Rubriek | Arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 15-01-2008, C200600642 |
Citeertitel | «JIN» 2008/769 |
Samenvatting | Deskundigenoordeel art. 7:629a BW. Geen hoor en wederhoor. |
Samenvatting (Bron) | Werknemer vordert betaling van vakantiedagen na einde dienstbetrekking. Partijen hebben de afspraak dat verschuldigdheid afhangt van oordeel deskundige UWV in de zin van artikel 7:629a BW. Deskundige oordeelt werknemer arbeidsongeschikt zonder nog nader contact op te nemen met werkgever. Kantonrechter wijst vordering toe nu een dergelijke deskundige niet gehouden is hoor en wederhoor toe te passen. Hof bekrachtigt en oordeelt daarbij dat een dergelijke door de werkgever gestelde verplichting niet volgt uit de wet. Tevens dat in dit geval niet kan worden gezegd dat er ernstige gebreken aan het betreffende oordeel van de deskundige kleven, zodat de werknemer door een beroep te doen op de afspraak niet in strijd handelt met artikel 6:248 BW |
Annotator | R.A. Heida |
Pagina | 1177-1180 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2008:BD5650 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Leeuwarden, 29-11-2007, 218866 cv expl 07-968 |
Citeertitel | «JIN» 2008/770 |
Samenvatting | Arbeidsongeschiktheid. Deskundigenverklaring. Bevel tot toelichting. |
Samenvatting (Bron) | Aanvulling verzekeringsarts op grond van het bepaalde in 7: 629a lid 5 BW. De kantonrechter is van oordeel dat met deze aanvulling de twijfel die bestond met betrekking tot de vraag of de verzekeringsarts de maagklachten wel voldoende in de beoordeling van de arbeids(on)geschiktheid van werknemer had betrokken, is weggenomen. Bij het oordeel van de verzekeringsarts van het UWV dat werknemer zijn werkzaamheden per 1 maart 2006 had kunnen verrichten zijn, zo blijkt, alle klachten van werknemer betrokken, derhalve ook zijn maagklachten. |
Annotator | R.A. Heida |
Pagina | 1180-1182 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBLEE:2007:BC0030 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank 's-Gravenhage, 28-05-2008, 722162 CV EXPL 08-113 |
Citeertitel | «JIN» 2008/771 |
Samenvatting | Ontslag op staande voet. Bedreiging. Kennelijk onredelijk ontslag. Persoonlijke omstandigheden.
|
Samenvatting (Bron) | Ontslag zonder opzegtermijn weliswaar terecht gegeven, maar (alleen) in zijn directe financiële gevolgen toch kennelijk onredelijk tegenover werknemer. |
Annotator | B. Filippo |
Pagina | 1183-1187 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBSGR:2008:BF2259 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Personen- en familierecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 26-09-2008, C07/048HR |
Citeertitel | «JIN» 2008/772 |
Samenvatting | Verknochtheid. Zaaksvervanging? Stelplicht. |
Samenvatting (Bron) | Familierecht. Geschil tussen voormalig echtelieden bij verdeling van hun huwelijksgemeenschap over de vraag of de tijdens het huwelijk aan de vrouw uitgekeerde immateriële schadevergoeding, waarmee zij een perceel grond heeft gekocht waarop later de voormalige echtelijke woning is gebouwd, in de gemeenschap is gevallen dan wel wegens verknochtheid daarbuiten is gebleven; verknochtheid als bedoeld in art. 1:94 lid 3 BW; invloed zaaksvervanging; finaal verrekenbeding, aard en strekking; toepasselijkheid art. 1:95 lid 2 BW . |
Annotator | E. Loeb , P. Wubbeling |
Pagina | 1188-1195 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2008:BF2295 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Personen- en familierecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Leeuwarden, 23-09-2008, 107.004.673 |
Citeertitel | «JIN» 2008/773 |
Samenvatting | Vernietiging echtscheidingsbeschikking. Geen duurzame ontwrichting. |
Samenvatting (Bron) | Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank, waarbij onder meer de echtscheiding tussen partijen is uitgesproken, en laat daarmee het huwelijk in stand. |
Annotator | H.E. Meijwes |
Pagina | 1195-1197 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHLEE:2008:BF4943 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Personen- en familierecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Roermond, 17-09-2008, 87172 / FA RK 08786 |
Citeertitel | «JIN» 2008/774 |
Samenvatting | Wijziging hoofdverblijfplaats kinderen. Mening kinderen bindend? Belang kind. |
Samenvatting (Bron) | Art. 1:253a BW; verzoek wijziging hoofdverblijfplaats; keuze kind niet doorslaggevend . |
Annotator | E. Loeb |
Pagina | 1197-1199 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBROE:2008:BF0855 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Amsterdam, 19-02-2008, 104.003.771 |
Citeertitel | «JIN» 2008/775 |
Samenvatting | Commissaris. Taken en bevoegdheden. Aansprakelijkheid. Tegenstrijdig belang. Misbruik van bevoegdheid. |
Samenvatting (Bron) | Wat resteert is het gegeven dat [geïntimeerde], terwijl moet worden aangenomen dat hij formeel nog commissaris van T&C was, ervoor koos het faillissement van T&C aan te vragen, kennelijk in een poging T&C ertoe te bewegen de lening van € 50.000,-- die zij met [geïntimeerde] was aangegaan en die zij blijkbaar niet kon terugbetalen op het overeengekomen tijdstip, toch af te lossen. Dat een commissaris, indien hij niet uit hoofde van zijn commissariaat maar uit andere hoofde aanspraken heeft jegens de vennootschap, poogt de vennootschap tot nakoming van die aanspraken te bewegen, is op zichzelf niet in strijd met enige rechtsregel. Dat [geïntimeerde] in het voorliggende geval niet de daarbij wel door een commissaris in acht te nemen behoedzaamheid heeft betracht, kan op basis van het door de curator aangevoerde niet worden aangenomen. Daarbij is in de eerste plaats van belang dat uit het voorgaande blijkt dat er geen direct verband bestaat tussen [geïntimeerde]s daadwerkelijke vervulling van taken en uitoefening van bevoegdheden als commissaris, en het hem thans verweten optreden als schuldeiser van T&C. Voorts is in deze context van belang dat uit de door de rechtbank besproken mailberichten moet worden aangenomen dat alle direct betrokken partijen (bestuurder [persoon B], beoogd opvolgend commissaris [persoon C], [geïntimeerde] zelf) het er in ieder geval wel over eens waren dat in de periode voorafgaand aan de faillissementsaanvraag het voornemen bestond [geïntimeerde]s functioneren als commissaris van T&C op afzienbare termijn (ook formeel) te beëindigen. Ten slotte moet in dit verband worden bedacht dat het doen van een faillissementsaanvraag met het doel een openstaande vordering te incasseren, naar huidige opvattingen op zichzelf niet als een ontoelaatbaar drukmiddel kan worden beschouwd, terwijl het faillissement uiteindelijk ook niet op [geïntimeerde]s (immers ingetrokken) verzoek is uitgesproken. |
Annotator | J.S. Hament |
Pagina | 1200-1203 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHAMS:2008:BF7519 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Arnhem, 13-05-2008, 104.003.681 |
Citeertitel | «JIN» 2008/776 |
Samenvatting | Hoger beroep. Toestemming echtgenote. Uitzonderingsbepaling. |
Samenvatting (Bron) | Ook de stelling van [appellant] dat de uitzonderingsbepaling van artikel 1:88 lid 5 BW niet van toepassing is in (niet-eenvoudige) gevallen waarin sprake is van certificering van aandelen, gaat naar het oordeel van het hof niet op. Het hof stelt vast dat de uitzonderingsbepaling van artikel 1:88 lid 5 BW niet van toepassing is op vennootschappen met een complexe structuur en dat uit de parlementaire geschiedenis zou kunnen worden afgeleid dat er in gevallen van certificering van aandelen steeds sprake is van een complexe structuur. Gelet op de praktijk en de strekking van artikel 1:88 lid 5 BW is het hof echter van oordeel dat de in het onderhavige geval gekozen stichtingsstructuur zo overeenkomt met de holdingsstructuur uit het arrest van de Hoge Raad van 11 juli 2003, NJ 2004, 173, dat ook in het onderhavige geval niet kan worden aangenomen dat er sprake is van een complexe structuur die volgens de wetgever aan toepassing van artikel 1:88 lid 5 BW in de weg moet staan. Nu [appellant] enig bestuurder is van de stichting en niet is weersproken dat hij feitelijk de bedrijfsactiviteiten van de B.V. uitvoert, gaat het materieel gezien om hetzelfde geval als waarvoor de wetgever de uitzondering van lid 5 heeft ingevoerd. |
Annotator | V.H.M. Wibaut |
Pagina | 1203-1205 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARN:2008:BF3284 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Leeuwarden, 17-09-2008, 90365 KG ZA 08-228 |
Citeertitel | «JIN» 2008/777 |
Samenvatting | Concernrecht. Vertegenwoordiging. Goedkeuringsrecht ava. |
Samenvatting (Bron) | Vraag of er sprake is van een goedkeuringsrecht voor de algemene vergadering van aandeelhouders van een besloten vennootschap terzake de verkoop van onroerend goed door het bestuur indien wet en statuten niet voorzien in een dergelijk goedkeuringsrecht. |
Annotator | E.E.G. Gepken-Jager |
Pagina | 1205-1209 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBLEE:2008:BF1056 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Civiel recht |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 03-10-2008, C07/086HR |
Citeertitel | «JIN» 2008/778 |
Samenvatting | Polis, schadeverzekering, sommenverzekering, vergoeding. Arbeidsongeschiktheidsverzekering schadeverzekering of sommenverzekering? Maatstaf. |
Samenvatting (Bron) | Verzekeringsrecht. Kwalificatie arbeidsongeschiktheidsverzekering als sommenverzekering; oordeel dat het ontbreken van een correctiebepaling inzake de verrekening van inkomsten een aanwijzing vormt dat de verzekering geen schadeverzekering is, is niet onbegrijpelijk. |
Annotator | A. Gerritsen-Bosselaar |
Pagina | 1210-1217 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2008:BD5828 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Civiel recht |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 17-10-2008, C07/037HR |
Citeertitel | «JIN» 2008/779 |
Samenvatting | Grenzen rechtsstrijd. 'Herhaald en ingelast'. Devolutieve werking |
Samenvatting (Bron) | Procesrecht. Grenzen rechtsstrijd van partijen; afspraak ter comparitie dat onder overlegging van alle gedingstukken uit de andere procedure deze geacht kunnen worden te zijn herhaald en ingelast in de onderhavige procedure; niet voldoende om wat in die stukken aan stellingen en feiten is te vinden als aangevoerd in het onderhavige geding te beschouwen; de partij die zulke stellingen en feiten wil inroepen, dient dit op een zodanige wijze te doen dat dat voor de rechter en de wederpartij duidelijk is. |
Annotator | N. de Boer |
Pagina | 1217-1222 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2008:BE7201 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Civiel recht |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 17-10-2008, C07/084HR |
Citeertitel | «JIN» 2008/780 |
Samenvatting | Grenzen rechtsstrijd. Verweer in productie. Devolutieve werking. Toepasselijk recht. |
Samenvatting (Bron) | Procesrecht. Grenzen rechtsstrijd van partijen; in bij akte of conclusie overgelegde productie gevoerd verweer; daarmee alleen rekening te houden, indien uit de conclusie of akte voldoende kenbaar is dat de betrokken partij de inhoud van die productie mede als verweer naar voren wil brengen en uit de productie voldoende duidelijk blijkt welk verweer aldus wordt gevoerd; internationaal privaatrecht; op overeenkomst tot huur hotelschip toepasselijk recht; toepassing van art. 4 lid 5 EVO; vraag of vestigingsplaats van de verhuurder reële aanknopingswaarde heeft. |
Annotator | N. de Boer |
Pagina | 1223-1236 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2008:BE7628 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Strafrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 07-10-2008, 03511/06 |
Citeertitel | «JIN» 2008/281 |
Samenvatting | Zwart geld. Afkomstvereiste witwassen. Onzuivere vrijspraak. Onderbouwd standpunt. |
Samenvatting (Bron) | OM-cassatie. 1. Afkomstig uit enig misdrijf i.d.z.v. de witwasbepalingen. 2. Art. 359.2 Sv Ad 1. De tekst van de wet stelt geen beperkingen aan de reikwijdte van de witwasbepalingen en uit de wetsgeschiedenis kan worden afgeleid dat de wetgever niet heeft beoogd andere beperkingen aan te leggen wat betreft het gronddelict waaruit het voorwerp van de witwashandelingen afkomstig is, dan dat het moet gaan om een misdrijf. Aan de vrijspraak van verdachte, heeft het Hof kennelijk ten grondslag gelegd dat vermogensbestanddelen waarover men de beschikking heeft doordat belasting is ontdoken, niet kunnen worden aangemerkt als voorwerpen "afkomstig (...) van enig misdrijf" i.d.z.v. de art. 420bis en 420quater Sr. Dat oordeel getuigt van een onjuiste rechtsopvatting. Die vermogensbestanddelen kunnen in zoverre worden aangemerkt als van misdrijf afkomstig i.d.z.v. voormelde bepalingen. Ad 2. Vooropgesteld wordt dat het OM, wil het ingenomen standpunt de - uiteindelijk in cassatie te toetsen - verplichting tot beantwoording scheppen, zijn standpunt duidelijk, door argumenten geschraagd en voorzien van een ondubbelzinnige conclusie ten overstaan van de feitenrechter naar voren dient te brengen (vgl. HR LJN AU9130). In dat verband komt geen zelfstandige betekenis toe aan de enkele stelling van de AG dat hij het eens is met het requisitoir in 1e aanleg en dat hij verzoekt de inhoud daarvan als ingelast te beschouwen (vgl. HR NJ 1999, 60 en HR LJN AD8914). |
Annotator | J. Silvis |
Pagina | 1237-1240 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2008:BD2774 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Strafrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 28-10-2008, 00940/07 |
Citeertitel | «JIN» 2008/782 |
Samenvatting | Ongewenst vreemdeling. Verblijf in Nederland. Passiviteit. |
Samenvatting (Bron) | Ongewenst vreemdeling. Art. 197 Sr. Avas. Overmacht. In Libanon geboren Palestijn. ’s Hofs oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat verdachte zijnerzijds alle maatregelen heeft genomen die redelijkerwijze van hem konden worden gevergd teneinde aan zijn verplichting om NL te verlaten te voldoen, doordat hij niet zelf pogingen heeft ondernomen om aan die documenten te komen die benodigd zijn voor het aanvragen van een reisdocument, is niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd. CAG: anders. |
Annotator | J. Silvis |
Pagina | 1240-1243 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2008:BE9611 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Strafrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 28-10-2008, 01826/07 |
Citeertitel | «JIN» 2008/783 |
Samenvatting | Lokfiets. Oorspronkelijk opzet. Geoorloofd opsporingsmiddel. |
Samenvatting (Bron) | Lokfiets. Uitlokking? Vooropgesteld moet worden dat het plaatsen door de politie van een zogenaamde lokfiets teneinde aldus fietsendieven op heterdaad te kunnen betrappen, op zichzelf niet ongeoorloofd is, ook al steunt dit handelen niet op een specifieke wettelijke regeling. ‘s Hofs oordeel komt erop neer dat i.c. geen sprake is geweest van onrechtmatig handelen door de politie omdat verdachte door het plaatsen van de lokfiets niet is gebracht tot andere handelingen dan die waarop zijn opzet reeds tevoren was gericht. Dat oordeel is onjuist noch onbegrijpelijk. De HR neemt hierbij in aanmerking dat de politie te dezen niet meer heeft gedaan dan het plaatsen van de desbetreffende fiets op een plek waar veel andere fietsen plegen te worden gestald en waar veelvuldig fietsen worden gestolen, om vervolgens af te wachten wat er met de lokfiets zou gebeuren. De enkele omstandigheid dat die fiets niet was afgesloten, dwingt niet tot een ander oordeel. CAG: anders. |
Annotator | J. Silvis |
Pagina | 1243-1248 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2008:BE9817 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bestuursrecht |
---|---|
Titel | Raad van State, 01-10-2008, 200707921/1 |
Citeertitel | «JIN» 2008/784 |
Samenvatting | Statutair belanghebbende. Te globale doelomschrijving. Geen feitelijke werkzaamheden. Algemene versus collectieve belangen. |
Annotator | R.J.N. Schlössels |
Pagina | 1249-1252 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |