Rubriek | Hoge Raad |
---|---|
Titel | Hoge Raad 21-12-2018 |
Citeertitel | AB 2020/84 ![]() |
Samenvatting | Vordering tegen Staat, gebaseerd op de stelling dat het arrest jegens eisers onrechtmatig is omdat is nagelaten prejudiciële vragen aan het HvJEU te stellen |
Samenvatting (Bron) | Onrechtmatige rechtspraak? Vordering tegen Staat, gebaseerd op de stelling dat het arrest HR 13 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW3367 (waarin eisers in het ongelijk zijn gesteld) jegens eisers onrechtmatig is omdat is nagelaten prejudiciële vragen aan het HvJEU te stellen. Verplichting tot het stellen van prejudiciële vragen; art. 267 lid 3 VWEU; HvJEU 6 oktober 1982, ECLI:EU:C:1982:335 (Cilfit). Voorwaarden voor staatsaansprakelijkheid wegens rechtspraak in strijd met EU-recht; HvJEU 30 september 2003, ECLI:EU:C:2003:513 (Köbler). Motiveringsplicht voor afzien van prejudiciële vragen. Is Hoge Raad geschikt als cassatierechter in zaak waarin aansprakelijkheid voor eigen arrest aan de orde is? |
Annotator | T. Barkhuysen ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2018:2396 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | ABRvS |
---|---|
Titel | Raad van State 23-10-2019 |
Citeertitel | AB 2020/85 ![]() |
Samenvatting | De Belastingdienst/Toeslagen kan bij de bepaling van het recht op voorschotten kinderopvangtoeslag beoordelen welk bedrag aan kinderopvangtoeslag moet worden vastgesteld indien een deel van de kosten is betaald. Bij deze beoordeling moet de Belastingdienst/Toeslagen de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen afwegen. Dit is anders dan de Afdeling eerder heeft overwogen: ECLI:NL:RVS:2016:1610 |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 16 augustus 2017 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het verzoek van [appellante] om herziening van haar voorschot kinderopvangtoeslag over 2014 en 2015 afgewezen. |
Annotator | A. Drahmann ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2019:3535 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | ABRvS |
---|---|
Titel | Raad van State 23-10-2019 |
Citeertitel | AB 2020/86 ![]() |
Samenvatting | Voorschot kinderopvangtoeslag herzien en vastgesteld op nihil en het te veel betaalde teruggevorderd. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 24 augustus 2011 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot kinderopvangtoeslag van [appellante] over 2010 herzien en vastgesteld op nihil en het te veel betaalde teruggevorderd. |
Annotator | A. Drahmann ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2019:3536 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | ABRvS |
---|---|
Titel | Raad van State 03-07-2019 |
Citeertitel | AB 2020/87 ![]() |
Samenvatting | Besluit Belastingdienst/Toeslagen vernietigd en dienst opgedragen een nieuw besluit te nemen over kinderopvangtoeslag |
Samenvatting (Bron) | Bij uitspraak van 3 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3182, heeft de Afdeling het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 28 maart 2017 vernietigd en de dienst opgedragen een nieuw besluit te nemen over de kinderopvangtoeslag voor de toeslagjaren 2014 en 2015. Bij besluit van 14 december 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen, gevolg gevend aan deze uitspraak, het bezwaar van [appellant] gegrond verklaard voor het toeslagjaar 2015 en ongegrond voor het toeslagjaar 2014. Dit betekent dat [appellant] voor 2014 recht heeft op een bedrag van 337,00, aldus de dienst. |
Annotator | A. Drahmann ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2019:2211 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | ABRvS |
---|---|
Titel | Raad van State 06-11-2019 |
Citeertitel | AB 2020/88 ![]() |
Samenvatting | Aanwijzing aan gastouderbureau om administratie op orde te brengen |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 1 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht [wederpartij] een aanwijzing gegeven om maatregelen te treffen tegen geconstateerde overtredingen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het gaat in deze zaak om een inspectie bij gastouderbureau [wederpartij]. Die inspectie heeft ertoe geleid dat het college [wederpartij] een aanwijzing heeft gegeven om de administratie op orde te brengen. [wederpartij] is het daar niet mee eens. |
Annotator | A. Drahmann ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2019:3763 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | ABRvS |
---|---|
Titel | Raad van State 07-08-2019 |
Citeertitel | AB 2020/89 ![]() |
Samenvatting | Wob. Openbaarmaking documenten met betrekking tot de vondsten, de uitvoering van de monitoring, de vangstgegevens, de bestrijding, het overleg met de gemeente en het onderzoek naar de herkomst inzake de tijgermuggen in Veenendaal. Persoonlijke levenssfeer bewoners aangetast door satellietfoto’s? |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 4 april 2017 heeft de staatssecretaris van Economische Zaken het verzoek van de stichting om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) documenten openbaar te maken gedeeltelijk afgewezen. |
Annotator | E.C. Pietermaat ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2019:2709 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Centrale Raad van Beroep |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 04-12-2019 |
Citeertitel | AB 2020/90 ![]() |
Samenvatting | Verlaging WIA-uitkering. Niet adequaat herstelgedrag. |
Samenvatting (Bron) | Verlaging WIA-uitkering met 25% voor 4 maanden. Niet adequaat herstelgedrag. Anders dan appellant heeft betoogd brengt de omstandigheid dat hij volledig arbeidsongeschikt is niet mee dat de verplichting als bedoeld in artikel 29, eerste lid, en tweede lid, aanhef en onder a, van de Wet WIA niet op hem van toepassing is. |
Annotator | A.C. Hendriks ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:3883 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Centrale Raad van Beroep |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 12-06-2019 |
Citeertitel | AB 2020/91 ![]() |
Samenvatting | Sanctiebeleid eigenrisicodrager. De bevoegdheid van de eigenrisicodrager strekt zich niet uit tot de sanctie om de uitkering blijvend, geheel te weigeren. |
Samenvatting (Bron) | IVA-uitkering terecht geweigerd. In het eerstkomende jaar bestaat een meer dan geringe kans op herstel, zodat geen reden is om te twijfelen aan het standpunt van het Uwv dat werkneemster volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt wordt geacht. Appellante, werkgeefster, eigenrisicodrager, heeft in hoger beroep geen gegevens overgelegd die tot een andere conclusie moeten leiden. Sanctiebeleid eigenrisicodrager. De bevoegdheid van de eigenrisicodrager strekt zich niet uit tot de sanctie om de uitkering blijvend, geheel te weigeren (thans 5de categorie, verzekerde mag zijn arbeidsongeschiktheid niet opzettelijk veroorzaken). Deze sanctie kan uitsluitend door het UWV worden opgelegd. Dit houdt in dat het UWV bij de vaststelling van het recht op uitkering ook moet toetsen of de arbeidsongeschiktheid opzettelijk is veroorzaakt. Het Uwv heeft zich terecht beperkt tot het nemen van beslissingen over de mate van arbeidsongeschiktheid en de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid, resulterend in het besluit tot vaststellen van het recht op een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet WIA voor werkneemster met ingang van 8 september 2015. |
Annotator | A.C. Hendriks ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1926 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | College van Beroep voor het bedrijfsleven |
---|---|
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven 15-10-2019 |
Citeertitel | AB 2020/92 ![]() |
Samenvatting | Intrekking Wft-vergunning financiële dienstverlener. Heeft AFM bij uitvoering van digitale onderzoek in strijd heeft gehandeld met haar werkwijze voor het inzien en kopiëren van digitale gegevens? |
Samenvatting (Bron) | Wet financieel toezicht. Intrekking Wft-vergunning financiële dienstverlener. Geen integere en beheerste bedrijfsvoering. Nieuwe gronden. Hoger beroep ongegrond. |
Annotator | R. Stijnen ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2019:496 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | College van Beroep voor het bedrijfsleven |
---|---|
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven 15-10-2019 |
Citeertitel | AB 2020/93 ![]() |
Samenvatting | Aanvraag beleggingsinstelling om vergunning op grond van artikel 2:65 Wet op het financieel toezicht terecht afgewezen |
Samenvatting (Bron) | Hoger beroep. Aanvraag om vergunning op grond van artikel 2:65 Wet op het financieel toezicht terecht afgewezen. Betrouwbaarheid en geschiktheid beleidsbepalers. |
Annotator | R. Stijnen ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2019:498 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | College van Beroep voor het bedrijfsleven |
---|---|
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven 15-10-2019 |
Citeertitel | AB 2020/94 ![]() |
Samenvatting | Ontslag van instantie |
Samenvatting (Bron) | Wet op het financieel toezicht, aanwijzing AFM, faillissement appellante, ontslag van instantie, hoger beroep niet-ontvankelijk. |
Annotator | R. Stijnen ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2019:497 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtbanken |
---|---|
Titel | Rechtbank Gelderland 07-11-2019 |
Citeertitel | AB 2020/95 ![]() |
Samenvatting | Stilzwijgende instemming is geen besluit omdat geen sprake is van een rechtshandeling en de instemming ook niet op schrift is gesteld. |
Samenvatting (Bron) | Aanleggen van een uitrit. In de Apv is een meldingenstelsel opgenomen. De uitrit kan worden aangelegd indien het college niet binnen vier weken na ontvangst van de melding heeft beslist dat de gewenste uitrit wordt verboden. Stilzwijgende instemming is geen besluit omdat geen sprake is van een rechtshandeling en de instemming ook niet op schrift is gesteld. De conclusie van Staatsraad Advocaat-Generaal om in dit geval een stilzwijgende instemming gelijk te stellen met een besluit wordt niet gevolgd. Wetswijziging noodzakelijk. |
Annotator | W.P. van der Meulen ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RBGEL:2019:5015 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtbanken |
---|---|
Titel | Rechtbank Midden-Nederland 29-05-2019 |
Citeertitel | AB 2020/96 ![]() |
Samenvatting | Hells Angels Motorcycle Club Holland is in strijd met de openbare orde en wordt ontbonden en verboden. |
Samenvatting (Bron) | Hells Angels Motorcycle Club Holland is in strijd met de openbare orde en wordt ontbonden en verboden. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland vandaag beslist in een civiele procedure tussen het Openbaar Ministerie en de Hells Angels. Ook de wereldwijde organisatie van Hells Angels mag niet actief zijn in Nederland. Het Openbaar Ministerie had om het verbod en de ontbinding van de Nederlandse afdeling van de motorclub gevraagd. Om tot een beslissing te komen moet eerst de vraag worden beantwoord of de Hells Angels een organisatie is. De rechtbank oordeelt dat dat het geval is. Zo bestaan er zogenoemde Worldrules en zijn er Worldmeetings. The Worldmeeting heeft de zeggenschap over alles wat de Hells Angels en hun charters raakt. Zo kunnen op de Worldmeetings alle beslissingen die op lager niveau zijn genomen worden teruggedraaid. Overtreding van de regels kan leiden tot een boete of verwijdering. Regels of aanpassingen van de huidige regels kunnen ingediend worden op regionaal, nationaal en op mondiaal niveau. De organisatie treedt naar buiten toe onder de naam Hells Angels in combinatie met een geografische naam. Dit komt ook tot uiting in de kleding en patches en websites. De organisatie Hells Angels is een gevaar voor de openbare orde, zo oordeelt de rechtbank. De Hells Angels zien zichzelf als een 1%-club, een club van outlaws. Een club waar een cultuur van wetteloosheid heerst en overheidsgezag buiten de deur wordt gehouden. Er zijn verschillende patches die uitgereikt worden aan leden die (ernstig) geweld plegen. Ook zijn er fondsen voor leden die in de gevangenis zitten of vervolgd worden. Hells Angels profileren zich als de grootste en machtigste motorclub. Zij vinden dat andere clubs naar hen moeten luisteren, met langdurige conflicten tot gevolg. Dit gaat wereldwijd gepaard met een reeks aan ernstige incidenten, zoals een levensgevaarlijke brand in een café in Kerkrade en een massale vecht- en schietpartij in een hotel in Rotterdam. Uit in de inhoud van de incidenten komt een beeld naar voren van ernstig geweld door en tegen de Hells Angels. Het geweld is structureel en komt voort uit de cultuur die binnen de motorclub heerst. De rechtbank vindt het verbod daarom noodzakelijk om de samenleving te beschermen. De Hells Angels zijn als individuele leden onderdeel van een organisatie die in strijd is met de openbare orde. Het verbod houdt in dat zij vanaf vandaag niet in die hoedanigheid in Nederland mogen zijn. Het is aan het Openbaar Ministerie om te bepalen hoe zij hiertegen willen optreden. |
Annotator | J.G. Brouwer ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RBMNE:2019:2302 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |