Uitgever | Wolters Kluwer |
---|
Tijdschrift | Milieu & Recht |
Datum | 20-08-2016 |
Aflevering | 6 |
Rubriek | Jurisprudentie |
Titel | Raad van State 24-02-2016 (met noot)
|
---|
Citeertitel | M en R 2016/78
|
Samenvatting | Bij het bepalen van de m.e.r.-plicht van een landsgrensoverschrijdende activiteit dient de gehele activiteit in ogenschouw te worden genomen. Dat impliceert niet dat er voor een desbetreffende grensoverschrijdende activiteit één integraal MER moet worden opgesteld. De betrokken lidstaten dienen zorg te dragen voor het opstellen van MER’en, waarin ieder MER zich richt op de activiteit voor zover die is gesitueerd in de desbetreffende lidstaat. Wel dient een beschrijving van de cumulatieve effecten te worden opgenomen van de activiteitonderdelen aan weerszijden van de grens. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 7 april 2015 hebben de ministers het inpassingsplan "Inpassingsplan DW380 Doetinchem - Voorst" vastgesteld. Ter uitvoering van dit inpassingsplan hebben het college van burgemeester en wethouders van Montferland en het college van burgemeester en wethouders van Oude IJsselstreek onderscheidenlijk de staatssecretaris van Economische Zaken bij besluiten van 21, 23 en 28 april 2015 een aantal omgevingsvergunningen verleend en een ontheffing als bedoeld in de Flora- en Faunawet verleend. |
Annotator | M.A.A. Soppe
|
Link | Volledige tekst annotatie (Soppe Gundelach Witbreuk)  |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2016:465 |