AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 11-06-2021
Aflevering 24
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 08-04-2021, 47621/13
CiteertitelAB 2021/171
SamenvattingVaccinatieplicht.
AnnotatorA.C. Hendriks
UitspraakECLI:CE:ECHR:2021:0408JUD004762113
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekHof van Justitie van de Europese Unie
TitelHvJ EU 04-03-2021, C-473/19 en C‑474/19
CiteertitelAB 2021/172
SamenvattingNatuurbeschermingsrecht en soortenbescherming Föreningen Skydda Skogen
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 4 maart 2021.# F?reningen Skydda Skogen e.a. tegen L?nsstyrelsen i V?stra G?talands l?n e.a.#Verzoeken van V?nersborgs tingsr?tt, mark- och milj?domstolen om een prejudici?le beslissing.#Prejudici?le verwijzing - Milieu - Richtlijn 92/43/EEG - Instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna - Artikel 12, lid 1 - Richtlijn 2009/147/EG - Behoud van de vogelstand - Artikel 5 - Bosbouw - Verboden ter instandhouding van de beschermde soorten - Project inzake eindkap - Gebied waar beschermde soorten voorkomen.#Gevoegde zaken C-473/19 en C-474/19.
AnnotatorS.D.P. Kole
UitspraakECLI:EU:C:2021:166
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHvJ EU 19-12-2019, C-386/18
CiteertitelAB 2021/173
SamenvattingEuropese subsidie. Coöperatieve Producentenorganisatie en Beheersgroep Texel.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 19 december 2019.#Co?peratieve Producentenorganisatie en Beheersgroep Texel UA tegen Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.#Verzoek van het College van Beroep voor het bedrijfsleven om een prejudici?le beslissing.#Prejudici?le verwijzing - Gemeenschappelijk visserijbeleid - Verordeningen (EU) nrs. 1303/2013, 1379/2013 en 508/2014 - Producentenorganisaties in de visserij- en aquacultuursector - Productie- en afzetprogramma's - Financi?le steun voor de voorbereiding en uitvoering van deze programma's - Voorwaarden voor de subsidiabiliteit van uitgaven - Beoordelingsmarge van de lidstaten - Geen mogelijkheid naar nationaal recht om een steunaanvraag in te dienen.#Zaak C-386/18.
AnnotatorJ.E. van den Brink
UitspraakECLI:EU:C:2019:1122
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 20-10-2020
CiteertitelAB 2021/174
SamenvattingEuropese subsidie.
Samenvatting (Bron)Regeling Europese EZ-subsidies, module productie- en afzetprogrammas. Verweerder heeft appellantes aanvraag om in aanmerking te komen voor financiële steun voor de voorbereiding en uitvoering van haar productie- en afzetprogramma 2014 en voor de door haar genomen afzetmaatregelen afgewezen. Het bestreden besluit kan gelet op het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 19 december 2019 (ECLI:EU:C:2019:1122) niet in stand blijven. Het beroep is gegrond. Verweerder moet opnieuw op het bezwaar beslissen.
AnnotatorJ.E. van den Brink
UitspraakECLI:NL:CBB:2020:733
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 14-04-2021
CiteertitelAB 2021/175
SamenvattingAfwijzing handhavingsverzoek tegen gebruik rubbergranulaat voor kunstgrasvelden. Elektronisch procederen. Impliciet kenbaar bereikbaar via elektronische weg?
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 30 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Katwijk het verzoek van de stichting om handhavend op te treden tegen het gebruik van rubbergranulaat als vulling voor kunstgrasvelden in Katwijk afgewezen. De stichting heeft op 27 oktober 2019 het college verzocht om handhavend op te treden tegen het gebruik van rubbergranulaat als vulling voor in totaal drie kunstgrasvelden bij de voetbalclubs KVV Quick Boys en VV Katwijk in Katwijk. De stichting heeft aan dit verzoek ten grondslag gelegd dat rubbergranulaat een bodemverontreinigende stof is en dat het gebruik hiervan als vulling op kunstgrasvelden in strijd is met artikel 13 van de Wet bodembescherming. Tegen het besluit van 30 januari 2020, waarbij het handhavingsverzoek is afgewezen, heeft de stichting op 11 maart 2020 zowel per post als digitaal, via DigiD, een nog niet van gronden voorzien bezwaarschrift ingediend.
AnnotatorT. Groot
LinkVolledige tekst annotatie (Stijladvocaten.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:785
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 24-02-2021
CiteertitelAB 2021/176
SamenvattingErnstig vermoeden van valsheid in geschrifte.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 8 maart 2019 heeft de burgemeester van Waddinxveen een aanvraag van [appellant sub 2] om verlening van een exploitatievergunning afgewezen. [appellant sub 2] heeft de burgemeester op grond van artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Waddinxveen 2009 verzocht om een vergunning te verlenen voor de exploitatie van [lunchroom]. Bij die aanvraag heeft zij een Verklaring Omtrent het Gedrag gevoegd en heeft zij een vragenformulier op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur moeten invullen. Dat formulier heeft zij in mei 2018 ingevuld en ondertekend. Daarbij heeft zij verklaard dat formulier naar waarheid te hebben ingevuld. Tot het moment dat op de aanvraag was besloten, mocht [appellant sub 2] van de burgemeester bij wijze van coulance de lunchroom exploiteren. De burgemeester heeft de aanvraag voor een exploitatievergunning afgewezen, omdat [appellant sub 2] volgens hem in enig opzicht van slecht levensgedrag is.
AnnotatorP. van Veen , W.S. Zorg
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:392
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 09-12-2020
CiteertitelAB 2021/177
SamenvattingEerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het huisrecht. Gebiedsverbod.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 2 februari 2018 heeft de burgemeester van Amsterdam aan [wederpartij] op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet een gebiedsverbod opgelegd van 2 februari 2018 tot en met 27 april 2018. Op 23 november 2017 heeft een schietpartij plaatsgevonden op Kattenburg, één van de Oostelijke Eilanden in Amsterdam. Hierbij is een persoon om het leven gekomen. [wederpartij] en twee andere personen zijn gewond geraakt. Op 26 januari 2018 heeft in het buurthuis Wittenburg, op één van de andere Oostelijke Eilanden te Amsterdam, een schietincident plaatsgevonden. Twee mannen hebben met zware wapens in het buurthuis geschoten. Als gevolg daarvan is een persoon om het leven gekomen. [wederpartij] en een andere persoon zijn zwaargewond geraakt. Naar aanleiding van deze schietincidenten en de ontstane onrust, angst en gevoelens van onveiligheid in de buurt heeft de burgemeester maatregelen getroffen als cameratoezicht, extra politiesurveillance en meer toezicht en handhaving.
AnnotatorA.E. Schilder , J.G. Brouwer
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:2912
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 09-02-2021
CiteertitelAB 2021/178
SamenvattingIn deze uiterst belangrijke uitspraak wordt een grens opgetrokken tegen ongebreideld procedeergedrag. Daar waar de maatschappelijke discussie zich al tijden richt op de kortingen op de gefinancierde rechtsbijstand en de bedreigingen voor de toegang tot de onafhankelijke rechter die dat met zich mee brengt, wordt nog wel eens uit het oog verloren dat er aan de andere kant van het procedurele spectrum ook wel het een en ander loos is. Daarbij gaat het om personen die – en dat kan evenzogoed via gefinancierde rechtsbijstand zijn! – een zodanig groot beroep op het juridische bestel in ons land doen dat ze daar op een verlammende uitwerking (kunnen) hebben. Is dat allemaal een vervelende maar onontkoombare bijwerking van de rechtsstatelijke waarborg? De Centrale Raad geeft hier, in navolging van de rechtbank Rotterdam, een duidelijk antwoord.
Samenvatting (Bron)Beroep terecht niet-ontvankelijk verklaard. Misbruik van recht. De rechtbank heeft de beroepen terecht niet-ontvankelijk verklaard op de grond dat appellante misbruik maakt van recht, zodat haar in deze zaken de toegang tot de bestuursrechter dient te worden ontzegd. Appellante heeft de bevoegdheid om beroepen bij de rechtbank tegen de bestreden besluiten in te stellen zodanig evident aangewend zonder redelijk doel of voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is gegeven, dat het aanwenden van die bevoegdheid blijk geeft van kwade trouw.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
LinkVolledige tekst annotatie (Schulinck.nl)
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:263
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 16-04-2020
CiteertitelAB 2021/179
SamenvattingBij de toetsing van (de toepassing van) buitenwettelijk begunstigend beleid kan de vraag aan de orde komen of sprake is van schending van fundamentele rechten.
Samenvatting (Bron)Gelet op de achtergrond van de Uitkeringsregeling Backpay deelt de Raad niet het standpunt van appellant dat op de Nederlandse Staat in juridische zin de verplichting rust tot betaling van de tijdens de Japanse bezetting niet uitbetaalde salarissen. Dit volgt ook niet uit de hiervoor vermelde volledige naam van de Uitkeringsregeling Backpay. De Uitkeringsregeling Backpay vindt geen grondslag in enig wettelijk voorschrift en heeft daarmee het karakter van buitenwettelijk, begunstigend beleid. Beperkte rechterlijke toetsing. De Raad stelt vast dat de minister de aanvraag van appellant in overeenstemming met het in de Uitkeringsregeling Backpay neergelegde beleid heeft afgewezen op de grond dat niet is voldaan aan de voorwaarde dat de belanghebbende - de grootvader van appellant, [naam grootvader] - op 15 augustus 2015 in leven was. Beleid minister is redelijk, vaste rechtspraak en er is verder geen aanleiding voor het oordeel dat de minister zijn beleid niet consistent heeft toegepast. Geen aanleiding voor een meer indringende toetsingsmaatstaf nu sprake is van buitenwettelijk begunstigend beleid. Van schending van fundamentele rechten, in het bijzonder een schending van het discriminatieverbod, is in dit geval geen sprake. Geen aanleiding om, zoals namens appellant is verzocht, prejudicieel advies in te winnen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Ook de stelling dat een belangenafweging op grond van artikel 3:4, tweede lid, van de Awb had moeten plaatsvinden, wordt niet gevolgd.
AnnotatorH.E. Bröring
LinkVolledige tekst annotatie (rug.nl)
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:964
Artikel aanvragenVia Praktizijn