat de kenbaarheid daarvan niettemin verzekerd dient te zijn, daar deze NEN-normen door de verwijzing ernaar in het Bouwbesluit 2003 wel naar buiten werkende, de burgers bindende regels zijn. De wetgever heeft door middel van artikel 3 van de Woningwet de bindende kracht van deze normen bepaald.
('s-Hertogenbosch / monumentenvergunning en bouwvergunning) |
Samenvatting (Bron) | Bij onderscheiden brieven van 16 mei 2007 heeft het college aan [appellante] medegedeeld dat haar bij besluit van 17 november 2006 van rechtswege monumentenvergunning en bij besluit van 8 december 2006 van rechtswege bouwvergunning zijn verleend voor het gedeeltelijk veranderen van de voorgevelpui en het intern verbouwen van een pand aan de [locatie] te 's-Hertogenbosch (hierna: het perceel). |
Pagina | 60-62 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP2750 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 09-02-2011, 200904489/1/R1 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-64 ![]() |
Samenvatting | Het belang van grondeigenaren bij de mogelijkheid een beroep tegen het exploitatieplan te onderbouwen vanwege hun daarmee gemoeide financiële belangen, gegeven de wettelijk voorziene mogelijkheid van rechtsbescherming tegen het exploitatieplan, is groter dan het financiële belang van de gemeenten dat is gediend met beperking van de kennisneming van voornoemde stukken.
(Beverwijk / bestemmingsplan 'Woonwijk Westelijk Beverwijk' en het gelijknamige exploitatieplan) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 14 mei 2009 heeft de raad het bestemmingsplan "Woonwijk Westelijk Beverwijk" en het gelijknamige exploitatieplan vastgesteld. |
Pagina | 62-67 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP3699 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 09-02-2011, 200907364/1/R2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-65 ![]() |
Samenvatting | De inbrengwaarde van de gronden kan in dit geval vastgesteld worden met overeenkomstige toepassing van de artikelen 40b tot en met 40f van de onteigeningswet. Dit betekent dat bij het vaststellen van de inbrengwaarde moet worden uitgegaan van de zogeheten verkeerswaarde van de gronden en niet van de werkelijk betaalde prijs voor de gronden.
(Nunspeet / bestemmingsplan 'Molenbeek' en het exploitatieplan 'Molenbeek') |
Samenvatting (Bron) | Bij besluiten van 25 juni 2009, kenmerk 316 en 317, heeft de raad het bestemmingsplan "Molenbeek" en het exploitatieplan "Molenbeek" vastgesteld. |
Pagina | 68-69 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP3700 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 16-02-2011, 201005138/1/R3 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-66 ![]() |
Samenvatting | Een structurele woonbehoefte van agrarische werknemers dient volgens het college in principe niet te worden opgevangen op de agrarische bedrijven in het buitengebied maar op locaties elders waar woonfuncties toelaatbaar zijn, zoals in het stedelijk gebied. Het behoud en de versterking van het contrast tussen het stedelijk en het landelijk gebied en de terugdringing van de steeds verdergaande verstening en verstedelijking van het buitengebied betreft een provinciaal belang.
(Noord-Brabant / reactieve aanwijzing Roosendaal) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 6 april 2010 heeft het college besloten aan de raad een reactieve aanwijzing te geven, ertoe strekkende dat artikel 3.3 van de planregels geen deel blijft uitmaken van het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan 'Herijking begripsomschrijving woning(/wooneenheid) en huisvesting tijdelijke werknemers agrarische bedrijven'", zoals dat door de raad bij besluit van 25 februari 2010 is vastgesteld. |
Pagina | 69-70 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP4732 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 16-02-2011, 201007266/1/R3 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-67 ![]() |
Samenvatting | Het ligt op de weg van het bestuursorgaan om duidelijkheid te verschaffen over de rechtsmiddelen tegen een onder de reikwijdte van de Chw vallend besluit. Indien in de rechtsmiddelenverwijzing, zoals in dit geval, niet is vermeld dat de Chw van toepassing is en dat daarom na afloop van de termijn voor het instellen van beroep geen gronden kunnen worden aangevuld, kan een belanghebbende, nu in de Chw wordt afgeweken van de Awb, in beginsel niet worden tegengeworpen dat hij na afloop van de beroepstermijn de beroepsgronden aanvult.
(min. ELenl en min. lenM / inpassingsplan 'Inpassingsplan Hoofdaardgastransportleiding Bornerbroek-Duitsland') |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 28 mei 2010 hebben de ministers het inpassingsplan "Inpassingsplan Hoofdaardgastransportleiding Bornerbroek-Duitsland" vastgesteld. |
Pagina | 71-72 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP4734 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Rechtbank Breda, 16-02-2011, 11/816 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-68 ![]() |
Samenvatting | Omdat een geplande garage, een bijbehorend bouwwerk, niet hoger dan 5 meter wordt, is voor de bouwactiviteit geen omgevingsvergunning vereist en daarom zijn de indieningsvereisten van hoofdstuk 2 van de Mor niet van toepassing. Voor de in geding zijnde omgevingsvergunning voor de afwijking van het ter plaatse geldende bestemmingsplan gelden we de indieningsvereisten van hoofdstuk 3 van de Mor, waaronder een situatietekening. |
Samenvatting (Bron) | Verzoek om schorsing van een omgevingsvergunning (Wabo) voor het bouwen in afwijking van het bestemmingsplan. De garage is een bijbehorend bouwwerk en is gesitueerd op het achtererf van een perceel binnen de bebouwde kom. De maatvoering op de bouwtekening correspondeert niet met de schaalaanduiding, maar op de tekening staat een nokhoogte van 5 meter aangegeven en de voorzieningenrechter acht niet aannemelijk dat vergunninghouder heeft beoogd om een hoger bouwwerk vergund te krijgen. Omdat de garage niet hoger dan 5 meter wordt, is voor de bouwactiviteit geen omgevingsvergunning vereist en daarom zijn de indieningsvereisten van hoofdstuk 2 van de Mor niet van toepassing. Voor de in geding zijnde omgevingsvergunning voor de afwijking van het ter plaatse geldende bestemmingsplan gelden wel de indieningsvereisten van hoofdstuk 3 van de Mor, waaronder een situatietekening. Ter zitting is gebleken dat vergunninghouder de garage in afwijking van de ingediende situatieschets gaat bouwen op 15 cm afstand van de erfgrens. Daardoor is niet aannemelijk dat er nog privaatrechtelijke belemmeringen zijn die verweerder bij het gebruikmaken van zijn afwijkingsbevoegdheid in de belangenafweging had moeten betrekken. Omdat de nieuwe situering naar verwachting vergund zal kunnen worden, is er geen aanleiding de bestreden omgevingsvergunning te schorsen. |
Pagina | 73-74 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBBRE:2011:BP4832 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Rechtbank 's-Hertogenbosch, 16-02-2011, AWB 10/3720 en 11/207 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-69 ![]() |
Samenvatting | De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van procesbelang nu de bouwwerkzaamheden voor de uitbreiding van een garage/berging, waarvoor ontheffing was verleend, thans vergunningsvrij zijn onder werking van de Wabo. De voorzieningenrechter is verder van oordeel dat de omstandigheid dat de woning zelf nog niet is opgericht, er niet aan in de weg staat dat deze wordt aangemerkt als het 'oorspronkelijke' hoofdgebouw. |
Samenvatting (Bron) | Ontheffing ex artikel 3.23 van de Wro en bouwvergunning voor het vergroten van een vrijstaande woning. In geschil is de uitbreiding van een garage/berging tot (nagenoeg) op de erfgrens. Onder de Wabo is hiervoor geen omgevingsvergunning vereist. Voldaan is aan het bepaalde in artikel 2, derde lid onder a en c t/m f van bijlage II van het Bor. De omstandigheid dat de woning zelf nog niet is opgericht staat er niet aan in de weg dat deze wordt aangemerkt als het oorspronkelijke hoofdgebouw. Geen procesbelang. |
Pagina | 75-76 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBSHE:2011:BP5782 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 23-02-2011, 201001393/1/R1 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-70 ![]() |
Samenvatting | De Wet milieubeheer voorziet via de in artikel 5.14 geregelde jaarlijkse rapportages over de voortgang en uitvoering van het NSL-programma, en de in artikel 5.12, tiende lid, opgenomen bevoegdheid om het NSL-programma aan te passen indien deze rapportages daartoe aanleiding geven, in een systeem waarbij het programma gericht blijft op het bereiken van de grenswaarden.
(Nijmegen / bestemmingsplan 'Stadsbrug en Energieweg tussen Neerbosscheweg en Industrieplein') |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 14 november 2008, heeft het college besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Nijmegen bij besluit van 23 april 2008 vastgestelde bestemmingsplan "Stadsbrug en Energieweg tussen Neerbosscheweg en Industrieplein". |
Pagina | 76-78 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP5452 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 02-03-2011, 201003276/1/R3 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-71 ![]() |
Samenvatting | De omstandigheid dat provinciale staten (nog) geen criteria hebben vastgesteld voor de landschappelijke inpasbaarheid van omvangrijke agrarische bedrijfsgebouwen, betekent niet dat de raad had moeten wachten met de vaststelling van het plan. Evenmin betekent het voorgaande dat agrarische bedrijfsgebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 10.000 m² niet landschappelijk inpasbaar zijn.
(Leeuwarderadeel / bestemmingsplan Buitengebied partiële herziening) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 9 februari 2010, kenmerk 00873666, heeft het college besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Leeuwarderadeel bij besluit van 8 oktober 2009 vastgestelde bestemmingsplan "Buitengebied partiële herziening". |
Pagina | 78-79 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP6366 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 02-03-2011, 201006859/1/R2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-72 ![]() |
Samenvatting | Appellanten kunnen zich niet op de in geding zijnde afstandsnorm zoals neergelegd in de VNG-brochure beroepen. Voor appellanten gaat het immers om het belang dat de omgeving gevrijwaard blijft van woningen en een agrarische bestemming behoudt. Wat er verder ook zij van die belangen in het licht van het vereiste van een goede ruimtelijke ordening, de in geding zijnde afstandsnorm voor de nieuw op te richten woningen tot de bedrijven van appellant en anderen heeft niet de strekking die belangen te beschermen.
(Maasdriel / bestemmingsplan 'Kierkdriel Noord' en het exploitatieplan 'Kerkdriel Noord') |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 29 april 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Kerkdriel Noord" en het exploitatieplan "Kerkdriel Noord" vastgesteld. |
Pagina | 80-81 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP6388 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Rechtbank 's-Hertogenbosch, 02-03-2011, AWB 11/411 en 11/412 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-73 ![]() |
Samenvatting | Naar het oordeel van de rechtbank heeft de gemeente zich terecht bevoegd geacht om met toepassing van de kruimellijst af te wijken van het bestemmingsplan. De drive-in kan worden aangemerkt als 'bijbehorend bijgebouw' als bedoeld in artikel 4, aanhef en eerste lid, van Bijlage II van het besluit omgevingsrecht (Bor). |
Samenvatting (Bron) | Betreft omgevingsvergunning voor het verbouwen van een bouwmarkt en tuincentrum tot een Plan-it bouwmarkt met drive-in aan de Hurksestraat te Eindhoven. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich terecht bevoegd geacht om met toepassing van de kruimellijst af te wijken van het bestemmingsplan. De drive-in kan worden aangemerkt als bijbehorend bijgebouw als bedoeld in artikel 4, aanhef en eerste lid, van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Volgt ongegrondverklaring van het beroep. |
Pagina | 82-83 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBSHE:2011:BP6693 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 03-03-2011, 201012504/2/R3 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-74 ![]() |
Samenvatting | Verzoeker is voor wat betreft bezwaren inzake trillingshinder en externe veiligheid niet-ontvankelijk vanwege relativiteitsvereiste (Chw).
(Best / bestemmingsplan 'Molenstraat') |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 1 november 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Molenstraat" vastgesteld. |
Pagina | 84-84 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP7118 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Rechtbank Haarlem, 28-03-2011, AWB 10 / 3808 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-75 ![]() |
Samenvatting | Artikel 2, derde lid, bijlage II, van het Bor maakt het niet mogelijk om zonder omgevingsvergunning te bouwen in het geval het gebruik van het hoofdgebouw niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan. |
Samenvatting (Bron) | Tijdelijke ontheffing voor twee zeecontainers geweigerd. Geen sprake van Wabo-vergunningvrij bouwwerk als bedoeld in artikel 2, bijlage II, van het Besluit omgevingsrecht. Omdat het hoofdgebouw niet (meer) in overeenstemming is met het bestemmingsplan kan naar het oordeel van de rechtbank geen sprake zijn van in planologisch opzicht ondergeschikt en ondersteunend gebruik aan het hoofdgebouw. Voorts heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat onvoldoende aannemelijk is dat sprake is van een tijdelijke behoefte. |
Annotator | T. Nijmeijer ![]() |
Pagina | 85-87 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBHAA:2011:BP9458 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ruimtelijke ordening |
---|---|
Titel | Raad van State, 09-03-2011, 201003645/1/T1/R2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-76 ![]() |
Samenvatting | In het advies van de GGD Gelre-IJssel van 18 februari 2010 is specifiek ingegaan op de voorziene varkenshouderij en wordt een afstand van 200 meter tot gevoelige bestemmingen afdoende geacht voor de bescherming van de volksgezondheid. Nu in het plan aan de aanbevolen afstand van 200 meter tot gevoelige bestemmingen wordt voldaan heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het plan geen onaanvaardbare gezondheidsrisico's met zich brengt.
(Oude IJsselstreek / bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat') |
Pagina | 88-88 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Planschadevergoeding |
---|---|
Titel | Raad van State, 12-01-2011, 201005710/1/H2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-77 ![]() |
Samenvatting | Verrekening van planologische voor- en nadelen kan alleen plaatsvinden indien het voor- en nadeel voor een bepaald perceel wordt veroorzaakt door hetzelfde planologische regime.
(Voorst / verzoek om planschadevergoeding) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 19 december 2007 heeft het college, in verband met de bij onderscheiden besluiten van 18 juli 2006 aan OOG B.V. verleende vrijstellingen van het bestemmingsplan "Buitengebied 1996" voor het oprichten van drie vrijstaande woningen aan de Burgemeester van der Feltzweg en de Vermeersweg te Twello, aan [belanghebbende] een planschadevergoeding toegekend. |
Pagina | 89-89 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP0535 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Planschadevergoeding |
---|---|
Titel | Raad van State, 19-01-2011, 201006860/1/H2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-78 ![]() |
Samenvatting | Appellante is geen eigenaar meer van de betreffende strook grond, zodat het door haar geleden nadeel niet kan worden gecompenseerd door herstel van de oude gunstigere bestemming.
(Coevorden / verzoek om planschadevergoeding) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 25 september 2007 heeft het college een verzoek van Ermerzand B.V. om vergoeding van planschade afgewezen. |
Pagina | 89-89 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP1324 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Planschadevergoeding |
---|---|
Titel | Raad van State, 26-01-2011, 201005433/1/H2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-79 ![]() |
Samenvatting | Het vrijstellingsbesluit heeft geen betrekking op de percelen van aanvragers, maar uitsluitend op het middenterrein dat door hun percelen wordt omringd. Dat betekent dat niet relevant is wat onder het bestemmingsplan op de percelen van aanvragers kon en kan worden gerealiseerd. Uitsluitend hetgeen onder het oude planologische regime op het middenterrein kon worden gerealiseerd is bij de planologische vergelijking van belang.
(Venray / verzoek om planschadevergoeding) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 10 februari 2009 heeft het college aan de eigenaren van twaalf percelen, gelegen aan de Beemdweg en Postbaan te Wanssum, (hierna: aanvragers) een planschadevergoeding toegekend van in totaal 76.000,00, te vermeerderen met wettelijke rente. |
Pagina | 90-90 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP2083 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Planschadevergoeding |
---|---|
Titel | Raad van State, 09-02-2011, 201006127/1/H2 |
Citeertitel | StAB 2011, nr. 11-80 ![]() |
Samenvatting | Tussen partijen is niet in geschil dat de vergunde woning meer is dan onder het oude bestemmingsplan op het perceel was voorzien en dat de vergunde bebouwing niet op de in de bouwvergunning aangegeven plaats, doch geheel buiten het op de plankaart ingetekende bouwvlak, is gerealiseerd. Niettemin moet het vergunde geacht worden rechtmatig aanwezig te zijn en als zodanig onderdeel uit te maken van het oude planologische regime.
(Brone / verzoek om planschadevergoeding) |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 18 december 2008 heeft het college een verzoek van [appellant] en anderen om vergoeding van planschade afgewezen. |
Annotator | B. van den Broek ![]() |
Pagina | 91-92 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BP3671 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |