Rubriek | Deze maand |
---|---|
Titel | Minder ontslagbescherming, compensatie voor werknemers |
Citeertitel | SMA 2006, p. 483 ![]() |
Samenvatting | Op het moment dat ik dit artikel schrijf (medio oktober) is na de recente veranderingen in WW en Ontslagbesluit de polder zeer druk met het zoeken van een compromis over een aanpassing van het ontslagrecht. Hoe het ook zij, als u dit leest is het wellicht al duidelijk hoe sociale partners het ontslagrecht willen aanpassen. Nu al echter kunnen we verwachten dat de aanpassingen passen in een patroon van veranderingen dat naast vereenvoudiging van procedures meer nadruk legt op individuele verantwoordelijkheid van werknemers en ruimere personele aanpassingsmogelijkheden voor werkgevers. |
Auteur(s) | A.G. Nagelkerke ![]() |
Pagina | 483-485 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Problemen en mogelijkheden van een levensloop-WW |
Citeertitel | SMA 2006, p. 486 ![]() |
Samenvatting | Levensloop is een onderzoeksthema dat de laatste jaren ruime aandacht heeft gekregen. Zo zijn in het afgelopen jaar zowel aan de Universiteit Utrecht als de Universiteit Leiden verschillende juridische en economische promovendi en postdocs met subsidie van de Stichting Instituut GAK begonnen aan onderzoeken over de relatie tussen levensloop en sociale zekerheid. De gedachte achter deze projecten is dat de huidige, wettelijke sociale zekerheidsregelingen te zeer uitgaan van een uniforme levensloop.
|
Auteur(s) | K.H. Hermans ![]() ![]() |
Pagina | 486-493 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Wie beschermt de klokkenluider? |
Citeertitel | SMA 2006, p. 494 ![]() |
Samenvatting | Het buiten de onderneming bekend maken van misstanden waarvoor de onderneming verantwoordelijk is, staat bekend als klokkenluiden. Dat de samenleving baat heeft bij klokkenluiders en dat ze daarom beschermd moeten worden, daarover is men het wel eens. Minder eengsezindheid is er over de vraag hoe dat zou moeten en wie daarvoor zou moeten zorgen, in het bijzonder in het bedrijfsleven. Onlangs is de verklaring van de Stichting van de Arbeid over het klokkenluiden in het bedrijfsleven geëvalueerd. Opdrachtgever was de Minister van Sociale Zaken en werkgelegenheid.
|
Auteur(s) | R. van Steenbergen ![]() |
Pagina | 494-506 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Reacties |
---|---|
Titel | Een geïncorporeerde CAO zomaar veranderen? |
Citeertitel | SMA 2006, p. 507 ![]() |
Samenvatting | De discussie tussen Beltzer en Duk dwingt de lezer stelling te nemen. Tussen welles of nietes zit immers niets. Maar ze maken het diezelfde lezer ook niet eenvoudig, omdat beider argumenten niet meteen overtuigen. Dan rest niets anders dan een eigen gedachtebepaling. Daar is discussie nu ook net voor bedoeld.
|
Auteur(s) | R. Hansma ![]() |
Pagina | 507-511 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Het incorporatiebeding en art. 7:613 BW: een reactie |
---|---|
Citeertitel | SMA 2006, p. 512 ![]() |
Samenvatting | Beltzer betoogt in SMA nummer 7/8 van dit jaar dat het incorporatiebeding onder art. 7:613 BW zou (moeten) vallen. De achterliggende gedachte van Beltzer staat ons aan, namelijk dat de werknemersbescherming is gediend met de toepassing van de regels van art. 7:613 BW op het incorporatiebeding. Enerzijds moet de werkgever in beginsel collectieve wijzigingen kunnen doorvoeren, als hij daartoe organisatorische belangen van voldoende gewicht heeft. Anderzijds moet de werknemer zich kunnen verweren tegen onredelijke wijzigingen die zijn belangen onevenredig schaden. |
Auteur(s) | A.F. Bungener ![]() ![]() |
Pagina | 512-515 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Rechtspraakoverzicht medezeggenschapsrecht |
Citeertitel | SMA 2006, p. 516 ![]() |
Samenvatting | Juli 2005 - juli 2006.
In dit rechtspraakoverzicht wordt de medezeggenschapsrechtspraak op het terrein van het adviesrecht en het enquête van het afgelopen jaar besproken. Het jaar waar dit overzicht betrekking op heeft loopt van de zomer 2005 tot de zomer 2006. Alvorens de rechtspraak te analyseren wordt eerst stilgestaan bij de ontwikkelingen op wetgevingsgebied met betrekking tot de WOR. Wetgeving. Adviesrecht. Or en enquêterecht. |
Auteur(s) | L.C.J. Sprengers ![]() |
Pagina | 516-523 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtspraakoverzicht sociale voorzieningen |
Citeertitel | SMA 2006, p. 524 ![]() |
Samenvatting | In dit rechtspraakoverzicht worden de belangrijkste ontwikkelingen in de jurisprudentie op het terrein van de Algemene bijstandswet (Abw), de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG) weergegeven. Het gaat vooral om uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Bij de Raad worden jaarlijks ongeveer 1000 zaken op het terrein van de Abw/WWB en 300 zaken op het terrein van de WVG aanhangig gemaakt. In het overzicht komen achtereenvolgens aan de orde aspecten die te maken hebben met het recht op bijstand (kinderen, langdurigheidstoeslag), ingangsdatum uitkering, boete en overgangsrecht Abw/WWB, de hoogte van de uitkering (gezamenlijke huishouding, middelen/vermogens- en inkomstenbestanddelen), de aan de uitkering verbonden verplichtingen (arbeids- en inlichtingenplichten), bijzondere bijstand, zelfstandigen, woon- en vervoersvoorzieningen op grond van de WVG. |
Auteur(s) | S. Voortman ![]() |
Pagina | 524-530 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Rechtspraakoverzicht arbeidsrecht |
Citeertitel | SMA 2006, p. 531 ![]() |
Samenvatting | Augustus en september 2006. |
Auteur(s) | P. van der Laan Bouma-van der Does ![]() |
Pagina | 531-543 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof 's-Gravenhage, 28-04-2006, 03/1475 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 531 ![]() |
Samenvatting | Wederzijds goedvingen. Pensioen. |
Samenvatting (Bron) | Dwaling werknemer over pensioenregeling voor rekening van werkgever. |
Pagina | 531-531 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSGR:2006:AX6382 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Amsterdam, 09-02-2006, 721/03 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 532 ![]() |
Samenvatting | Cao. Gelijke behandeling. Deeltijdarbeid.
|
Pagina | 532-532 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 16-05-2006, C0400962/MA |
Citeertitel | SMA 2006, p. 532 ![]() |
Samenvatting | Cao. Loon. Ziekte.
|
Samenvatting (Bron) | Berekening hoogte loon tijdens ziekte volgens de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de mobiele kranen. Gemiddelde overuren berekend over werkweken of alle 52 weken inclusief vakanties? Berekening is overeenkomstig berekening maatman loon voor de WAO. Voor het gemiddelde aantal overuren met een maximum van drie wordt het gemiddelde vastgesteld over de aan de ziekte voorafgaande 52 weken met uitzondering van ziekte en verlofperiodes. |
Pagina | 532-533 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2006:AX9683 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 14-07-2006, C05/089HR |
Citeertitel | SMA 2006, p. 533 ![]() |
Samenvatting | Faillissement. Bepaalde tijd. Matiging loonvordering.
|
Samenvatting (Bron) | Arbeidsrecht. Geschil tussen een werkgever en een werkneemster wier arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd na de faillietverklaring van haar vorige werkgever door de curator rechtsgeldig was opgezegd en die na de overgang van diens onderneming bij de huidige werkgever in dienst is getreden over de rechtsgeldigheid van de beëindiging door de werkgever van het dienstverband; toepasselijkheid art. 7:668a lid 2 BW tot omzetting in een overeenkomst voor onbepaalde tijd; bij rechtsgeldige opzegging geen matiging van vordering tot doorbetaling loon ingevolge art. 7:680a. |
Pagina | 533-533 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AY3782 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Hof van Justitie EG, 11-07-2006, C-13/05 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 533 ![]() |
Samenvatting | Ziekte. Gelijke behandeling.
|
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (grote kamer) van 11 juli 2006. # Sonia Chacon Navas tegen Eurest Colectividades SA. # Verzoek om een prejudiciele beslissing: Juzgado de lo Social n? 33 de Madrid - Spanje. # Richtlijn 2000/78/EG - Gelijke behandeling in arbeid en beroep - Begrip handicap. # Zaak C-13/05. |
Pagina | 533-533 |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2006:456 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 13-04-2006, 55170/00 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 533 ![]() |
Samenvatting | Gelijke behandeling.
(Kosteski / Macedonië). |
Samenvatting (Bron) | No violation of Art. 9;No violation of Art. 14+9 |
Pagina | 533-534 |
Uitspraak | ECLI:CE:ECHR:2006:0413JUD005517000 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep, 25-02-2003, 00/390 NABW |
Citeertitel | SMA 2006, p. 534 ![]() |
Samenvatting | Ziekte. Aansprakelijkheid werkgever. Goed werkgeverschap.
|
Samenvatting (Bron) | Verrekening van kosten van bijstand zonder instemming van de belanghebbende. |
Pagina | 534-534 |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2003:AY4018 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 21-03-2006, --- |
Citeertitel | SMA 2006, p. 535 ![]() |
Samenvatting | Auto. Ontslag op staande voet.
|
Pagina | 535-535 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Leeuwarden, 19-04-2006, --- |
Citeertitel | SMA 2006, p. 535 ![]() |
Samenvatting | Bepaalde tijd. Ontbindende voorwaarde. Goed werkgeverschap.
|
Pagina | 535-535 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 27-07-2006, 10523/02 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 536 ![]() |
Samenvatting | Buitenlandse werknemer. Gezagsverhouding.
(Coorplan - Jenni / Oostenrijk). |
Samenvatting (Bron) | Violations of Art. 6-1;Not necessary to examine further complaint under Art. 6-1;Costs and expenses award - domestic proceedings;Costs and expenses partial award - Convention proceedings |
Pagina | 536-536 |
Uitspraak | ECLI:CE:ECHR:2006:0727JUD001052302 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Assen, 12-07-2006, 53317 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 537 ![]() |
Samenvatting | Ontbinding gewichtige redenen. Aansprakelijkheid werkgever.
|
Samenvatting (Bron) | Baiingsleer van overeenkomstige toepassing bij detachering. Na een met de uitlener geregelde ontbinding kan niet nogmaals op dezelfde grondslag gevorderd worden van de inlener. Betrokkene was in dienst van X en gedetacheerd bij de kliniek X waarvan de Staat der Nederlanden eigenaresse en exploitant is. Overeengekomen was dat de arbeidsovereenkomst onlosmakelijk deel uitmaakt van de detachering en dat de Staat de uitlener vrijwaart voor alle gevolgen in verband met de detachering (financiële en arbeidsrechtelijke) en dat de detachering eindigt in geval de arbeidsovereenkomst eindigt. Er ontstaat een arbeidsconflict waarbij een van de directeuren van de kliniek een leidende rol speelt als leider van een op betrokkene gericht onderzoek. Tussen de uitlener en betrokkene wordt een geregelde ontbinding overeengekomen. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst wegens verandering van omstandigheden, onder toekenning aan betrokkene van een vergoeding ten laste van uitlener. Betrokkene start een civiele procedure tegen de directeur en de Staat. Hij eist een hoofdelijke veroordeling tot betaling van een schadevergoeding en een openbare rehabilitatie wegens onrechtmatig handelen. Het onrechtmatig handelen heeft volgens betrokkene onder meer als voorzienbaar gevolg gehad dat zijn positie als coördinerend hoofdbehandelaar onhoudbaar werd. Volgens betrokkene was dit gevolg beoogd bij de aanvang van het onderzoek. De rechtbank oordeelt als volgt. De directeur heeft gehandeld als orgaan van de Staat. Zijn handelen kan hem niet persoonlijk worden toegerekend nu dit bleef binnen de grenzen van zijn taak en de daaraan verbonden bevoegdheden, terwijl dit niet met een kennelijk vooropgezette oneigenlijke bedoeling werd verricht dan wel anderszins getuigde van een niet te goeder trouw mogen menen dat er voldoende feitelijke en juridische grondslag voor het handelen aanwezig was. Voor de aansprakelijkheid van de staat geldt het volgende. Toekenning van een ontbindingsvergoeding berust op een billijkheidsoordeel van de rechter. De rechter moet alle voor dit oordeel relevante omstandigheden meewegen bij de beslissing of een dergelijke vergoeding wordt toegekend en bij de beslissing hoe hoog een toe te kennen vergoeding moet zijn. Partijen kunnen daartoe alle omstandigheden die zij relevant achten tegenover de rechter naar voren brengen. Als de rechter in het vonnis waarin de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden niet aangeeft dat hij bepaalde aangevoerde omstandigheden niet heeft meegewogen, dan moet er vanuit worden gegaan dat die rechter alle voor de ontbindingsvergoeding aangevoerde relevante omstandigheden heeft meegewogen, ook al is dit feitelijk niet het geval door buiten de rechter om gemaakte keuze van partijen om juist niet alle omstandigheden aan die rechter voor te leggen; hetgeen kenmerkend is voor geregelde ontbindingen. Als mee te wegen relevante omstandigheden gelden zonder twijfel de door betrokkene verweten handelingen. Betrokkene geeft zelf al aan dat deze rechtstreeks in verband staan met de beëindiging. Onder de omstandigheden van het geval, een onlosmakelijk verbonden arbeids- en detacheringsovereenkomst, is er geen goede grond om de Baijingsleer (o.a. HR 24 oktober 1997, NJ 1998/257, en HR 1 maart 2002, NJ 2003/210) niet van overeenkomstige toepassing te achten. Dat heeft tot gevolg dat in de door de kantonrechter toegekende vergoeding reeds alle omstandigheden geacht worden te zijn verdisconteerd, ook waar deze gelden in de verhouding tussen betrokkene en de Staat, zodat er geen ruimte is voor toewijzing van de onderhavige vordering tegen de Staat. |
Pagina | 537-537 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBASS:2006:AY5644 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Gerechtshof 's-Gravenhage, 07-07-2006, 04/1621 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 537 ![]() |
Samenvatting | Overgang onderneming. Bepaalde tijd. Wederzijds goedvinden. |
Samenvatting (Bron) | Geen sprake van overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 lid 2 sub a BW. |
Pagina | 537-537 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSGR:2006:AY6270 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Commissie Gelijke Behandeling, 14-06-2006, 2006-123 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 538 ![]() |
Samenvatting | Pensioen. Gelijke behandeling. Loon.
|
Pagina | 538-538 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Amsterdam, 18-05-2006, 2235/05 KG |
Citeertitel | SMA 2006, p. 539 ![]() |
Samenvatting | Ontslag op staande voet. Ziekte.
|
Samenvatting (Bron) | Ontslag op staande voet. Redelijke verzoeken van de werkgever om te verschijnen bij de bedrijfsarts c.q. op het werk. Dringende reden is niet aan het ontslag komen te ontvallen door latere beslissing op bezwaar van het UWV, gebaseerd op een herbeoordeling van de restverdiencapaciteit. |
Pagina | 539-539 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHAMS:2006:AY5000 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Amsterdam, 06-07-2006, 191/05 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 539 ![]() |
Samenvatting | Kennelijk onredelijk ontslag. Schadeloosstelling. Anciënniteitsbeginsel. |
Pagina | 539-539 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Arnhem, 27-06-2006, 2005/787 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 539 ![]() |
Samenvatting | Ziekte. Loon. Cao.
|
Samenvatting (Bron) | Geïntimeerde, werknemer van appellante, is meermaals arbeidsongeschikt geraakt door zaalvoetballen. De werkgever heeft werknemer herhaaldelijk gewezen op de mogelijke (financiële) consequenties van doorgaan met zaalvoetballen. Het hof is van oordeel dat de arbeidsongeschiktheid van [geïntimeerde] in de periode van 25 februari 2003 tot 23 maart 2003 door zijn schuld of toedoen is veroorzaakt. [appellante] was dan ook niet verplicht in deze periode aan [geïntimeerde] de in artikel 12 A lid 1 sub a en e van de CAO vermelde aanvulling op het in artikel 7:629 lid 1 BW vermelde loon ten bedrage van 569,53 bruto te betalen. |
Pagina | 539-539 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARN:2006:AY5993 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Leeuwarden, 12-07-2006, 0600243 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 540 ![]() |
Samenvatting | Ziekte. Loon. |
Samenvatting (Bron) | Het hof overweegt dat ook voor honorering van een beroep op subjectieve arbeidsongeschiktheid objectivering van de klachten is vereist. Dat de werknemer zelf vindt dat hij niet kan werken, is niet de maatstaf. Dat sprake is van situatieve arbeidsongeschiktheid in de hiervoor onder 9 bedoelde zin, blijkt niet uit de rapportage van de bedrijfsarts of die van de deskundige van het UWV. Het hof acht de brieven van de medisch adviseur van de advocaat van [appellant] die de geschiktheid van het werk bij Trialis voor [appellant] in twijfel trekt - waarin hij steeds op alle punten wordt tegengesproken door de bedrijfsarts - onvoldoende om van situatieve arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekmakende arbeidsomstandigheden in de vorm van ongeschikt werk uit te gaan; de UWV-arts heeft zich op dit punt duidelijk aan de zijde geschaard van de bedrijfsarts. Voor een nader onderzoek leent deze spoedappelprocedure zich niet. Het hof acht dan ook onvoldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van ongeschikt werk dat ziekte veroorzaakt of dat dient te worden aangemerkt als voor rekening van de werkgever blijvende oorzaak voor het feit dat [appellant] de bedongen arbeid niet heeft verricht. |
Pagina | 540-540 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHLEE:2006:AY4100 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Commissie Gelijke Behandeling, 06-07-2006, 2006-137 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 540 ![]() |
Samenvatting | Gelijke behandeling. Sollicitatie.
|
Pagina | 540-540 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Amsterdam, 23-03-2006, 1585/03 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 541 ![]() |
Samenvatting | Kennelijk onredelijk ontslag. Schadeloosstelling.
|
Pagina | 541-541 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Arnhem, 25-07-2006, 2006/550 KG |
Citeertitel | SMA 2006, p. 541 ![]() |
Samenvatting | Concurrentiebeding.
|
Pagina | 541-541 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 17-10-2006, 00312/05 |
Citeertitel | SMA 2006, p. 542 ![]() |
Samenvatting | Ontslag op staande voet. Bewijs.
|
Samenvatting (Bron) | 1. Verbindendheid art. 10 APV s Gravenhage. 2. Beëindiging betoging wegens ontbreken voorafgaande kennisgeving. 3. Bevel krachtens art. 7 WOM. Ad 1. HR: het middel dat klaagt over verwerping van het beroep op onverbindendheid van art. 10 APV s-Gravenhage faalt op de in de conclusie van de AG weergegeven gronden, o.m. inhoudend: s Hofs oordeel is onjuist noch onbegrijpelijk dat het met het oog op de bescherming van de in art. 9 lid 2 Gw en art. 2 Wet Openbare Manifestaties (WOM) genoemde belangen noodzakelijk is dat de burgemeester, in de in de gemeente s Gravenhage heersende bijzondere omstandigheden, van iedere manifestatie tevoren op de hoogte wordt gesteld om bedoelde belangen adequaat te kunnen beschermen, dat de ongeclausuleerde plicht tot kennisgeving als verwoord in art. 10 APV aldus dient om behartiging van bedoelde belangen mogelijk te maken, dat voorts genoemde plicht tot kennisgeving geen beperking inhoudt van de uitoefening van het recht tot vergadering en betoging en dat genoemde bepaling derhalve de bij de art. 9 lid 2 Gw en art. 2 WOM gegeven begrenzing niet te buiten gaat. Ad 2. s Hofs oordeel dat een betoging a.b.i. de WOM reeds kan worden beëindigd op de enkele grond dat van die betoging i.s.m. art. 4 WOM jo. art. 10 APV geen voorafgaande kennisgeving aan de burgemeester is gedaan, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het samenstel van WOM en APV houdt in dat in de gemeente Den Haag ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden vóór de openbare aankondiging van een betoging schriftelijk daarvan aan de burgemeester moet worden kennis gegeven. In dat stelsel past als sluitstuk dat bij het achterwege blijven van zon kennisgeving, de burgemeester gebruik mag maken van zijn bevoegdheid opdracht te geven de betoging terstond te beëindigen en uiteen te gaan. Daaraan doet niet af dat de burgemeester van het hanteren van die bevoegdheid kan afzien, indien de genoemde belangen zich daartegen niet verzetten. Ad 3. De bewezenverklaring behelst dat verdachte niet heeft voldaan aan een bevel of vordering, krachtens art. 7.a WOM. Uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat het door de in de bewezenverklaring genoemde politieambtenaar gegeven bevel of de gedane vordering berust op art. 7.a WOM. Vzv. het hof heeft geoordeeld dat het door die politieambtenaar ex art. 2 Politiewet gegeven bevel om aan de in art. 11 WOM verboden betoging een einde te maken, moet worden aangemerkt als een krachtens art. 7 WOM gedaan bevel, getuigt dit oordeel van een onjuiste rechtsopvatting. Vzv. het hof heeft geoordeeld dat de desbetreffende politieambtenaar bevoegd was om in opdracht van de burgemeester het in art. 7 WOM bedoelde bevel te geven, is dat oordeel zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk. Indien het hof in dat verband tot uitdrukking heeft willen brengen dat de in art. 7 WOM aan de burgemeester toegekende bevoegdheid om een betoging te beëindigen kan worden uitgeoefend door elke politieambtenaar ook als deze daartoe geen opdracht heeft gekregen van de burgemeester, heeft het hof blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. |
Pagina | 542-542 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AU6741 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Boeken - Recensies |
---|---|
Titel | S. Giubboni, Social Rights and Market Freedom in the European Constitution. A Labour Law Perspective |
Citeertitel | SMA 2006, p. 551 ![]() |
Auteur(s) | H.H. Voogsgeerd ![]() |
Pagina | 551-553 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 14-07-2006, C05/139HR |
Citeertitel | SMA 2006, p. 541 ![]() |
Samenvatting | Onderwijs. Gelijke behandeling. Loon. |
Samenvatting (Bron) | Arbeidsrecht. Geschil tussen een docent bij een scholengemeenschap en haar werkgever over de gehoudenheid van de werkgever de tegemoetkoming in ziektekosten ZKOO (Stb. 1995, 251) ook uit te betalen over de periode dat zij niet particulier verzekerd was maar krachtens de Zfw verplicht verzekerd was bij ziekenfonds in verband met nevenwerkzaamheden als zelfstandige; hof treedt buiten rechtsstrijd van partijen door oordeel te baseren op de ZVOO (Stb. 1997, 357); geding na verwijzing, gelegenheid tot aanpassing van stellingen n.a.v. wijziging in regelgeving. |
Pagina | 541-542 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2006:AW2091 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |