Tijdschrift voor Gezondheidsrecht

Uitgever Boom Juridische Uitgevers
Tijdschrift Tijdschrift voor Gezondheidsrecht
Datum 17-06-2022
Aflevering 3
RubriekRedactioneel
TitelLaat de huidige wetgeving voldoende ruimte voor gegevensuitwisseling in de zorg?
CiteertitelTvGR 2022, afl. 3, p. 185
SamenvattingHet uitwisselen van patiëntgegevens tussen zorgverleners verloopt in Nederland nog verre van ideaal. ‘Terwijl een patiënt op de spoedeisende hulp ligt, moeten artsen soms nog rondbellen om medische gegevens op te vragen.’ Dit zou in het uiterste geval zelfs kunnen leiden tot levensbedreigende situaties. Het belang van een goede en snelle gegevensuitwisseling binnen de zorg is groot, zeker nu samenwerking daarin steeds centraler is komen te staan.
Auteur(s)M.C. Ploem
Pagina185
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe juridische boodschap achter het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid
CiteertitelTvGR 2022, afl. 3, p. 189
SamenvattingHet rapport ‘Aanpak coronacrisis – Deel 1’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid analyseert de aanpak van de COVID-19-crisis tot 1 september 2020. Het rapport van de OvV analyseert hoe de aanpak tijdens de eerste periode in Nederland verliep. Besluitvormers en andere betrokkenen kunnen hiervan leren voor de aanpak van de voortdurende coronacrisis en voor toekomstige crises, zo is de gedachte. Het volumineuze en doorwrochte Rapport trekt conclusies over de voorbereiding, de crisisorganisatie, de besluitvorming, de crisiscommunicatie en gaat specifiek in op de situatie in verpleeghuizen.
Auteur(s)B.C.A. Toebes
Pagina189
LinkVolledige tekst artikel (RuG.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelOnderzoeksraad voor Veiligheid: de aanpak van de coronacrisis: Enkele juridische kanttekeningen
CiteertitelTvGR 2022, afl. 3, p. 198
SamenvattingOp 16 februari 2022 verscheen het eerste onderzoeksrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de aanpak van de coronacrisis. Dit rapport (er volgen er nog twee) gaat over de crisisaanpak in de periode maart tot september 2020, dus vanaf de eerste besmetting in Nederland tot aan het begin van de tweede golf. Het behandelt de voorbereidingen op de pandemie, de structuur en aanpak van de crisisbestrijding en de communicatie daarover.
Auteur(s)J.C.J. Dute
Pagina198
LinkVolledige tekst artikel (bjutijdschriften.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDwang, drang of vrijwillig: psychiatrische zorg in juridisch perspectief
CiteertitelTvGR 2022, afl. 3, p. 205
SamenvattingSinds de inwerkingtreding van de Wet verplichte ggz lijkt er in de psychiatrische praktijk meer te worden geworsteld met het onderscheid tussen vrijwillige zorg en verplichte zorg. Precieze cijfers ontbreken nog, maar de indruk bestaat dat verplichte zorg – en met name ambulante verplichte zorg – met regelmaat ten onrechte als ‘drangzorg’ wordt beschouwd en in het verlengde daarvan als vrijwillige zorg wordt aangemerkt.
Auteur(s)E. Plomp , T.P. Widdershoven
Pagina205
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe Wegiz: wettelijk verplichte elektronische gegevensuitwisseling in de zorg
CiteertitelTvGR 2022, afl. 3, p. 224
SamenvattingOp dit moment ligt er een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer dat onder meer een einde moet maken aan de analoge uitwisseling van patiëntgegevens tussen zorgverleners via papier, via cd-rom of per fax. Het wetsvoorstel schrijft voor dat patiëntgegevens voortaan via moderne elektronische snelwegen moeten worden uitgewisseld en niet langer langs oude karresporen.
Auteur(s)J. Nouwt
Pagina224
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Tuchtrecht BIG
TitelRTG Groningen 29-10-2021, G2020/36
CiteertitelTvGR 2022, afl. 3, p. 240
SamenvattingKlaagster heeft een lumbaalpunctie ondergaan om een neuroborreliose uit te sluiten. In de uren na de punctie bleek ze geen aandrang te hebben voor mictie en ontbrak het passagegevoel bij mictie. Ook gaf ze pijn aan in de rug en doofheid van het linker been. Op een (spoed)MRI werd een stenose gezien op de niveaus L3-L4 en L4-L5. De volgende ochtend was de uitval van de sensibiliteit toegenomen en is klaagster na overleg doorgestuurd naar een neurochirurg in een ander ziekenhuis voor een operatie om de zenuw meer ruimte te geven. Klaagster verwijt de neurochirurg dat hij een operatie heeft uitgevoerd zonder informed consent en dat hij een operatie heeft uitgevoerd die hij zelf onnodig vond.Ten aanzien van het informed consent staat vast dat daar in het dossier geen melding van is gemaakt. Het college overweegt dat er al met al (voldoende) aanwijzingen zijn die aannemelijk maken dat beklaagde wel met klaagster heeft gesproken over inhoud en noodzaak van de operatie. Over de noodzaak van de operatie overweegt het college dat er terechte bezorgdheid bestond dat er een zich ontwikkelend caudasyndroom was. Van een onnodig uitgevoerde operatie was geen sprake.
AnnotatorT.A.M. van den Ende , J.I> Eijpe
Pagina240
LinkVolledige tekst uitspraak (overheid.nl)
UitspraakECLI:NL:TGZRGRO:2021:35
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Tuchtrecht BIG
TitelRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 17-01-2022, 234/2020
CiteertitelTvGR 2022, afl. 3, p. 248
SamenvattingKlacht tegen plastisch chirurg. Klaagster heeft een borstreconstructie ondergaan door middel van een DIEP lap. Klaagster verwijt beklaagde onder meer dat het resultaat van de operatie onaanvaardbaar en niet naar verwachting is, dat zij onvoldoende is geïnformeerd over de risico’s van de operatie, dat beklaagde haar misleidende informatie heeft gegeven door te zeggen dat hij haar “een mooie borst ging bezorgen” en dat de dossiervorming onvoldoende is. Het klachtonderdeel ten aanzien van de dossiervorming is gegrond: beklaagde heeft de voorlichting over de cosmetische aspecten en risico’s niet in het dossier genoteerd. Naar het oordeel van het college is het cosmetisch aspect van een borstreconstructie voor de patiënten in kwestie zodanig belangrijk dat, ook voor andere zorgverleners, uit het dossier moet blijken dat daarover voorlichting is gegeven. Klacht voor het overige ongegrond. Aan beklaagde wordt een waarschuwing opgelegd.
AnnotatorM.J.J. de Ridder
Pagina248
LinkVolledige tekst uitspraak (overheid.nl)
UitspraakECLI:NL:TGZRZWO:2022:5
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Tuchtrecht BIG
TitelRTG Amsterdam 18-01-2022, A2021/3222
CiteertitelTvGR 2022, afl. 3, p. 259
SamenvattingKlaagster heeft een klacht ingediend over het handelen van beklaagde (bedrijfsarts) in zijn hoedanigheid als echtgenoot van klaagster en vader van de gezamenlijke kinderen. Klaagster verwijt beklaagde 1) dat hij ongevraagd ongefundeerde en onware diagnoses stelt over haar mentale gezondheid, zonder deskundigheid en zonder bevoegdheid daartoe, 2) dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden door de bij verwijt 1) genoemde diagnoses in een rechtszaal ten overstaan van derden te uiten, zonder toestemming van klaagster en 3) misbruik maakt van zijn professie als arts door in zijn verklaring meerdere psychiatrische diagnoses over klaagster te geven, de rechter te verzoeken een specialistisch onderzoek naar klaagsters cognitieve vermogens te bevelen en haar als 'incompetent om voor haar kinderen te zorgen' neer te zetten.Beklaagde heeft primair aangevoerd dat klaagster ten aanzien van de klacht (alle verwijten) niet ontvankelijk dient te worden verklaard, dan wel dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard. Beklaagde voert aan dat hij heeft gehandeld in de hoedanigheid van echtgenoot tijdens de echtscheidingsprocedure en heeft gehandeld in het belang van zijn kinderen. Beklaagde meent dat het tuchtrecht in dit geval niet van toepassing is en dat hem geen verwijt kan worden gemaakt.
AnnotatorC.A. Bol
Pagina259
LinkVolledige tekst uitspraak (overheid.nl)
UitspraakECLI:NL:TGZRAMS:2022:6
Artikel aanvragenVia Praktizijn