Samenvatting | In dit artikel onderzoekt auteur of er gemeenschappelijke kenmerken te vinden zijn van gebiedsaanwijzingen om vervolgens te bezien hoe uniformering van gebiedsaanwijzingen in het omgevingsplan zou kunnen plaatsvinden. Auteur duidt daartoe in de eerste plaats de rechtsfiguur van de gebiedsaanwijzing nader, door in paragraaf 2 in te gaan op de theorie achter gebiedsaanwijzingen en in paragraaf 3 te bezien welke eisen aan gebiedsaanwijzingen zouden moeten worden gesteld. In paragraaf 4 typeert auteur de gebiedsaanwijzingen juridisch; in paragraaf 5 beziet auteur de rechterlijke toetsing van gebiedsaanwijzingen aan de hand van enkele voorbeelden om dan daarna in paragraaf 6 de theorie over gebiedsaanwijzingen te confronteren met de regeling van het omgevingsplan in de ontwerp-Omgevingswet. Paragraaf 7 bevat ten slotte enkele conclusies. |