AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 14-01-2020
Aflevering 3
RubriekHoge Raad
TitelHoge Raad 09-04-2019
CiteertitelAB 2020/12
SamenvattingOpzettelijke overtreding voorschrift gesteld bij art. 2.3 Wet op de Geneesmiddelenvoorziening door tabletten mCPP te bereiden en af te leveren.
Samenvatting (Bron)Herziening. Economische zaak. Opzettelijke overtreding voorschrift gesteld bij art. 2.3 Wet op de Geneesmiddelenvoorziening door tabletten mCPP te bereiden en af te leveren.. Vervolg op tussenarrest ECLI:NL:HR:2018:2339, waarbij AG in de gelegenheid is gesteld zich uit te laten over ECLI:EU:C:2018:853. Aanvraag, die berust op stelling dat indien Hof bekend was geweest met ECLI:EU:C:2014:2060, onderzoek zaak zou hebben geleid tot vrijspraak of o.v.a.r., stelt vraag aan de orde of Unierecht noopt tot zodanig ruime interpretatie van herzieningsgronden van art. 457 Sv, dat uitspraak van HvJ EU moet leiden tot herziening van eerdere strafrechtelijke veroordeling, indien uit uitspraak blijkt dat veroordeling - achteraf bezien - onverenigbaar is met Unierecht. HR verwijst naar herzieningsgronden van art. 457.1.c Sv (novum) en art. 457.1.b Sv (EHRM-uitspraak waarin schending van EVRM is vastgesteld) en overweegt dat ECLI:EU:C:2018:853 erop neerkomt dat Unierecht niet ertoe verplicht dat bijzonder rechtsmiddel herziening wordt uitgebreid in die zin dat ook als grond voor herziening moet worden aangemerkt een na onherroepelijk worden van strafrechtelijke veroordeling gebleken strijdigheid met Unierecht (i.c. richtlijn 2001/83/EG en daaraan door HvJ EU in ECLI:EU:C:2014:2060 m.b.t begrip geneesmiddel gegeven uitleg). V.zv. aanvraag uitgaat van andere opvatting, is zij ongegrond. V.zv. aanvraag betoogt dat ook als Unierecht daartoe niet verplicht, i.c. moet worden aangenomen dat door HvJ EU in ECLI:EU:C:2014:2060 aan Richtlijn gegeven uitleg moet worden aangemerkt als (nieuw) gegeven a.b.i. art. 457.1.c Sv, verwijst HR naar MvT bij Wet hervorming herziening ten voordele (Stb. 2012, 275), waaruit volgt dat nieuwe of gewijzigde rechtspraak niet kan worden aangemerkt als (nieuw) gegeven a.b.i. art. 457.1.c Sv. Dat nieuwe of gewijzigde rechtspraak is gewezen door het HvJ EU of dat nieuwe of gewijzigde nationale rechtspraak het gevolg is van rechtspraak van HvJ EU leidt niet tot ander oordeel. Volgt afwijzing aanvraag. Vervolg op 09/04119 E (niet gepubliceerd, art. 81.1 RO).
AnnotatorR. Ortlep
UitspraakECLI:NL:HR:2019:546
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 18-09-2019
CiteertitelAB 2020/13
SamenvattingVerhaal kosten toepassing bestuursdwang bestaande uit het ontmantelen van hennepplantage
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 27 september 2017 heeft het college het verzoek van [appellant] om intrekking van besluiten van 13 februari 2014, en van 18 februari 2014 afgewezen. In het besluit van 13 februari 2014 was besloten tot verhaal op [appellant] van de kosten van toepassing van bestuursdwang, bestaande uit het ontmantelen van een hennepplantage. In het besluit van 18 februari 2014 was een boete opgelegd van 4.000,- voor het zonder vergunning onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot woonruimte.
AnnotatorL.M. Koenraad , T.N. Sanders
LinkVolledige tekst annotatie (AKD.eu)
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:3164
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 05-09-2019
CiteertitelAB 2020/14
SamenvattingVerblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 24 juli 2018 heeft de staatssecretaris, voor zover nu van belang, een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
AnnotatorR.W.J. Severijns
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:2986
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 04-09-2019
CiteertitelAB 2020/15
SamenvattingBestuurlijke boete wegens overtreding van de Huisvestingswet
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 6 april 2017 heeft het college aan [appellant] een bestuurlijke boete opgelegd van 40.500,00.
AnnotatorT.I. Oost
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:3041
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 15-11-2018
CiteertitelAB 2020/16
SamenvattingDe voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting. Bij uitspraak heeft de Afdeling op het hoger beroep beslist. Derhalve is geen sprake meer van een geding.
Samenvatting (Bron)[verzoekster] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 1 november 2018 in zaak nr. 18/3652.
AnnotatorJ.G. Bos , R. Stijnen
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:3747
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 17-09-2019
CiteertitelAB 2020/17
SamenvattingGeen spoedeisend belang nu verzoek ziet op betaling van bijstand over een periode in het verleden en verzoeker inmiddels weer bijstand ontvangt.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening. Geen spoedeisend belang nu verzoek ziet op betaling van bijstand over een periode in het verleden en verzoeker inmiddels weer bijstand ontvangt.
AnnotatorJ.G. Bos , R. Stijnen
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:3001
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 08-03-2019
CiteertitelAB 2020/18
SamenvattingGeen spoedeisend belang kan zijn gelegen in een toekomstige onzekere gebeurtenis.
Samenvatting (Bron)Voorlopige voorziening. Kennelijk ongegrond. Artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 2.2, achtste lid Wet dieren. Artikel 1.6 en 1.7 van het Besluit houders van dieren.
AnnotatorJ.G. Bos , R. Stijnen
UitspraakECLI:NL:CBB:2019:103
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 23-10-2019
CiteertitelAB 2020/19
SamenvattingDoor medisch adviseur uitgevoerde onderzoek is zorgvuldig is geweest. Standpunt dat wel sprake is van acuut verlopende aanvallen waarbij betrokkene niet adequaat kan reageren en daardoor 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig is om ernstig nadeel te voorkomen, is niet met medische stukken onderbouwd.
Samenvatting (Bron)De beroepsgrond dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat CIZ nader had moeten onderzoeken in hoeverre de manier waarop betrokkene omgaat met zijn AGS wordt beïnvloed door zijn psychiatrische aandoening slaagt. CIZ heeft dan ook terecht alleen beoordeeld of de somatische klachten en de lichamelijke handicap van betrokkene leiden tot een blijvende behoefte aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid. De Raad is van oordeel dat het door de medisch adviseur uitgevoerde onderzoek zorgvuldig is geweest en CIZ het bestreden besluit daarop heeft kunnen baseren. Standpunt dat wel sprake is van acuut verlopende aanvallen waarbij betrokkene niet adequaat kan reageren en daardoor 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig is om ernstig nadeel te voorkomen, is niet met medische stukken onderbouwd.
AnnotatorA.C. Hendriks
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:3349
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 05-06-2019
CiteertitelAB 2020/20
SamenvattingUwv heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de combinatie medicijnen (oxazepam, paroxetine en metoprolol) geen belemmering vormde voor het werken met een papiersnijmachine.
Samenvatting (Bron)Het Uwv heeft ten onrechte heeft geoordeeld dat appellant geen recht meer had op ZW-uitkering. Het Uwv heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de combinatie van de door appellant op de datum in geding gebruikte medicijnen (oxazepam, paroxetine en metoprolol) geen belemmering vormde voor het werken met een papiersnijmachine.
AnnotatorA.C. Hendriks
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:1893
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 28-05-2019
CiteertitelAB 2020/21
SamenvattingLast te onbepaald en te onduidelijk geformuleerd. Wet Dieren.
Samenvatting (Bron)Last onder bestuursdwang en kostenbesluiten. Last te onbepaald en te onduidelijk geformuleerd. Artikel 2.1 en 2.1 van de Wet dieren. Artikel 1.6, 1.7 en 1.8 van het Besluit houders van dieren.
AnnotatorC.M.M. van Mil
LinkVolledige tekst annotatie (Hekkelman.nl)
UitspraakECLI:NL:CBB:2019:219
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Amsterdam 22-05-2019
CiteertitelAB 2020/22
SamenvattingNog noodzakelijk man een gebiedsverbod op te leggen?
Samenvatting (Bron)De burgemeester heeft niet voldoende kenbaar gemaakt dat er in de zaak van een beoogd doelwit van een schietpartij in een buurthuis regelmatig werd getoetst of het nog noodzakelijk was om de man een gebiedsverbod op te leggen.
AnnotatorJ.G. Brouwer , A.E. Schilder
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2019:3726
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekNationale ombudsman
TitelNationale ombudsman 22-10-2019, 2019/055
CiteertitelAB 2020/23
SamenvattingVerzoeker klaagt er over dat de politie en het Openbaar Ministerie de voorwaarde van finale kwijting verbinden aan een aangeboden vergoeding uit coulance. Op herhaaldelijk verzoek van de politie hebben de echtgenote en dochter van verzoeker aan de politie informatie verschaft over de criminele activiteiten van de buurman. De politie heeft van meet af aan hun anonimiteit gegarandeerd zodat de buurman er niet achter zou komen wie de informatie over hem heeft verschaft. Door een fout van politie en het Openbaar Ministerie zijn hun personalia en verklaringen toch bekend geworden bij de buurman. De relatie met de buurman is tot op heden ernstig verstoord. Verzoeker en zijn gezin voelen zich door bedreigingen niet meer veilig. Verzoeker wil graag een vergoeding voor de kosten van de voor hem noodzakelijke verhuizing.
AnnotatorP.J. Stolk
LinkVolledige tekst rapport (nationaleombudsman.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn