Uitgever | Instituut voor Bouwrecht |
---|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bouwrecht |
Datum | 30-09-2014 |
Aflevering | 9 |
Rubriek | Jurisprudentie - Grondbeleid |
Titel | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 05-08-2014 (Hypotheekhouder belanghebbende?) (met noot)
|
---|
Citeertitel | TBR 2014/155
|
Samenvatting | Onteigening. Positie hypotheekhouder in administratieve fase onteigeningsprocedure |
Samenvatting (Bron) | Onteigening. Aan de orde is de vraag of de hypotheekhouder in de administratieve fase van de onteigeningsprocedure moet worden aangemerkt als belanghebbende. Gelet op de bijzondere positie die de hypotheekhouder in de gerechtelijke fase van de onteigeningsprocedure is toegekend is het hof van oordeel dat de hypotheekhouder een onvoldoende belang heeft om in de administratieve fase als derde belanghebbende te kunnen worden aangemerkt. Uitleg van het systeem van de Onteigeningswet en van artikel 3:13 Awb. Op grond van de devolutieve werking gaat het hof vervolgens over tot bespreking van de overige bezwaren van de eigenaren. Gemeente heeft voldoende pogingen in het werk gesteld om met de eigenaren tot overeenstemming te komen. Het hof spreekt de vervroegde onteigening uit. |
Annotator | B.S. ten Kate
|
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARL:2014:6234 |