Tijdschrift voor Constitutioneel Recht

Uitgever Wolf Legal Productions
Tijdschrift Tijdschrift voor Constitutioneel Recht
Datum 14-04-2011
Aflevering 2
RubriekArtikelen
TitelEen bal voor de burger. De preambule als medium voor deliberatief burgerschap
SamenvattingIn haar rapport zet de Staatscommissie zich af tegen opneming van een preambule in de Nederlandse Grondwet. Dit is op het eerste gezicht begrijpelijk. Preambules staan vaak vol bevlogen kreten, waar men in Nederland van oudsher niet dol op is. Bovendien leven we in een tijd van scepsis en waarderelativisme, mede aangewakkerd door wereldwijde communicatie en migratie. Dit lijkt niet te stroken met een gevleugelde intentieverklaring in een grondwettelijk voorwoord. Het lijkt dan ook logisch dat de Staatscommissie liever pleit voor toevoeging van een algemene bepaling aan de Grondwet, waarin - meer beknopt en juridisch - een aantal fundamentele uitgangspunten worden vastgelegd.
Auteur(s)O.J. Tans
Pagina122-129
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelEen doos van Pandora. Over het voorstel een algemene bepaling aan de Grondwet toe te voegen
SamenvattingHet rapport van de Staatscommissie Grondwet is een zakelijk en terughoudend rapport. Al in de opmaat ervan maakt de commissie duidelijk dat hemelbestormende voorstellen van haar niet hoeven te worden verwacht. Zij schrijft 'geen aanleiding [te zien] voor grootscheepse aanpassing en aanscherping van de constitutionele regels die aan de democratische rechtsstaat uitdrukking geven.' De aanbevelingen die zij doet, presenteert zij als relatief kleine grondwetswijzigingen die vaak reeds lang aanvaarde regels van constitutioneel recht codificeren. Bovendien beperkt de commissie zich tot voorstellen die volgens haar noodzakelijk zijn om 'de normativiteit van de Grondwet' te versterken.
Auteur(s)J.J.J. Sillen
Pagina130-139
LinkVolledige tekst artikel (ru.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelGrondwettelijk recht op eerlijk proces en toegang tot de rechter: goede aanzet, maar ook gemiste kans
SamenvattingIn deze bijdrage besteden wij aandacht aan de voorstellen van de Staatscommissie inzake het opnemen in de Grondwet van een recht op een eerlijk proces alsmede een recht op toegang tot de rechter. Na een aantal inleidende opmerkingen plaatsen we het rapport van de Staatscommissie in de context waarin het tot stand is gekomen. Daarna gaan we in op de twee specifieke rechten waarom het in deze bijdrage gaat, het recht op een eerlijk proces en het recht op toegang tot de rechter. Tot slot wijden wij nog enkele woorden aan de wijze waarop deze rechten zouden moeten worden uitgewerkt in de Grondwet.
Pagina140-151
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelGrondrechten in het digitale tijdperk: driemaal is scheepsrecht?
SamenvattingOp 11 november 2010 heeft de Staatscommissie Grondwet haar rapport aan de verantwoordelijke bewindslieden aangeboden. Een onderdeel van het rapport bevat voorstellen tot actualisering van de grondwettelijke grondrechten in verband met de ontwikkeling van de informatietechnologie. Het betreft voorstellen tot wijziging van art. 7 (de vrijheid van meningsuiting), art. 10 (de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer) en art. 13 (het brief-, telefoon- en telegraafgeheim) Gw. De onderhavige bijdrage beoogt deze voorstellen te analyseren en van commentaar te voorzien.
Auteur(s)L.F.M. Verhey
Pagina152-167
LinkVolledige tekst artikel (tvcr.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDigitale grondrechten en de Staatscommissie: op zoek naar de kern
SamenvattingHet rapport van de Staatscommissie Grondwet, dat eind 2010 werd gepubliceerd onder de beeldende titel Rapport Staatscommissie Grondwet, besteedt conform haar opdracht ook aandacht aan grondrechten in het digitale tijdperk. In deze bijdrage bespreek ik wat de commissie daarover zegt (en niet zegt), in aanvulling op de bespreking van Luc Verhey elders in dit nummer. Waar Verhey de voorstellen vooral bespreekt vanuit het perspectief van grondrechten, zal ik de voorstellen meer benaderen vanuit het perspectief van het digitale tijdperk. Ons verschil in benadering laat zich goed illustreren aan de hand van de plaats van digitale grondrechten in de taakopdracht: waar Verhey met enige verrassing constateert: 'Zonder zichtbare aanleiding verscheen het thema in de opdracht van de Staatscommissie Grondwet', zou ik eerder stellen: zonder zichtbare aanleiding verdween het thema in de opdracht van de Staatscommissie Grondwet.
Auteur(s)B.J. Koops
Pagina168-185
LinkVolledige tekst artikel (tvcr.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe beperkingssystematiek van de Nederlandse grondrechten: Kanttekeningen bij het rapport van de Staatscommissie Grondwet
SamenvattingIn haar rapport van november 2010 heeft de Staatscommissie Grondwet aangegeven dat er goede redenen bestaan om het toetsingsverbod van wetten in formele zin in art. 120 Gw. te heroverwegen. Hoewel de pertinente vraag of het toetsingsverbod gewijzigd of afgeschaft dient te worden niet deel uitmaakte van haar opdracht, acht de commissie dit vraagstuk wel belangrijk voor het onderzoek of er een grondwetswijziging nodig is om de betekenis en normativiteit van de Grondwet voor de burger te versterken, welke vraag wel deel uitmaakte van haar opdracht. Deze vraag behoorde wel deels tot de opdracht van de commissie in zoverre zij werd gevraagd de regering te adviseren over de wenselijkheid om de beperkingsclausules in hoofdstuk een van de Grondwet aan te vullen met bijkomende materiële voorwaarden voor beperking. De commissie vindt, onder andere, dat rechterlijke toetsing de Grondwet meer zichtbaar zou maken voor de burger en de handhaving en effectiviteit ervan zou bevorderen. Constitutionele toetsing door de rechter kan, aldus de commissie, een goede zaak worden gevonden, maar daarmee is nog niets gezegd over de toetsbaarheid van de Grondwet. De voordelen van toetsing zijn pas aanwezig als ook zou blijken dat de Grondwet een instrument is waaraan zo nodig kan worden getoetst.
Auteur(s)G. van der Schyff
Pagina186-194
LinkVolledige tekst artikel (tvcr.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWetgeving
TitelWet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast
SamenvattingOp 1 september 2010 is de zogenaamde Voetbalwet in werking getreden, althans zo wordt de regeling wel genoemd. In werkelijkheid gaat het om een veel bredere wet met de officiële naam zoals boven dit stuk vermeld. De wet regelt twee - kennelijk te onderscheiden - onderwerpen: voetbalvandalisme én ernstige overlast. Om deze niet voor iedereen logische combinatie te verklaren, bespreken we eerst de wijze van totstandkoming van de wet. Daarna gaan we wat uitgebreider in op de inhoud van de regeling. Kernvragen die daarbij aan bod komen, zijn: biedt de wet veel nieuws, is dit ede wet waarop we decennia lang hebben gewacht, zal ze gaan werken in de praktijk en is de term Voetbalwet op z'n plaats?
Auteur(s)J.G. Brouwer , A.E. Schilder
Pagina195-201
LinkVolledige tekst artikel (tvcr.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOpinie
TitelDe Grondwet: meer dan een speeltuin voor staatsrechtgeleerden
SamenvattingVan alle warme herinneringen aan de Staatscommissie Grondwet beklijft de vergadering in het Kurhaus, op 28 juni 2010, met constitutionele toetsing en de algemene bepaling op de agenda. De vergaderzaal, een andere dan gebruikelijk, bood pal zicht op de Scheveningse badgasten. De zee in, de zee uit, en later in de middag een oranje t-shirt over de zwembroek en de strandtenten in. Terwijl Nederland-Slowakije op het strand duidelijk een hot issue was ploegden wij ons, onaangedaan, door art. 7 lid 2 en 3. het was niet de eerste keer dat ik mij afvroeg of de ramen niet iets open zouden kunnen. Al die verhitte discussies en grote onderwerpen, verdienden zij niet een ook een groter publiek? Tijdens een diner in december, nadat weer een plan om de burger te betrekken beleefd van tafel was geschoven, verzuchtte ik over de sushi tegen de collega's: 'De Grondwet is toch niet alleen een speeltuin voor staatsrechtgeleerden?'. Het betrekken van de burger raakte mij om drie redenen: het belang van publieke betrokkenheid bij het proces van grondwetsherziening, de extra kwaliteit en legitimiteit die publiek debat aan de voorstellen zou geven en de noodzaak om te komen tot een breed gekende en gedragen grondwetstekst.
Auteur(s)B.M. Oomen
Pagina202-204
LinkVolledige tekst artikel (tvcr.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOpinie
TitelWat de Grondwet vermag
SamenvattingBarbara Oomen voert veel argumenten en overwegingen aan om anderen te bekeren tot haar visie op burgerbetrokkenheid bij de Grondwet. Te veel argumenten naar mijn idee en niet allemaal steekhoudend. En ook te eenzijdig. De overwegingen van haar tegenstanders moeten in volle kracht worden weergegeven wil ze een kans maken ze te overtuigen. Staatsrechtgeleerden hebben plezier in hun werk en bekritiseren elkaars bijdragen naar hartelust. Maar zij reduceren daarmee de Grondwet niet tot hun eigen speeltuin. Net zo min als chirurgen die met gusto over hun werk spreken de te opereren lichamen louter als hun speeltuin behandelen.
Auteur(s)H.R. van Gunsteren
Pagina205-206
LinkVolledige tekst artikel (tvcr.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeken
TitelB.J. de Vos, Horizontale werking van grondrechten. Een kritiek
Samenvatting'(N)aar deze studie tracht aan te tonen dient het globale effect van horizontale werking heel wat lager te worden ingeschat dan in deze voorstellingen het geval is. Niet betreft horizontale werking een hemelbestormende innovatie, maar een eerder zwak onderbouwd en diffuus leerstuk dat voornamelijk niet meer dan een terminologische wissel voorstaat (hertaling van belangen in fundamentele rechten), weinig van de haar toegedichte kwaliteiten werkelijk verwezenlijken kan en als kers op de taart zelfs malicieuze kantjes heeft.’
Auteur(s)C. Mak
Pagina233-236
LinkVolledige tekst artikel (tvcr.nl)
LinkVolledige tekst proefschrift (leidenuniv.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn