Rubriek | Opinie |
---|---|
Titel | Kansen |
Citeertitel | M en R 2014/82 ![]() |
Samenvatting | Dit jaar is het al weer tien jaar geleden dat Nederland het Verdrag van Aarhus ratificeerde. Het verdrag vormde de internationale erkenning van het belang van ‘public participation’ bij het beschermen van milieu en natuurwaarden. Het verdrag legt belangrijke verworvenheden en inzichten van de voorgaande decennia vast in de vorm van drie ‘pijlers’: recht op informatie, inspraak en toegang tot de rechter. Uit de overwegingen blijkt de essentiële rol die de verdragspartijen toekennen aan burgers en hun organisaties bij de bescherming van het algemene milieu- en natuurbelang. Zelfs is sprake van een op een ieder rustende ‘plicht’ om het milieu te beschermen, gebruik makend van de instrumenten waar het verdrag in voorziet. |
Auteur(s) | J. Rutteman ![]() |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Oerwoud van regels rond invasieve exoten vertoont veel gaten |
Citeertitel | M en R 2014/83 ![]() |
Samenvatting | Er is in Nederland zeer uiteenlopende regelgeving van toepassing op de aanpak van ‘invasieve exoten’. Dat zijn uitheemse dieren, planten en micro-organismen die door menselijk toedoen (vooral handel en transport) hier terechtkomen, zich verspreiden en schade kunnen veroorzaken aan onder meer inheemse flora en fauna, gezondheid van mensen en dieren, veiligheid, infrastructuur, landbouw en economie. In de nieuwe Europese verordening wordt voor de aanpak van invasieve exoten een beleidsladder gehanteerd: I. Preventie van de introductie, II. Verwijdering van geďntroduceerde exemplaren/populaties, en III. Beheersing van populaties. Getoetst aan deze beleidsladder blijkt de Nederlandse regelgeving tal van gaten te vertonen. In hoofdstuk 1 komt aan de orde wat invasieve exoten zijn, welke schade ze kunnen veroorzaken en de beleidsladder die bij de aanpak wordt gehanteerd. Hoofdstuk 2 beschrijft het (inter)nationale juridische kader. Aan de hand van de beleidsladder en het juridische kader komt in hoofdstuk 3 een aantal soorten aan bod, gevolgd door een analyse. Hoofdstuk 4 gaat in op de toekomstige wetgeving, waarna wordt afgesloten met een aantal conclusies. |
Auteur(s) | W. Reinhold ![]() |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | M&R Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Oost-Brabant 11-03-2014 |
Citeertitel | M en R 2014/85 ![]() |
Samenvatting | Overtreding artikel 30 Diergeneesmiddelenwet. Verbodsbepaling inzake afleveren van een aangewezen diergeneesmiddel (in casu een niet voor varkens geregistreerde entstof). Beroepen op uitzondering artikel 78 lid 3 van de Regeling diergeneesmiddelen en op de ‘Cascaderegeling’ worden verworpen. |
Samenvatting (Bron) | Een geldboete van 1.000,-- voor overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 30, eerste lid van de Diergeneesmiddelenwet, opzettelijk begaan door een rechtspersoon. Verdachte heeft een beroep gedaan op de ''Cascaderegeling'' als bedoeld in het destijds geldende artikel 22 van het Diergeneesmiddelenbesluit. Ingevolge deze regeling is bij diergeneeskundige noodzaak het gebruik van diergeneesmiddelen voor andere diersoorten dan de diersoort waarvoor het middel is geregistreerd onder voorwaarden toegestaan. Artikel 22 lid 2 van het Diergeneesmiddelenbesluit dient naar het oordeel van de rechtbank echter beperkt te worden uitgelegd. In het geval na toediening (een restant van) de entstof op het bedrijf achter blijft en de dierenarts het bedrijf verlaat, is het tegengaan van ongecontroleerd gebruik van deze entstof en daarmee het tegengaan van risico's van mens, dier en milieu niet langer gewaarborgd. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBOBR:2014:1090 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | M&R Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Zeeland-West-Brabant 21-03-2014 |
Citeertitel | M en R 2014/86 ![]() |
Samenvatting | Veroordeling Dow Benelux BV tot een geldboete van € 1,8 miljoen vanwege een groot aantal milieuovertredingen. |
Samenvatting (Bron) | Economische zaak: Dow Benelux BV veroordeeld tot een geldboete van 1,8 miljoen euro wegens groot aantal milieuovertredingen. Bijzondere overwegingen: zwijgrecht komt alleen de vertegenwoordiger van verdachte toe, niet de medewerkers die als getuigen gehoord worden; sfeerovergang en sfeercumulatie zijn geoorloofd; tijdens het strafrechtelijk onderzoek (opsporing) kan het toezicht (controle) gewoon doorgaan en blijven de bevoegdheden van de toezichthouder bestaan. Geen geheimhoudingsplicht voor toezichthouders. Redelijke termijn is overschreden: korting van 10%. Zwaar ongeval als bedoeld in Brzo. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBZWB:2014:1911 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | M&R Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 02-04-2014 |
Citeertitel | M en R 2014/87 ![]() |
Samenvatting | Wegenverkeerswet 1994. Nachtelijke afsluiting voor vrachtverkeer van een niet als zodanig ingerichte gebiedsontsluitingsweg. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 20 maart 2012 heeft het college de Grensstraat tussen het kruispunt met de Europaweg-Noord en de Rijksgrens met Duitsland voor vrachtautos gesloten verklaard tussen 22 en 6 uur. |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2014:1124 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | M&R Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23-07-2013 |
Citeertitel | M en R 2014/88 ![]() |
Samenvatting | Belediging van een ambtenaar in functie. |
Samenvatting (Bron) | Belediging van een ambtenaar in functie. Verdachte vond hem een mierenneuker en een eikel. |
Annotator | B. Arentz ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARL:2013:5489 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | M&R Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 05-02-2014 |
Citeertitel | M en R 2014/89 ![]() |
Samenvatting | Toepassingsvoorwaarden ontheffingsbevoegdheid in provinciale ruimtelijke verordening ruimer dan wettelijk criterium. Ontheffingsbevoegdheid onverbindend. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 3 april 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Rolderstraat 8 Grolloo, Dierenpension De Open Ruimte" vastgesteld. |
Annotator | S. Hillegers ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2014:333 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | M&R Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Midden-Nederland 12-02-2014 |
Citeertitel | M en R 2014/90 ![]() |
Samenvatting | Definitie van weidegang in reglement van zuivelcoöperatie. Geschillenbeslechting. |
Samenvatting (Bron) | interpretatie van definitie van weidegang in Reglement Weidegang; bindend advies |
Annotator | F.C.S. Warendorf ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RBMNE:2014:452 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 19-02-2014 |
---|---|
Citeertitel | M en R 2014/91 ![]() |
Samenvatting | Bestaand gebruik |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 18 oktober 2012 heeft college het verzoek van MOB om handhaving van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) inzake de bedrijfshandelingen van de varkenshouderij aan de Schorfweg 1 te Beringe afgewezen. |
Annotator | M.M. Kaajan ![]() |
Link | Volledige tekst annotatie (envir-advocaten.com)![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2014:537 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 12-02-2014 |
---|---|
Citeertitel | M en R 2014/92 ![]() |
Samenvatting | Salderen met bestaande rechten die na de referentiedatum zijn aangepast |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 23 mei 2013, kenmerk C2056631/3374442, heeft het college een vergunning krachtens artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) verleend aan [belanghebbende] voor het uitbreiden/wijzigen van een varkenshouderij aan de [locatie] te Ommel. |
Annotator | M.M. Kaajan ![]() |
Link | Volledige tekst annotatie (envir-advocaten.com)![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2014:446 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | M&R Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Internationaal Gerechtshof 31-03-2014, 148/18136 |
Citeertitel | M en R 2014/93 ![]() |
Samenvatting | Australië versus Japan; whaling in the Antarctic |
Annotator | B. Arentz ![]() |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | M&R Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 02-04-2014 |
Citeertitel | M en R 2014/94 ![]() |
Samenvatting | Off-spec producten die met het oog op terugbetaling van de aankoopprijs krachtens de koopovereenkomst teruggezonden worden naar de leverancier zijn (toch) geen afvalstof. |
Samenvatting (Bron) | Bij brieven van 23 november 2012 en 20 december 2012 heeft de staatssecretaris aan Stena Weco medegedeeld dat een partij HSFO stookolie aan boord van het zeeschip 'Freja Crux' als afvalstof wordt aangemerkt. |
Annotator | A. van Rossum ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2014:1157 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | M&R Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Oost-Brabant 08-04-2014 |
Citeertitel | M en R 2014/95 ![]() |
Samenvatting | Mestvergistingsinstallatie Sterksel; revisievergunning noodzakelijk/in m.e.r.-beoordeling ten onrechte uitgegaan van milieugebruiksruimte/IPPC-installatie? |
Samenvatting (Bron) | Revisievergunning of actualisatie. MER Beoordeling. Gevolgen vernietiging beschikking eerste fase Samenvatting: De zaak betreft een beschikking eerste fase voor het veranderen van een afvalstoffeninrichting. De rechtbank is van oordeel dat slechts een beperkt deel van de eisers merkbaar milieugevolgen kan ondervinden van de inrichting. Slechts zij kunnen als belanghebbenden beroep tegen dit besluit instellen. Ook de vereniging Leefmilieu is als belanghebbende aangemerkt. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat belanghebbenden zijn benadeeld door het verzuim van de gemeente Heeze-Leende om alle stukken bij de ontwerpbeschikking ter inzage te leggen op het gemeentehuis omdat GS alle stukken wel in het provinciehuis ter inzage hebben gelegd. De rechtbank acht de niet-technische samenvatting bij de aanvraag ontoereikend, maar is van oordeel dat dit gebrek tijdens de procedure is hersteld. Het gaat om een complexe inrichting waar in de loop der tijd veel is gewijzigd. GS hebben niet alleen de aangevraagde uitbreiding toegestaan maar hebben ook nieuwe geurvoorschriften voor het bestaande deel van de inrichting opgelegd. Bij de toepassing van de provinciale beleidsregel voor geurhinder speelt de bestaande situatie waaronder de geurhinder vanwege de groencompostering in de open lucht een belangrijke rol. De rechtbank is van oordeel dat GS onder deze omstandigheden hadden moeten bepalen dat een revisievergunning had moeten worden aangevraagd. Dan hadden zij kunnen bezien of de best beschikbare technieken in de inrichting worden toegepast. Dit had kunnen resulteren in een voor ieder duidelijk en overzichtelijk stelsel van voorschriften. De rechtbank is verder van oordeel dat GS niet goed hebben beoordeeld of een milieueffectrapport had moeten worden opgesteld. Daarom vernietigt de rechtbank de beschikking eerste fase. Aan deze vernietiging komt terugwerkende kracht toe zodat het bedrijf niet over een nieuwe omgevingsvergunning beschikt. |
Annotator | B. Arentz ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RBOBR:2014:1680 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 09-04-2014 |
---|---|
Citeertitel | M en R 2014/96 ![]() |
Samenvatting | Externe saldering; directe samenhang onvoldoende verzekerd nu bestaande situatie alleen was wegbestemd en de relevante vergunningen niet waren ingetrokken. Zekerheid dat natuurlijke kenmerken niet worden aangetast ondanks een (geringe) toename van stikstofdepositie. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 10 juli 2012 heeft het college een vergunning krachtens artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) verleend aan [belanghebbende] voor de vestiging van een agrarisch bedrijf aan de [locatie 1] te Rockanje, gemeente Westvoorne (hierna: de Nbw-vergunning). |
Annotator | M.M. Kaajan ![]() |
Link | Volledige tekst annotatie (envir-advocaten.com)![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2014:1207 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |