Milieu & Recht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Milieu & Recht
Datum 23-02-2009
Aflevering 2
RubriekOpinie
TitelDe kleren van de keizer
CiteertitelM en R 2009/2, nr.
SamenvattingHet natuurbeschermingsbeleid zal de gemoederen in Nederland ook in 2009 ongetwijfeld weer bezighouden. In 2008 ging de belangstelling vooral uit naar de consequenties van het natuurbeschermingsbeleid voor de aanleg van infrastructuur en andere bouwprojecten. De Commissie Versnelling Besluitvorming Infrastructurele Projecten (Commissie Elverding) heeft hierover haar advies Sneller en beter uitgebracht, dat bestuurlijk en politiek is omarmd. In mijn bijdrage aan het congres Wie beschermt het natuurbeschermingsrecht van de Vereniging van Milieurecht heb ik hierover enkele kritische noten gekraakt.
Auteur(s)H.E. Woldendorp
Pagina69-69
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelIPPC en veehouderijen. Zijn interne saldering en overgangstermijnen in overeenstemming met de IPPC-richtlijn?
CiteertitelM en R 2009/2, nr.
SamenvattingDe IPPC-richtlijn vereist dat in milieuvergunningen alle relevante milieugevolgen worden afgewogen teneinde een hoog niveau van bescherming van het milieu te bereiken. Dit moet worden bereikt door het toepassen van de beste beschikbare technieken (BBT). De laatste jaren is de Nederlandse wet- en regelgeving in overeenstemming gebracht met de IPPC-richtlijn. Voor veehouderijen zijn hierbij mogelijkheden gecreëerd om bestaande stallen (doorgaans geen BBT) te behouden. Dit roept de vraag op of Nederland de IPPC-richtlijn op de juiste wijze interpreert en uitvoert.
Auteur(s)S.H.E. Bastiaans
Pagina70-75
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe Invoeringswet Wabo. Een analyse van het voorontwerp van wet
CiteertitelM en R 2009/2, nr.
SamenvattingNa een wat moeizame behandeling in de Eerste Kamer, is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) inmiddels in het Staatsblad gepubliceerd. Intussen is ook een ontwerp van de Invoeringswet Wabo verschenen, inclusief (uitgebreide) toelichting. De wetgevingsjuristen in 'Den Haag' houden de vaart er onverminderd flink in. [...] In deze bijdrage wordt een aantal onderdelen van het voorontwerp Invoeringswet geanalyseerd. Te beginnen met de wijzigingen die in de Wabo zelf worden aangebracht (par. 1). Een allesomvattende bespreking ban de wijzigingen die in bestaande wetten zijn beoogd, gaat het bestek van deze bijdrage (ver) te buiten. Veel van die wijzigingen zijn trouwens louter van redactionele aard (verband houdend met de introductie van het begrip 'omgevingsvergunning') en vergen nauwelijks bespreking. Wat betreft de inhoudelijke wijzigingen in bestaande wetten, blijft deze bijdrage beperkt tot een drietal voor de praktijk relevante wetten. Dat zijn de Wet milieubeheer (par. 3), de Wet ruimtelijke ordening en de Woningwet (par. 4). Afzonderlijke bespreking verdient de regeling die is bedacht voor de zogenoemde 'aanhakende' toestemming (par. 2).
Auteur(s)A.G.A. Nijmeijer
Pagina76-84
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelJuridische aspecten van klimaatverandering. Verslag van de 102e ledenvergadering van de Vereniging voor Milieurecht op 26 november 2008
CiteertitelM en R 2009/2, nr.
SamenvattingTijdens deze bijeenkomst is in vier workshops uitgebreid gesproken over het preadvies van de werkgroep klimaatverandering en rechtsontwikkeling. In de werkgroep is voor diverse onderwerpen onderzocht wat de mogelijkheden en beperkingen zijn van het recht bij het reguleren van de effecten van klimaatverandering. De studiedag is geopend door mw. prof. N. Weber, bijzonder hoogleraar klimaatmodellering en klimaatanalyse. Zij sprak over de (on)zekerheden in klimaatvoorspellingen voor de komende eeuw. In vier workshops zijn de bijdragen van de preadviseurs besproken.
Auteur(s)N. Teesing
Pagina85-85
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekIngezonden
TitelProf. Schueler verkondigt politieke opvatting
CiteertitelM en R 2009/2, nr.
SamenvattingIn de MenR-uitgave 2008-9 verscheen een Opinie van redactielid prof. B.J. Schueler over de recente ontvankelijkheidsjurisprudentie met betrekking tot milieuorganisaties. Nadat een beschrijving is gegeven van deze jurisprudentie wordt gesteld dat 'procedeerclubs' terecht de toegang tot de rechter is ontzegd. Niet alleen omdat dit uit de wet zou volgen. Maar ook omdat dit wenselijk zou zijn: deze organisaties dient 'de weg te worden versperd'. Dhr. Schueler laat geen enkele ruimte voor twijfel.
Auteur(s)V. Wösten
Pagina86-87
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekActualia & Documentatie
TitelActualia & Documentatie
CiteertitelM en R 2009/2, nr.
SamenvattingAfval - Antennes - Asbest - Bestuursrecht - Bodem - Dierenwelzijn - Energie - Exoten - GGO - IJzeren Rijn - Industrie - Klimaat - Lucht - Mest - Natuur - Producten - Ruimte - Vis - Water.
Auteur(s)B. Arentz
Pagina88-93
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekTijdschriften
TitelTijdschriften
CiteertitelM en R 2009/2, nr.
Pagina94-94
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeken
TitelH. Peeters, K. Wheeler, Vogels en de Wet.nl
CiteertitelM en R 2009/2, nr.
Pagina94-94
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeken
TitelF.B. van der Maesen de Sombreff, Jurisprudentiewijzer Milieurecht 2009
CiteertitelM en R 2009/2, nr.
Pagina94-94
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeken
TitelJ.H.G. van den Broek Wegwijzer Milieu- en omgevingsrecht 2009
CiteertitelM en R 2009/2, nr.
Pagina95-95
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekMededelingen
TitelMededelingen
CiteertitelM en R 2009/2, nr.
Pagina95-95
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekNationale milieuwet- en regelgeving
TitelNationale milieuwet- en regelgeving in behandeling
CiteertitelM en R 2009/2, nr.
Pagina96-96
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelRaad van State, 19-11-2008, 200708431/1
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 9K
SamenvattingEmissienorm voor fluoride voor de glas- en minerale wolindustrie. Uitleg BREF Glas- en minerale wolindustrie.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 9 oktober 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Groningen (hierna: het college) aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PPG Industries Fiber Glass B.V. (hierna: PPG) een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor haar inrichting voor de productie van glasvezel, gelegen aan de Rijksweg West 22 te Westerbroek, gemeente Hoogezand-Sappemeer. Dit besluit is op 22 oktober 2007 ter inzage gelegd.
Pagina97-97
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BG4697
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelRaad van State, 19-11-2008, 200802840/1
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 10K
SamenvattingWeigering verlening ontheffing van het verbod om afvalstoffen buiten een inrichting te verbranden. Beleid dat slechts ontheffing wordt verleend indien geen alternatieve verwerkingsmogelijkheden voorhanden zijn, is niet kennelijk onredelijk.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 7 november 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal (hierna: het college) geweigerd om aan [appellant] ontheffing op grond van artikel 10.63, tweede lid, van de Wet milieubeheer te verlenen voor het verbranden van berm- en slootmaaisel en stro op een perceel aan de Maartenhaaswegeling in Yerseke.
Pagina97-97
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BG4747
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelRaad van State, 19-11-2008, 200700614/1
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 11K
SamenvattingVrijstellingsbepaling die de oprichting van twee windturbines met hoogte van 115 meter mogelijk maakt is in strijd met art. 15 lid 1 onder a WR.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 19 december 2006, kenmerk DRM/ARW/5204A, heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland (hierna: het college) opnieuw besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Leiden (hierna: de raad) bij besluit van 20 januari 2004 vastgestelde bestemmingsplan "Oostvlietpolder".
Pagina97-97
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BG4693
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelRaad van State, 26-11-2008, 200708275/1
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 12K
SamenvattingWie bevoegd gezag is, is afhankelijk van de verleende vergunning en niet van de feitelijke situatie.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 10 oktober 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland (hierna: het college) met toepassing van artikel 8.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer aan de voor onbepaalde tijd verleende vergunningen voor de inrichting aan de [locatie] te [plaats], van [appellante] de beperking verbonden dat deze gelden tot en met 31 december 2008, tenzij voor deze datum een ontvankelijke aanvraag voor een revisievergunning is ingediend, in welk geval de vergunningen gelden tot het moment van inwerkingtreding van het besluit op de ingediende aanvraag.
Pagina97-97
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BG5310
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelGerechtshof Amsterdam, 19-12-2008, 23-005716-08
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 13K
SamenvattingProbo Koala-zaak, preliminair verweer en gelede tenlastelegging.
Samenvatting (Bron)Ontvankelijkheid OM ketst af op concentratie vereiste van het hoger beroep. Gelede tenlastelegging (primair/subsidiair) bindt rechter aan de door OM gegeven volgorde van beoordeling. Door dit niet te doen (OM is niet-ontvankelijk verklaard aangaande het subsidiaire zonder dat het primaire eerst is beoordeeld) is de beslissing aangaande het subsidiair tenlastegelegde non existent.
Pagina97-98
UitspraakECLI:NL:GHAMS:2008:BG8037
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelHoge Raad, 21-10-2008, 01338/07
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 14K
SamenvattingDuivencarrousel is lokinstrument.
Samenvatting (Bron)Grondslagverlating. Het aan art. 6 Besluit inrichting voor motorrijtuigen milieubeheer ontleende begrip “melding”. I.c. mondelinge melding. De meldingsplicht van art. 6 Besluit strekt ertoe om - met het oog op een verantwoord milieubeheer waarvoor burger en overheid beide verantwoordelijk zijn - het bevoegd gezag en, zoals art. 8.41.4 Wet milieubeheer bepaalt, derden-belanghebbenden alsmede aangewezen bestuursorganen al dan niet publiekelijk te informeren over een voorgenomen oprichting van een inrichting. Een dergelijke melding dient naar haar aard schriftelijk te worden gedaan. Dat is i.o.m. het doel en de strekking van deze bepaling en strookt met het systeem van het Besluit. Met het oog op een behoorlijke vastlegging van de vereiste gegevens betreffende de inrichting zou een andere uitleg afbreuk doen aan de praktische hanteerbaarheid van deze, mede door het strafrecht gesanctioneerde, in het bestuursrecht voorziene meldingsplicht.
Pagina98-98
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BG0970
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelHof van Justitie EG, 04-12-2008, C-249/07
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 12
SamenvattingVoorafgaande vergunning op grond van visserijwetgeving voor uitzaai van tot inheemse soorten behorende maar uit andere lidstaten afkomstige oesters en mosselen. Risico introductie uitheemse dier- en plantensoorten die zich aan oesters en mosselen hebben gehecht. Begrip 'opzettelijke introductie' in artikel 22, sub b, Habitatrichtlijn heeft betrekking op 'projecten op het gebied van de introductie van niet-inheemse soorten'. Instandhouding van de biologische diversiteit en de instandhouding van vissoorten in het belang van de visserij hebben betrekking op 'de bescherming van het leven dieren' als bedoeld in 30 EG. Nederland heeft niet aangetoond dat vergunningstelsel geschikt en noodzakelijk is en voldoet aan het evenredigheidsbeginsel: strijd met art. 28 EG. Onterecht beroep op het voorzorgbeginsel.

(Commissie van de EG / Nederland).
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Derde kamer) van 4 december 2008. # Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk der Nederlanden. # Niet-nakoming - Artikelen 28 EG en 30 EG - Richtlijn 92/43/EG - Maatregel van gelijke werking - Voorafgaande vergunning voor uitzaai van tot inheemse soorten behorende maar uit andere lidstaten afkomstige oesters en mosselen - Rechtvaardiging - Bescherming van leven van dieren - Instandhouding van biologische diversiteit en instandhouding van vissoorten in belang van visserij. # Zaak C-249/07.
AnnotatorC.J. Bastmeijer , J.H. Jans
Pagina98-105
UitspraakECLI:EU:C:2008:683
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelHoge Raad, 28-10-2008, 01793/07 E
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 13
SamenvattingIngevolge voormeld art. 1.1 vierde lid, moeten als één inrichting worden beschouwd 'de tot eenzelfde onderneming of instelling behorende installaties die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen'. Hetgeen door het Hof feitelijk is vastgesteld, biedt onvoldoende grondslag voor het oordeel dat te dezen sprake is van één inrichting in voormelde zin. De verwerping van het gevoerde verweer is derhalve niet genoegzaam met redenen omkleed.
Samenvatting (Bron)Begrip “één inrichting” a.b.i. art. 1.1.4 Wmb. Als één inrichting moeten worden beschouwd “de tot eenzelfde onderneming of instelling behorende installaties die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn geleggen”. Hetgeen door het Hof feitelijk is vastgesteld, biedt onvoldoende grondslag voor het oordeel dat te dezen sprake is van één inrichting in voormelde zin.
AnnotatorV.M.Y. van 't Lam
Pagina105-111
UitspraakECLI:NL:HR:2008:BE9812
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 20-08-2008, 200706911/1
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 14
SamenvattingDe ABRvS vernietigt een uitspraak van de rechtbank Haarlem, aangezien de rechtbank met een oordeel over spoedeisendheid van bestuursdwang buiten de omvang van het geding is getreden. De rechtbank had evenmin mogen oordelen dat het bestuursdwangbesluit in strijd is met het stelsel van de Woningwet en art. 5:24 lid 6 Awb. Bij een brand in een bollenschuur is asbest vrijgekomen, waarvan de deeltjes op en buiten het perceel zijn terechtgekomen. Daardoor wordt de Bouwverordening Bloemendaal 2005 overtreden, die bepaalt dat open erven en terreinen geen gevaar mogen opleveren voor de veiligheid, noch nadeel voor de gezondheid van hinder voor de gebruikers of anderen, ten gevolge van verontreiniging.
Samenvatting (Bron)Bij brief van 15 mei 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal (hierna: het college) [wederpartij] medegedeeld dat is besloten tot het met toepassing van bestuursdwang verwijderen van de asbest op het perceel kadastraal bekend gemeente Bloemendaal, sectie […], nr. […] (hierna: het perceel).
AnnotatorJ.H.G. van den Broek
Pagina111-112
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BE8867
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 20-08-2008, 200707180/1
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 15
SamenvattingDelen Maasvlakte en Europoort terecht niet aangewezen als SBZ ingevolge de Vogelrichtlijn ondanks het voorkomen van de grootste broedkolonie kleine mantelmeeuwen van Nederland. Eis dat 100ha van het gebied in beheer moet zijn als natuurgebied kan door Nederland worden gesteld als selectiecriterium, mist dit in het specifieke geval niet onredelijk is.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 28 juni 2007 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: de minister) het verzoek van Stichting De Faunabescherming (hierna: de Faunabescherming) om bepaalde, nader aangeduide delen van de Maasvlakte en het Europoortgebied aan te wijzen als speciale beschermingszone in het kader van richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (hierna: de Vogelrichtlijn) afgewezen.
AnnotatorJ.M. Verschuuren
Pagina112-116
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BE8849
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 08-10-2008, 200707152/1
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 16
SamenvattingVerplichte lozing afvalwater op rwzi, bestrijding verontreiniging aan de bron, belang van een goede werking van een werking van een zuiveringstechnisch werk, beste bestaande technieken.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 16 augustus 2007 heeft het dagelijks bestuur van het waterschap Fryslân (hierna: het dagelijks bestuur) aan [appellante] een vergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (hierna: de Wvo) verleend voor onder meer het lozen van huishoudelijk afvalwater, procesafvalwater, ketelspuiwater, regeneratiewater, koelwater, laboratoriumafvalwater en hemelwater via de gemeentelijke riolering en de rioolwaterzuiveringsinstallatie (hierna: de rwzi) te Harlingen op het Van Harinxmakanaal. Dit besluit is op 30 augustus 2007 ter inzage gelegd.
Annotator van Rijswick
Pagina116-119
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BF7232
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 22-10-2008, 200800532/1
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 17
SamenvattingUit aanvraag en vergunning blijkt niet expliciet de aangevraagde c.q. vergunde maximale doorzet van LPG. De externe veiligheidsaspecten van de inrichting zijn daardoor niet duidelijk. Anders dan in ABRvS 24 okotber 2007 (nr. 200702498/1) is limitering van LPG doorzet in belang van de bescherming van het milieu. Voldoende rekening gehouden met bedrijfsvoering.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 27 november 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Spijkenisse (hierna: het college) met toepassing van artikel 8.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer de bij besluit van 30 maart 2004 aan De Witte Pomp verleende milieuvergunning voor een inrichting voor onder meer de verkoop van motorbrandstoffen inclusief LPG op het perceel Noordeinde 70 te Spijkenisse, gewijzigd. Dit besluit is op 13 december 2007 ter inzage gelegd.
AnnotatorA. ten Veen
Pagina119-120
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BG1146
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 26-11-2008, 200709053/1
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 18
SamenvattingEen stichting heeft ernstig met vinylchloride verontreinigd grondwater opgepompt en in de bodem geïnjecteerd. Daarmee heeft de stichting volgens de ABRvS handelingen verricht als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 van de Wet bodembescherming (Wbb) die tot gevolg hebben dat de in artikel 13 van die wet vervatte zorgplicht niet werd nageleefd. Dat het geïnjecteerde water kort daarvoor aan dezelfde verontreinigingsvlek was onttrokken, doet aan dit oordeel niet af.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 19 april 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht (hierna: het college) aan de stichting Dr. Henri van der Hoeven Stichting (hierna: de stichting) twee lasten onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht opgelegd ter zake van overtreding van de artikelen 13, 28 en 39 van de Wet bodembescherming op het terrein van de stichting aan de Oudlaan te Utrecht.
AnnotatorJ.H.G. van den Broek
Pagina120-124
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BG5329
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 26-11-2008, 200704739/1
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 19
SamenvattingVergunning ingevolge Natuurbeschermingswet 1998 verleend voor het uitvoeren van een proef met het kweken van kokkels, inhoudende het opvissen van kleine kokkels/kokkelbroed in de Westerschelde en het uitzaaien en opvissen daarvan op kweekpercelen in de Oosterschelde. Vergunning bevat ten onrechte geen bepaling over ligging en oppervlakte van locaties waar gevist mag worden, noch hoeveel mag worden opgevist. De Natuurbeschermingswet 1998 staat in beginsel op voorhand niet in de weg aan het doen van een kokkelweekproef ten einde kennisleemtes op te vullen. Schaal en omvang van de proef mogen de instandhoudingsdoelstellingen niet in gevaar brengen.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 2 november 2006 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: de minister) een vergunning ingevolge artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) verleend aan de onderlinge waarborgmaatschappij Coöperatieve Producentenorganisatie van de Nederlandse Kokkelvisserij U.A. (hierna: de PO) voor het uitvoeren van een proef met het kweken van kokkels, inhoudende het opvissen van kleine kokkels/kokkelbroed in de Westerschelde en het uitzaaien en opvissen daarvan op kweekpercelen in de Oosterschelde, voor de periode van 1 september 2006 tot 1 november 2010.
AnnotatorJ.M. Verschuuren
Pagina124-127
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BG5366
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 17-12-2008, 200706287/1
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 20
SamenvattingDe weigering om te gedogen kan, behoudens bijzondere omstandigheden, niet als een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb worden aangemerkt. Dat geldt ook voor de intrekking van een eerder verleende gedoogverklaring. Evenals de weigering te gedogen houdt een dergelijke beslissing slechts de mogelijkheid in dat het betrokken bestuursorgaan handhavend zal gaan optreden. Eerst wanneer tot handhavend optreden wordt besloten, concretiseert die mogelijkheid zich. Onder die omstandigheid zich. Onder die omstandigheden kan aan een beslissing tot intrekking van een gedoogverklaring geen zelfstandige betekenis worden toegekend, behoudens bijzondere gevallen.
Samenvatting (Bron)Bij brief van 12 april 2007 heeft het dagelijks bestuur van de Milieudienst West-Holland (hierna: het dagelijks bestuur) een besluit van 2 februari 2007 ingetrokken.
AnnotatorK.J. de Graaf
Pagina128-129
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BG7172
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 01-10-2008, 200800992/1
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 21
SamenvattingDe Afdeling stelt vast dat de Wet luchtkwaliteit onmiddellijke werking heeft. Nu in deze wet dezelfde grenswaarden voor stikstofdioxide en zwevende deeltjes (PM10) als in het Blik 2005 worden gesteld, kan het bouwplan gelet op het vorenstaande evenmin in strijd met de thans van toepassing zijnde luchtkwaliteitseisen in de Wet milieubeheer worden geacht. Daarom heeft de rechtbank in het door haar gesignaleerde gebrek in het besluit op bezwaar terecht geen aanleiding gevonden om de rechtsgevolgen van het besluit niet in stand te laten.

Noot onder M&R 2009/22.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 maart 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland (hierna: het college) aan [vergunninghoudster] vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het bouwen van een ondergrondse parkeergarage, winkels en 35 appartementen op het perceel plaatselijk bekend 't perron/Prinses Margrietstraat te De Lier.
AnnotatorS. Hillegers
Pagina129-130
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BF3899
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 12-12-2008, 200806884/2
CiteertitelM en R 2009/2, nr. 22
SamenvattingNaar voorlopig oordeel moet uit artikel V van de wet van 11 oktober 2007 tot wijziging van de Wet milieubeheer, waarin het overgangsrecht met betrekking tot de hier aan de orde zijnde bepalingen is opgenomen, evenwel worden afgeleid dat op uitwerkingsplannen die zijn gebaseerd op een bestemmingsplan dat is vastgesteld vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet, het Besluit luchtkwaliteit 2005 van toepassing blijft.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 15 juli 2008, no. PZH-2008-579531, heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland (hierna: het college) beslist over de goedkeuring van het door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp (hierna: burgemeester en wethouders) bij besluit van 20 mei 2008 vastgestelde "Uitwerkingsplan bedrijventerrein Emerald" (hierna: het plan).
AnnotatorS. Hillegers
Pagina130-132
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BG7165
Artikel aanvragenVia Praktizijn