Rubriek | Redactioneel |
---|---|
Titel | Omdenken over het tuchtrecht |
Citeertitel | TvGR 2021, afl. 1, p. 3 ![]() |
Samenvatting | In 2009 was ik betrokken bij een onderzoek waarin zowel klagers en aangeklaagden in het tuchtrecht werden geïnterviewd.1 Wij concludeerden onder meer dat beide partijen de tuchtrechtelijke procedure als formeel en zakelijk ervoeren. Aangeklaagden ten aanzien van wie de klacht gegrond was verklaard, bleken nadien niet zelden voor vormen van defensieve geneeskunde te hebben gekozen. |
Auteur(s) | J. Legemaate ![]() |
Pagina | 3 |
Link | Volledige tekst artikel (bjutijdschriften.nl)![]() |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | ‘Voltooid leven’ en de grenzen van het medisch domein |
Citeertitel | TvGR 2021, afl. 1, p. 5 ![]() |
Samenvatting | Zoals in 2017 in het regeerakkoord was afgesproken is in 2019 in opdracht van VWS een onderzoek uitgevoerd naar de vraag hoeveel ouderen een persisterende en actieve wens tot levensbeëindiging hebben die buiten de reikwijdte van de bestaande euthanasiewetgeving lijkt te vallen. Welke wensen daar buiten ‘lijken te vallen’ wordt in deze context niet door de zorgvuldigheidseisen uit de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl, 2002) bepaald, maar door de aanvullende eis die de Hoge Raad in 2002 in het Brongersma-arrest stelde: dat het lijden van de betrokkene dat het euthanasieverzoek motiveert in overwegende mate moet voortvloeien uit een of meer medisch geclassificeerde somatische of psychische ziektes of aandoeningen. |
Auteur(s) | G.A. den Hartogh ![]() |
Pagina | 5 |
Link | Volledige tekst artikel (bjutijdschriften.nl)![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:PHR:2002:AE8772 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Het Toezichtkader Goed Bestuur: van toegevoegde waarde of gereed voor ‘ontregeling’? |
Citeertitel | TvGR 2021, afl. 1, p. 15 ![]() |
Samenvatting | De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) publiceerden op 6 juli 2016 hun Kader Toezicht op goed bestuur (Toezichtkader 2016). In het Toezichtkader 2016 maken beide toezichthouders duidelijk wat ze ‘verwachten’ van het bestuur en het interne toezicht van zorginstellingen. |
Auteur(s) | B.A. van Schelven ![]() |
Pagina | 15 |
Link | Volledige tekst artikel (VBK.nl)![]() |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | De juridisering van goed bestuur: De onstuitbare regelzucht over good governance in de zorg |
Citeertitel | TvGR 2021, afl. 1, p. 28 ![]() |
Samenvatting | Vanuit de overheid, maar ook het veld zelf, is veel aandacht voor goed bestuur in de zorg. Daarbij bestaat de laatste jaren de neiging om dit onderwerp zo veel mogelijk in regels te vatten, ondanks de bij herhaling geuite toezegging om te komen tot substantiële deregulering. Het lijkt daarbij of alles in de zorg wordt opgehangen aan goed of (eigenlijk) slecht bestuur. In dit artikel bespreken wij deze juridisering van het bestuur van zorgorganisaties aan de hand van vier manifestaties daarvan. |
Auteur(s) | P.S. Kahn ![]() ![]() |
Pagina | 28 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Forum |
---|---|
Titel | Taalbarrières en tolken in de zorg: wie betaalt de prijs? |
Citeertitel | TvGR 2021, afl. 1, p. 41 ![]() |
Samenvatting | Communicatie tussen patiënt en zorgverlener is belangrijk voor goede zorgverlening. Zo lijkt ook de wetgever te willen onderstrepen met de recente invoering van het ‘samen beslissen’-model in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) waarin de dialoog tussen zorgverlener en patiënt centraal wordt gezet. |
Auteur(s) | M.A.H. Koopmans ![]() |
Pagina | 41 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Kroniek |
---|---|
Titel | Kroniek rechtspraak Scheidsgerecht Gezondheidszorg: Van medisch specialisten, ziekenhuis en governance |
Citeertitel | TvGR 2021, afl. 1, p. 47 ![]() |
Samenvatting | In de kroniek rechtspraak Scheidsgerecht Gezondheidszorg zijn de uitspraken sinds 1998 van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg (hierna: het Scheidsgerecht) voor u van commentaar voorzien. |
Auteur(s) | T.A.M. van den Ende ![]() |
Pagina | 47 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Tuchtrecht BIG |
---|---|
Titel | Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 08-10-2019, 2019-065 |
Citeertitel | TvGR 2021, afl. 1, p. 65 ![]() |
Samenvatting | Huisarts is onzorgvuldig met het euthanasieverzoek van patiënt omgegaan. |
Annotator | S. van de Vathorst ![]() ![]() |
Pagina | 65 |
Uitspraak | ECLI:NL:TGZRSGR: 2019:168 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Tuchtrecht BIG |
---|---|
Titel | Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 07-01-2020, 2018-210 |
Citeertitel | TvGR 2021, afl. 1, p. 71 ![]() |
Samenvatting | Aanwezigheid bij MDO na beëindigen behandelrelatie geoorloofd? |
Annotator | A.F.H. ten Brummelhuis ![]() |
Pagina | 71 |
Uitspraak | ECLI:NL:TGZRSGR:2020:8 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Tuchtrecht BIG |
---|---|
Titel | Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 10-04-2020, 175/2019 |
Citeertitel | TvGR 2021, afl. 1, p. 79 ![]() |
Samenvatting | Ggz suïcidemelding en contact met de pers. |
Annotator | T.P. Widdershoven ![]() |
Pagina | 79 |
Uitspraak | ECLI:NL:TGZRZWO:2020:51 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Tuchtrecht BIG |
---|---|
Titel | Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag 16-04-2020, c2019.220 |
Citeertitel | TvGR 2021, afl. 1, p. 88 ![]() |
Samenvatting | Neuroloog stelt geneeskundige verklaring op op verzoek echtgenote; schending beroepsgeheim. |
Annotator | A.C. Hendriks ![]() |
Pagina | 88 |
Uitspraak | ECLI:NL:TGZCTG:2020:106 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Civiel recht |
---|---|
Titel | Rechtbank Den Haag 01-10-2020 |
Citeertitel | TvGR 2021, afl. 1, p. 95 ![]() |
Samenvatting | Zorgkantoren gehouden aan eisen van transparantie en proportionaliteit. |
Samenvatting (Bron) | Beleid vijf zorgkantoren voor inkoop langdurige zorg onrechtmatig De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft vandaag geoordeeld dat het beleid dat vijf zorgkantoren hebben vormgegeven voor de inkoop van langdurige zorg onrechtmatig is, in ieder geval voor het jaar 2021. De rechter heeft de zorgkantoren verboden de inkoopprocedures voort te zetten, tenzij zij alsnog kunnen aantonen dat met de gehanteerde tarieven in alle gevallen wordt voldaan aan de eisen die daaraan kunnen worden gesteld. Zolang daarvan geen sprake is moeten de zorgkantoren minimaal het tarief hanteren dat in 2020 is toegepast. Aanbieders van langdurige zorg tegen zorgkantoren 68 aanbieders van verschillende soorten langdurige zorg, verspreid over heel Nederland, zijn in totaal vijf kort gedingen gestart tegen vijf zorgkantoren. Die zaken zijn door de rechtbank gezamenlijk behandeld. Deze zorgaanbieders zijn het niet eens met de wijze waarop de zorgkantoren het nieuwe inkoopbeleid voor de komende jaren hebben vormgegeven. Zij hebben met name bezwaar tegen de geboden tarieven. Die zijn volgens de zorgaanbieders niet reëel, niet kostendekkend en hiermee wordt geen recht gedaan aan de verschillen tussen zorgaanbieders in de Wlz (wet langdurige zorg). De zorgkantoren wijzen daartegenover onder meer op de uitdagingen waar zij voor staan en op hun taakstelling. Zij menen dat zij geen reële tarieven hoeven te bieden, maar dat de geboden tarieven ruim voldoende zijn om goede zorg van te kunnen leveren en rechtmatig zijn. Zorgkantoren moeten reële tarieven bieden De rechter is van oordeel dat de vijf zorgkantoren reële tarieven moeten bieden, omdat zij gebonden zijn aan de aanbestedingsbeginselen. De rechter stelt daarna vast wat dat betekent en overweegt dat het op de weg van de zorgkantoren ligt om te motiveren waarom daar in dit geval sprake van is. Zorgkantoren hebben niet onderbouwd dat zij daaraan voldoen De zorgkantoren hebben volgens de rechter niet toegelicht waarom met het gehanteerde kortingspercentage op het door de Nederlandse Zorgautoriteit vastgestelde maximumtarief nog sprake is van reële tarieven. Zij hebben ook niet onderbouwd dat de zorg in alle gevallen doelmatiger kan worden georganiseerd en dit in alle gevallen kan worden bereikt door het hanteren van een kortingspercentage van 6%. Daarbij is relevant dat er evident sprake is van wezenlijke verschillen tussen de zorgaanbieders, die werkzaam zijn in verschillende sectoren. De voorzieningenrechter volgt de zorgaanbieders in hun standpunt dat de vijf zorgkantoren per sector hadden moeten bekijken wat haalbaar is qua tarifering, in welk opzicht en in welke mate een grotere doelmatigheid kan worden bereikt en in hoeverre het vastgestelde maximum tarief zich ervoor leent om daarop een korting toe te passen. Daarbij overweegt de rechtbank dat tot een maatregel als deze echt niet anders kan worden gekomen dan op basis van deugdelijk onderzoek. Dit hebben de vijf zorgkantoren volgens de rechter nagelaten. |
Annotator | J.G. Sijmons ![]() |
Pagina | 95 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2020:9527 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |