Uitgever | Wolters Kluwer |
---|
Tijdschrift | Milieu & Recht |
Datum | 24-11-2008 |
Aflevering | 9 |
Rubriek | M&R Jurisprudentie |
Titel | Raad van State, 13-08-2008, 200705158/1 (met noot)
|
---|
Citeertitel | M en R 2008/9, nr. 93
|
Samenvatting | Het vastgestelde plan is blijkens de kennisgeving met ingang van 30 november 2006 gedurende zes weken ter inzage gelegd. De termijn waarbinnen bedenkingen konden worden ingebracht eindigde derhalve op 10 januari 2007. [appellante sub 3] heeft binnen deze termijn bij brief van 8 januari 2007, bij de provincie ingekomen op 10 januari 2007, aangegeven bezwaren te hebben tegen het door de raad vastgestelde plan. Eerst na afloop van voormelde termijn, bij brief van 19 januari 2007, heeft [appellante sub 3] duidelijk gemaakt welke bezwaren dat zijn. Het kenbaar maken van het hebben van niet nader aangeduide bezwaren is onvoldoende om bedenkingen in te brengen. In de term 'bedenkingen' ligt immers een zekere motiveringseis besloten. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 5 juni 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Zaanstad (hierna: de raad) bij besluit van 23 november 2006 vastgestelde bestemmingsplan "Rosmolenwijk". |
Annotator | S. Hillegers ,
T.E.P.A. Lam
|
Pagina | 605-610 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2008:BD9953 |