Nederlands Juristenblad

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Nederlands Juristenblad
Datum 21-06-2013
Aflevering 25
RubriekVooraf
TitelDe klank van veiligheid
CiteertitelNJB 2013, 1489
SamenvattingInmiddels weten we waar PRISM voor staat: het grootschalig surveillanceprogramma van de Amerikaanse National Security Agency (NSA). Als klokkenluider Edward Snowden gelijk blijkt te hebben, heeft de NSA rechtstreeks toegang tot de servers van diverse grote aanbieders van internetdiensten: Microsoft, Apple, Google, Skype en Facebook om bekende te noemen.
Auteur(s)J.E.J. Prins
Pagina1623-1623
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWetenschap
TitelSociaal Akkoord en hervorming van het ontslagrecht
CiteertitelNJB 2013, 1490
SamenvattingIn het Sociaal Akkoord dat afgelopen april werd gesloten tussen het kabinet en de sociale partners is onder andere een herziening van het ontslagrecht voorzien. Enkele aspecten van de voorgenomen hervormingen vertonen grote gelijkenis met het systeem zoals dat nu al in Duitsland bestaat. Daar bestaat veel kritiek op het stelsel omdat zowel werkgever als werknemer langdurig in het ongewisse kunnen zijn of er nu wel of niet rechtsgeldig een einde aan de arbeidsovereenkomst is gekomen.
Auteur(s)V. bij de Vaate
Pagina1624-1630
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWetenschap
TitelDe arbeidsplicht en het rechtskarakter van de bijstandswetgeving
CiteertitelNJB 2013, 1491
SamenvattingIn de bijstandswetgeving lijkt het recht op sociale zekerheid - en daarmee het rechtenperspectief - tegenwoordig veel minder op de voorgrond te staan dan wat men wel het symbolische karakter van het recht op bijstand heeft genoemd: een recht gecodificeerd om plichten te kunnen opleggen aan de uitkeringsgerechtigde. Zo wordt in de Wet Werk en Bijstand geboden mogelijkheid om bijstandsgerechtigden te verplichten arbeid met behoud van uitkering te verrichten, op grote schaal toegepast en is deze mogelijkheid onlangs verder uitgebreid door de invoering van de tegenprestatie naar vermogen.
Auteur(s)A. Eleveld
Pagina1631-1637
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekFocus
TitelInternationaal stakingsrecht onder spanning
CiteertitelNJB 2013, 1492
SamenvattingBinnen de ILO is het stakingsrecht altijd ongeschreven ingelezen in het recht op vakbondsvrijheid en op onderhandelen, ook al wordt het niet uitdrukkelijk toegekend in de ILO Conventies. Werkgevers hebben zich altijd tegen deze interpretatie gekeerd maar zich tot voor kort neergelegd bij de meerderheidsopvatting binnen de ILO. Aan die houding is een einde gekomen en het debat voltrekt zich inmiddels op hoge toon.
Auteur(s)P.F. van der Heijden
Pagina1638-1643
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOpinie
TitelOpvolgend werkgeverschap?
CiteertitelNJB 2013, 1493
SamenvattingIn mei 2012 wees de Hoge Raad het arrest Van Tuinen/Taxicentrale Wolters. Per 1 april 2008 gunde de gemeente Leeuwarden het tot dan door Connexion verrichte personenvervoer aan Wolters. Van Tuinen trad daarop per 1 april 208 in dienst bij Wolters. In juli 2006 wees de Hoge Raad het arrest Boekenvoordeel/Isik. De werkgever van Isik failleerde en Isik trad daarop in dienst van Boekenvoordeel. Noch chauffeur Van Tuinen noch winkelbediende Isik ging automatisch mee over omdat er geen sprake was van een overgang van een onderneming, in het geval van Van Tuinen om de simpele reden dat de arbeidsovereenkomst afliep op 31 maart 2008, een dag voor de 'overgang', in het geval van Isik vanwege koop van de ondernemingsactiviteiten uit een failliete boedel (art. 7:666 BW).
Auteur(s)W. van Tongeren
Pagina1644-1644
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelEuropees Hof voor de Rechten van de Mens, 18-04-2013, 19522/09
CiteertitelNJB 2013, 1494
SamenvattingArt. 8 EVRM. Grenzen aan de digitale opslag van vingerafdrukken. Onschuldpresumptie. Schending.

(M.K. / Frankrijk)
Samenvatting (Bron)Remainder inadmissible;Violation of Article 8 - Right to respect for private and family life (Article 8-1 - Respect for private life)
Pagina1645-1645
UitspraakECLI:CE:ECHR:2013:0418JUD001952209
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 07-06-2013, 11/05561
CiteertitelNJB 2013, 1495
SamenvattingOnteigening. Vrijheid onteigeningsrechter.
Samenvatting (Bron)Onteigening. Vaststelling schadevergoeding, zelfstandig onderzoek door onteigeningsrechter, niet gebonden aan deskundigenadvies (HR 31 maart 2006, LJN AV1684, NJ 2006/655). Bovendien is de onteigeningsrechter vrij waarderingsmethode te kiezen die naar zijn oordeel voor de waardevaststelling het meest geschikt is (HR 13 augustus 2004, LJN AQ6968, NJ 2005/151), omstandigheden van het geval, motiveringsplicht. Waardering taxatierapport, feitelijk oordeel. Instemming onteigenden met deskundigenrapport ter zake van waardevermindering overblijvend perceelsgedeelte?
Pagina1645-1646
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BZ5351
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 07-06-2013, 12/00888
CiteertitelNJB 2013, 1496
SamenvattingOctrooi. Centrafarm vordert vernietiging van het Nederlandse deel van een Europees octrooi, stellende dat het niet nieuw en/of niet inventief is. Het octrooi heeft betrekking op een in antidepressiva gebruikte chemische stof.
Samenvatting (Bron)Europees octrooi, nietigheidsvordering, art. 56 Europees Octrooiverdrag en art. 6 Rijksoctrooiwet 1995. Stofoctrooi voor reeds bekende stof ter verkrijging waarvan geen werkwijze bekend is, inventiviteit, stand van de techniek. Motiveringsklachten. Bewijslastverdeling, hoofdregel, art. 150 Rv. Inventiviteit werkwijze, oordeel van feitelijke aard. Aanvullend beschermingscertificaat, product in de zin van art. 1 aanhef en onder b Verordening 469/2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen, werkzame stof. Samenhang nietigheid octrooi en aanvullend beschermingscertificaat. Ontvankelijkheid incidenteel cassatieberoep, onafhankelijk van inhoud van principale cassatiemiddelen, art. 410 lid 1 en 2 Rv. Aanvulling principale cassatiemiddelen bij conclusie van antwoord in incidenteel cassatieberoep, verstrijken cassatietermijn, art. 410 lid 1 en 427 lid 2 Rv.
Pagina1646-1648
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BZ4115
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 07-06-2013, 12/01939
CiteertitelNJB 2013, 1497
SamenvattingWerkgeversaansprakelijkheid. RSI. Een werknemer die een klein jaar beeldschermwerk verricht, ontwikkelt RSI-klachten.
Samenvatting (Bron)Werkgeversaansprakelijkheid voor RSI;, art. 7:658 BW. Zorgplicht werkgever, art. 4 Besluit beeldschermwerk; inlichtingenplicht werkgever over aard werkzaamheden en daaraan verbonden gevaren en maatregelen ter voorkoming of beperking gevaren, art. 6 lid 1 Arbeidsomstandighedenwet 1994. Causaal verband, omkeringsregel, stelplicht en bewijslast (HR 17 november 2000, LJN AA8369, NJ 2001/596, Unilever/[A], HR 23 juni 2006, LJN AW6166, NJ 2006/354, [B/C], en HR 9 januari 2009, LJN BF8875, NJ 2011/252, [D]/BAM). Onzekerheid of onbepaaldheid van het verband tussen gezondheidsschade en arbeidsomstandigheden; onduidelijkheid omtrent aard en oorzaak van gestelde gezondheidsklachten. Geen proportionele aansprakelijkheid (HR 31 maart 2006, LJN AU6092, NJ 2011/250). Vaststelling van verband tussen gezondheidsklachten en arbeidsomstandigheden oordeel van feitelijke aard.
Pagina1648-1649
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BZ1717
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 07-06-2013, 12/03390
CiteertitelNJB 2013, 1498
SamenvattingWerkgeversaansprakelijkheid. Schildersziekte. Bij iemand die jarenlang als onderhoudsschilder werkt, ontstaat een tumor in het nierbekken en een in de longen.
Samenvatting (Bron)Werkgeversaansprakelijkheid wegens blootstelling aan gevaarlijke stoffen, art. 7:658 BW. Causaal verband, omkeringsregel, stelplicht en bewijslast (HR 17 november 2000, LJN AA8369, NJ 2001/596, Unilever/[A], HR 23 juni 2006, LJN AW6166, NJ 2006/354, [B/C], en HR 9 januari 2009, LJN BF8875, NJ 2011/252, [D]/BAM). Grootte van de kans op veroorzaking door gestelde blootstelling mede van belang. Onzekerheid of onbepaaldheid van het verband tussen gezondheidsschade en arbeidsomstandigheden. Kenbaarheid van gevaren ten tijde van de blootstelling? Omvang zorgplicht werkgever, voorzorgsmaatregelen, omstandigheden van het geval. Proportionele aansprakelijkheid, oorzaak die voor risico van benadeelde zelf komt (HR 31 maart 2006, LJN AU6092, NJ 2011/250).
Pagina1649-1650
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BZ1721
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 07-06-2013, 12/03740
CiteertitelNJB 2013, 1499
SamenvattingSchadeverzekering. Overgang van het verzekerde risico. Redelijkheid en billijkheid. Een tegen brandschade verzekerde vennootschap draagt haar bedrijfsgebouwen over aan haar 100%-moedermaatschappij zonder de verzekeraar daarvan in kennis te stellen. Daarna ontstaat brandschade. De verzekeraar doet een beroep op een clausule over overgang van het verzekerde risico. Het hof acht dat beroep niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
Samenvatting (Bron)Verzekeringsrecht. Overgang verzekerd risico op derde (moedermaatschappij). Beroep verzekeraar op polisvoorwaarde die einde van de dekking meebrengt. Derogerende werking redelijkheid en billijkheid, art. 6:248 lid 2 BW, omstandigheden van het geval, motiveringsplicht. Samenhang bedrijfsschade met opstal- en inventarisschade.
Pagina1650-1651
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BZ3670
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 07-06-2013, 13/01467
CiteertitelNJB 2013, 1500
SamenvattingWet Bopz. Contra-expertise. HR: Een verzoek om een nader onderzoek door een onafhankelijke arts mag slechts gemotiveerd worden afgewezen.
Samenvatting (Bron)Bopz-zaak. Verzoek machtiging voortgezet verblijf, art. 15 lid 1 Wet Bopz. Verzoek om contra-expertise; ingrijpende aard van de beslissing tot vrijheidsbeneming vereist gemotiveerde afwijzing (vgl. HR 29 april 2005, LJN AS5978, NJ 2007/153).
Pagina1651-1651
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BZ9327
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 28-05-2013, 10/04815
CiteertitelNJB 2013, 1501
SamenvattingAfpersing: 'gegevens' in de zin van art. 317 lid 1 Sr. Om van een bij afpersing verkregen 'gegeven' sprake te kunnen zijn is niet vereist dat daaraan onmiddellijk of middellijk enige economische waarde moet kunnen worden toegerekend. De strafbaarstelling van afpersing wordt echter beperkt door het vereiste oogmerk tot wederrechtelijke bevoordeling, waarvoor wel van belang kan zijn of het voordeel economische waarde heeft.
Pagina1651-1652
UitspraakECLI:NL:HR:2012:BX7959
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 28-05-2013, 10/05426
CiteertitelNJB 2013, 1502
SamenvattingVereiste om zich 'onverwijld bij autoriteiten te melden' in de zin van art. 31 Vluchtelingenverdrag: onjuist is het oordeel dat een verdachte, die als vluchteling onmiskenbaar op doorreis was en wordt vervolgd ter zake van het in het kader van zijn vlucht in bezit hebben of aangewend hebben van vervalste documenten, de bescherming van art. 31 Vluchtelingenverdrag ontbeert op de grond dat hij bij binnenkomst of bij zijn verblijf gedurende vijf dagen in Nederland zich niet onverwijld bij de autoriteiten heeft gemeld.
Pagina1652-1653
UitspraakECLI:NL:HR:2012:BY4238
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 28-05-2013, 11/01046
CiteertitelNJB 2013, 1503
SamenvattingVervolging ter zake art. 231 Sr: met het oog op een voor de praktijk van de strafrechtspleging zo eenvoudig mogelijk te hanteren regel dient thans te worden aangenomen dat de vreemdeling niet behoort te worden vervolgd wegens het onmiskenbaar in het kader van zijn vlucht in het bezit hebben of aangewend hebben van vervalste documenten zolang op de door de vreemdeling gedane eerste asielaanvraag nog niet onherroepelijk is beslist.
Pagina1653-1654
UitspraakECLI:NL:HR:2012:BY4310
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 28-05-2013, 11/03092
CiteertitelNJB 2013, 1504
SamenvattingKraken art. 429sexies Sr (vervallen). De vraag of inbreuk is gemaakt op enig huisrecht - welk recht uit de wil tot bewoning en de feitelijke bewoning kan ontstaan - is in casu niet relevant. De 'verlengde gebruiksbescherming' in de zin van art. 429sexies Sr is ook van toepassing op slooppanden.
Samenvatting (Bron)Krakers-zaak. 1. Huisrecht. 2. Art. 429sexies Sr (vervallen), gebruik door de rechthebbende. Ad 1. De overweging van het Hof omtrent het huisrecht moet i.c. worden beschouwd als een overweging ten overvloede, zodat verdachte geen belang heeft bij zijn klacht. Ad 2. Uit de wetsgeschiedenis, noch uit de ratio van art. 429sexies Sr, volgt dat art. 429sexies Sr niet van toepassing zou zijn op slooppanden, dan wel dat de voor het pand te vinden bestemming dienstbaar moet zijn aan een rechtvaardige en evenwichtige verdeling van schaarse woonruimte, in die zin dat de toepasselijkheid van art. 429sexies Sr dwingend verbonden is aan wederom als huurwoning(en) beschikbaar stellen van het leeggekomen bouwwerk. Het Hof heeft derhalve niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door in zijn overwegingen te betrekken dat niet is gebleken dat woningbouwvereniging X onherroepelijk afstand heeft gedaan van haar recht op het gebouw en mede daaraan de gevolgtrekking te verbinden dat het voornemen van X het gebouw te slopen niet eraan in de weg staat dat X in de gegeven omstandigheden bescherming kon ontlenen aan art. 429sexies Sr.
Pagina1654-1655
UitspraakECLI:NL:HR:2013:CA1222
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 28-05-2013, 11/05550 en 11/05551
CiteertitelNJB 2013, 1505
SamenvattingHet instellen van een strafvervolging voor een misdrijf als bedoeld in art. 167a Sv leidt ingeval de minderjarige niet in de gelegenheid is gesteld zijn mening over het gepleegde feit kenbaar te maken of ingeval de minderjarige te kennen heeft gegeven die vervolging niet te wensen, niet zonder meer tot de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging. Hoge Raad verschaft beoordelingsmaatstaf en merkt voorts op dat tekortschieten van het openbaar ministerie in zijn in art. 167a Sv vervatte inspanningsverplichting geen vormverzuim is als bedoeld in art. 359a Sv.
Samenvatting (Bron)Art. 167a Sv. HR doet het middel af onder verwijzing naar de CAG. HR herhaalt voorts relevante overwegingen uit HR 2012/437 en merkt daarbij op dat ingeval het OM is tekortgeschoten in zijn in art. 167a Sv vervatte inspanningsverplichting, dat verzuim niet kan worden aangemerkt als een verzuim van vormen a.b.i. art. 359a Sv omdat het niet verdachte is die door de niet-naleving van dat voorschrift is getroffen in een belang dat die bepaling beoogt te beschermen.
Pagina1655-1656
UitspraakECLI:NL:HR:2013:CA0796
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 28-05-2013, 12/00159
CiteertitelNJB 2013, 1506
SamenvattingOplichting: een verblijfsvergunning is een 'goed' is de zin van art. 326 Sr.
Samenvatting (Bron)1. Verblijfsvergunning een goed a.b.i. art. 326 Sr (oplichting)? In aanmerking genomen dat een verblijfsvergunning een beschikking van een bestuursorgaan is die ex art. 8, aanhef en onder a jo. art. 9.1 Vreemdelingenwet 2000 wordt afgegeven in de vorm van een document of schriftelijke verklaring en die derhalve als zodanig vatbaar is voor afgifte in de in art. 326 Sr bedoelde zin, geeft het oordeel van het Hof dat zo een vergunning een goed is in de zin van art. 326 Sr niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. 2. Slagende bewijsklacht.
Pagina1657-1657
UitspraakECLI:NL:HR:2013:CA0799
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelRaad van State, 17-04-2013, 201109374/1/A1
CiteertitelNJB 2013, 1507
SamenvattingBouwvergunning voor OV-terminal. Toepasselijkheid Machinerichtlijn op roltrappen. Geen mogelijkheid ten opzichte van ProRail strengere veiligheidsnorm af te dwingen dan geharmoniseerde Europese NEN-EN-norm.
Samenvatting (Bron)Verlenen bouwvergunning tweede fase voor het bouwen van een OV-terminal onder voorwaarde dat de leuningen van de roltrappen berekend worden op een horizontale belasting van 3 kN/m¹. Dit betekent dat het college voor de roltrappen een gelijkwaardig veiligheidsniveau heeft geëist als voor vaste trappen als bedoeld in art. 2.2, eerste lid, in verbinding gelezen met art. 2.24, tweede lid, van het Bouwbesluit 2003. De Afdeling stelt vast dat de Machinerichtlijn en de bijbehorende NEN-EN 115-1 van toepassing zijn op de voorwaarde. De Afdeling is van oordeel dat het Bouwbesluit 2003 geen dwingende eisen voor de belasting van roltrappen voorschrijft. Dientengevolge biedt het Bouwbesluit 2003 geen grondslag voor de voorwaarde die door het college ten aanzien van de roltrappen aan het in bezwaar gehandhaafde besluit van 1 februari 2010 is verbonden. De door het college gestelde voorwaarde heeft tot gevolg dat roltrappen die voldoen aan NEN-EN 115-1 en daarmee aan de Machinerichtlijn, niet in de OV-terminal geïnstalleerd mogen worden en dat deze moeten worden aangepast, naar gesteld met aanzienlijke kosten als gevolg. Zodoende ziet de Afdeling zich voorts gesteld voor de vraag of de Machinerichtlijn toelaat dat verdergaande beschermende maatregelen worden genomen dan bepaald in de geharmoniseerde norm. Nu van de afwijkmogelijkheden die de Machinerichtlijn biedt door de (centrale) overheid geen gebruik is gemaakt, kan het college op basis van het nationale recht geen beschermende voorwaarde stellen die verder gaat dan volgt uit de bij deze richtlijn horende volledig geharmoniseerde norm. Het opleggen van de verdergaande beschermende voorwaarde door het college komt in feite neer op een beroep op de rechtstreekse toepassing van art. 15 van de Machinerichtlijn dan wel een uitleg van het Bouwbesluit 2003 in het licht van art. 15 van de Machinerichtlijn. Het college heeft art. 15 Machinerichtlijn niet mogen tegenwerpen via richtlijn conforme interpretatie van het Bouwbesluit 2003. Uit het arrest van het HVJEU, C-227/09 (Accardo) volgt dat er geen verplichting tot richtlijn conforme interpretatie bestaat wanneer het gaat om een facultatieve afwijkbepaling, zoals in artikel 15 van de Machinerichtlijn. Voorts volgt uit het arrest Accardo (overweging 53) dat de richtlijn zich ook niet verzet tegen richtlijn conforme interpretatie in geval van facultatieve bepalingen, indien mogelijk. Voor de beoordeling van die mogelijkheid is het nationale recht bepalend, waarbij de lidstaten gebonden zijn aan de algemene beginselen van het Unierecht, waaronder het rechtszekerheidsbeginsel. Allereerst biedt het Bouwbesluit 2003 geen grondslag voor de door het college gestelde voorwaarde. Voorts blijkt uit het Warenwetbesluit machines dat niet is beoogd om gebruik te maken van de mogelijkheid om af te wijken van de Machinerichtlijn. Het toepassen van een strengere voorwaarde uit het Bouwbesluit 2003 is in zoverre niet in overeenstemming met de bedoeling van de wetgever in het Warenwetbesluit machines. Reeds omdat dit in strijd zou zijn met het rechtszekerheidsbeginsel is het onder deze omstandigheden niet mogelijk om het Bouwbesluit 2003 via richtlijnconforme interpretatie als rechtsgrond te gebruiken voor het stellen van een strengere voorwaarde. Nu art. 15 van de Machinerichtlijn niet is geïmplementeerd in de Nederlandse rechtsorde, kan het college art. 15 van de Machinerichtlijn naar het oordeel van de Afdeling niet rechtstreeks tegenwerpen. Gelet op het voorgaande, heeft het college aan de bouwvergunning ten aanzien van de roltrappen niet een voorwaarde mogen verbinden die strenger is dan volgt uit NEN-EN 115-1. Het hoger beroep is gegrond. Vernietigt uitspraak Rb. Utrecht van 13-07-2011, LJN: BR4092.
Pagina1657-1660
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BZ7904
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelRaad van State, 24-04-2013, 201200598/1/A3
CiteertitelNJB 2013, 1508
SamenvattingVondst drugs in pand. Niet is komen vast te staan dat burgemeester alle verdiepingen pand mocht sluiten, nu hij niet heeft onderbouwd dat alle verdiepingen als een woning mochten worden aangemerkt.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 augustus 2011 heeft de burgemeester [appellant] onder aanzegging van bestuursdwang gelast de bovenverdiepingen van het pand aan de [locatie] te Maastricht met ingang van 25 augustus 2011 voor de duur van drie maanden te sluiten.
Pagina1660-1661
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BZ8409
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelCentrale Raad van Beroep, 30-05-2013, 11/3199 AW
CiteertitelNJB 2013, 1509
SamenvattingDe rechtbank heeft niet in strijd met de goede procesorde gehandeld door ter zitting de zaak inhoudelijk beknopt te behandelen en door hem na deze zitting geen gelegenheid meer te geven zijn standpunt in een nadere zitting toe te lichten.
Samenvatting (Bron)De minister is alle afspraken die in de overeenkomst zijn neergelegd nagekomen. Ook de na het ontslagbesluit gedane verzoeken van appellant, waarover in de overeenkomst geen duidelijke afspraken waren gemaakt, zoals bijvoorbeeld het betalen van de BHV-toelage, toezenden van de cijferlijsten van de door appellant gevolgde opleidingen, inzage in het personeelsdossier en verstrekken van sportkleding heeft de minister zoveel mogelijk gehonoreerd. Geconcludeerd wordt dan ook dat appellant geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden heeft aangevoerd die herziening van het ontslagbesluit rechtvaardigen.
Pagina1661-1662
UitspraakECLI:NL:CRVB:2013:CA1743
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelCentrale Raad van Beroep, 04-06-2013, 10/719 WW-P
CiteertitelNJB 2013, 1510
SamenvattingPrejudiciële vragen. De raad verzoekt aan het Hof van Justitie van de EU om uitleg van de Europese regels over de rechten van werknemers als de werkgever geen loon meer kan betalen. Het gaat om de vraag of werknemers die geen EU-burger zijn en die ook niet in Nederland mochten zijn, op grond van een EU-richtlijn wel recht kunnen hebben op een uitkering omdat zij van de werkgever nog geen loon tegoed hebben.
Samenvatting (Bron)In zijn verzoek van 4 juni 2013 vraagt de Centrale Raad van Beroep aan het Hof van Justitie van de EU om uitleg van de Europese regels over de rechten van werknemers als de werkgever geen loon meer kan betalen. Het gaat om de vraag of werknemers die geen EU-burger zijn en die ook niet in Nederland mochten zijn, op grond van een EU-richtlijn wel recht kunnen hebben op een uitkering omdat zij van de werkgever nog loon tegoed hebben.
Pagina1662-1663
UitspraakECLI:NL:CRVB:2013:CA0789
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven, 01-05-2013, AWB 11/125
CiteertitelNJB 2013, 1511
SamenvattingBrieven waarbij de budgetten voor 2008 en 2009 definitief zijn vastgesteld zijn besluiten in de zin van de Awb. Buiten beschouwing laten van indexeringen bij de vaststelling van het budget.
Samenvatting (Bron)indexatie voor demografische ontwikkelingen voor budget zorginstelling, definitieve vaststelling budget is in dit geval besluit in de zin van de Awb.
Pagina1663-1664
UitspraakECLI:NL:CBB:2013:CA2226
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven, 07-05-2013, AWB 09/779
CiteertitelNJB 2013, 1512
SamenvattingTuchtrechtspraak op grond van de Loodsenwet. Onaangekondigd verlaten van de brug.
Samenvatting (Bron)registerloods, goede beroepsuitoefening, gedraging in het openbaar, onaangekondigd verlaten van de brug, verantwoordelijkheid, berisping Beroepsuitoefening registerloodsen art. 2
Pagina1664-1665
UitspraakECLI:NL:CBB:2013:CA1175
Artikel aanvragenVia Praktizijn