Milieu & Recht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Milieu & Recht
Datum 12-06-2009
Aflevering 5
RubriekOpinie
TitelOp naar een spoedwet procedurele coördinatie!
CiteertitelM en R 2009/5, nr.
SamenvattingSinds de start van de herijking van de milieuwetgeving staan betere dienstverlening, administratieve lastenverlaging, en vooral snellere besluitvorming voorop. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) integreert een groot aantal (circa 25) toestemmingen tot een omgevingsvergunning. De Wabo beoogt een belangrijke bijdrage te leveren aan het oplossen van knelpunten op het gebied van doorzichtigheid, afstemming en traagheid in de besluitvorming. De vergunningverlening word aan strikte termijnen gebonden. Bij de korte procedure is, wanneer sprake is van termijnoverschrijding, als 'sanctie' een van rechtswege verlening van de vergunning voorzien.
Auteur(s)J. Kramer
Pagina277-277
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe Europese richtlijn luchtkwaliteit en de veehouderij: een mission impossible
CiteertitelM en R 2009/5, nr.
SamenvattingHet luchtkwaliteitsdossier staat bekend als 'hoofdpijndossier'. Dat geldt niet alleen voor bewindslieden en bestuurders, maar ook voor vergunningverleners. De lidstaat Nederland interpreteert de op zich vrij heldere en eenduidige Europese richtlijn luchtkwaliteit namelijk zodanig dat er een reëel risico bestaat op uitvoeringsproblemen. In dit artikel wordt eerst de implementatie van de richtlijn geschetst. Daarna worden juridische, uitvoeringstechnische en financiële kanttekeningen geplaatst bij de basisgedachte achter de wijze van implementatie en bij de saneringsopgave die Nederland op zich heeft genomen.
Auteur(s)L.T. Florijn
Pagina278-284
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelBeheerplannen voor Natura 2000-gebieden: een effectief instrument?
CiteertitelM en R 2009/5, nr.
SamenvattingDe Voordelta is in Nederland het eerste aangewezen Natura 2000-gebied waarvoor een beheerplan is opgesteld. Naar verwachting staat dit plan in belangrijke mate model voor beheerplannen van andere Natura 2000-gebieden. In deze bijdrage wordt aan de hand van het beheerplan Voordelta ingegaan op een aantal juridische aspecten met betrekking tot de voorbereiding en de inhoud van het beheerplan.
Auteur(s)S.D.P. Kole
Pagina285-291
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekIngezonden
TitelDe mantel van Sint Maarten
CiteertitelM en R 2009/5, nr.
SamenvattingIn M&R 2009-2 schreef drs. H.E. Woldendorp een - bedoeld - polemisch opiniestuk, wat niet zonder reactie kan blijven. De auteur suggereert dat onhaalbare natuurbeleidsdoelstellingen zijn gesteld, maar dat bijna niemand dat durft te zeggen. Volgens Woldendorp is dit als de keizer die geen kleren draagt. Dat bijna niemand durft te zeggen dat natuurbeleidsdoelstellingen onhaalbaar zijn is onjuist. Bijvoorbeeld de grootste christelijke partij van ons land voert sinds mensenheugenis een hetze tegen natuur- en milieubeleid.

Met naschrift van drs. H.E. Woldendorp: The proof of the pudding is in the eating.
Auteur(s)V. Wösten
Pagina292-293
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekActualia & Documentatie
TitelActualia & Documentatie
CiteertitelM en R 2009/5, nr.
SamenvattingBestuursrecht

Bodem

Dierenwelzijn

Energie

Internationaal recht

Lucht

Luchtvaart

Mest

Producten

Schepen

Stoffen

Vis
Auteur(s)B. Arentz
Pagina294-297
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekTijdschriften
TitelTijdschriften
CiteertitelM en R 2009/5, nr.
Pagina297-298
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeken
TitelJ.M. Bazelmans e.a., Juridische aspecten van klimaatverandering. Preadvies van de Werkgroep klimaatverandering en rechtsontwikkeling (2009-1)
CiteertitelM en R 2009/5, nr.
Pagina299-299
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeken
TitelR. Uylenburg, E.M. Vogelezang-Stoute, Toegang tot het milieurecht. Een inleiding voor niet-juristen
CiteertitelM en R 2009/5, nr.
Pagina299-300
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeken
TitelR. Pieterman, De voorzorgcultuur. Streven naar veiligheid in een wereld vol risico en onzekerheid
CiteertitelM en R 2009/5, nr.
Pagina300-301
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelNationale omgevingswetgeving behandeling
CiteertitelM en R 2009/5, nr.
Pagina302-302
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEG Milieuwet- en regelgeving
TitelEG Milieu Wet- & Regelgeving in Behandeling
CiteertitelM en R 2009/5, nr.
Pagina303-306
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelRechtbank Amsterdam, 05-02-2009, 13/994167-08 (PROMIS)
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 29k
SamenvattingDe rechtbank merkt ten aanzien van de Regeling verbranden gevaarlijke afvalstoffen op dat die regeling per 15 april 2004 is vervallen en vervangen door het Besluit verbranden afvalstoffen (Bva).
Samenvatting (Bron)1. APS is schuldig bevonden aan het zich ontdoen van gevaarlijke afvalstoffen met een vlampunt lager dan 55 graden Celsius door afgifte daarvan aan een derde. De rechtbank acht niet aannemelijk dat de derde beschikte over een vergunning tot het inzamelen van oliehoudende afvalstoffen met een vlampunt lager dan 55 graden Celsius. Nu de hinderwetvergunning van de derde daarover niets vermeldt, de bijlage bij de (thans niet meer geldende) Wca-vergunning van de derde de restrictie inhoudt dat slechts stoffen met een vlampunt hoger dan 55 graden Celsius mochten worden ingenomen en de locatiemanager van de derde heeft verklaard dat geen afvalstoffen met een vlampunt hoger dan 55 graden Celsius mochten worden ingenomen. De rechtbank acht echter niet bewezen dat verdachte, die bestuurder was van APS, aan die verboden gedraging leiding heeft gegeven, of daartoe opdracht heeft gegeven. Aannemelijk is dat hier sprake was van incidentele levering, buiten de normale bedrijvigheid om, die door bepaalde personeelsleden mogelijk bewust aan het oog verdachte is onttrokken. 2. Nu APS is vrijgesproken van valsheid in geschrift, is ook verdachte daarvan als feitelijk leider vrijgesproken. 3. APS heeft in strijd met de vergunningsvoorschriften oliehoudende afvalstoffen afgeleverd aan een derde die niet beschikte over een verbrandingsinstallatie die voldeed aan de criteria van de Regeling verbranden gevaarlijke afvalstoffen. Weliswaar is de betreffende Regeling inmiddels vervangen door het Besluit verbranden afvalstoffen, maar een redelijke wetsuitleg brengt mee dat de wijziging van de Regeling in het Besluit, wegens de aanpassing van de Nederlandse regelgeving aan (strengere) Europese normen niet tot gevolg kan hebben dat de vergunning plotseling onbeperkte afgifte van oliehoudend afval zou toelaten. Verdachte heeft hier als bestuurder feitelijk leiding aangegeven, nu de betreffende handelwijze behoorde tot de gebruikelijke gang van zaken in het bedrijf, het een qua omvang beperkte organisatie betrof en verdachte regelmatig zakelijk en persoonlijk contact had met de locatiemanager van de derde die de afvalstoffen ontving. Verdachte heeft aldus minst genomen bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de verboden gedragingen zich zouden voordoen.
Pagina307-307
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2009:BH3568
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelRaad van State, 18-02-2009, 200800255/1
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 30k
SamenvattingMilieuvergunning mag met het oog op Bibob-weigeringsgrond voor beperkte termijn worden verleend.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 november 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (hierna: het college) aan [appellante] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een inrichting voor het in- en uitwendig reinigen en het opwarmen van tankauto's en tankcontainers aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 29 november 2007 ter inzage gelegd.
Pagina307-307
UitspraakECLI:NL:RVS:2009:BH3237
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelRaad van State, 25-02-2009, 200803873/1
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 31k
SamenvattingVoorbelasten en bouwrijp maken poldergebied is ten aanzien van grutto en lepelaar niet in strijd met art. 11 Flora- en faunawet.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 28 februari 2006 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: de minister) het verzoek van de vereniging Vereniging tegen Milieubederf In en Om het Nieuwe Waterweggebied, de vereniging Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Noordrand Rotterdam en de stichting Stichting Natuur- en Milieuwacht (hierna: VTM en andere), om handhavend op te treden tegen het voorbelasten en bouwrijp maken van een deel van de polder Schieveen bij Rotterdam, wegens het ontbreken van een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet (hierna: Ffw), afgewezen.
Pagina307-307
UitspraakECLI:NL:RVS:2009:BH3985
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Kort
TitelRaad van State, 18-03-2009, 200800463/1
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 32k
SamenvattingBeleidslijn IPPC-omgevingstoetsing ammoniak en veehouderij.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 3 december 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Venray (hierna: het college) aan [vergunninghoudster] (hierna: de maatschap) een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het veranderen van een varkenshouderij gelegen aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 7 december 2007 ter inzage gelegd.
Pagina307-308
UitspraakECLI:NL:RVS:2009:BH6356
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelEuropees Hof voor de Rechten van de Mens, 27-01-2009, 67021/01
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 43
SamenvattingSchending van art. 8 EVRM, omdat de overheid omwonenden van het bedrijf Aurul waar met behulp van cyanide goud gewonnen wordt onvoldoende heeft geïnformeerd heeft over de risico's waaraan zij waren blootgesteld.
Samenvatting (Bron)Violation of Art. 8;Pecuniary damage - claim dismissed;Non-pecuniary damage - award
AnnotatorM.T. Kamminga
Pagina308-311
UitspraakECLI:CE:ECHR:2009:0127JUD006702101
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelHoge Raad, 03-02-2009, 07/10245 E
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 44
SamenvattingBeheer en schadebestrijding. Vrijstelling voor de grondgebruiker krachtens art. 65, derde lid, va de Flora- en faunawet om, in afwijking van de artikelen 9 tot en met 12 van die wet, handelingen bedoeld in die artikelen te verrichten op de door hem gebruikte gronden of in of aan hem gebruikte opstallen.
Samenvatting (Bron)Economisch delict. OM-cassatie. 1. Art. 55 Sr. 2. Art. 65.3 (oud) Ffw. ’s Hofs oordeel dat het bewezenverklaarde vangen van kraaien i.c. niet strafbaar is en dat verdachte daarom moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging, is onjuist noch ontoereikend gemotiveerd.
Pagina311-316
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BG4817
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 12-11-2008, 200801284/1
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 45
SamenvattingNu niet in geschil is dat de brandtrap minder dan vijf meter van de waterloop is gelegen heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat sprake is van een overtreding van art. 9, eerste lid, aanhef en onder e, ten tweede van de Keur, zodat het dagelijks bestuur ter zake handhavend kon optreden. Dat in het bestemmingsplan een andere afstand wordt genoemd en appellant een bouwvergunning voor de brandtrap is verleend kan daaraan niet afdoen.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 20 september 2006 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Aa en Maas (hierna: het dagelijks bestuur) [appellant sub 2] onder oplegging van een dwangsom gelast om vóór 15 oktober 2006 de brandtrap te verwijderen die aanwezig is binnen vijf meter van de insteek van een leggerwaterloop gelegen achter het perceel kadastraal bekend gemeente […], sectie […], nummers […] en […].
AnnotatorF.A.G. Groothuijse
Pagina316-320
UitspraakECLI:NL:RVS:2008:BG4046
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 04-02-2009, 200800493/1
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 46
SamenvattingBevi; Intrekken van een milieu vergunning voor de opslag en verkoop van LPG in het tankstation vanwege een saneringssituatie is ontoelaatbaar. Het bevoegd gezag had bij die beoordeling rekening moeten houden met de aangevraagde veranderingsvergunning voor de beperking van de doorzet van LPG en het verplaatsen van het vulpunt. Die vergunning komt op grond van art. 4 lid 5 aanhef en onderdeel a Bevi voor verlening in aanmerking, omdat voor het plaatsgebonden risico hete positieve effect van de beperking van de LPG-doorzet zwaarder weegt dan het negatieve effect van de verplaatsing van het vulpunt. Per saldo neemt het plaatsgebonden risico door de beoogde verandering af. Mitsdien is de veranderingsvergunning ten onrechte geweigerd.

(Benzinex BV / B&W van Almelo).
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 4 december 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almelo (hierna: het college) met toepassing van artikel 8.25 van de Wet milieubeheer de bij besluit van 10 november 1998 verleende milieuvergunning voor onder meer een tankstation op het adres H.R. Holstlaan 1 te Almelo ingetrokken, voor zover het betreft de exploitatie van een LPG-tankstation. Tevens is bij dit besluit de in november 2005 aangevraagde veranderingsvergunning geweigerd. Dit besluit is op 11 december 2007 ter inzage gelegd.
AnnotatorM. Bekooy
Pagina320-325
UitspraakECLI:NL:RVS:2009:BH1874
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 04-03-2009, 200802521/1
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 47
SamenvattingMilieuveranderingensvergunning voor fokgeuzen- en rundveehouderij. Geen straffactor van 5 dB(A) voor tonaal geluid wanneer afstand tussen bron en immissiepunt te groot is om te voldoen aan hoorbaarheidscriterium uit de handreiking industrielawaai en vergunningverlening. Hoewel aan de vergunning naast doel- ook middelvoorschriften verbonden zijn, dient de vergunningverlener ex art. 8.12 lid 4 Wm controlevoorschriften aan de vergunning te verbinden.

(X e.a. / B&W van Bergeijk).

Samenvatting (Bron)Bij besluit van 18 februari 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergeijk (hierna: het college) aan [vergunninghouder] een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het veranderen van een fokzeugen- en rundveehouderij aan [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 28 februari 2008 ter inzage gelegd.
AnnotatorW.J.B. Claassen-Dales
Pagina325-326
UitspraakECLI:NL:RVS:2009:BH4641
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 04-03-2009, 200801877/1
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 48
SamenvattingAppellanten verzochten om handhaving omdat de geluidsvoorschriften van een pluimveehouderij zouden worden overtreden. Met appellanten is de afdeling van oordeel dat het gekraai van de hanen tonaal van karakter is, zodat anders dan het bevoegd gezag had gesteld, de voorschriften overtreden worden, dat het tonale karakter van het hanengekraai pas na het verlenen van de vergunning is onderkend, vormt geen bijzondere omstandigheid om van handhaving af te zien. Beroep gegrond.

(X e.a. / B&W van Woudenberg).
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 18 januari 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Woudenberg (hierna: het college) het verzoek om handhaving van [appellanten] met betrekking tot de pluimveehouderij van [De Maatschap] aan de [locatie] te Woudenberg afgewezen.
AnnotatorB. Arentz
Pagina327-329
UitspraakECLI:NL:RVS:2009:BH4638
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 18-03-2009, 200806199/1
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 49
SamenvattingDe inrichting van appellant is een inrichting waar voedingsmiddelen worden bereid. Sinds de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit is het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven ingetrokken, zodat het college niet op grond van overtreding van regels uit het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven tot handhavend optreden kon overgaan. Verder staat vast dat deze inrichting reeds was opgericht vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en dat na die inwerkingtreding geen veranderingen hebben plaatsgevonden die meldingsplichtig zijn zoals bedoeld in art. 6.8, eerste lid, van de Regeling of die tot een toename van de geurbelasting leiden op gevoelige gebouwen. Gelet hierop is ingevolge art. 6.8, eerste lid, van de Regeling art. 4.07, eerste lid, van de Regeling niet van toepassing op de inrichting. Dat heeft tot gevolg dat het ontbreken van de in art. 4.107, eerste lid, van de Regeling bedoelde voorzieningen in dit geval geen overtreding van dat artikellid kan opleveren. voorts zijn ten aanzien van de inrichting geen andere regels met betrekking tot geurhinder van toepassing.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 28 januari 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heemstede (hierna: het college) een verzoek van [appellante] om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot de inrichting van [vergunninghouder] aan de [locatie] te [plaats] afgewezen.
AnnotatorK.J. Graaf
Pagina329-331
UitspraakECLI:NL:RVS:2009:BH6322
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 25-03-2009, 200804713/1
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 50
SamenvattingMelding voor uitbreiding ziekenhuis geaccepteerd. Appellant stelt dat het energiegebruik zal toenemen en dat de melding dus niet geaccepteerd had mogen worden. Omdat door de uitbreiding het oppervlak van de verticale en horizontale buitenwanden kleiner zal worden, de nieuw te bouwen buitengevel een betere isolerende werking zal hebben en de aard van het gebruik van de uitbreiding van het gebruiksoppervlak, namelijk als ruimte voor twee spreekkamers, een werkkamer en twee secretariaten, geen aanleiding geeft te veronderstellen dat het energie verbruik zal toenemen, heeft het bevoegd gezag zich op goede gronden op het standpunt gesteld dat de verandering niet tot een groter energieverbruik zal leiden dan die de inrichting ingevolge de vergunning mag veroorzaken. Beroep gegrond.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 21 november 2007 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer van de gemeente Amsterdam (hierna: het dagelijks bestuur) een verklaring als bedoeld in artikel 8.19, tweede lid, onder c (oud), van de Wet milieubeheer met betrekking tot een verandering van bouwdeel H van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (hierna: het OLVG) aan het Oosterpark 9 te Amsterdam afgegeven.
AnnotatorB. Arentz
Pagina331-333
UitspraakECLI:NL:RVS:2009:BH7708
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 01-04-2009, 200802600/1/R2
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 51
SamenvattingVerlening Nbw 1998 vergunning aan een veehouderij nabij beschermd natuurmonument en SBZ. Ten onrechte onherroepelijke milieuvergunning van voor 1 oktober 2005 tot uitgangspunt van vergunningverlening genomen. Het enkele feit dat er onder het voor 1 oktober 2005 geldende wettelijke regime geen verzoek tot handhaving is ingediend en niet handhavend is opgetreden betekent niet dat de op die datum bestaande ammoniakemissie als bestaand recht in het kader van de toepassing van de Nbw 1998 mag worden beschouwd. Habitattoets in het kader van de milieuvergunning doet niet af aan de verplichting een habitattoets in het kader van de Nbw 1998. Ten onrechte niet gemotiveerd waarom het uitgesloten is dat de exploitatie van de veehouderij, afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten, geen significante gevolgen heeft voor het gebied afgezet tegen de instandhoudingdoelstellingen daarvan.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 3 juli 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant (hierna: het college) een vergunning krachtens artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) verleend aan [vergunninghoudster] voor het exploiteren van een varkenshouderij aan de [locatie] te [plaats] in de omgeving van het beschermde natuurmonument "Deurnese Peel" en het als speciale beschermingszone aangewezen gebied "Deurnese Peelgebieden".
AnnotatorJ.M. Verschuuren
Pagina333-337
UitspraakECLI:NL:RVS:2009:BH9262
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 19-03-2009, 200901091/1
CiteertitelM en R 2009/5, nr. 52
SamenvattingAan de in art. 13 van de Wet bodembescherming neergelgede zorgplicht komt, mede gelet op de bewoordingen waarin deze is gesteld en de concretisering die deze zorgplicht door verwijzing naar de artikelen 6 tot en met 11 van de Wet bodembescherming heeft gekregen, een zelfstandige en aanvullende betekenis toe naast de in de vergunning neergelegde voorschriften.

(X / GS van Noord-Brabant).
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 21 november 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant (hierna: het college) aan [verzoekster] een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 13 van de Wet bodembescherming.
AnnotatorJ.H.G. van den Broek
Pagina337-339
UitspraakECLI:NL:RVS:2009:BH7669
Artikel aanvragenVia Praktizijn