Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Parlementaire betrokkenheid bij algemene maatregelen van bestuur |
Citeertitel | M en R 2015/80 ![]() |
Samenvatting | In aflevering 9 van Milieu & Recht 2014 is een overzicht gegeven van de procedure van totstandkoming van een algemene maatregel van bestuur op het terrein van het omgevingsbeleid.1 In dit artikel 2 wordt nader ingegaan op de parlementaire betrokkenheid bij deze procedure. Parlementaire betrokkenheid bij de totstandkoming van gedelegeerde regelgeving is een actueel onderwerp, omdat dit een van de hoofdpunten van discussie is geworden in het kader van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Omgevingswet.3 Deze discussie is echter niet het onderwerp van dit artikel, maar eerder een aanleiding daarvoor. Het artikel geeft alleen de huidige procedure van parlementaire betrokkenheid bij gedelegeerde regelgeving weer, vooral de regeling in art. 21.6 van de Wet milieubeheer, die model staat voor de regeling in de Omgevingswet. |
Auteur(s) | H.E. Woldendorp ![]() |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Uit de praktijk |
---|---|
Titel | De Smient, een trekvogel beschermd? |
Citeertitel | M en R 2015/81 ![]() |
Samenvatting | Over de ontheffing van het verbod op het schieten van smienten in Noord-Holland − vanwege schadebestrijding − deed de Haarlemse voorzieningenrechter eind 2014 een uitspraak, die in vogelbeschermingskringen de aandacht trok.2 Een reden om de juridische bescherming van deze trekvogel en de systematiek op grond waarvan ontheffing is verleend kort onder de loep te nemen. Over de soortbescherming in de Flora- en faunawet (Ffw)3 wordt in Milieu en Recht niet vaak gepubliceerd, daarom besteed ik wat meer aandacht aan de juridische systematiek. Vanwege het karakter van dit artikel beperk ik mij tot de hoofdlijnen.4 Ik ga achtereenvolgens in op soort en voorkomen, bescherming en systematiek (Ffw) en de situatie waarop het geschil betrekking had en heeft. Ik sluit af met enkele overwegingen. |
Auteur(s) | J. Kramer ![]() |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Uit de praktijk |
---|---|
Titel | Handhaven op de zorgplicht bij lozingen van afvalwater |
Citeertitel | M en R 2015/82 ![]() |
Samenvatting | Directe aanleiding voor dit artikel is de uitspraak van de rechtbank Rotterdam in de beroepszaak van de Minister van Infrastructuur & Milieu tegen Ashland Industries Nederland B.V. (hierna: Ashland) te Barendrecht.1 In deze zaak stond handhaving op de overtreding van de zorgplichtbepaling ter discussie met als kern het spanningsveld tussen de zorgplichtbepaling en het rechtszekerheidsbeginsel. In dit artikel wordt een drietal vragen behandeld. Wanneer is er sprake van doelmatig beheer en is het voor degenen die stoffen brengen in het oppervlaktewater (hierna: vergunninghouder) voldoende duidelijk waartoe zij gehouden zijn? In hoeverre is het spanningsveld tussen de zorgplichtbepaling voor lozingen van afvalwater en het rechtszekerheidsbeginsel acceptabel? Alvorens aan beantwoording van deze vragen toe te komen ga ik in paragraaf 1 kort in op de ontwikkelingen die toezicht en handhaving de afgelopen jaren hebben doorgemaakt. In paragraaf 2 ga ik in op de wettelijke grondslagen waarop Rijkswaterstaat bevoegd is om handhavend op te treden tegen de overtreding van de zorgplichtbepalingen. Vervolgens licht ik in paragraaf 3 de term ‘doelmatig beheer’ toe en de invulling die Rijkswaterstaat hier aan geeft, ook in relatie tot het rechtszekerheidsbeginsel. Ik sluit mijn bijdrage af met een conclusie. |
Auteur(s) | S. Akin ![]() |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Uit de praktijk |
---|---|
Titel | Een hoofdstuk Bedrijven in de Omgevingswet |
Citeertitel | M en R 2015/83 ![]() |
Samenvatting | In zijn lezenswaardige bijdrage in Milieu en Recht van maart 20152 breekt Jan van den Broek een lans voor een hoofdstuk Bedrijven in de Omgevingswet. Tevens signaleert Van den Broek een wetssystematisch tekort in het ontwerp van de Omgevingswet omdat niet alle regels die volgens het op de echte werkelijkheid gebaseerde zakelijk samenhangcriterium van de fysieke leefomgeving onderling samenhangen deel uitmaken van hetzelfde wetssysteem. Om dit tekort te verminderen zou de wetgever op de eerste plaats het fenomeen ‘fysieke leefomgeving’ in de wet helder af moeten bakenen en het al genoemde hoofdstuk Bedrijven op moeten nemen. Dit laatste om te zorgen dat de kenbaarheid van de rechten en plichten voor bedrijven in de Omgevingswet verbetert. |
Annotator | E.G.M. Vogel-Jaartsveld ![]() |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Midden-Nederland 09-02-2015 |
Citeertitel | M en R 2015/84 ![]() |
Samenvatting | IJsselmeervisserij: reductie staand want-visserij (met 85%) − vernietiging beslissing op bezwaar omdat onvoldoende rekening is gehouden met de visserij op wolhandkrab. |
Samenvatting (Bron) | Voorlopige voorziening. Eisers vinden de doorgevoerde reductie ten aanzien van het vissen met de staande netten onrechtmatig omdat er tot op heden geen tegemoetkoming voor is verstrekt en tevens omdat zij daarnaast niet gecompenseerd worden voor hun verlies van wolhandkrabvangst, welke visserij ook niet nader onderzocht is in de aan de besluitvorming ten grondslag liggende rapporten. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder in het bestreden besluit de betrokken belangen van de vissers die vissen met staande netten, waaronder de wolhandkrabvissers, onvoldoende geïnventariseerd. De voorzieningenrechter draagt verweerder op dat zij onderzoek doet naar de mate waarin de wolhandkrabvissers worden getroffen door de reductie van 85% van de staande nettencapaciteit. Verweerder zal daarbij het beginsel van de gelijkheid voor de openbare lasten of het égalitébeginsel moeten betrekken. Het beginsel dat degene die in vergelijking met anderen onevenredig zwaar wordt getroffen door rechtmatig overheidshandelen daarvoor een vergoeding dient te ontvangen. Verweerder zal daarom een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. Indien uit dat onderzoek zal blijken dat eisers onevenredig worden getroffen door de toegepaste reductie ten opzichte van andere vissers zullen zij aan verweerder gegevens dienen te overleggen die hun schade onderbouwen en waaruit kan worden opgemaakt dat deze het gevolg is daarvan. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBMNE:2015:753 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 18-03-2015 |
Citeertitel | M en R 2015/85 ![]() |
Samenvatting | Bestemmingsplan omvat twee bedrijventerreinen. Splitsing in gezoneerd en regulier bedrijventerrein. Staat van activiteiten dienovereenkomstig gesplitst. Aspect geluid niet opgenomen in Staat van activiteiten gezoneerd industrieterrein. Onderzoek op grond van WGH volstaat niet voor inzicht in ruimtelijke uitstraling industrieterrein. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 13 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Havens" vastgesteld. |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2015:810 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 04-02-2015 |
Citeertitel | M en R 2015/86 ![]() |
Samenvatting | Wro staat niet in de weg aan het opnemen van een geluidverdeelplan in het bestemmingsplan. Vastgestelde normen ter verdeling van de geluidruimte dienen uit het bestemmingsplan af te leiden te zijn. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 13 juni 2013, kenmerk 036/2013, heeft de raad het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Oosteind" vastgesteld. |
Annotator | W.J.B. Claassen-Dales ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2015:237 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | HvJ EU 12-02-2015, C-48/14, ECLI:EU:C:2015:91 |
Citeertitel | M en R 2015/87 ![]() |
Samenvatting | Richtlijn 2013/51/Euratom van de Raad van 22 oktober 2013 tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water terecht gebaseerd op grond van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EA). |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 12 februari 2015.#Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie.#Beroep tot nietigverklaring - Richtlijn 2013/51/Euratom - Keuze van de rechtsgrondslag - EGA-Verdrag - Artikelen 31 EA en 32 EA - VWEU - Artikel 192, lid 1, VWEU - Bescherming van de gezondheid van personen - Radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water - Rechtszekerheid - Loyale samenwerking tussen de instellingen.#Zaak C-48/14. |
Annotator | J. Jans ![]() |
Link | Volledige tekst artikel (rug.nl)![]() |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2015:91 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | EHRM 17-02-2015, 6987/07 |
Citeertitel | M en R 2015/88 ![]() |
Samenvatting | Bulgaars “Wob-verzoek”; niet verstrekken van gegevens aan dierenrechtenactiviste leidt tot schending van art. 10 EVRM |
Samenvatting (Bron) | Remainder inadmissible;Violation of Article 10 - Freedom of expression -{General} (Article 10-1 - Freedom to impart information;Freedom to receive information);Violation of Article 13+10 - Right to an effective remedy (Article 13 - Effective remedy) (Article 10 - Freedom of expression -{General};Article 10-1 - Freedom to impart information;Freedom to receive information);Non-pecuniary damage - award (Article 41 - Non-pecuniary damage;Just satisfaction) |
Annotator | B. Arentz ![]() |
Uitspraak | ECLI:CE:ECHR:2015:0217JUD000698707 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 11-03-2015 |
Citeertitel | M en R 2015/89 ![]() |
Samenvatting | Wet luchtvaart staat niet in de weg zogenaamde “generieke” TUG-ontheffing (waarbij te gebruiken terrein niet bij voorbaat vaststaat): invulling begrippen “tijdelijk en uitzonderlijk gebruik” en “terrein” |
Samenvatting (Bron) | Bij afzonderlijke besluiten van 20 december 2012 heeft het college Aerostat Ballonvaarten, Anti Gravity B.V., Fleuren Elektro-Technik GmbH, Heliar Helicopter Services, HeliFlight Holland B.V, HeliFlite B.V., Heli Holland Air Service B.V., Helijet Charter GmbH, Prince Helicopters, Rotarywings B.V., Ryfas Helicopters en Swanenberg Heli Services B.V. voor 2013 een generieke ontheffing verleend van het verbod om anders dan van of op een luchthaven te landen of te stijgen op nog nader te bepalen locaties in de provincie. |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2015:725 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 11-03-2015 |
Citeertitel | M en R 2015/90 ![]() |
Samenvatting | Handhavingsverzoek m.b.t. (geluidsoverlast van) schutterij; zorgplicht Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing – afwijzing van het beroep op hinderbepaling uit Bouwbesluit onvoldoende onderbouwd |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 29 november 2012 heeft het college het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen Schutterij Sint Jan aan de Kromboschweg nummer 1 te Grubbenvorst (hierna: de Schutterij), afgewezen. |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2015:737 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 01-04-2015 |
Citeertitel | M en R 2015/91 ![]() |
Samenvatting | Art. 19kd Nbw 1998 bij plannen alleen van toepassing bij interne salderingsmaatregelen. Gevolgen plan dienen te worden beoordeeld ten opzichte van de feitelijke situatie voorafgaand aan vaststelling van een plan. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 20 juni 2013, kenmerk BM1301380, heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Steenbergen" vastgesteld. |
Annotator | M.M. Kaajan ![]() |
Link | Volledige tekst annotatie (envir-advocaten.com)![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2015:1010 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 01-04-2015 |
Citeertitel | M en R 2015/92 ![]() |
Samenvatting | Art. 19kd Nbw 1998 bij plannen alleen van toepassing bij interne salderingsmaatregelen. Gevolgen plan dienen te worden beoordeeld ten opzichte van de feitelijke situatie voorafgaand aan vaststelling van een plan. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 18 februari 2014 heeft het college het wijzigingsplan "Hoogdonkseweg 6" vastgesteld. |
Annotator | M.M. Kaajan ![]() |
Link | Volledige tekst annotatie (envir-advocaten.com)![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2015:999 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Rotterdam 03-04-2015 |
Citeertitel | M en R 2015/93 ![]() |
Samenvatting | Bestuurlijke boete wegens overtreding Wet dieren |
Samenvatting (Bron) | Bestuurlijke boete vanwege overtreding Wet dieren. Niet binnen een werkdag gemeld dat er kadavers in de wei lagen, zoals dit is voorgeschreven in artikel 3.4, eerste lid, van de Wet dieren. Verweerder was dus bevoegd een boete op te leggen. Daarnaast is niet aannemelijk gemaakt dat eiser in aanmerking komt voor halvering van het boetebedrag omdat de overtreding zou zijn begaan anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf. |
Annotator | H.J.A. van Ham ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RBROT:2015:2294 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 29-04-2015 |
Citeertitel | M en R 2015/94 ![]() |
Samenvatting | Handhaven. Bevoegd gezag moet beoordelen of sprake is van concreet zicht op legalisatie. Ook als er geen aanvraag is. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 25 maart 2013 heeft het college [wederpartij] onder oplegging van een dwangsom gelast voor 1 januari 2014 het gebruiken, dan wel laten gebruiken van het gebouw op het perceel [locatie] te Bilthoven (hierna: het perceel) voor (zelfstandige) bewoning te beëindigen en beëindigd te houden en alle voorzieningen die het mogelijk maken om het gebouw te gebruiken voor (zelfstandige) bewoning te verwijderen en verwijderd te houden. |
Annotator | V.M.Y. van 't Lam ![]() |
Link | Volledige tekst annotatie (Stibbe)![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2015:1350 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 06-05-2015 |
Citeertitel | M en R 2015/95 ![]() |
Samenvatting | Kennisgeving EVOA: (terecht) bezwaar tegen overbrenging gebruikte motorolie (bestemd voor nuttige toepassing) omdat deze PCB’s bevat – Afdeling ziet geen aanleiding om prejudiciële vragen te stellen |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 1 februari 2012 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu, thans de staatssecretaris, bezwaar gemaakt tegen het voornemen van Wubben om gebruikte motor- en systeemolie over te brengen naar Mineralöl-Raffinerie Dollbergen te Duitsland. |
Annotator | W. Douma ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2015:1418 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Rotterdam 21-11-2013, ROT 13/658 WATER HO03 |
Citeertitel | M en R 2015/96 ![]() |
Samenvatting | Handhaving overtreding lozen afvalwater. Zorgplicht |
Uitspraak | ECLI:NL:RBROT:2013:9084 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |