Rubriek | Mededelingen |
---|---|
Titel | Redactionele signalen`- Wie is er bang voor het Verdrag van Aarhus? |
Citeertitel | SEW 2015/59 ![]() |
Samenvatting | Naar aanleiding van een recent arrest van het Hof van Justitie van de EU (van 13 januari 2015, gevoegde zaken C-401/12 P t/m C-403/12 P) bespreekt auteur de verhouding tussen het Hof van Justitie en het Gerecht van de EU. Hij laat zien hoe de beide verschillen in opvatting over de toegang tot de Europese rechter en over hoe die toegang geregeld is door de Europese wetgever. Het vraagstuk van 'access to justice' is in de EU bij de meeste lidstaten nu aardig is geregeld, behalve bij de EU zelf. |
Auteur(s) | J.H. Jans ![]() |
Pagina | 159-159 |
Link | Volledige tekst artikel (rug.nl)![]() |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Mededelingen |
---|---|
Titel | Wanneer een staat een visum weigert namens een andere staat - Vertegenwoordigingsafspraken in het EU-visumbeleid en het recht op effectieve rechtsbescherming |
Citeertitel | SEW 2015/60 ![]() |
Samenvatting | Op grond van de Visumcode kunnen lidstaten elkaar vertegenwoordigen bij de weigering van een visumaanvraag. Hierbij is onduidelijk in welke lidstaat tegen een weigering kan worden geprocedeerd. Volgens Nederlandse rechtspraak is dat in de vertegenwoordigende lidstaat. Deze uitleg is in strijd met het grondrecht op een effectief rechtsmiddel en algemene beginselen van bestuursrecht. Auteur bepleit een transparante en duidelijke regeling, en zolang deze ontbreekt, prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie. |
Auteur(s) | E.R. Brouwer ![]() |
Pagina | 160-173 |
Link | Volledige tekst artikel (vu.nl)![]() |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Mededelingen |
---|---|
Titel | De verwijzingsregels van de Erfrechtverordening - Een vergelijking met huidige Nederlandse erfrechtelijke verwijzingsregels |
Citeertitel | SEW 2015/61 ![]() |
Samenvatting | In deze bijdrage staat de Erfrechtverordening centraal, die op 17 augustus 2015 van toepassing zal worden. De regels uit deze verordening, die het van toepassing zijnde recht op een grensoverschrijdende erfopvolging bepalen, zullen worden besproken en vergeleken worden met de thans geldende Nederlandse erfrechtelijke verwijzingsregels. |
Auteur(s) | P.A.M. Lokin ![]() |
Pagina | 174-182 |
Link | Volledige tekst artikel (ru.nl)![]() |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Mededelingen |
---|---|
Titel | Kroniek – Toepassing van de Mededingingswet door ACM in 2014 |
Citeertitel | SEW 2015/62 ![]() |
Samenvatting | Deze kroniek bespreekt de toepassing van de Mededingingswet (Mw) door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Voor zover wij hebben kunnen nagaan heeft ACM in 2014 1 onderzoek uitgevoerd inzake mogelijke overtredingen van de Mw. In 2 zaken heeft ACM boetes opgelegd, voor een totaalbedrag van tussen € 450 000 en € 1,5 miljoen (tegen € 12,6 miljoen in 2014). ACM rondde in totaal 3 bezwaarzaken af tegen mededingingsbesluiten. Verder heeft ACM in totaal 57 meldingen van fusies, overnames en joint ventures ontvangen. Op deze meldingen heeft ACM 52 besluiten in de meldingsfase genomen, en 2 besluiten in de vergunningsfase. Ten slotte heeft ACM 2 informele zienswijzen gegeven, beide op het gebied van concentratiecontrole. |
Auteur(s) | P. Glazener ![]() ![]() ![]() ![]() |
Pagina | 183-195 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Redactionele signalen |
---|---|
Titel | HvJ EU 18-12-2014, C-364/13, ECLI:EU:C:2014:2451 |
Citeertitel | SEW 2015/63 ![]() |
Samenvatting | Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 98/44/EG – Artikel 6 lid 2 onderdeel c – Rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen – Stimulering van oöcyten door parthenogenese – Productie van menselijke embryonale stamcellen – Octrooieerbaarheid – Uitsluiting van ‘gebruik van menselijke embryo’s voor industriële of commerciële doeleinden’ – Begrippen ‘menselijk embryo’ en ‘organismen die het proces van ontwikkeling tot een mens in gang zetten. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Grote kamer) van 18 december 2014.#International Stem Cell Corporation tegen Comptroller General of Patents, Designs and Trade Marks.#Verzoek van de High Court of Justice (England and Wales), Chancery Division, om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Richtlijn 98/44/EG- Artikel 6, lid 2, sub c - Rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen - Stimulering van oocyten door parthenogenese - Productie van menselijke embryonale stamcellen - Octrooieerbaarheid - Uitsluiting van ,gebruik van menselijke embryo's voor industriele of commerciele doeleinden' - Begrippen ,menselijk embryo' en ,organismen die het proces van ontwikkeling tot een mens in gang zetten'.#Zaak C-364/13. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2014:2451 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Redactionele signalen |
---|---|
Titel | HvJ EU 1812-2014, C-542/13, ECLI:EU:C:2014:2452 |
Citeertitel | SEW 2015/64 ![]() |
Samenvatting | Prejudiciële verwijzing – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikel 19 lid 2 – Richtlijn 2004/83/EG – Minimumnormen voor erkenning als vluchteling of als persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt – Persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt – Artikel 15 onderdeel b – Foltering of onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing van een verzoeker in zijn land van herkomst – Artikel 3 – Gunstiger normen – Verzoeker die aan een ernstige ziekte lijdt – Ontbreken van een adequate behandeling in het land van herkomst – Artikel 28 – Sociale voorzieningen – Artikel 29 – Gezondheidszorg. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Grote kamer) van 18 december 2014.#Mohamed M'Bodj tegen Belgische Staat.#Verzoek van het Grondwettelijk Hof (Belgie) om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Artikel 19, lid 2 - Richtlijn 2004/83/EG - Minimumnormen voor erkenning als vluchteling of als persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt - Persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt - Artikel 15, sub b - Foltering of onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing van een verzoeker in zijn land van herkomst - Artikel 3 - Gunstiger normen - Verzoeker die aan een ernstige ziekte lijdt - Ontbreken van een adequate behandeling in het land van herkomst - Artikel 28 - Sociale voorzieningen - Artikel 29 - Gezondheidszorg.#Zaak C-542/13. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2014:2452 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Redactionele signalen |
---|---|
Titel | HvJ EU 18-12-2014, C-354/13, ECLI:EU:C:2014:2463 |
Citeertitel | SEW 2015/65 ![]() |
Samenvatting | Prejudiciële verwijzing – Sociale politiek – Ontslag – Reden – Zwaarlijvigheid van de werknemer – Algemeen beginsel van non-discriminatie op grond van zwaarlijvigheid – Afwezigheid – Richtlijn 2000/78/EG – Gelijke behandeling in arbeid en beroep – Verbod van discriminatie op grond van handicap – Aanwezigheid van een handicap. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 december 2014.#Fag og Arbejde (FOA) tegen Kommunernes Landsforening (KL).#Verzoek van het Ret i Kolding om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Sociale politiek - Ontslag - Reden - Zwaarlijvigheid van de werknemer - Algemeen beginsel van non-discriminatie op grond van zwaarlijvigheid - Geen - Richtlijn 2000/78/EG - Gelijke behandeling in arbeid en beroep - Verbod van discriminatie op grond van handicap - Bestaan van een ,handicap'.#Zaak C-354/13. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2014:2463 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Redactionele signalen |
---|---|
Titel | HvJ EU 13-01-2015, C-401/12 P en C- 403/12 P, ECLI:EU:C:2015:4 |
Citeertitel | SEW 2015/66 ![]() |
Samenvatting | Hogere voorziening – Richtlijn 2008/50/EG – Richtlijn betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa – Besluit inzake de kennisgeving door het Koninkrijk der Nederlanden van het uitstel van het tijdstip waarop aan de grenswaarden voor stikstofdioxide moest worden voldaan en van de vrijstelling van de verplichting om grenswaarden vast te stellen voor deeltjes (PM10) – Verzoek tot interne herziening van dat besluit, ingediend overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) 1367/2006 – Besluit van de Commissie waarbij dat verzoek niet-ontvankelijk is verklaard – Maatregel van individuele strekking – Verdrag van Aarhus – Geldigheid van Verordening (EG) 1367/2006 gelet op dat verdrag. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Grote kamer) van 13 januari 2015.#Raad van de Europese Unie e.a. tegen Vereniging Milieudefensie en Stichting Stop Luchtverontreiniging Utrecht.#Hogere voorziening - Richtlijn 2008/50/EG - Richtlijn betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa - Besluit inzake de kennisgeving door het Koninkrijk der Nederlanden van het uitstel van het tijdstip waarop aan de grenswaarden voor stikstofdioxide moest worden voldaan en van de vrijstelling van de verplichting om grenswaarden vast te stellen voor deeltjes (PM10) - Verzoek tot interne herziening van dat besluit, ingediend overeenkomstig de bepalingen van verordening (EG) nr. 1367/2006 - Besluit van de Commissie waarbij dat verzoek niet-ontvankelijk is verklaard - Maatregel van individuele strekking - Verdrag van Aarhus - Geldigheid van verordening (EG) nr. 1367/2006 gelet op dat verdrag.#Gevoegde zaken C-401/12 P-C-403/12 P. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2015:4 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Redactionele signalen |
---|---|
Titel | HvJ EU 14-01-2015, C-518/13, ECLI:EU:C:2015:9 |
Citeertitel | SEW 2015/67 ![]() |
Samenvatting | Prejudiciële verwijzing – Mededinging – Staatssteun – Artikel 107 lid 1 VWEU – Toestemming om busbanen te gebruiken, die is verleend aan Londense taxi’s, maar niet aan huurwagens met chauffeur – Begrip ‘staatssteun’ – Staatsmiddelen – Economisch voordeel – Selectief voordeel – invloed op het handelsverkeer tussen de lidstaten. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 januari 2015.#The Queen, op verzoek van: Eventech Ltd tegen Parking Adjudicator.#Verzoek van de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Mededinging - Staatssteun - Artikel 107, lid 1, VWEU - Toestemming om busbanen te gebruiken, die is verleend aan de Londense taxi's, maar niet aan huurwagens met chauffeur - Begrip ,staatssteun' - Staatsmiddelen - Economisch voordeel - Selectief voordeel - Invloed op het handelsverkeer tussen de lidstaten.#Zaak C-518/13. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2015:9 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Redactionele signalen |
---|---|
Titel | HvJ EU 14-01-2015, C-171/13, ECLI:EU:C:2015:8 |
Citeertitel | SEW 2015/68 ![]() |
Samenvatting | Prejudiciële verwijzing – Associatieovereenkomst EEG-Turkije – Sociale zekerheid van migrerende werknemers – Ontheffing van de bepalingen inzake de woonplaats – Aanvullende prestaties verleend op grond van de nationale wettelijke regeling – Woonplaatsvereiste – Toepassing op voormalige Turkse werknemers – Turkse staatsburgers die de nationaliteit van de ontvangende lidstaat hebben verkregen. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 14 januari 2015.#Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen M.S. Demirci e.a.#Verzoek van de Centrale Raad van Beroep om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Associatieovereenkomst EEG-Turkije - Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Ontheffing van de bepalingen inzake de woonplaats - Aanvullende prestaties verleend op grond van de nationale wettelijke regeling - Woonplaatsvereiste - Toepassing op voormalige Turkse werknemers - Turkse staatsburgers die de nationaliteit van de lidstaat van ontvangst hebben verkregen.#Zaak C-171/13. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2015:8 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Redactionele signalen |
---|---|
Titel | Gerecht EU 04-03-2015, T-496/11, ECLI:EU:T:2015:133 |
Citeertitel | SEW 2015/69 ![]() |
Samenvatting | Economisch en monetair beleid – ECB – Beroep tot nietigverklaring – Toezichtkader van het Eurosysteem – Voor beroep vatbare handeling – Ontvankelijkheid – Toezicht op betalings- en effectenafwikkelingssystemen – Vereiste dat verrekeningssystemen met een centrale tegenpartij gevestigd zijn in een lidstaat van de eurozone – Bevoegdheid van de ECB. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 4 maart 2015. # Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie en Noord-Ierland tegen Europese Centrale Bank (ECB). # Economisch en monetair beleid - ECB - Beroep tot nietigverklaring - Toezichtkader van het Eurosysteem - Voor beroep vatbare handeling - Ontvankelijkheid - Toezicht op betalings- en effectenafwikkelingssystemen - Vereiste dat verrekeningssystemen met een centrale tegenpartij gevestigd zijn in een lidstaat van de eurozone - Bevoegdheid van de ECB. # Zaak T-496/11. |
Uitspraak | ECLI:EU:T:2015:133 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie EG |
---|---|
Titel | Hoge Raad 27-02-2015 |
Citeertitel | SEW 2015/70 ![]() |
Samenvatting | Belastingrecht – Wet op de kansspelbelasting – Internetpoker – Plaats van vestiging aanbieder – Artikel 56 VWEU. |
Samenvatting (Bron) | Artt. 1, lid 1, letter a en e, art. 2, lid 2, en art. 3, lid 1, letter a en c, Wet KSB (tekst 2009 en 2010); art. 56 VWEU. Plaats van vestiging aanbieder internetpoker is bepalend voor kwalificatie als binnenlands of buitenlands kansspel. Deelnemer aan internetpoker kan zich alleen beroepen op vrijheid van dienstenverkeer. Bepaling plaats van vestiging aanbieder internetpoker. |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2015:471 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie EG |
---|---|
Titel | Rechtbank Den Haag 02-02-2015 |
Citeertitel | SEW 2015/71 ![]() |
Samenvatting | Grenscontroles, asiel en immigratie – Asielbeleid – Vo. (EU) 604/2013 – Verantwoordelijke lidstaat – Zorgvuldigheidsgebrek claimverzoek – Effectief rechtsmiddel – Prejudiciële vragen. |
Samenvatting (Bron) | EU-VIS, Vo 604/2013, claimakkoord, bewijsmiddelen, indirecte bewijsmiddelen, Uitvoeringsverordening, EHRM, I.M. tegen Frankrijk, 2 februari 2012 (nr. 9152/09), HvJ EU, Shamso Abdullahi tegen Bundesasylamt (Oostenrijk) van 10 december 2013 (ECLI:NL:XX:2013:274), uitspraak van de Afdeling van 4 september 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:3344), consideransoverweging 19, artikel 27 Vo 604/2013, daadwerkelijk rechtsmiddel, Vo 343/2003, artikel 4 van het Handvest, criteria, harmonisatie van het asielrecht, interstatelijke karakter van de Dublin procedure, oogmerk van snelle allocatie van asielzoekers, zaak Petrosian van 29 januari 2009 (nr. C 19/08, JV 2009/166), ten aanzien van de feiten en het recht, de toepassing van deze verordening, overdrachtsbesluit, rechtsmiddel, uitspraak van de Afdeling van 10 december 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:4617), preambule, verantwoordelijke lidstaat, prejudiciële vragen De vraag is nu of in Vo 604/2013 ten opzichte van Vo 343/2003 de rechtsbescherming is versterkt. Immers, ingevolge artikel 27, eerste lid, Vo 604/2013 dient de asielzoeker tegen het overdrachtsbesluit beroep in te kunnen stellen ten aanzien van de feiten en het recht. Verder wordt in de considerans (19) overwogen dat juridische waarborgen moeten worden ingebouwd ten aanzien van besluiten tot overdracht en dat een daadwerkelijk rechtsmiddel tegen dergelijke besluiten zowel betrekking [dient] te hebben op de toepassing van deze verordening als op de juridische en feitelijke situatie in de lidstaat aan welke de verzoeker wordt overgedragen. In dit geval gaat het om de toepassing van deze verordening. Gezien het vorenstaande lijkt de toepassing van Vo 604/2013, waaronder mogelijk ook de criteria voor bepaling van de verantwoordelijke lidstaat, wel onder de reikwijdte van het beroep tegen het overdrachtsbesluit in Vo 604/2013 te vallen. Immers, overweging 19 van de considerans bij Vo 604/2013, acht naast een rechtsmiddel ten aanzien van de juridische en feitelijke situatie in de lidstaat waaraan de vreemdeling wordt overgedragen, ook een effectief rechtsmiddel ten aanzien van de toepassing van Vo 604/2013 noodzakelijk. Gelet daarop acht de rechtbank in ieder geval niet aannemelijk dat ook onder Vo 604/2013 alleen tegen een overdrachtsbesluit kan worden opgekomen met een beroep op de aan het systeem gerelateerde tekortkomingen van de asielprocedure en de opvangvoorzieningen in de aangezochte lidstaat die ernstige, op feiten berustende gronden vormen om aan te nemen dat de asielzoeker een reëel risico zal lopen op onmenselijke of vernederende behandelingen in de zin van artikel 4 van het Handvest. De rechtbank heeft na het sluiten van het onderzoek ambtshalve kennis genomen van de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling van 10 december 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:4617). In deze uitspraak is overwogen, kort gezegd, dat de lijn die is ingezet in de uitspraak van 4 september 2014, onder Vo 604/2013 onverkort kan worden voortgezet. Gezien het voorgaande ziet de rechtbank echter aanleiding om daaraan te twijfelen. Er is niet gebleken van een acte éclairé, nu er in het verleden niet al door het HvJ-EU een duidelijk antwoord op deze vraag is geformuleerd of dat het antwoord op de vraag kan worden gevonden aan de hand van vaste rechtspraak van het HvJ-EU in vergelijkbare gevallen. Het arrest Shamso Abdullahi betreft Vo 343/2003 en niet Vo 604/2013. Daarnaast is evenmin gebleken van een acte clair, nu artikel 27 Vo 604/2013 niet dusdanig helder is geformuleerd dat redelijkerwijze geen twijfel over de uitleg of het toepassingsbereik hiervan kan bestaan. Het houdt partijen immers verdeeld of deze bepaling de rechtspositie van asielzoekers versterkt doordat op grond hiervan de mogelijkheid bestaat om te procederen tegen de criteria als neergelegd in hoofdstuk III van Vo 604/2013. De rechtbank ziet daarom aanleiding het HvJ EU te verzoeken bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen op de volgende vragen: 1. Hoe ver strekt de reikwijdte van artikel 27 Vo 604/2013, al dan niet in samenhang met overweging 19 in de preambule van Vo 604/2013? Heeft een asielzoeker, in een situatie als deze, waarin de vreemdeling pas na het claimakkoord met de Dublin-claim is geconfronteerd en die vreemdeling na het claimakkoord bewijsstukken overlegt die tot de conclusie kunnen leiden dat niet de aangezochte lidstaat maar de verzoekende lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek, en vervolgens de verzoekende lidstaat deze documenten niet onderzoekt noch deze voorlegt aan de aangezochte lidstaat, op grond van dit artikel het recht om een (effectief) rechtsmiddel aan te wenden tegen de toepassing van de criteria voor het aanwijzen van de verantwoordelijke staat als genoemd in hoofdstuk III van Vo 604/2013? 2. Is in het geval de vreemdeling onder Vo 604/2013, evenals onder de werking van Vo 343/2003, in beginsel geen beroep toekomt op de onjuiste toepassing van de criteria voor het aanwijzen van de verantwoordelijke lidstaat wanneer de aangezochte lidstaat heeft ingestemd met een verzoek om overname, het uitgangspunt van verweerder juist dat dit uitgangspunt slechts uitzondering lijdt in gezinssituaties als bedoeld in artikel 7 van Vo 604/2013, of zijn ook andere bijzondere feiten en omstandigheden denkbaar op grond waarvan de vreemdeling een beroep toekomt op de onjuiste toepassing van de criteria voor het aanwijzen van de verantwoordelijke lidstaat? 3. Indien het antwoord op vraag 2. luidt dat naast gezinssituaties ook andere omstandigheden ertoe kunnen leiden dat de vreemdeling een beroep toekomt op de onjuiste toepassing van de criteria voor het aanwijzen van de verantwoordelijke lidstaat, kunnen de feiten en omstandigheden zoals omschreven in rechtsoverweging 12 van deze uitspraak dergelijke bijzondere feiten en omstandigheden vormen? |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2015:1004 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | HvJ EU 10-07-2014, C-138/13, ECLI:EU:C:2014:2066 |
Citeertitel | SEW 2015/72 ![]() |
Samenvatting | Taalkennisvereiste bij gezinshereniging: een eerste schot voor de boeg. Gezinshereniging – Turkse onderdanen – Associatieovereenkomst EEG-Turkije – standstillclausule – Gezinsherenigingsrichtlijn 2003/86. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 10 juli 2014.#Naime Dogan tegen Bundesrepublik Deutschland.#Verzoek van het Verwaltungsgericht Berlin om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Associatieovereenkomst EEG-Turkije - Aanvullend protocol - Artikel 41, lid 1 - Verblijfsrecht van de gezinsleden van Turkse staatsburgers - Nationale regeling op grond waarvan het gezinslid dat het nationale grondgebied wil binnenkomen, het bewijs van een basiskennis van de taal moet leveren - Toelaatbaarheid - Richtlijn 2003/86/EG - Gezinshereniging - Artikel 7, lid 2 - Verenigbaarheid.#Zaak C-138/13. |
Annotator | H. Verschueren ![]() |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2014:2066 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | HvJ EU 17-07-2014, C-58/13 en C-59/13, |
Citeertitel | SEW 2015/73 ![]() |
Samenvatting | Vrij verkeer van advocaten: ontvankelijkheid orde van advocaten en misbruik van recht. Begrip ‘nationale rechterlijke instantie’ – Vrij verkeer van personen – Toegang tot beroep van advocaat – Richtlijn 98/5/EG – Misbruik van recht – Eerbiediging nationale identiteit. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Grote kamer) van 17 juli 2014.#Angelo Alberto Torresi en Pierfrancesco Torresi tegen Consiglio dell'Ordine degli Avvocati di Macerata.#Verzoeken van de Consiglio Nazionale Forense om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Vrij verkeer van personen - Toegang tot het beroep van advocaat - Mogelijkheid tot weigering van inschrijving op het tableau van de orde van advocaten van staatsburgers van een lidstaat die hun beroepskwalificatie als advocaat in een andere lidstaat hebben verkregen - Rechtsmisbruik.#Gevoegde zaken C-58/13 en C-59/13. |
Annotator | S.W. Haket ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2014:2088 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |