Uitgever | Instituut voor Bouwrecht |
---|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bouwrecht |
Datum | 14-12-2016 |
Aflevering | 12 |
Rubriek | Jurisprudentie - Bestuurlijke schadevergoeding |
Titel | Rechtbank Midden-Nederland 30-08-2016 (met noot)
|
---|
Citeertitel | TBR 2016/189
|
Samenvatting | Waterberging Leusden |
Samenvatting (Bron) | Tussenuitspraak. Verzoek om tegemoetkoming in planschade in verband met de dubbelbestemming Tijdelijke waterberging. Aangezien het bestemmingsplan na de invoering van de Waterwet is vastgesteld, is artikel 2.34 van de Invoeringswet Waterwet niet van toepassing. Artikel 7.16 van de Waterwet is wel van toepassing. Dit betekent dat vergoeding van planschade is uitgesloten voor zover er een schaderegeling is op grond van de Waterwet. Het is onvoldoende inzichtelijk waarom de planologische aanwijzing van de landbouwgronden als waterbergingsgebied niet leidt tot een lagere waarde van deze gronden en de bijbehorende bouwpercelen. De stelling dat van directe en indirecte planschade geen sprake is omdat de gronden in het verleden met dezelfde frequentie onderliepen is niet onderbouwd. Bij het herstel van het gebrek kan verweerder uitgaan van een normaal maatschappelijk risico van in ieder geval 2%. |
Annotator | B.S. ten Kate
|
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Uitspraak | ECLI:NL:RBMNE:2016:4796 |