Nederlands Juristenblad

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Nederlands Juristenblad
Datum 15-01-2010
Aflevering 2
RubriekVooraf
TitelDiscriminatie signalen
CiteertitelNJB 2010, 30
SamenvattingHet lijkt erop dat de Eerste Kamer zonder veel ophef akkoord zal gaan met een aanzienlijke verruiming van het gebruik van gegevens over etniciteit. Op 26 januari staat de behandeling geagendeerd van de aanpassing van de Wet op de jeugdzorg t.b.v. de introductie van de Verwijsindex risicojongeren. Via deze verwijsindex kan een breed scala aan instanties betrokken bij jeugdigen (gemeente, consultatiebureau, school, zorgverlener, schuldhulpverlening, jeugdzorg, politie, ziekenhuis, etc.) op elektronische wijze signalen uitwisselen wanneer een jeugdige naar hun mening bloot staat aan risico's die de ontwikkeling in de weg staan. Art. 2j onder 1 stelt dat dergelijke signalen worden uitgewisseld 'als de jeugdige bloot staan aan risico's die in bepaalde etnische groepen onevenredig vaak doorkomen'. De regeling ontbrak in het oorspronkelijke wetsvoorstel, maar is toegevoegd na een motie vanuit de Tweede Kamer. Laat ik direct stellen gaan bezwaren als zodanig te hebben tegen registratie van gegevens over etniciteit. Mijn grote zorg ligt bij de wijze waarop het besluit is genomen en voor de redenering daarachter.
Auteur(s)J.E.J. Prins
Pagina59-59
LinkVolledige tekst artikel (njb.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekPraktijk
TitelEen vergoeding bij opzegging van een arbeidsovereenkomst?
CiteertitelNJB 2010, 31
SamenvattingDe beëindiging van een arbeidsovereenkomst moet in het ruimere licht geplaatst worden van de beëindiging van een duurovereenkomst. Daaruit volgt dat onder omstandigheden naast het in acht nemen van een op zich redelijke opzegtermijn een verplichting kan ontstaan op het treffen van een verdergaande voorziening, zoals schadevergoeding. Om te voorkomen dat opnieuw een relatief kleine beroepsgroep in het belang van rechtseenheid en rechtszekerheid door beleidsafspraken min of meer normatief optreedt, moet de wetgever aan de slag gaan.
Auteur(s)R.J.M. Cremers
Pagina60-64
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWetenschap
TitelWet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (I)
CiteertitelNJB 2010, 32
SamenvattingMet de wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen heeft de wetgever duidelijk het signaal af willen geven aan bestuursorganen dat zij echt meer werk zullen moeten maken van het nemen van besluiten op aanvraag binnen de wettelijke termijn. Er zijn echter een aantal mitsen en maren.
Auteur(s)R. Stijnen
Pagina65-70
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekFocus
TitelRaad steunde ontslagen vicepresident; Financiering showproces (vijf jaar) van liegende rechter: vergissing of opzet?
CiteertitelNJB 2010, 33
SamenvattingVijf jaar procedeerde rechter mr. Westenberg tegen de Rotterdamse advocaat mr. Smit, die vanaf april 2004 door de magistraat van leugens werd beschuldigd. Het hof stelde vast dat het omgekeerd was: niet Smit loog, maar Westenberg. Thans blijkt dat de raad voor de rechtspraak vijf jaar lang de kosten van de advocaat van rechter Westenberg heeft betaald. Het gaat om zo'n € 150.000. Waarom heeft de raad voor de rechtspraak de kosten van de advocaat van Westenberg met geld van de overheid, gemeenschapsgeld dus, gefinancierd?
Auteur(s)W. Slagter
Pagina71-73
LinkVolledige tekst artikel (rechterwestenberg.com)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekO & M
TitelDertig jaar VN-Vrouwenverdrag en Nederland
CiteertitelNJB 2010, 34
SamenvattingHet dertigjarig bestaan van het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (kortweg: IVDV, Vrouwenverdrag of CEDAW) in december 2009 biedt een mooie gelegenheid om de balans op te maken. De belangrijkste vraag daarbij is hoe belangrijk dit verdrag nog voor Nederland is.
Auteur(s)C. Flinterman , D. Misiedjan
Pagina74-75
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekReacties
TitelReacties op 'De Hoge Raad spreekt helaas geen Engels'
CiteertitelNJB 2010, 35
SamenvattingNJB 2009, 2195, afl. 43, p. 2827
Auteur(s)E. Hartogs
Pagina75-75
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelEuropees Hof voor de Rechten van de Mens, 03-11-2009, 30814/06
CiteertitelNJB 2010, 36
SamenvattingArt. 2 Eerste Protocol en 9 EVRM. Vrijheid van onderwijs en religie. Verplicht kruisbeeld in klaslokaal is in strijd met de verplichting van de staat om de neutraliteit in het openbaar onderwijs te respecteren.

(Lautsi / Italië)
Samenvatting (Bron)Violation of P1-2+Art. 9;Non-pecuniary damage - award
Pagina76-76
UitspraakECLI:CE:ECHR:2009:1103JUD003081406
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelEuropees Hof voor de Rechten van de Mens, 06-10-2009, 45216/07
CiteertitelNJB 2010, 37
SamenvattingArt. 2 EVRM Eerste Protocol. Vrijheid van onderwijs en religie. Verplicht vak in het curriculum van een openbare school waarin ethische en algemene levensbeschouwelijke vragen worden gesteld vanuit een neutraal en pluralistisch perspectief komt niet in strijd met de vrijheid van onderwijs.

(Appel-Irrgang e.a. / Duitsland)
Pagina76-77
UitspraakECLI:CE:ECHR:2009:1006JUD004521607
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHof van Justitie EG, 10-12-2009, C-323/08
CiteertitelNJB 2010, 38
SamenvattingPrejudiciële procedure. Bescherming van werknemers. Collectief ontslag. Richtlijn 98/59/EG. Beëindiging van arbeidsovereenkomsten wegens overlijden van werkgever.

(Rodriguez Mayor)
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 10 december 2009.#Ovidio Rodriguez Mayor e.a. tegen Succession vacante de Rafael de las Heras Davila en Sagrario de las Heras Davila.#Verzoek van Tribunal Superior de Justicia de Madrid om een prejudiciele beslissing.#Zaak C-323/08.
Pagina77-78
UitspraakECLI:EU:C:2009:770
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHof van Justitie EG, 10-12-2009, C-205/08
CiteertitelNJB 2010, 39
SamenvattingRichtlijn 85/337/EEG. Milieueffectbeoordeling. Aanleg van bovengrondse hoogspanningsleidingen. Lengte van meer dan 15 km. Grensoverschrijdende aanleg. Grensoverschrijdende leiding. Totale lengte boven drempelwaarde. Leiding grotendeel gelegen op grondgebied aangrenzende lidstaat. Lengte binnenlands traject zonder drempelwaarde.

(Umweltanwalt von Kärnten / Kärtner Landesregierung)
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 10 december 2009. # Umweltanwalt von Karnten tegen Karntner Landesregierung. # Verzoek om een prejudiciele beslissing: Umweltsenat - Oostenrijk. # Prejudiciele verwijzing - Artikel 234 EG - Begrip ,nationale rechterlijke instantie' - Ontvankelijkheid - Richtlijn 85/337/EEG - Milieueffectbeoordeling - Aanleg van bovengrondse hoogspanningsleidingen - Lengte van meer dan 15 km - Grensoverschrijdende aanleg - Grensoverschrijdende leiding - Totale lengte boven drempelwaarde - Leiding grotendeels gelegen op grondgebied aangrenzende lidstaat - Lengte binnenlands traject onder drempelwaarde. # Zaak C-205/08.
Pagina78-79
UitspraakECLI:EU:C:2009:767
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHof van Justitie EG, 15-12-2009, C-284/05
CiteertitelNJB 2010, 40
SamenvattingNiet-nakoming - van douanerechten vrijgestelde invoer van militaire goederen.

(Commissie / 1. Finland; 2. Zweden; 3. Duitsland; 4. Italië; 5. Griekenland; 6. Denemarken)
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Grote kamer) van 15 december 2009. # Europese Commissie tegen Republiek Finland. # Niet-nakoming - Van douanerechten vrijgestelde invoer van militaire uitrusting. # Zaak C-284/05.
Pagina79-80
UitspraakECLI:EU:C:2009:778
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHof van Justitie EG, 17-12-2009, C-227/08
CiteertitelNJB 2010, 41
SamenvattingRichtlijn 85/577/EEG. Art 4. Bescherming van consument. Buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten. Opzeggingsrecht. Informatieplicht van handelaar. Nietigheid van overeenkomst. Passende maatregelen.

(Martin / EDP)
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 17 december 2009. # Eva Martin Martin tegen EDP Editores SL. # Verzoek om een prejudiciele beslissing: Audiencia Provincial de Salamanca - Spanje. # Richtlijn 85/577/EEG - Artikel 4 - Bescherming van consument - Buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten - Opzeggingsrecht - Informatieplicht van handelaar - Nietigheid van overeenkomst - Passende maatregelen. # Zaak C-227/08.
Pagina80-81
UitspraakECLI:EU:C:2009:792
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHof van Justitie EG, 23-09-2009, C-45/08
CiteertitelNJB 2010, 42
SamenvattingRichtlijn 2003/6. Handel met voorwetenschap. Gebruik van voorwetenschap. Sancties. Voorwaarden.

(Spector Photo Group / Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen)
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Derde kamer) van 23 december 2009. # Spector Photo Group NV en Chris Van Raemdonck tegen Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA). # Verzoek om een prejudiciele beslissing: Hof van Beroep te Brussel - Belgie. # Richtlijn 2003/6 - Handel met voorwetenschap - Gebruik van voorwetenschap - Sancties - Voorwaarden. # Zaak C-45/08.
Pagina81-82
UitspraakECLI:EU:C:2009:806
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHof van Justitie EG, 23-12-2009, C-403/99
CiteertitelNJB 2010, 43
SamenvattingJustitiële samenwerking in burgerlijke zaken. Huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid. Verordening (EG) nr. 2201/03. Voorlopige maatregelen met betrekking tot gezagsrecht. Beslissing uitvoerbaar in lidstaat. Ongeoorloofde overbrenging van kind. Andere lidstaat. Ander gerecht. Toewijzing van gezag over kind aan andere ouder. Bevoegdheid. Prejudiciële spoedprocedure. Art. 24 lid 3 Handvest. Rechten van het kind.
Pagina82-84
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-12-2009, 07/11057
CiteertitelNJB 2010, 44
SamenvattingInternationaal goederenvervoer over de weg. Werkingssfeer CMR. Verjaring. Tijdens vervoer over de weg van Nederland naar Duitsland wordt de lading gestolen. De CMR-vervoerder vordert een verklaring voor recht dat hij niet verder aansprakelijk is dan tot de aansprakelijkheidslimiet van art. 23 lid 3 CMR.
Samenvatting (Bron)Vervoerrecht. Internationaal goederenvervoer over de weg; CMR-Verdrag; werkingssfeer verjaringsregeling van art. 32 CMR; toepassing verjaringsregeling op verklaring voor recht dat sprake is van beperkte aansprakelijkheid; verjaringstermijn.
Pagina84-85
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BI6315
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-12-2009, 08/00899
CiteertitelNJB 2010, 45
SamenvattingMededingingsbeperkende afspraken. Een zelfstandige ondernemer exploiteert een supermarkt volgens de formule van een supermarktketen in een gebouw van die keten. De ondernemer koopt het gebouw. De keten bedingt daarbij een (terug)koop optie op het gebouw bij beëindiging van de samenwerking en een postcontractueel non-concurrentiebeding. Het hof acht de bedingen nietig wegens het verbod op mededingingsbeperkende afspraken.
Samenvatting (Bron)Mededingingsrecht. Nietigheid samenwerkingsovereenkomst vanwege schending van het verbod op mededingingsbeperkende maatregelen als bedoeld in art. 6 Mw? Verhuur van winkelruimte met koopoptie onder de verplichting om bij gebruikmaking van die optie aan de verkoper een koopoptie te verlenen voor het geval de koper de relatie met de verkoper zou verbreken. Dat het geen concentratietoezicht betreft, brengt niet met zich dat de relevante geografische markt op een andere wijze moet worden afgebakend dan in geval van een mogelijke overtreding van at. 6 Mw. Onder relevante geografische markt is te verstaan het gebied waarbinnen de betrokken ondernemingen een rol spelen in de vraag naar en het aanbod van goederen en diensten, waarbinnen de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat naar concurrentievoorwaarden van aangrenzende gebieden kan worden onderscheiden. Art. 7 Mw ziet niet op merkbaarheidsvereiste. Vraag of sprake is van een overeenkomst met een mededingingsbeperkende strekking moet worden beantwoord aan de hand van onder meer de structuur van de markt. Toepassing van art. 3:42 BW onverenigbaar met absolute nietigheid van art. 6 lid 2 Mw.
Pagina85-86
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BJ9439
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-12-2009, 08/01432
CiteertitelNJB 2010, 46
SamenvattingOnteigening. Zie ook LJN BK1602. Een perceel grasland langs de snelweg, met daarop reclameborden, dat de eigenaar aan zijn zoon heeft verhuurd, wordt onteigend.
Samenvatting (Bron)Onteigening. Schadeloosstelling eigenaar en huurder van langs Rijksweg gelegen perceelsgedeelte waarop zich reclameborden bevonden. Samenhang met zaak 08/01449. Onteigeningsrechter dient zelfstandig de aan de onteigende toekomende schadeloosstelling te begroten, zo nodig met afwijking van het advies van de deskundigen. Staat mocht gelet op de zelfstandige taak van de onteigeningsrechter niet zonder meer erop vertrouwen dat de rechtbank het advies van deskundigen zou volgen om uit te gaan van een lagere huur. Rechter hoefde invloed huurwaardedrukkende factoren niet (precies) vast te stellen, maar mocht effect daarvan schatten. Strekking art. 42 lid 2 Ow om bij vaststelling van door huurder te lijden schade te verwachte moeilijkheden te voorkomen.
Pagina86-87
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BK1601
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-12-2009, 08/01449
CiteertitelNJB 2010, 47
SamenvattingOnteigening. Zie ook LJN BK1601.
Samenvatting (Bron)Onteigeningsrecht. Hoogte schadeloosstelling die toekomt aan tussengekomen huurder van een gedeelte van het onteigende; toegepaste aftrek van voordeel vanwege voortgezet gebruik van het onteigende door huurder verdraagt zich niet met gefixeerde schadeloosstelling van art. 42 lid 2 Ow. Samenhang met zaak 08/01432
Pagina87-87
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BK1602
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-12-2009, 08/03722
CiteertitelNJB 2010, 48
SamenvattingAlternatieve causaliteit. X loopt letsel op bij twee verkeersongevallen. Delta Lloyd en London hebben aansprakelijkheid erkend voor respectievelijk het eerste en het tweede ongeval. Delta Lloyd heeft de schade aan X vergoed en spreekt London aan voor 50% van het na het tweede ongeval betaalde bedrag.
Samenvatting (Bron)Verbintenissenrecht. Alternatieve causaliteit (6:99 BW). Hoofdelijke verbondenheid voor schade (6:102 BW). Regres verzekeraar bij wie voertuig dat eerste ongeval heeft veroorzaakt op verzekeraar voertuig dat tweede ongeval heeft veroorzaakt (6:10, 102 en 101 BW). Indien niet valt vast te stellen in welke mate de gebeurtenissen waarvoor zij aansprakelijk zijn, hebben bijgedragen tot de gehele schade, bestaat behalve onder bijzondere omstandigheden, draagplicht voor gelijke delen.
Pagina87-88
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BK0873
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-12-2009, 08/04542
CiteertitelNJB 2010, 49
SamenvattingBedrijfsongeval. Grove roekeloosheid. Causaal verband. Een werknemer slijpt trekstaven door, waardoor een betonnen dak instort en hij letsel oploopt. Het hof verwerpt het beroep van de werkgever op opzet of grove roekeloosheid.
Samenvatting (Bron)Arbeidsrecht. Arbeidsongeval. Causaal verband tussen schending zorgplicht en schade. Niet aannemelijk geworden dat verwonde werknemer bewust het risico op het schadeveroorzakend feit heeft genomen.
Pagina88-89
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BJ8337
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-12-2009, 09/03464
CiteertitelNJB 2010, 50
SamenvattingVerstekverlening in cassatie. De Betekeningsverordening II is niet van toepassing op de Nederlandse kantoorbetekening als bedoeld in art. 63 lid 1 Rv. Een dergelijke kantoorbetekening volstaat voor verstekverlening in het geval degene voor wie het stuk is bestemd in een andere lidstaat woonplaats of werkelijk verblijf heeft.
Samenvatting (Bron)Procesrecht. Betekeningsverordening II niet van toepassing op kantoorbetekening in de zin van art. 63 Rv. zodat, ingeval degene voor wie het exploot van de cassatiedagvaarding is bestemd, woonplaats of werkelijk verblijf heeft in een andere lidstaat, voor verstekverlening een kantoorbetekening als bedoeld in art. 63 Rv. volstaat.
Pagina89-89
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BK3078
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 08-12-2009, 09/00951 e.a.
CiteertitelNJB 2010, 51
SamenvattingDe Hoge Raad overweegt dat de verzoekster niet-ontvankelijk is in het beroep omdat tegen de beslissing op het verzoek om wraking geen rechtsmiddel openstaat (art. 515 lid 5 Sv).
Pagina89-89
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 08-12-2009, 07/13475
CiteertitelNJB 2010, 52
SamenvattingDe verdachte werd in hoger beroep wegens twee verkeersovertredingen veroordeeld tot een geldboete van € 250 en voor het eerste feit tot ontzegging van de rijbevoegdheid voor negen maanden.
Samenvatting (Bron)Art. 180.3 WVW1994; tenuitvoerlegging ontzegging van de rijbevoegdheid eerst na uitreiking van een schrijven aan verdachte in persoon. Vzv. het middel berust op de opvatting dat het bewijs dat het schrijven aan verdachte ip is uitgereikt enkel geleverd kan worden d.m.v. een akte van uitreiking, faalt het omdat die opvatting geen steun vindt in het recht. Het Hof heeft uit de inhoud van de bewijsmiddelen kennelijk en niet onbegrijpelijk afgeleid dat het schrijven aan verdachte ip is uitgereikt en dat de ontzegging van de rijbevoegdheid is aangevangen vóór de datum van het tenlastegelegde feit. Dat oordeel behoeft, ook in het licht van hetgeen ttz. in HB is aangevoerd, geen nadere motivering.
Pagina89-90
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BK0887
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 08-12-2009, 08/04147 P
CiteertitelNJB 2010, 53
SamenvattingOntnemingszaak (€ 6.889,44). In de hoofdzaak werd de verdachte veroordeeld wegens (1) medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in art. 3 onder B Opw gegeven verbod en (2) diefstal door twee of meer verenigde personen.
Samenvatting (Bron)Profijtontneming. Het Hof heeft geoordeeld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel in zijn geheel aan betrokkene moet worden toegerekend, terwijl uit de kwalificatie van hetgeen ten laste van betrokkene in de hoofdzaak bewezen is verklaard volgt dat hij de bewezenverklaarde feiten niet alleen heeft gepleegd (vgl. HR LJN BD4860 en HR LJN BJ6953). Dat oordeel is zonder nadere motivering niet begrijpelijk.
Pagina90-90
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BK0952
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 08-12-2009, 08/00279
CiteertitelNJB 2010, 54
SamenvattingDe verdachte werd door het hof niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep omdat hij niet binnen veertien dagen na het instellen van hoger beroep een schriftuur met grieven tegen het vonnis, waarvan beroep had ingediend en ook niet ter terechtzitting in hoger beroep mondeling de bezwaren tegen dat vonnis had opgegeven.
Samenvatting (Bron)Klacht over niet-ontvankelijkheid hb. Art. 416.2 Sv. De opvatting dat het “mondeling opgeven van bezwaren” a.b.i. art. 416.2 Sv bij afwezigheid van verdachte ttz. ook kan geschieden door de aldaar aanwezige, niet tot de verdediging gemachtigde raadsman, is onjuist.
Pagina90-90
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BK5617
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 08-12-2009, 08/00781
CiteertitelNJB 2010, 55
SamenvattingDe verdachte werd door de kantonrecht veroordeeld tot een geldboete van € 40 wegens overtreding van art. 2.39 Algemene Plaatselijke Verordening der Gemeente Venlo.
Samenvatting (Bron)1. Beroep op niet-ontvankelijkheid OM en beroep op rechtsdwaling. 2. Gebruik verklaring van verdachte als bewijs. Ad 1. Het middel klaagt terecht dat de Ktr heeft verzuimd te beslissen op het beroep op niet-ontvankelijkheid OM. Echter tot cassatie behoeft de klacht niet te leiden, nu de Ktr het verweer slechts had kunnen verwerpen, omdat hetgeen daaraan ten grondslag is gelegd niet kan leiden tot het oordeel dat - zoals is aangevoerd - te dezen sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel. Het subsidiair aangevoerde is door de Ktr klaarblijkelijk niet opgevat als een verweer waarop ingevolge art. 358.3 jo. 359.2 Sv bepaaldelijk een met redenen omklede beslissing dient te worden gegeven. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk reeds gelet op het feit dat verdachte slechts een beroep heeft gedaan op ‘dwaling’, maar daarbij niet heeft betoogd dat hij heeft gehandeld in een verontschuldigbare onbewustheid t.a.v. de ongeoorloofdheid van de hem verweten gedraging (vgl. HR NJ 1995, 631), waarvan sprake kan zijn indien hij is afgegaan op het advies van een persoon of instantie aan wie of waaraan zodanig gezag valt toe te kennen dat hij in redelijkheid op de deugdelijkheid van het advies mocht vertrouwen (vgl. HR NJ 1961, 416). Ad 2. In het pv ttz. is, anders dan de aantekening van het mondeling vonnis vermeldt, niet een aldaar door verdachte afgelegde verklaring gegeven, zodat aangenomen moet worden dat de aantekening mondeling vonnis in zoverre steunt op een misslag. Voorts mag ingevolge art. 3.d Regeling aantekening mondeling vonnis (Stcrt. 1996, 197) in de aantekening van het mondeling vonnis voor de inhoud van de bewijsmiddelen worden verwezen naar het pv ttz. en andere processtukken, zoals i.c. het genoemde pv van bevindingen van de politie waarin de verklaring van verdachte is opgenomen.
Pagina90-91
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BK0898
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 08-12-2009, 07/13550
CiteertitelNJB 2010, 56
SamenvattingDe verdachte werd in hoger beroep door een enkelvoudige kamer van het hof veroordeeld tot een geldboete van € 1000 waarvan € 500 voorwaardelijk wegens overtreding van het bepaalde bij art. 2.17 APV 1994 van de gemeente Amsterdam: zwart te koop aanbieden en in voorraad hebben van twintig toegangskaarten voor de voetbalwedstrijd van Ajax tegen Arsenal en voor het concert van Guus Meeuwis.
Samenvatting (Bron)Art. 359.3 Sv. Opgave van bewijsmiddelen bij bekennende verdachte. De opvatting dat in de aantekening van het mondeling arrest wat betreft de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen slechts in het geval van een bekennende verdachte mag worden verwezen naar de processtukken, vindt geen steun in de Regeling aantekening mondeling vonnis (Stcrt. 1996, 197) noch in art. 359 Sv en de totstandkominggeschiedenis van art. 359.3 Sv.
Pagina91-91
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BK5605
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 08-12-2009, 07/13270
CiteertitelNJB 2010, 57
SamenvattingDe verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren wegens het aan zijn schuld te wijten zijn dat een vaartuig verongelukt, terwijl het feit de dood van twee mensen ten gevolge had.
Samenvatting (Bron)1. Onvolledigheid processtukken. 2. Schuld i.d.z.v. art. 169 Sr. Ad 1. Niet is gebleken dat de raadvrouw zich binnen de in art. 437.2 Sv genoemde termijn heeft gewend tot de rolraadsheer t.a.v. het ontbreken van de even pagina’s van de ttz overgelegde pleitnota (vgl. HR LJN BG4245 en art. IV.3 Procesreglement van de Strafkamer van de Hoge Raad, Stcrt. 147), zodat de klacht niet tot cassatie kan leiden. Ad 2. Vooropgesteld zij dat in cassatie slechts kan worden onderzocht of de schuld a.b.i. art. 169 Sr, i.c. het bewezenverklaarde ‘aanmerkelijk onachtzaam varen’, uit de door het Hof gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid. Daarbij komt het aan op het geheel van de gedragingen van verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Gelet op ’s Hofs vaststellingen en tegen de achtergrond van de van verdachte als schipper op een motortankschip te vergen zorgvuldigheid t.a.v. kwetsbare verkeersdeelnemers op het water, geeft het oordeel van het Hof dat verdachte zodanig onachtzaam heeft gevaren dat sprake is van schuld i.d.z.v. art. 169 Sr, geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is het evenmin onbegrijpelijk.
Pagina91-92
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BJ7239
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 08-12-2009, 08/03165
CiteertitelNJB 2010, 58
SamenvattingDe verdachte werd in hoger beroep door de enkelvoudige kamer van het hof veroordeeld tot twee hechtenisstraffen van één week wegens (1) en (2) niet-naleving van het bepaalde bij art. 70 lid 1 Wet personenvervoer 2000 (zwart reizen met de trein).
Samenvatting (Bron)Regels inzake de ad informandum gevoegde feiten bij gemachtigde raadsman a.b.i. art. 279 Sv. Mede in aanmerking genomen dat een gemachtigd raadsman niet optreedt als vertegenwoordiger van verdachte in die zin dat zijn verklaringen in bewijsrechtelijke zin niet kunnen worden aangemerkt als verklaringen van verdachte (vgl. HR LJN AD5594), gelden in een dergelijk geval de regels die toepasselijk zijn in het geval dat verdachte zelf niet ttz. is verschenen. Opgemerkt zij dat de aard van de afdoening van ad informandum gevoegde feiten zich verzet tegen een dergelijke afdoening indien de gemachtigde raadsman ttz. bezwaar maakt tegen die - voorafgaand aan de ttz. aan verdachte als mogelijkheid meegedeelde - afdoening. Het middel dat klaagt dat het Hof ten onrechte bij de strafoplegging zeven ad informandum gevoegde feiten heeft betrokken, nu deze niet door de gemachtigde raadsman zijn erkend, stelt dus een eis die het recht niet kent.
Pagina92-92
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BK0949
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 08-12-2009, 08/03512
CiteertitelNJB 2010, 59
SamenvattingDe verdachte werd in hoger beroep voor onder meer poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming (feit 9) en medeplichtigheid (feit 12 subsidiair) veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf en een geldboete van € 500.
Samenvatting (Bron)Bewijsklacht. Het Hof heeft geoordeeld dat de verklaring van verdachte inhoudende dat de elektriciteit die werd verbruikt door de op zijn terrein in werking zijnde hennepkwekerij ‘gewoon via de meter liep’ ongeloofwaardig is. Dat feitelijke oordeel is niet onbegrijpelijk gelet op ’s Hofs vaststellingen. Voorts is ’s Hofs kennelijke oordeel dat in een geval als het onderhavige mag worden aangenomen dat verdachte bekend is met aanpassingen aan een zich in zijn eigen woning bevindende elektriciteitsinstallatie, niet onbegrijpelijk. Het oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bewezenverklaarde feit wordt zelfstandig gedragen door de inhoud van de bewijsmiddelen in samenhang met ’s Hofs vaststellingen, zodat verdachte belang mist bij de overige klachten betreffende de bewijsmotivering.
Pagina92-92
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BJ9930
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 11-12-2009, 08/04645
CiteertitelNJB 2010, 60
SamenvattingReeds omdat art. 6 EVRM niet van toepassing is op zuivere belastinggeschillen, vormt de geringe hoogte van de proceskostenvergoeding geen met art. 6 EVRM strijdige beperking van toegang tot de rechter. Het recht op een proceskostenvergoeding in belastingzaken is geen burgerlijk recht in de zin van art. 6 EVRM.
Samenvatting (Bron)Proceskosten en artikel 6 EVRM. Art. 6 EVRM is niet van toepassing op geschillen die uitsluitend belastingaanslagen betreffen. Daardoor vormt de geringe hoogte van de proceskostenvergoeding geen met art. 6 EVRM strijdige beperking van toegang tot de rechter. Het recht op een proceskostenvergoeding in belastingzaken is ook geen burgerlijk recht in de zin van art. 6 EVRM.
Pagina93-93
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BK5986
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-12-2009, 07/11263
CiteertitelNJB 2010, 61
SamenvattingEis van motivering beroepschrift. Met het enkel overleggen van een afschrift van de uitspraak op bezwaar is niet voldaan aan de eis van motivering.
Samenvatting (Bron)art. 6:5, lid 1, letter d, en lid 2, Awb, art. 6:6 Awb, gronden van het beroep, motivering, herstel van verzuimen, verzet.
Pagina93-93
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BJ9616
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-12-2009, 44021
CiteertitelNJB 2010, 62
SamenvattingGelijkheidsbeginsel. Worden vennootschapsbelastingplichtigen met gebroken boekjaar gediscrimineerd wegens ontbreken van een regeling die voorziet in toepassing verlaagd tarief naar tijdsgelang?
Samenvatting (Bron)Vennootschapsbelasting, tariefsverlaging 2002, vennootschapsbelastingplichtigen met gebroken boekjaar gediscrimineerd wegens ontbreken van een regeling die voorziet in toepassing verlaagd tarief naar tijdsgelang?
Pagina93-94
UitspraakECLI:NL:HR:2009:BC5874
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelRaad van State, 16-12-2009, 200903875/1/H1
CiteertitelNJB 2010, 63
SamenvattingDoorzettingsmacht. Met de beslissing van 17 oktober 2007 hebben provinciale staten ingestemd met het voornemen van gedeputeerde staten om zo nodig een doorzettingsmacht aan te wenden. Deze instemming is echter geen voorwaarde voor het kunnen aanwenden van de daarmee aangeduide bevoegdheden. De instemming is niet op rechtsgevolg gericht. De beslissing van 17 oktober 2007 is geen besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid van de Awb.
Samenvatting (Bron)Bij beslissing van 17 oktober 2007 hebben provinciale staten van Zuid-Holland (hierna: provinciale staten) ingestemd met het definitieve ontwerp van de RijnGouweLijn alsmede ingestemd met het voornemen van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland (hierna: gedeputeerde staten) om ten behoeve van de realisatie van de RijnGouweLijn door de binnenstad van Leiden gebruik te maken van doorzettingsmacht.
Pagina94-95
UitspraakECLI:NL:RVS:2009:BK6748
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelCentrale Raad van Beroep, 03-12-2009, 09/664 AW t/m 09/669 AW + 09/671 AW t/m 09/677 AW + 09/679 AW t/m 09/690 AW + 09/727 AW + 09/728 AW
CiteertitelNJB 2010, 64
SamenvattingRechters kunnen bij de bestuursrechter niet afdwingen dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voor hen een compensatieregeling treft voor het zogenoemde Vendrik-effect. Dit extra pensioen in de vorm van aan het ouderdomspensioen toegevoegde FPU/VUT-aanspraken heeft te maken met fiscale wetgeving en in het bijzonder met een amendement van het Tweede Kamerlid Vendrik. De Minister van BZK heeft afwijzend beslist door de rechters niet ontvankelijk te verklaren.
Samenvatting (Bron)Geen extra pensioen voor rechters die doorwerken na 65e jaar. Geen bezwaar en beroep tegen weigering om een algemeen verbindend voorschrift te treffen. Geen rechtsmiddel tegen weigering een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten. Omvang geding; omvang besluit. Aanvraag van rechters om compensatie voor het zogenoemde Vendrik-effect behelst individuele verzoeken om toepassing te geven aan artikel 46, eerste lid, Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.
Pagina95-96
UitspraakECLI:NL:CRVB:2009:BK4789
Artikel aanvragenVia Praktizijn