Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 21-04-2021 |
Citeertitel | AB 2021/180 ![]() |
Samenvatting | Openbaarheid verslagen Bilderbergconferenties. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 21 januari 2016 heeft de minister van Algemene Zaken een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. [appellant] heeft de minister verzocht om aan hem alle documenten die betrekking hebben op de Bilderbergconferenties vanaf 1954, te verstrekken. Tijdens de hoorzitting in bezwaar heeft [appellant] dit verzoek beperkt tot de periode van 1980 tot en met 13 juni 2015, de datum van zijn verzoek. De minister heeft bij de deelbesluiten op bezwaar het verzoek om openbaarmaking van de documenten gedeeltelijk afgewezen op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder a, e, en g, van de Wob en artikel 11 van de Wob. Het eerste deelbesluit betreft 75 documenten. Het tweede deelbesluit betreft 101 andere documenten. De minister heeft bij deze besluiten twee documenten geheel en 57 documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt. |
Annotator | P.J. Stolk ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2021:848 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 03-03-2021 |
---|---|
Citeertitel | AB 2021/181 ![]() |
Samenvatting | Melding overlast is handhavingsverzoek. |
Samenvatting (Bron) | In juli 2018 heeft [appellant] via de website van de gemeente Rotterdam een melding gedaan dat op het platte dak achter zijn appartement een derde afzuiginstallatie is geplaatst ten behoeve van de keuken van het restaurant dat onder zijn appartement is gevestigd. [appellant] heeft fotos bij deze melding gevoegd. Op 10 september 2018 heeft [appellant] het college in gebreke gesteld, aangezien hij nog geen reactie had ontvangen op zijn melding, die hij kwalificeert als een verzoek om handhaving. |
Annotator | B,H.S. Geurts ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2021:446 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 10-02-2021 |
---|---|
Citeertitel | AB 2021/182 ![]() |
Samenvatting | Geen ambtshalve toetsing. Groot zal de verbazing zijn geweest bij zowel het college als de overtreder toen zij de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland onder ogen kregen. Het college en de overtreder waren het er namelijk over eens dat er tot en met 8 mei 2019 sprake was van bijzondere omstandigheden. Het ging hen er eigenlijk alleen om of het college, gelet op de ontwikkelingen na 8 mei 2019, alsnog mocht overgaan tot invordering. De voorzieningenrechter concludeert echter dat er nooit sprake is geweest van bijzondere omstandigheden die invordering van de verbeurde dwangsom in de weg stonden. Het college mocht dus gewoon invorderen. Wat er na 8 mei 2019 is gebeurd doet daarom niet ter zake, aldus de voorzieningenrechter. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 15 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde besloten tot invordering van de door [appellante] verbeurde dwangsom van 25.000,00. [appellante] is eigenaar van de recreatiewoning aan de [locatie] in Zeewolde. Op grond van het bestemmingsplan "Recreatieterrein Horsterwold 2012" rust op het perceel de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie". Zij heeft voor het beheer en de verhuur daarvan een overeenkomst gesloten met het bedrijf Madiba Verhuur. Bij besluit van 16 mei 2017 heeft het college [appellante] onder oplegging van een dwangsom van 25.000,00 ineens gelast om het (laten) gebruiken van de recreatiewoning aan de [locatie] ten behoeve van niet-recreatief gebruik uiterlijk 1 december 2017 te beëindigen en beëindigd te houden. Het college heeft aan het besluit van 15 november 2018 ten grondslag gelegd dat tijdens een controle is vastgesteld dat vijf personen aanwezig waren in de recreatiewoning. |
Annotator | T.N. Sanders ![]() |
Link | Volledige tekst annotatie (handhavingsrecht.nl)![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2021:275 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 09-12-2020 |
---|---|
Citeertitel | AB 2021/183 ![]() |
Samenvatting | Gebiedsverbod. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 15 augustus 2018 heeft de burgemeester van Nijmegen een noodbevel aan [appellant sub 2] gegeven. [appellant sub 2A] woonde met zijn gezin aan de [locatie] in Nijmegen. Dit gezin bestaat uit [appellant sub 2A], zijn echtgenote en hun twee minderjarige kinderen. De burgemeester heeft met toepassing van artikel 175, eerste lid, van de Gemeentewet een noodbevel gegeven en [appellant sub 2] bevolen om: - het perceel en het pand aan de [locatie] met de gezinsleden met onmiddellijke ingang te verlaten; - het pand te sluiten en zichtbaar gesloten te houden; - zich te onthouden van zichtbaar en kenbaar verblijf in de gemeente Nijmegen. Aan het noodbevel heeft de burgemeester ten grondslag gelegd dat er een ernstige vrees is voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden bij de woning van [appellant sub 2]. Er zijn bedreigingen tegen [appellant sub 2A] geuit door vermoedelijk leden van een zware criminele organisatie. |
Annotator | J.G. Brouwer ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2020:2839 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 30-09-2020 |
---|---|
Citeertitel | AB 2021/184 ![]() |
Samenvatting | Toeslagpartner. Terugvordering. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 13 april 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot kinderopvangtoeslag van [appellante] over de periode van 1 januari 2017 tot en met 8 oktober 2017 herzien en vastgesteld op een bedrag van 4.739,00. De Afdeling heeft in de tussen partijen gewezen uitspraak van 17 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1204, geoordeeld dat de Belastingdienst/Toeslagen terecht het voorschot kinderopvangtoeslag van [appellante] over 2017 bij besluit van 22 mei 2017, gehandhaafd bij het besluit van 8 juli 2017, heeft vastgesteld op een bedrag van 6.832,00. De uren die [appellante] heeft besteed aan een postmaster opleiding zijn volgens de Afdeling terecht niet meegerekend. De Belastingdienst/Toeslagen heeft het voorschot kinderopvangtoeslag van [appellante] over 2017 hierna verder verlaagd. |
Annotator | A. Drahmann ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2020:2324 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 09-09-2020 |
---|---|
Citeertitel | AB 2021/185 ![]() |
Samenvatting | Kinderopvangtoeslag. |
Samenvatting (Bron) | Bij tussenuitspraak van 24 juli 2019 heeft de Afdeling de Belastingdienst/Toeslagen opgedragen om binnen acht weken na verzending van de tussenuitspraak en met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen het besluit van 21 februari 2018 te herstellen door een nieuw besluit op het door [appellante] gemaakte bezwaar te nemen en dit besluit aan [appellante] en de Afdeling te zenden. [appellante] heeft in 2015 voor kinderopvang van haar [kinderen] in januari gebruikt gemaakt van [kindercentrum A], van 1 februari tot en met 31 mei van [kindercentrum B] en van 1 juni tot en met 31 december van [kindercentrum C]. Bij besluit van 4 mei 2016 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot kinderopvangtoeslag van [appellante] voor het jaar 2015 opnieuw berekend en op nihil gesteld. Bij besluit van 30 juli 2016 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het daartegen door [appellante] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. |
Annotator | A. Drahmann ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2020:2185 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | College van Beroep voor het bedrijfsleven |
---|---|
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven 11-05-2021 |
Citeertitel | AB 2021/186 ![]() |
Samenvatting | Niet voldaan aan medewerkingsplicht door alleen op locatie inzicht te willen geven in gevraagde gegevens en deze niet digitaal toe te zenden. |
Samenvatting (Bron) | Gezondheids- en welzijnswet voor dieren |
Annotator | C.M.M. van Mil ![]() |
Link | Volledige tekst annotatie (Hekkelman.nl)![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2021:476 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven 06-04-2021 |
---|---|
Citeertitel | AB 2021/187 ![]() |
Samenvatting | Bestuurlijke boete opgelegd door AFM. |
Samenvatting (Bron) | Wet op het financieel toezicht (Wft). Bestuurlijke boete wegens feitelijk leidinggeven aan overtreding van artikel 4:11, eerste lid, van de Wft door de onderneming. Nemo tenetur-beginsel, cautieplicht en reflexwerking van het zwijgrecht. Gelijkheidsbeginsel en het verbod van willekeur. |
Annotator | R. Stijnen ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2021:366 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven 08-12-2020 |
---|---|
Citeertitel | AB 2021/188 ![]() |
Samenvatting | Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. Bevoegheid minister. |
Samenvatting (Bron) | GLB; uitbetaling; verrekening met de uitbetaling voor een ander jaar; bevoegdheid tot verrekenen van de minister van LNV; RVO als betaalorgaan |
Annotator | J.E. van den Brink ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2020:929 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |