Rubriek | Vrij verkeer van goederen en diensten |
---|---|
Titel | De arresten Blanco Pérez en Commissie tegen Spanje: een goed evenwicht tussen de interne markt en de zorgbevoegdheden van de Lidstaten? |
Citeertitel | NTER 2010, p. 221 |
Samenvatting | Op 1 juni 2010 en 15 juni 2010 heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap (hierna: Hof van Justitie) twee belangrijke arresten op het terrein van het vrije verkeer en de zorg gewezen. Op 1 juni verscheen het arrest Blanco Pérez en op 15 juni zag het arrest Commissie tegen Spanje het daglicht. Bestaande rechtspraak van het Hof van Justitie wordt door deze twee arresten in een nieuw perspectief gezet. In de arresten van juni 2010 werkt het Hof van Justitie zijn benadering met betrekking tot zorg en vrij verkeer verder uit en nuanceert het ook de uitkomsten van reeds bekende rechtspraak. |
Auteur(s) | J.W. van de Gronden |
Pagina | 221-230 |
Link | Volledige tekst artikel (ru.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Vrij verkeer van personen |
---|---|
Titel | Zelfstandig verblijfsrecht van schoolgaande kinderen van werknemers en hun verzorgers: ontbreken van bestaansmiddelen niet relevant |
Citeertitel | NTER 2010, p. 231 |
Samenvatting | In het arrest Baumbast en R heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap (hierna: Hof van Justitie) reeds bepaald dat kinderen van migrerende werknemers het recht hebben om in de gastlidstaat hun opleiding te voltooien en daarbij begeleid mogen worden door de persoon die daadwerkelijk voor hun verzorging instaat. In de zaken Ibrahim en Teixeira, die beide op 23 februari 2010 werden gewezen, bevestigt het Hof van Justitie dit recht expliciet en geeft het aan dat de financiële voorwaarden die de bugerschapsrichtlijn 2004/38/EG stelt aan economisch niet actieve burgers niet gelden voor verzorgers van schoolgaande kinderen. |
Auteur(s) | A. Schrauwen |
Pagina | 231-237 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Staatssteun |
---|---|
Titel | Een bespreking van het arrest CELF II (zaak C-1/09) over passende maatregelen in geval van onrechtmatige en (vooralsnog) onverenigbare staatssteun |
Citeertitel | NTER 2010, p. 238 |
Samenvatting | In het arrest CELF II beantwoordt het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap (hierna: Hof van Justitie) voor de tweede maal prejudiciële vragen van de Franse Conseil d' État in het langlopende geschil over onrechtmatige steunverlening van de Franse overheid aan boekenexporteur CELF. Het Hof van Justitie bevestigd de zelfstandige rol van nationale rechters bij de handhaving van het in artikel 108 lid 3 VWEU vervatte uitvoeringsverbod voor nieuwe steunmaatregelen. In geval van onrechtmatige en (vooralsnog) onverenigbare steunverlening zal de nationale rechter, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, passende maatregelen moeten nemen. |
Auteur(s) | P.C. Adriaanse , T. Joris |
Pagina | 238-244 |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2010:136 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Wet bevolkingsonderzoek op gespannen voet met EU-recht |
---|---|
Citeertitel | NTER 2010, p. 245 |
Samenvatting | De Nederlandse overheid ziet met lede ogen aan dat consumenten via internet en zonder tussenkomst van medisch specialisten of andere deskundigen hun genenkaart laten ontcijferen. Dit onderzoek gebeurt door bedrijven die in andere landen zijn gevestigd, dan wel gebruik maken van de diensten van elders gevestigden. De consument krijgt aldus informatie over de kans op het krijgen van erfelijke aandoeningen. Deze onlineverkoop staat op gespannen voet met de Nederlandse wetgeving. Vandaar ook deze 'buitenlandroute', waarmee consumenten én bedrijven de Nederlandse regels betrekkelijk eenvoudig kunnen omzeilen. |
Auteur(s) | M.H. Breuning , R.E. van Hellemondt , A.C. Hendriks |
Pagina | 245-251 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Consumenten |
---|---|
Titel | De verdeling van de verzendkosten bij de uitoefening van het herroepingsrecht bij koop op afstand |
Citeertitel | NTER 2010, p. 252 |
Samenvatting | Indien een consumentkoper op afstand gebruik maakt van zijn herroepingsrecht, hoeft deze enkel de kosten van het retourzenden van het gekochte aan de verkoper te betalen. Dit is expliciet bepaald in Richtlijn 97/7/EG met betrekking tot overeenkomsten op afstand, maar in Duitsland is desalniettemin discussie ontstaan over de vraag of het de verkoper is toegestaan om de kosten van het verzenden naar de consumentkoper ook ten laste van de koper te laten komen. In de zaak Heine beslist het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap (hierna: Hof van Justitie) onomwonden dat de consumentkoper deze kosten niet hoeft te dragen. |
Auteur(s) | M.Y. Schaub |
Pagina | 252-256 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |