Rubriek | Arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 08-07-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/140 ![]() |
Samenvatting | E-grond, Ernstige verwijtbaarheid, Ontbinding, Re-integratie, Zieke werknemer. |
Samenvatting (Bron) | Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Ontbinding arbeidsovereenkomst. Niet nakoming reïntegratieverplichtingen. Ernstig verwijtbaar handelen werknemer? Toekenning deel transitievergoeding (art. 7:673 lid 8 BW). |
Annotator | H.E. Meerman ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2022:1034 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 05-07-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/141 ![]() |
Samenvatting | Nevenactiviteiten, Fraude, Intern onderzoek, Monitoring e-mailgebruik, Bewijsopdrachten, Bărbulescu-richtsnoeren. |
Samenvatting (Bron) | Verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst met bankmedewerker vanwege het verrichten van niet gemelde nevenactiviteiten en het structureel gebruik van onder andere zijn werk-e-mail en -laptop voor privédoeleinden (e-grond). Onderzoek zakelijke e-mail toegestaan? Brbulescu richtsnoeren. Bewijsopdracht aan werkgever van feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat er voldoende reden was voor onderzoek van de e-mails van werknemer, en dus sprake was van een redelijke verdenking; Werknemer in kader van diens beroep op een billijke vergoeding toegelaten tot bewijslevering dat er zonder voldoende aanleiding of grond, onderzoek naar hem en zijn zakelijke e-mailgebruik is gedaan (fishing expedition). |
Annotator | V.L.S. van Cruijningen ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARL:2022:6203 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Personen- en familierecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Amsterdam 20-09-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/142 ![]() |
Samenvatting | Kinderalimentatie, Onvoldoende inzicht inkomen, Schatting inkomen. |
Samenvatting (Bron) | Kinderalimentatie. Schatting inkomen op grond van artikel 21 Rv. Hoge kinderopvangkosten meegenomen in de behoefte. Proceskostenveroordeling. |
Annotator | E.A. Slappendel ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:GHAMS:2022:2725 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Personen- en familierecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Amsterdam 29-06-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/143 ![]() |
Samenvatting | Opheffen kindrekening, Vaststellen kinderalimentatie, Toepassen zorgkorting, Ruime draagkracht ouders. |
Samenvatting (Bron) | Opheffen kinderrekening, kinderlaimenatie bepalen. Bepalen bestemming overschot rekening. Stiefmoeder niet onderhoudsplichtig, zeer ruime draagkracht ouders. Vorderingen kinderrekening: achterstallige indexering, bijstorten kinderbijslag. Verjaring. |
Annotator | M. Kemmers ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2022:3590 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Insolventierecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 07-06-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/144 ![]() |
Samenvatting | Bestuurdersaansprakelijkheid, Beklamel-maatstaf, Voldoende ernstig persoonlijk verwijt. |
Samenvatting (Bron) | Bestuurdersaansprakeiljkheid (Beklamel); schuldeiser was op de hoogte van de financiële situatie van de vennootschap en vooruitzichten op nakoming en verhaal. |
Annotator | C.M. Tjoa ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARL:2022:4583 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Amsterdam 21-07-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/145 ![]() |
Samenvatting | Ontslag bestuurders stichting, Tegenstrijdig belang, Mondkapjesdeal, Bestuursverbod. |
Samenvatting (Bron) | Beschikking ex art. 2:298 BW. Ontslag stichting bestuurders wegens tegenstrijdige belangen. Bestuursverbod voor 5 jaren. Bestuurders van non-profit organisatie zijn tevens bestuurder en (indirect) aandeelhouder van een door hen opgerichte commerciële onderneming met dezelfde statutaire doelstelling. Beide ondernemingen houden zich bezig met de handel in medische hulpmiddelen, waaronder m.n. mondkapjes. Onderscheid tussen beide onduidelijk en arbitrair. Geen externe controle op beleidskeuzes, geen schriftelijke vastlegging. Op verzoek van OM en personen die zich voor de non-profit organisatie hebben ingezet. Ontvankelijkheid: behoren deze personen tot de kring van belanghebbenden? Benoeming nieuwe bestuurder(s), zoveel mogelijk in lijn met de statuten. Verzoeken tot nader invullen van de taak van het nieuwe bestuur en het doel van de stichting afgewezen. |
Annotator | J.R. Everhardus ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2022:4160 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Den Haag 15-06-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/146 ![]() |
Samenvatting | Bestuursrecht, Fusie, Woningcorporaties, Goedkeuring van de Autoriteit woningcorporaties, Volkshuisvestelijke uitzonderingsbevoegdheid. |
Samenvatting (Bron) | artikel 53, tweede lid, van de Woningwet, volkshuisvestelijke uitzonderingsbevoegdheid. |
Annotator | E.A. van de Kuilen ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2022:6159 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Civiel recht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 15-07-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/147 ![]() |
Samenvatting | Aansprakelijkheid, Vermoeden van causaal verband. |
Samenvatting (Bron) | Aansprakelijkheid. Schadevergoeding in verband met misleidende mededelingen staatsloterij. Vermoeden van condicio sine qua non-verband? Uitleg HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:178. |
Annotator | H.A. de Bruijn ![]() ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2022:1109 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Burgerlijk procesrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 15-07-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/148 ![]() |
Samenvatting | Risicoaansprakelijkheid beslaglegger, Onrechtmatige daad. |
Samenvatting (Bron) | Beslag- en executierecht. Onrechtmatige daad. Bij conservatoir beslag ten behoeve van bank wordt ten onrechte laptop derde meegenomen en na einde beslag niet teruggegeven. Vraag of risicoaansprakelijkheid van beslaglegger ook bestaat voor schade die derde lijdt doordat de deurwaarder zonder verlof of titel zaken van derde in beslag neemt. Samenhang met zaak 21/02628 (vrijwaring). |
Annotator | A.J. Peerboom ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2022:1110 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Burgerlijk procesrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 15-07-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/149 ![]() |
Samenvatting | Procesrecht, Verzoek voorlopig getuigenverhoor, Maatstaf en motivering, Verzoeker behoeft in verzoekschrift de te bewijzen feiten en/of de exacte grondslag van de voorgenomen vordering nog niet te specificeren. |
Samenvatting (Bron) | Procesrecht. Bewijsrecht. Hof wijst verzoek om voorlopig getuigenverhoor af op grond dat verzoek onvoldoende duidelijk en concreet is. Klachten over onjuiste toepassing art. 187 Rv. |
Annotator | R.A.G. de Vaan ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2022:1105 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Burgerlijk procesrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 15-07-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/150 ![]() |
Samenvatting | Procesrecht, Verzoek voorlopig getuigenverhoor, Maatstaf en motivering, Afwijzing wegens gebrek aan belang, Feiten waar voorlopig getuigenverhoor betrekking op zal hebben behoeven niet betwist te zijn. |
Samenvatting (Bron) | Procesrecht. Verzoek voorlopig getuigenverhoor, art. 186 Rv, maatstaf en motivering; art. 3:303 BW, belang. |
Annotator | R.A.G. de Vaan ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2022:1112 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Strafrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 28-06-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/151 ![]() |
Samenvatting | Hoge Raad verwerpt het beroep in Ennetcom-zaak. |
Samenvatting (Bron) | Liquidatie te IJsselstein. Medeplegen moord (art. 289 Sr) en medeplegen voorhanden hebben vuurwapens en munitie (art. 26.1 WWM). Rechtmatigheid van verkrijging van Ennetcom-data en omgang met deze data in Nederland. 1. Gebruik voor het bewijs van Ennetcom-data: (a) rechtmatigheid van de verkrijging van deze data o.g.v. toepasselijk verdrag, (b) ontbreken van (toereikende) wettelijke grondslag voor het vorderen door OvJ van RC-machtiging voor gebruik van deze data t.b.v. onderhavige strafzaak, (c) bevoegdheidsverdeling tussen zittingsrechter en RC en (d) toepasselijkheid van Richtlijn 2002/58/EG. 2. Heeft hof verdachte ten onrechte niet gelegenheid geboden om inzage in en/of afschrift te krijgen van (alle) Ennetcom-data? Ad 1. (a) In s hofs vaststellingen ligt besloten dat Canadese rechter een toereikende verdragsgrondslag aanwezig heeft geoordeeld voor veiligstellen en overdragen van gegevens. s Hofs kennelijke oordeel dat, mede gelet op art. 10.1 Verdrag, bij beoordeling van het verweer van deze uitspraak van Canadese rechter moet worden uitgegaan, is juist. Opvatting dat Nederland slechts een verzoek om rechtshulp aan Canadese autoriteiten mag richten v.zv. het gaat om verrichten van onderzoekshandelingen die specifiek in Verdrag zijn omschreven, vindt geen steun in het recht (vgl. art. 3 Verdrag). (b) WvSv verzet zich er in een geval als het onderhavige niet tegen dat OvJ een machtiging vordert van RC voor gebruik van dergelijke gegevens in strafrechtelijk onderzoek en RC op die vordering beslist. (c) Uit wettelijk systeem vloeien zekere beperkingen voort t.a.v. uitoefening van bevoegdheid van RC om onderzoekshandelingen te verrichten en te beslissen op verzoeken vorderingen om nader onderzoek nadat onderzoek ttz. is aangevangen (vgl. HR:2015:505). De tussenkomst van RC hield, anders dan in HR:2015:505, echter geen verband met verrichten van onderzoekshandelingen of beslissen op verzoeken of vorderingen om nader onderzoek, maar slechts met het door OM aanvullen van processtukken, waarbij i.v.m. voorwaarde zoals gesteld in uitspraak van Canadese rechter, een rechterlijke machtiging diende te worden verkregen voor gebruik van gegevens in een ander onderzoek dan de vier onderzoeken ten behoeve waarvan rechtshulpverzoek aan Canadese autoriteiten was gedaan. (d) Richtlijn is alleen van toepassing op verwerking van persoonsgegevens i.v.m. levering van openbare elektronische-communicatiediensten over openbare communicatienetwerken in Gemeenschap, met inbegrip van openbare communicatienetwerken die systemen voor gegevensverzameling en identificatie ondersteunen (art. 3 Richtlijn), terwijl in h.b. niet is aangevoerd en ook uit s hofs vaststellingen niet volgt dat in deze zaak bij gebruikmaken van toestellen van Ennetcom en vastleggen van gegevens op servers in Canada sprake was van zodanige verwerking van persoonsgegevens. Ad 2. Door verdediging gedaan verzoek is door hof niet onbegrijpelijk opgevat als verzoek tot voeging van alle Ennetcom-data bij (proces)stukken a.b.i. artikel 328 Sv, althans tot het bieden van gelegenheid aan verdediging tot inzage daarvan. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2021:218 m.b.t. maatstaf bij beoordeling van verzoek tot voeging van stukken bij processtukken. Verdediging kan gemotiveerd verzoek doen tot verkrijgen van inzage in specifiek omschreven stukken. Tijdens vooronderzoek kan dergelijk verzoek worden gedaan o.g.v. de in art. 34.2-34.4 Sv geregelde procedure. Na aanvang van onderzoek ttz. beslist zittingsrechter of en zo ja, in welke mate en op welke wijze, die inzage kan worden toegestaan. Hof heeft verzoek afgewezen omdat noodzaak daarvan niet is gebleken. Daarin ligt als s hofs oordeel besloten dat deze stukken redelijkerwijs niet van belang kunnen zijn voor de door rechter ttz. te nemen beslissingen. Hof heeft hieraan ten grondslag gelegd dat (i) door verdediging niet is aangevoerd dat de door OM verstrekte stukken onjuist zijn of zodanig onvolledig zijn dat hof niet in staat is vragen genoemd in art. 348 en 350 Sv goed te beantwoorden, (ii) door verdediging niet is gemotiveerd dat en, zo ja, waarom sprake zou zijn van onjuistheden of onvolledigheden die betrouwbaarheid van waarheidsvinding in twijfel trekken en (iii) door verdediging geen aanwijzingen zijn genoemd of anderszins zijn gebleken dat enige informatie onrechtmatig is verkregen. O.g.v. dit een en ander heeft hof kennelijk ook geen aanleiding gezien verdediging inzage te geven in verzochte stukken en daarom dat verzoek afgewezen. Voor afwijzing van dit laatste verzoek is bovendien van belang dat hof, n.a.v. verweer dat PGP-gesprekken van bewijs moeten worden uitgesloten, heeft overwogen dat inhoud van PGP-gesprekken op een groot aantal onderdelen overeenkomt met en dus bevestiging vindt in inhoud van andere b.m., dat die gesprekken de nog ontbrekende puzzelstukjes opleveren in die zin dat nieuwe informatie uit die gesprekken past en aansluit bij de al bekende informatie en dat uit stukken van zaak blijkt op welke wijze politie de identiteit van personen die deelnemen aan PGP-gesprekken heeft vastgesteld. s Hofs oordelen berusten niet op onjuiste rechtsopvatting en zijn, mede in aanmerking genomen dat door verdediging in de kern niet meer aan verzoeken ten grondslag is gelegd dan dat Ennetcom-data mogelijk ontlastende gegevens bevatten, niet onbegrijpelijk. Volgt verwerping. |
Annotator | V.J.C. de Bruijn ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2022:900 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Strafrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 20-09-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/152 ![]() |
Samenvatting | Vindt verklaring van aangeefster voldoende steun in WhatsAppgesprek en de verklaring van verdachte? |
Samenvatting (Bron) | Zedenzaak. Ontucht met 10-jarige dochter van ex-partner door 48-jarige verdachte tijdens een logeerpartij, art. 244 jo. 248.2 Sr. 1. Betrouwbaarheid van (de verklaringen van) aangeefster. 2. Bewijsminimum, art. 342.2 Sv (unus testis). Vindt verklaring van aangeefster voldoende steun in Whatsapp-gesprek en de verklaring van verdachte? HR: art. 81.1 RO. |
Annotator | C. van Oort ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2022:1249 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bestuursrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad 04-02-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/153 ![]() |
Samenvatting | Besluitaansprakelijkheid, Onrechtmatige daad, Toerekening, Causaal verband, Formele rechtskracht. |
Samenvatting (Bron) | Onrechtmatige daad. Art. 6:162 BW. Besluitaansprakelijkheid. Vertragingsschade. Causaal verband. Toerekening. |
Annotator | C.N.J. Kortmann ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2022:115 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bestuursrecht |
---|---|
Titel | Raad van State 09-02-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/154 ![]() |
Samenvatting | Forfaitaire vergoeding proceskosten, Recht op tot toegang tot de rechter, Geen ongeoorloofde beperking. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 2 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg [appellant A] onder oplegging van een dwangsom gelast om binnen zes maanden na de verzending van dat besluit diverse bouwwerken te verwijderen van het perceel [locatie 1]/[locatie 2] te Dedemsvaart. Na een controle op 7 november 2018 op de percelen [locatie 1] en [locatie 2] te Dedemsvaart heeft het college bij brief van 16 april 2019 laten weten dat het heeft geconstateerd dat zich op die percelen diverse bouwwerken bevinden die zonder omgevingsvergunning zijn gebouwd. Daarop heeft het college [appellant A] en [appellant B] bij afzonderlijke besluiten gelast een aantal van die bouwwerken te verwijderen van deze percelen en verwijderd te houden. In het besluit op bezwaar heeft het college de eerder aan [appellant A] en [appellant B] opgelegde lasten onder dwangsom ingetrokken. |
Annotator | L.J.M. Timmermans ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2022:420 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bestuursrecht |
---|---|
Titel | Raad van State 24-03-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/155 ![]() |
Samenvatting | Zelf in de zaak voorzien, Vergunningverlening. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 6 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. |
Annotator | C.J. Seijsener ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2022:895 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bestuursrecht |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 12-01-2022 |
Citeertitel | JIN 2022/156 ![]() |
Samenvatting | Bekendmaking besluit, Geen toezending besluit aan de gemachtigde, Aanvang bezwaar- of beroepstermijn, Niet tijdige beslissing op de aanvraag?, Ratio bepalingen inzake beslistermijnen. |
Samenvatting (Bron) | Appellant heeft betoogd dat de rechtbank ten onrechte niet is uitgegaan van het moment waarop het besluit van 3 januari 2020 op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, namelijk het moment waarop de gemachtigde van appellant bekend is geworden met dit besluit. Uit wat door de Raad eerder is overwogen in 10 december 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:4002, kan hieruit weliswaar worden afgeleid dat als gevolg van de niet juiste bekendmaking de bezwaar- of beroepstermijn in dergelijke gevallen niet is gaan lopen, maar daaruit volgt niet dat indien een bestuursorgaan een besluit heeft gegeven zonder dit tevens aan de gemachtigde te verzenden, moet worden gezegd dat het college niet tijdig op de aanvraag heeft beslist. De rechtspraak over de bekendmaking van besluiten en de desbetreffende wetsartikelen zien op de procedurele belangen van een belanghebbende. De Raad ziet in dit geval geen aanleiding om af te wijken van deze uitspraak. Dit betekent dat het betoog niet slaagt. |
Annotator | R.J.N. Schlössels ![]() |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2022:140 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |