Jurisprudentie Bestuursrecht

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie Bestuursrecht
Datum 20-05-2010
Aflevering 7
TitelHoge Raad, 23-02-2010, 09/02920 E
CiteertitelJB 2010/114
SamenvattingRookverbod in de horeca. Legaliteitsbeginsel. Uitleg art. 11a lid 4 Tabakswet.
Samenvatting (Bron)Rookverbod in de horeca. OM-cassatie. Uitleg art. 11a.4 Tabakswet. I.c. gaat het in de kern om de vraag of onder de verwijzing in art. 11a.4 Tabakswet naar de maatregelen a.b.i. art. 10.1 Tabakswet het instellen van een rookverbod, a.b.i. art. 10.2 Tabakswet, is begrepen. De tekst van art. 10 Tabakswet duidt erop dat in de 1e volzin van lid 2 in algemene zin een nadere specificatie van lid 1 is opgenomen, zodat lid 2 zo nauw is verbonden met het in lid 1 geregelde dat lid 1 steeds in samenhang met lid 2 moet worden gelezen. Dat impliceert dat art. 11a.4, dat eveneens is opgenomen in par. 5 van de Tabakswet onder het kopje "Rookverboden", aan de daar bedoelde (rechts)personen die het beheer hebben over voor het publiek toegankelijke gebouwen, de verplichting oplegt tot het treffen van zodanige maatregelen dat van die gebouwen en van de daarin geboden voorzieningen gebruik kan worden gemaakt en de werkzaamheden daarin kunnen worden verricht zonder daarbij hinder of overlast van roken te ondervinden en dat die maatregelen in ieder geval behelzen het instellen, aanduiden en handhaven van een rookverbod. De totstandkomingsgeschiedenis van deze bepalingen bevat geen duidelijke aanknopingspunten voor een ander oordeel. Dat art. 11.2 Tabakswet wel verwijst naar lid 2 van art. 10 Tabakswet, doet hieraan niet af, ook al komt dat de duidelijkheid van de regeling als geheel wellicht niet ten goede. Art. 11a Tabakswet biedt derhalve een toereikende wettelijke grondslag voor de in art. 3 Besluit neergelegde verplichting tot het instellen, aanduiden en handhaven van een rookverbod. Het andersluidende oordeel van het Hof is onjuist.
AnnotatorJ.M.H.F. Teunissen
Pagina484-492
UitspraakECLI:NL:HR:2010:BK8210
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 09-04-2010, 08/01394
CiteertitelJB 2010/115
SamenvattingVrouwenstandpunt SGP. Passief kiesrecht. Vrijheid van godsdienst. Vrijheid van vereniging. Rechtsvormende taak rechter.
Samenvatting (Bron)Vrouwenstandpunt SGP t.a.v. passief kiesrecht vrouwen voor gekozen algemeen vertegenwoordigende overheidsorganen. Art. 7, aanhef en onder a en c VN-Vrouwenverdrag. Algemeen belangactie 3:305a BW. Ontvankelijkheid cassatieberoep partij die zich voegt in een tussen andere partijen aanhangig geding (art. 217 Rv.). Botsing grondrechten: grondrecht op gelijke behandeling, neergelegd in (o.m.) art. 7 Vrouwenverdrag, vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging. Aan de partij ten aanzien van wie reeds in hoger beroep is geoordeeld dat zij voldoende belang had om zich in het geding te mogen voegen, komt het recht toe zelfstandig en op zelfstandig aangevoerde gronden tegen de uitspraak een rechtsmiddel aan te wenden teneinde kracht van gewijsde van die uitspraak en gezag van gewijsde van daarin vervatte beslissingen jegens haar te voorkomen. Gevoegde partij dan ook ontvankelijk óók voor zover zij middelen aanvoert die niet zijn voorgesteld door partij aan wier zijde zij zich heeft gevoegd. HR 4 maart 2008, NJ 2008, 168 niet van toepassing op dit geval waarin voeging niet pas in cassatie plaatsvindt. Aan eis van gelijksoortigheid van art. 3:305a BW is voldaan, nu het de stichting met haar vorderingen te doen is om handhaving van het grondrecht op gelijke behandeling - door optreden van de Staat tegen discriminatie wegens geslacht. Hieraan doet niet af dat vrouwen die zich eventueel voor de SGP kunnen kandideren geen behoefte hebben aan de actie van de Stichting, juist vanwege het algemene karakter van het belang van alle burgers waarvoor die stichting beoogt op te komen. Rechtstreekse werking art. 7a VN-Vrouwenverdrag brengt rechtstreekse werking (in de zin van art. 93 en 94 Gw.) van art. 7c VN-Vrouwenverdrag mee, voor zover deelname aan een politieke partij een voorwaarde is voor effectieve uitoefening van het onder (a) gewaarborgde passief kiesrecht. Vrouwenverdrag eist dat Staat passief kiesrecht voor vrouwen effectief verzekert. Verdrag laat Staat op dit punt geen beleidsvrijheid. Discriminatieverbod weegt, in zoverre het de kiesrechten van alle burgers waarborgt - neergelegd in art. 4 Gw., art. 25 in verband met art. 2 IVBPR en, toegespitst op de onderhavige kwestie, art. 7 Vrouwenverdrag - zwaarder dan de andere grondrechten die in het geding zijn. Staat is gehouden maatregelen te nemen die er daadwerkelijk toe leiden dat SGP passief kiesrecht aan vrouwen toekent, waarbij de Staat een effectieve maatregel moet kiezen die zo min mogelijk inbreuk maakt op de grondrechten van de SGP. Rechter niet bevoegd Staat te bevelen wetgeving in formele zin tot stand te brengen (vgl. HR 21 maart 2003, NJ 2003, 691). Voor een rechterlijk gebod tot treffen van maatregelen ter voldoening aan art. 7 Vrouwenverdrag is in beginsel evenmin plaats. Dit geldt ook voor een bevel tot stopzetting subsidie SGP. Staat handelt in strijd met art. 7, aanhef en onder a en c, VN-Vrouwenverdrag en daarmee onrechtmatig door ten aanzien van politieke partij volgens welke aan vrouwen geen passief kiesrecht toekomt voor algemeen vertegenwoordigende overheidsorganen, niet de maatregelen te nemen die art. 7, aanhef en onder a en c, van het Verdrag inzake uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van hem vergt.
AnnotatorR.J.B. Schutgens , J.J.J. Sillen
Pagina492-503
UitspraakECLI:NL:HR:2010:BK4549
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 24-03-2010, 200906738/1/R1
CiteertitelJB 2010/116
SamenvattingHerziening, verzoek om ~. Gelijkheidsbeginsel. Informatieverstrekking, onjuiste.
Samenvatting (Bron)Bij uitspraak van 3 september 2008, in zaak nr. 200704429/1, heeft de Afdeling het beroep van [verzoeker] geheel ongegrond verklaard.
Pagina504-506
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BL8745
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 24-03-2010, 200907060/1/H3
CiteertitelJB 2010/117
SamenvattingHuisverbod. Besluit, kenbaarheidsvereiste. Mandaatbesluit, Mandaatbesluit, bekendmaking.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 17 januari 2009 is [wederpartij] gelast de woning aan [locatie] te Arnhem onmiddellijk te verlaten en deze woning voor een periode van tien dagen niet te betreden, noch daarin aanwezig te zijn of zich daarbij op te houden. Daarbij is [wederpartij] voorts verboden om gedurende deze periode contact op te nemen met de in de woning woonachtige vrouw en kinderen. Bij besluit van 27 januari 2009 heeft de burgemeester het huisverbod met achttien dagen verlengd.
Pagina506-509
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BL8720
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 24-03-2010, 200907360/1/H1
CiteertitelJB 2010/118
SamenvattingHuurder (derde-)belanghebbende bij vrijstelling van bestemmingsplan voor periode van vijf jaar? Afgeleid belang. Parallel belang.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 25 september 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Katwijk aan de Staat der Nederlanden (het Ministerie van Financiën, dienst Domeinen, regionale directie Domeinen West) voor een periode van vijf jaar vrijstelling verleend voor het gebruik van een deel van de gronden en opstallen van het voormalig marinevliegkamp Valkenburg (hierna: het vliegkamp) ten behoeve van woon-, maatschappelijke-, recreatieve- en bedrijfsdoeleinden.
AnnotatorC.L.G.F.H. Albers
Pagina510-513
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BL8675
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 24-03-2010, 200909482/1/H2
CiteertitelJB 2010/119
SamenvattingSubsidie. Advies. Advies, commissie. Advies, onafhankelijkheid lid commissie. Adviescommissie, schijn van belangenverstrengeling. Vooringenomenheid, verbod.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 21 augustus 2008 heeft de raad van bestuur van de stichting Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten + (hierna: het Fonds) de subsidieaanvraag van de stichting Stichting De Theatercompagnie (hierna: De Theatercompagnie) in het kader van de Deelregeling Vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen 2009-2012 (hierna: de Deelregeling), afgewezen.
Pagina513-520
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BL8723
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 29-03-2010, 200910189/3/R1
CiteertitelJB 2010/120
SamenvattingNiet-tijdige beslissing op aanvraag om vaststelling wijzigingsplan. Onder vigeur WRO door raad aan zichzelf voorbehouden wijzigingsbevoegdheid blijft ook onder Wro berusten bij raad. Niet rechtbank maar Afdeling competent. Opdracht tot alsnog starten procedure. Dwangsom.
Samenvatting (Bron)[appellant] heeft bij faxbericht, bij de Raad van State ingekomen op 28 december 2009, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de raad op zijn aanvraag van 25 april 2008 tot vaststelling van een wijzigingsplan voor de bouw van windturbines.
Pagina520-523
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BM0239
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 31-03-2010, 200902395/1/M1
CiteertitelJB 2010/121
SamenvattingActieplan luchtkwaliteit Regio IJmond. Besluit, rechtsgevolg. Besluit, niet op aanvraag. Competentie, absolute.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 24 februari 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders van Velsen het Actieplan luchtkwaliteit Regio IJmond (hierna: het Actieplan) vastgesteld voor de gemeente Velsen.
Pagina523-525
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BL9651
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 31-03-2010, 200906041/1/H1
CiteertitelJB 2010/122
SamenvattingBouwstop. Vertrouwensbeginsel.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 25 februari 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen (hierna: het college) [appellanten] gelast met onmiddellijke ingang de bouwwerkzaamheden op het perceel [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel) stil te leggen en niet te hervatten en onder oplegging van een last onder dwangsom gelast niet door te gaan met bouwen en/of slopen.
Pagina525-528
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BL9584
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 31-03-2010, 200906799/1/H3
CiteertitelJB 2010/123
SamenvattingBoete, bestuurlijke. Beleid. Bewijswaardering.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 16 mei 2008 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan [wederpartij] een boete opgelegd van 900,00 omdat in haar onderneming bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank werd verstrekt aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt.
Annotator Albers
Pagina528-533
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BL9646
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 31-03-2010, 200907438/1/H2
CiteertitelJB 2010/124
SamenvattingVerzending, niet aangetekende. Verzending aannemelijk maken. Verzending, postregistratiesysteem. Beslistermijn. Van rechtswege verleende vergunning.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 15 juli 2008 heeft appellant (hierna: het college) geweigerd aan [wederpartij] krachtens de Monumentenwet 1988 vergunning te verlenen voor het uitbreiden, verbouwen en restaureren van het pand aan de [locatie] te [woonplaats].
Pagina533-535
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BL9585
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 31-03-2010, 200907824/1/H3
CiteertitelJB 2010/125
SamenvattingDwangsom. Algemeen verbindend voorschrift. Algemeen verbindend voorschrift, totstandkoming. Algemeen verbindend voorschrift, gebrek in totstandkoming. Algemeen verbindend voorschrift, rechtsgeldigheid. Rechtszekerheid.
Samenvatting (Bron)Bij besluiten van 16 juli 2008, gewijzigd bij besluiten van 23 juli 2008, heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland (hierna: het college) aan [wederpartij], [belanghebbenden] (hierna: [wederpartij] en anderen) een last onder dwangsom opgelegd wegens het zonder vergunning meer dan drie aaneengesloten dagen innemen van een ligplaats in de Noordvliet aan de Duifpolderkade te Midden-Delfland.
Pagina535-539
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BL9633
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 07-04-2010, 200806952/1/R1
CiteertitelJB 2010/126
SamenvattingNimby-besluit. Kappen bomen. Awacs-vliegtuigen. Zorgvuldigheid. Termijn, redelijke. Termijn, redelijke ~ overschreden.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 3 augustus 2005, kenmerk 2005170682, heeft de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (hierna: de minister) met toepassing van artikel 40 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: de WRO) vrijstelling verleend van de bepalingen van de bestemmingsplannen "Schinveld-Oost" en "Buitengebied" van de gemeente Onderbanken teneinde in een deel van de Schinveldse bossen de volgende maatregelen te kunnen treffen: - het afzagen van bomen op een hoogte van ongeveer 1 meter boven de grond in een strook van 6 ha langs een Nederlands-Duitse grensweg; - het afzagen van een beperkt aantal te hoge bomen in de overige 14 ha; - het vervolgens uitvoeren van een hakhoutbeheersplan om te voorkomen dat de bomen te hoog worden.
Pagina540-551
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BM0231
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 07-04-2010, 200904180/1/H1
CiteertitelJB 2010/127
SamenvattingBestuursdwang, overtreder. Bestuursdwang, kostenverhaal.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 29 oktober 2007 heeft het dagelijks bestuur van de deelgemeente Charlois van de gemeente Rotterdam zijn beslissing om jegens [wederpartij] bestuursdwang toe te passen ter zake van het op 5 maart 2007 ontmantelen van een hennepkwekerij in het pand op het perceel [locatie] te Rotterdam (hierna: het pand) op schrift gesteld. Daarbij heeft het dagelijks bestuur besloten dat de kosten voor toepassing van bestuursdwang voor rekening van [wederpartij] komen.
AnnotatorC.L.G.F.H. Albers
Pagina552-556
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BM0180
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 07-04-2010, 200906777/1/H2
CiteertitelJB 2010/128
SamenvattingRedelijke termijn, overschrijding. Schadevergoeding. Vermogensrechtelijke gevolgen.
Samenvatting (Bron)In deze uitspraak wordt waar nodig onder de staatssecretaris van Justitie tevens verstaan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie dan wel de minister van Justitie. Bij besluit van 21 juni 2004 heeft de staatssecretaris van Justitie een verzoek van [wederpartij] om vergoeding van schade afgewezen.
Pagina556-561
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BM0214
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 14-04-2010, 200902646/1/H1
CiteertitelJB 2010/129
SamenvattingOntvankelijkheid, beroep. Identiteit, van degene voor wie beroep wordt ingesteld moet voor afloop beroepstermijn ~ kenbaar zijn. Heroverweging, "ex-nunc", ~uitzondering.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 14 februari 2006 heeft het college bouwvergunning verleend aan BAM Vastgoed B.V. voor het bouwen van 52 woningen met bergingen en garages op de percelen Notarisappel 1 tot en met 27 (oneven), Peppeling 1 tot en met 43 (oneven) en Peppeling 2 tot en met 32 (even) te Hoogezand.
Pagina561-564
UitspraakECLI:NL:RVS:2010:BM1018
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep, 19-02-2010, 09/2249 WSF
CiteertitelJB 2010/130
SamenvattingOntvangst besluit, ongeloofwaardige ontkenning.
Samenvatting (Bron)Niet verschoonbare termijnoverschrijding indienen bezwaar. Ongeloofwaardige ontkenning van de ontvangst van een besluit.
Pagina565-567
UitspraakECLI:NL:CRVB:2010:BL4548
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep, 17-03-2010, 08/5773 WAO
CiteertitelJB 2010/131
SamenvattingVerslag. Hoorzitting.
Samenvatting (Bron)Intrekking WAO-uitkering. Zorgvuldig medisch onderzoek. Juistheid medische grondslag. De Raad is met de rechtbank van oordeel dat de functies die aan de schatting ten grondslag liggen, gelet op de daaraan verbonden belastende aspecten, als voor appellant in medisch opzicht geschikt dienen te worden aangemerkt. Met het Uwv is de Raad van oordeel dat met de beperkingen, zoals weergegeven in het rapport van psychiater Van Ittersum, rekening is gehouden in de eerder genoemde FML en dat de belasting van de geduide functies de belastbaarheid van appellant, ook ten aanzien van deze aspecten, niet overschrijdt.
Pagina567-569
UitspraakECLI:NL:CRVB:2010:BL8325
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank 's-Hertogenbosch, 05-02-2010, AWB 08/1587
CiteertitelJB 2010/132
SamenvattingAnders dan Rechtbank 's-Gravenhage (civiele kamer) is Rechtbank 's-Hertogenbosch (sector bestuursrecht) van oordeel dat voorschriften Bouwbesluit 2003, voor zover daarin wordt verwezen naar NEN-normen, verbindende kracht hebben.
Samenvatting (Bron)Anders dan de (civiele kamer van de) rechtbank s-Gravenhage (uitspraak van 31 december 2008, LJN: BG8465) is de rechtbank van oordeel dat de voorschriften van het Bouwbesluit 2003, voor zover daarin wordt verwezen naar NEN-normen, verbindende kracht hebben. De omstandigheid dat deze voorschriften, waarvan ook de rechtbank aanneemt dat zij het karakter van algemeen verbindende voorschriften hebben, niet overeenkomstig de Bekendmakingswet zijn gepubliceerd doet daaraan niet af. De formele wetgever heeft in artikel 3 van de Woningwet een van de Bekendmakingswet afwijkende bekendmakingsregeling getroffen, die ertoe strekt dat de NEN-normen door de enkele verwijzing ernaar het karakter van algemeen verbind voorschrift krijgen. Voor zover die regeling afwijkt van de Grondwet blijft dit zonder gevolgen, gelet op het in artikel 120 van de Grondwet neergelegde toetsingsverbod.
AnnotatorJ.M.H.F. Teunissen
Pagina569-577
UitspraakECLI:NL:RBSHE:2010:BL3758
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Rotterdam, 18-03-2010, AWB 10/438 WWB-T2
CiteertitelJB 2010/133
SamenvattingVerzoek om voorlopige voorziening wegens uitblijven besluit op aanvraag om bijstand op grond van Wet werk en bijstand. Voorzieningenrechter merkt bezwaarschrift aan als premature schriftelijke mededeling aan college dat het in gebreke is.
Samenvatting (Bron)Verzoekster heeft geen beroepschrift ingediend tegen het uitblijven van een besluit op haar aanvraag. Ook heeft zij het college niet schriftelijk medegedeeld dat het in gebreke is tijdig een besluit te nemen op haar verzoek. Verzoekster heeft hiertegen wel bezwaar gemaakt. De mogelijkheid tot het maken van bezwaar is na 1 oktober 2009 echter niet meer aanwezig. De voorzieningenrechter ziet aanleiding het bezwaarschrift in dit geval aan te merken als een premature schriftelijke mededeling aan het college dat het in gebreke is. Het college was ten tijde van het maken van bezwaar immers nog niet in verzuim om binnen de termijn van acht weken als bedoeld in artikel 4:13 van de Awb te beslissen. In dit verband merkt de voorzieningenrechter ter voorlichting van verzoekster nog op dat onderhavig verzoek geen betrekking heeft op (het achterwege blijven van) voorschotverlening in de zin artikel 54 van de WWB, in welk verband gelet op artikel 81 van de WWB een voorziening kan worden verzocht bij de voorzitter van gedeputeerde staten.
Pagina577-579
UitspraakECLI:NL:RBROT:2010:BL8317
Artikel aanvragenVia Praktizijn