Uitgever | Instituut voor Bouwrecht |
---|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bouwrecht |
Datum | 10-12-2012 |
Aflevering | 12 |
Rubriek | Jurisprudentie - Milieurecht |
Titel | Rechtbank 's-Gravenhage, 03-10-2012, 397828 / HA ZA 11-1965 (met noot)
|
---|
Citeertitel | TBR 2012/216, p. 1226-1236
|
Samenvatting | Ontpoldering Hedwigepolder. Passende maatregel. Herstel Westerschelde & Saeftinghe. |
Samenvatting (Bron) | Het geschil van partijen gaat over de vraag of de Staat onrechtmatig handelt jegens de Vogelbescherming door niet over te gaan tot het creëren van 600 ha nieuwe estuariene natuur, onder meer in de vorm van ontpoldering van de Hedwigepolder (295 ha). Aan de orde is of de Vogelbescherming een rechtstreeks beroep kon doen op Europese regelgeving, in het bijzonder de Habitatrichtlijn. De rechtbank oordeelt dat een beroep op die richtlijn niet kan leiden tot een verplichting tot onder meer ontpoldering, omdat De Staat beleidsvrijheid heeft ten aanzien van de invulling van zijn verplichtingen die uit de Habitatrichtlijn voortvloeien. De stelling dat het ontpolderen van de Hedwigepolder de enige manier is om aan die verplichtingen te voldoen wordt door de rechtbank verworpen. De Vogelbescherming kan ook niet met succes een beroep doen op het Scheldeverdrag tussen Nederland en Vlaanderen, omdat dat verdrag geen rechtstreekse werking toekomt en slechts verplichtingen schept tussen de verdragsluitende partijen. De rechtbank wijst de vorderingen van de vogelbescherming af. |
Annotator | R.H.W. Frins
|
Pagina | 1226-1236 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Uitspraak | ECLI:NL:RBSGR:2012:BX8921 |