Rechtspraak Sociale Verzekeringen

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Rechtspraak Sociale Verzekeringen
Datum 09-09-2011
Aflevering 9
RubriekMaatschappelijke ondersteuning
TitelCentrale Raad van Beroep, 11-05-2011, 09/4037 WMO-T
CiteertitelRSV 2011/250
SamenvattingTussenuitspraak - WMO - verhuiskostenvergoeding.
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak; WMO; verhuiskostenvergoeding; ten tijde van het primaire besluit heeft verhuizing al plaatsgevonden; kan ondanks verhuizing noodzaak, passendheid en adequaatheid van de verhuiskostenvergoeding nog worden beoordeeld?
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
Pagina921-923
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ6485
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep, 21-06-2011, 10/1992 WWB
CiteertitelRSV 2011/251
SamenvattingIntrekking en terugvordering - gedeeltelijk zelf voorzien - geen tussenuitspraak - opdracht nieuw besluit.
Samenvatting (Bron)Intrekking en terugvordering bijstandsuitkering. Schending inlichtingenverplichting. Geldtransacties. Intrekking en terugvordering terecht over de maanden waarin geldtransacties hebben plaatsgevonden. Ten aanzien van de overige maanden geen grond voor intrekking en terugvordering. Vernietiging besluit.
Pagina923-928
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ9824
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep, 21-06-2011, 10/5797 WWB
CiteertitelRSV 2011/252
SamenvattingAfwijzing kwijtschelding restant fraudeschuld - beleidsregel Nieuw Debiteurenbeleid WWB niet in strijd met verdragsbepalingen.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek om kwijtschelding van het restant van de door de terugvordering ontstane schuld. Gevoerde beleidsregel is binnen de grenzen van een redelijke beleidsbepaling. Appellante voldoet aan geen van de voorwaarden voor kwijtschelding. Geen strijd met art. 8 EVRM en de art. 26 en 27 IVRK. Door de hoogte van het bedrag dat met toepassing van de beslagvrije voet beschikbaar blijft van de bijstandsuitkering is voldoende gegarandeerd dat appellante kan voorzien in de kosten van leven en ontwikkeling, zoals gegarandeerd door die verdragsbepalingen.
Pagina928-930
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR0385
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep, 28-06-2011, 09/4785 WWB
CiteertitelRSV 2011/253
SamenvattingHoogte toeslag - toeslagenverordening - individualiseringsbeginsel - gemeentelijke richtlijn.
Samenvatting (Bron)De Raad is van oordeel dat appellant zich in het besluit van 20 juni 2008 terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen sprake is van een zeer bijzondere situatie die ertoe noopt dat met toepassing van artikel 18, eerste lid, van de WWB van het in de Verordening neergelegde forfaitaire stelsel wordt afgeweken. Betrokkene heeft om een hogere toeslag gevraagd op grond van zijn hoge kamerhuur, maar die hoge kamerhuur is op zichzelf geen omstandigheid die een hogere toeslag rechtvaardigt. Het bij de aanvraag gevoegde overzicht inkomsten en uitgaven noopt evenmin tot afwijking van het forfaitaire stelsel. Appellant heeft er terecht op gewezen dat het toekennen van een hogere toeslag op grond van dat overzicht erop zou neerkomen dat aan betrokkene ten onrechte bijstand zou worden verstrekt voor zijn schuld aan Menzis. Vernietiging uitspraak. Beroep ongegrond. Vernietiging besluit.
Pagina930-933
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR0584
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBeroepsrecht
TitelRechtbank Arnhem, 06-07-2011, 10/2015 WSFBSF
CiteertitelRSV 2011/254
SamenvattingBewijs van verzending - geautomatiseerd systeem.
Samenvatting (Bron)Digitale verzending besluit - bekendmaking. Verzending en ontvangst e-mailberichten.
Pagina933-936
UitspraakECLI:NL:RBARN:2011:BR0662
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStudiefinanciering
TitelCentrale Raad van Beroep, 08-07-2011, 10/5324 WSF
CiteertitelRSV 2011/255
SamenvattingEénoudertoeslag - samenwoning.
Samenvatting (Bron)Herziening toeslag één-oudergezin. In het onderhavige geval kan niet worden gesproken van een door geen van beide echtelieden gewilde toestand, die voor de voortzetting van de echtelijke samenleving een daadwerkelijk beletsel vormt, terwijl redelijkerwijs niet valt te verwachten, dat in die toestand binnen afzienbare tijd een wijziging zal komen, die de mogelijkheid tot hervatting van de echtelijke samenwoning zou openen. Weliswaar bestond er voor betrokkene en haar echtgenoot tijdelijk geen mogelijkheid in Nederland samen te leven, maar dat betekent niet dat die samenwoning niet elders had kunnen worden aangevangen of voortgezet. In zoverre dient de verbreking van de samenwoning te worden beschouwd als eigen keuze, en kan dus niet worden gesproken van een door geen van beide echtelieden gewilde toestand die de echtelijke samenwoning daadwerkelijk belette.
Pagina936-938
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR1092
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelEuropees Hof voor de Rechten van de Mens, 03-03-2011, 57028/00
CiteertitelRSV 2011/256
SamenvattingVerlies van pensioenrechten advocaat wegens royement - schending art. 1 EP.

(Klein / Austria)
Samenvatting (Bron)Violation of P1-1;Just satisfaction reserved
Pagina938-946
UitspraakECLI:CE:ECHR:2011:0303JUD005702800
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep, 21-06-2011, 10/573 WWB + 10/5495 WWB
CiteertitelRSV 2011/257
SamenvattingBijzondere bijstand - salariskosten bewindvoerder - bij toereikend actief in boedel voor betaling voorschotten geen plaats voor bijzondere bijstand.
Samenvatting (Bron)Afwijzing aanvraag om bijzondere bijstand voor de periodieke salariskosten van de bewindvoerder. De voorschotten op het salaris van de bewindvoerder konden uit de boedel konden worden voldaan. Deze kosten van schuldsanering kunnen (...) geheel binnen het kader van het daarvoor in de Fw ontwikkelde stelsel worden afgewikkeld en dienen naar het oordeel van de Raad, zoals (het College) ook heeft aangevoerd, niet langs de weg van de bijzondere bijstand te worden afgewenteld op voor de uitvoering van de WWB aan de gemeente beschikbaar gestelde middelen.
Pagina946-949
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR0328
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep, 28-06-2011, 09/6019 WWB
CiteertitelRSV 2011/258
SamenvattingIntrekking en terugvordering - afwijzing nieuwe aanvraag om bijstand - vaststelling datum aanvang hennepkwekerij - berekening inkomesten uit hennepkwekerij - te grote discrepantie met ontnemingsvordering.
Samenvatting (Bron)Besluiten I, II en III berusten op een ondeugdelijke grondslag. Vernietiging besluiten. Nieuwe besluiten op bezwaar.
Pagina949-954
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR0715
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep, 05-07-2011, 10/702 WWB
CiteertitelRSV 2011/259
SamenvattingIntrekking aanvraag - terugvordering voorschot.
Samenvatting (Bron)Terugvordering voorschot. Een redelijke wetsuitleg brengt mee dat ook gevallen waarin de aanvraag niet heeft geleid tot toekenning van bijstand omdat de betrokkene de aanvraag heeft ingetrokken, voor de toepassing van artikel 58, eerste lid, aanhef en onder d, van de WWB op één lijn zijn te stellen met de situatie waarin is vastgesteld dat geen recht op bijstand bestaat. Ook in die gevallen is immers geen verrekening met een toegekend recht op bijstand over de betreffende periode mogelijk.
Pagina955-956
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR1253
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep, 12-07-2011, 10/5786 WWB + 10/5787 WWB + 10/5788 WWB
CiteertitelRSV 2011/260
SamenvattingToezicht op de naleving - bereik van titel 5.2 Awb - onderzoeksambtenaren naar (voort)bestaan van recht op bijstand.
Samenvatting (Bron)Afwijzing aanvraag bijstand. Geen relevante wijziging in de omstandigheden, in die zin dat hij thans wel aan de vereisten voldoet om voor bijstand in aanmerking te komen.
Pagina956-958
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR2211
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAOW/ANW/AKW
TitelCentrale Raad van Beroep, 18-03-2011, 09/1481 AOW
CiteertitelRSV 2011/261
SamenvattingDuurzaam gescheiden leven - verblijf echtgenoot in AWBZ-instelling- niet terugkomen van besluit tot toekenning van een ongehuwden AOW-pensioen.
Samenvatting (Bron)De Raad stelt vast dat het verzoek van appellante van 15 juni 2007 om alsnog met terugwerkende kracht vanaf april 2005 tot aan de datum van het overlijden van haar echtgenoot op 25 april 2007 in aanmerking te komen voor een ouderdomspensioen naar de norm voor een gehuwde ertoe strekt dat de Svb terugkomt van een in het verleden genomen en in rechte vaststaand besluit aangaande de toekenning van haar AOW-pensioen. De Raad oordeelt dat de Svb niet tekort is geschoten in zijn informatieverplichting ten opzichte van appellante omtrent de mogelijke financiële gevolgen van de wijziging van het ouderdomspensioen. In dit verband merkt de Raad op dat zowel in een informatieblad over de AOW/Anw als in een specifieke brief door de Svb gewezen is op de mogelijke financiële gevolgen van de keuze voor een AOW-pensioen naar de norm van een ongehuwde. Gelet op deze informatie is de Raad van oordeel dat appellante in voldoende mate gewaarschuwd is voor de eventuele risico’s die verbonden waren aan het maken van een bepaalde keuze. Het lag op de weg van appellante zelf om te onderzoeken, dan wel te laten onderzoeken, of de keuze voor een ongehuwden-pensioen voor haar vergaande financiële consequenties zou hebben. Geen sprake van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden op grond waarvan de Svb niet in redelijkheid heeft kunnen weigeren om van het oorspronkelijke besluit terug te komen wat betreft de toekenning van een AOW-pensioen naar de norm voor een ongehuwde.
Pagina959-961
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BP8533
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAOW/ANW/AKW
TitelCentrale Raad van Beroep, 22-04-2011, 09/2598 ANW
CiteertitelRSV 2011/262
SamenvattingBuitenwettelijk begunstigend beleid - terughoudende toetsing - beleid consistent toegepast - beroep op vertrouwensbeginsel niet gehonoreerd.
Samenvatting (Bron)Herziening ANW-uitkering met terugwerkende kracht berust op goede gronden. Het door de Svb ter zake gevoerde beleid dient aangemerkt te worden als een buitenwettelijk, begunstigend beleid. Terughoudende toetsing. Beleid is consistent toegepast. Geen uitdrukkelijke, ondubbelzinnige en onvoorwaardelijke toezegging, waarop een in rechte te honoreren beroep op het vertrouwensbeginsel kan worden gebaseerd.
Pagina961-963
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ2276
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAOW/ANW/AKW
TitelCentrale Raad van Beroep, 10-05-2011, 09/3730 ANW
CiteertitelRSV 2011/263
SamenvattingIntrekking Anw-uitkering - herziening AOW-pensioen - gezamenlijke huishouding over deel van de periode - geen onrechtmatig verkregen bewijs.
Samenvatting (Bron)Intrekking ANW-uitkering. Herziening AOW-uitkering. Terugvordering. Gezamenlijke huishouding. Beroep wordt gegrond verklaard omdat over een deel van de periode niet is komen vast te staan dat sprake is van een gezamenlijke huishouding.
Pagina963-967
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ4718
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAOW/ANW/AKW
TitelCentrale Raad van Beroep, 17-06-2011, 09/6382 AKW + 09/6384 AKW
CiteertitelRSV 2011/264
SamenvattingHerziening kinderbijslag - wijziging geboortedata - vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel.
Samenvatting (Bron)In 2007 heeft de echtgenote gebruik gemaakt van de Regeling afwikkeling nalatenschap Vreemdelingenwet welke eenmalig de gelegenheid bood ten overstaan van de Immigratie en Naturalisatiedienst de juiste identiteit van haarzelf en de beide kinderen aan te tonen. Herziening kinderbijslag. De Raad is met de rechtbank van oordeel dat, wat er ook zij van de stelling van appellant dat hij niet op de hoogte was van de juiste geboortedata, het voor rekening en risico van appellant komt dat hij destijds bij de aanvraag om kinderbijslag onjuiste geboortedata heeft opgegeven.
Pagina967-970
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ8686
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAOW/ANW/AKW
TitelCentrale Raad van Beroep, 15-07-2011, 09/2095 ANW-T
CiteertitelRSV 2011/265
SamenvattingHerbeoordeling arbeidsongeschiktheid overeenkomstig nieuwe arbeidsongeschiktheidscriterium - hanteren uitlooptermijn - bijduiden van functies.
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. Herbeoordeling arbeidsongeschiktheid met overeenkomstig toepassing van nieuw arbeidsongeschiktheidscriterium toegestaan. Uitlooptermijn. De Raad ziet geen grond om ten aanzien van het bijduiden van functies voor de toepassing van artikel 11 van de ANW voor een andere benadering te kiezen dan voor de toepassing van de arbeidsongeschiktheidswetten. Nu in het onderhavige geval geen sprake is van het bijduiden van functies die vallen onder een voorgehouden SBC-code, betekent dit dat het op de weg van (de Svb) ligt om hetzij alsnog te onderbouwen dat er tussen de oorspronkelijk geduide functies en de bijgeduide functies een zodanige mate van verwantschap bestaat dat het betrokkene duidelijk kon zijn dat zij ook voor het vervullen van de bijgeduide functies geschikt zou kunnen worden geacht, hetzij ook de bijgeduide functies niet te handhaven als basis voor de intrekking van betrokkenes uitkering per 1 november 2006, omdat deze niet in het verlengde liggen van de oorspronkelijk geduide functies.
Pagina970-975
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR1933
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep, 24-06-2011, 09/3298 ANW
CiteertitelRSV 2011/266
SamenvattingMoet het uit de ANW voortvloeiende onderscheid, tussen enerzijds kinderen geboren uit een heterohuwelijk wier moeder aanspraak heeft op halfwezenuitkering na het overlijden van de mannelijke huwelijkspartner en anderzijds kinderen geboren uit een homohuwelijk voor wie na het overlijden van de zogenoemde duomoeder een dergelijke aanspraak niet bestaat, aangemerkt worden als een ongerechtvaardigd verschil in behandeling.
Samenvatting (Bron)Weigering halfwezenuitkering toe te kennen. Homohuwelijk. De Svb heeft terecht de dochter niet als halfwees aangemerkt. De Svb heeft bij de uitleg van het begrip “ouder” aansluiting heeft kunnen zoeken bij het Nederlandse afstammingsrecht. Art. 14 EVRM. Geen rechtvaardiging voor het gemaakte onderscheid. Vaststaat dat er onderscheid wordt gemaakt in verband met het geslacht van de huwelijkspartners. Het is de intentie van de wetgever steeds geweest en gebleven om de verschillende huwelijksvormen gelijk te behandelen, maar de wetgeving was ten tijde in dit geding van belang, 21 juni 2006, nog niet optimaal gewijzigd. Ten tijde in dit geding van belang golden voor de huwelijkspartner van degene uit wie binnen een huwelijk van gelijk geslacht een kind werd geboren, wel al zekere rechten en verplichtingen die gelijk zijn aan de rechten en verplichtingen van andere huwelijkspartners. Zo zou in dit geval mevrouw B. na de geboorte van de dochter mede het gezag over haar hebben gehad en zou B. ook onderhoudsplichtig jegens de dochter zijn geweest. Deze laatste omstandigheid is in het onderhavige geval van belang, aangezien B. binnen de huwelijksrelatie de (belangrijkste) kostwinner was. Nu voorts voor appellante geen enkele mogelijkheid bestond, anders dan vanaf 1 januari 2009 toen prenatale adoptie mogelijk werd, om zelf haar status te beïnvloeden, op een wijze die ertoe leidt of zou kunnen leiden dat niet langer sprake is van een verschil in behandeling, is er geen sprake van zeer zwaarwegende belangen die een rechtvaardiging vormen voor het onderscheid.
Pagina975-979
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ9855
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep, 15-07-2011, 08/1303 ZFW
CiteertitelRSV 2011/267
SamenvattingIs de bijdrageplicht op grond van de Zorgverzekeringswet voor gepensioneerden wonend in een ander land van de Europese Unie die een Nederlands pensioen ontvangen in strijd met het communautaire recht?
Samenvatting (Bron)Zorgbijdrage voor gepensioneerden die met een Nederlands pensioen wonen in een ander land van de Europese Unie. Keuzerecht. Vrij verkeer van EU-burgers. Het besluit van Cvz om appellant op grond van artikel 69, eerste lid, van de Zvw aan te merken als verdragsgerechtigde en om op grond van artikel 69, tweede lid, van de Zvw een bijdrage in te houden eerst op de WAO-uitkering van appellant en vervolgens op diens AOW-pensioen in rechte standhoudt (...) moet worden bevestigd.
Pagina979-982
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR1934
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelHof van Justitie EU, 26-05-2011, C-485/07
CiteertitelRSV 2011/268
SamenvattingAntwoord op prejudiciële vragen van de CRvB d.d. 1 november 2007, RSV 2007/352; export van toeslagen op invaliditeitsuitkeringen; rechtstreekse werking.

(Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen / H. Akdas, H. Agartan, Z. Akbulut, M. Bas, K Yüzügüllüer, E. Keskin, C. Topaloglu, A. Cubuk en S. Sariisik)
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 26 mei 2011. # Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen tegen H. Akdas en anderen. # Verzoek om een prejudiciele beslissing: Centrale Raad van Beroep - Nederland. # Associatie EEG-Turkije - Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Ontheffing van bepalingen inzake woonplaats - Strekking - Door ontvangende lidstaat uitgekeerde toeslag op invaliditeitspensioen ter verzekering van bestaansminimum aan begunstigden - Wijziging van nationale wettelijke regeling - Intrekking van deze toeslag indien begunstigde zijn woonplaats heeft buiten grondgebied van betrokken lidstaat. # Zaak C-485/07.
Pagina982-994
UitspraakECLI:EU:C:2011:346
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep, 27-05-2011, 10/1286 WSF + 10/1287 WSF
CiteertitelRSV 2011/269
SamenvattingGeen recht op studiefinanciering - nationaliteit - discriminatie.
Samenvatting (Bron)Afwijzing aanvragen studiefinanciering. Er is geen grond om aan te nemen dat er ingevolge artikel 2 van het Eerste Protocol bij het EVRM op de Minister een positieve verplichting rust om aan appellanten studiefinanciering toe te kennen. Toetsing aan de overige door appellanten ingeroepen eenieder verbindende verdragsbepalingen leidt evenmin tot de conclusie dat er een zodanige positieve verplichting op de Minister rust. De Raad stelt vast dat er ingevolge de Wsf 2000 geen onderscheid wordt gemaakt naar leeftijd in het nadeel van appellanten. Verder is de Raad van oordeel dat appellanten geen recht op studiefinanciering kunnen ontlenen aan het gegeven dat in de koppelingswetgeving een uitzondering is gemaakt op het koppelingsbeginsel voor leerplichtige minderjarige vreemdelingen. Appellanten komen niet langer in aanmerking voor bedoelde uitzondering, aangezien zij geen kinderen in de zin van het IVRK meer zijn en zij niet meer onder de Leerplichtwet 1969 vallen.
Pagina994-997
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ6891
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep, 15-04-2011, 07/1087 WAO
CiteertitelRSV 2011/270
SamenvattingWas betrokkene ten tijde van het intreden van haar arbeidsongeschiktheid als werknemer of een daarmee gelijkgestelde verzekerd in Joegoslavië?
Samenvatting (Bron)Weigering WAO-uitkering toe te kennen. Niet verzekerd ingevolge de WAO. Geen aanspraak op WAO-uitkering op grond van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië. Niet gebleken dat betrokkene ten tijde van het intreden van haar arbeidsongeschiktheid verzekerd was als loontrekkende in het toenmalige Joegoslavië. Betrokkene kon ook niet ingevolge de Joegoslavische wetgeving met een loontrekkende gelijkgesteld worden. Overschrijding redelijke termijn.
Pagina997-1000
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ1543
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep, 04-05-2011, 09/1593 ANW
CiteertitelRSV 2011/271
SamenvattingMoet daadwerkelijk rechtsherstel verleend worden aan een persoon die over haar aanspraak op halfwezenuitkering heeft geprocedeerd bij het VN-mensenrechtencomité en in haar zaak door dat comité een schending van artikel 26 van het IVBPR is vastgesteld?
Samenvatting (Bron)De Svb heeft (...) de aanspraak van appellante op halfwezenuitkering vanaf 1 juli 1996 opnieuw beoordeeld in het kader van een herhaalde aanvraag als bedoeld in artikel 4:6 van de Awb en heeft daarmee, gelet op de bijzondere omstandigheden, gehandeld in strijd met artikel 2, derde lid, van het IVBPR. Uit het (...) verloop van de door appellante gevoerde procedures blijkt dat aan haar tot nu toe een effectieve rechtsgang met een uitzicht op daadwerkelijk rechtsherstel ten aanzien van de aanspraak op halfwezenuitkering is onthouden. De Svb dient alsnog het verzoek van appellante met inachtneming van artikel 2, derde lid, van het IVBPR te beoordelen en dient daarbij daadwerkelijk rechtsherstel te verlenen, zowel ten aanzien van de aanspraak op halfwezenuitkering als ten aanzien van de door appellante gemaakte (proces)kosten.
Pagina1001-1004
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ3522
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep, 04-05-2011, 09/1594 ANW
CiteertitelRSV 2011/272
SamenvattingBestaat aanspraak op halfwezenuitkering met een verder terugwerkende kracht dan één jaar, nadat een nieuwe aanvraag daartoe is ingediend onder verwijzing naar een door het VN-mensenrechtencomité vastgestelde schending van artikel 26 IVBPR en een op de Inzichten van dat comité gebaseerde uitspraak van de Raad?
Samenvatting (Bron)Toekenning halfwezenuitkering naar aanleiding van een herhaalde aanvraag. Duuraanspraak. Geen nieuwe feiten of omstandigheden. De Svb heeft terecht besloten de halfwezenuitkering niet met een verdergaande terugwerkende kracht (dan een jaar) toe te kennen. Beroep op het arrest van Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 13 januari 2004, C-453, Kühne & Heitz, slaagt niet omdat in casu niet aan de door het Hof gestelde voorwaarden is voldaan, nu appellante geen rechtsmiddelen heeft aangewend tegen het besluit van 7 april 1997, waarbij is geweigerd een halfwezenuitkering aan haar toe te kennen. De Svb heeft genoegzaam gemotiveerd waarom ten aanzien van bepaalde groepen personen gekozen is voor een andere benadering, dan met betrekking tot personen die op grond van het arrest Wessels-Bergervoet aanspraak konden maken op een hoger pensioen.
Pagina1004-1007
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ3857
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep, 08-06-2011, 10/1564 WW
CiteertitelRSV 2011/273
SamenvattingWegens ziekte niet in staat tot verrichten eigen arbeid - zonder deugdelijke grond weigeren passende arbeid te verrichten - enkele feit van niet hervatten in passende arbeid levert geen arbeidsrechtelijke dringende reden op - tevens geweigerd te voldoen aan redelijke opdracht werkgever te verschijnen op gesprek over re-integratie - deze weigering levert tegen achtergrond van de weigering mee te werken aan re-integratie een dringende reden op.
Samenvatting (Bron)WW-uitkering blijvend geheel geweigerd. Verwijtbaar werkloos. Zonder deugdelijke grond aangeboden passend werk geweigerd. Ontslag wegens dringende reden. Vernietiging wegens onvoldoende zorgvuldige voorbereiding en onvolledige motivering. Het niet verschijnen van appellante op 20 oktober 2008, bezien tegen de achtergrond van de voortdurende weigering van appellante om in de door de werkgever op advies van de bedrijfsarts voorgestelde zin invulling te geven aan zijn verplichting om appellante te re-integreren, is aan te merken als een arbeidsrechtelijke dringende reden voor ontslag. Niet gebleken van persoonlijke omstandigheden die in het geval van appellante aanleiding geven om aan de dringendheid van de ontslagreden te twijfelen. Rechtsgevolgen worden in standgelaten.
Pagina1007-1011
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ8169
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep, 08-06-2011, 10/1581 WW
CiteertitelRSV 2011/274
SamenvattingVoor totstandkoming dienstbetrekking redelijkerwijs duidelijk dat geen of slechts ten dele betaling zou plaatsvinden - onvoldoende op de hoogte gesteld van financiële situatie werkgever - maatregel blijvend gehele weigering akkoord.
Samenvatting (Bron)Weigering faillissementsuitkering toe te kennen. Het Uwv heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat het appellant bij aanvang van de dienstbetrekking redelijkerwijs duidelijk kon zijn dat in verband met blijvende betalingsonmacht geen of slechts gedeeltelijke loonbetaling zou plaatsvinden. De Raad is tevens van oordeel dat de opgelegde maatregel van een blijvend gehele weigering voldoende is afgestemd op de ernst van de gedraging en de mate waarin appellant de gedraging verweten kan worden. De Raad heeft hierbij in aanmerking genomen dat appellant ten volle kan worden aangerekend dat hij de verplichting van artikel 63, derde lid, van de WW niet of niet behoorlijk is nagekomen. Het bestreden besluit, hoewel summier gemotiveerd, is door de rechtbank dan ook terecht in stand gelaten.
Pagina1011-1012
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ7750
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep, 15-06-2011, 10/3266 WW
CiteertitelRSV 2011/275
SamenvattingOntslag uit ambtelijke dienstbetrekking - beoordeling dringende reden volgens normen arbeidsovereenkomstenrecht - niet verlenen strafontslag slechts indicatief - sprake van objectief dringende ontslagreden - geen onmiddellijke actie werkgever - subjectieve dringendheid ontbreekt.
Samenvatting (Bron)Intrekking WW-uitkering. Niet verwijtbaar werkloos. Geen dringende redenen. Gezien het feit dat de werkgever, nadat appellant in het gesprek op 15 januari 2009 al had erkend de e-mailberichten naar een privé e-mailadres te hebben doorgestuurd en toen ook al vaststond dat hij zijn leidinggevenden niet van de ontvangst van die berichten in zijn mailbox op de hoogte had gebracht, niet onmiddellijk actie heeft ondernomen om te komen tot een beëindiging van de aanstelling van appellant en ook na de ontvangst van het advies van de examencommissie nog zes weken heeft gewacht voordat hij het besluit nam om appellant te ontslaan, kan de Raad niet anders dan constateren dat voor deze werkgever de gedragingen van appellant geen dringende reden voor ontslag vormden. Uit 4.11 volgt dat het incident met de e-mailberichten, als onderliggende reden van het aan appellant gegeven ontslag wegens het niet voldoen aan de gestelde opleidingseisen, een ontslagreden is waaraan de subjectieve dringendheid ontbreekt. Dat brengt de Raad tot de conclusie dat aan het ontslag van appellant geen arbeidsrechtelijke dringende reden ten grondslag ligt.
Pagina1012-1016
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ8713
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep, 19-07-2011, 09/3552 WWB
CiteertitelRSV 2011/276
SamenvattingAanvraag na intrekking - gezamenlijke huishouding - beoordeling wijziging situatie.
Samenvatting (Bron)Toekenning bijstand naar de norm voor een alleenstaande ouder. Geen gezamenlijke huishouding. Het College, naar het oordeel van de Raad, had niet mogen volstaan met het stellen van de vraag aan appellante “of de situatie ten opzichte van 22 april 2008 was gewijzigd” en bij negatieve beantwoording van die vraag af te wijzen omdat geen sprake is van gewijzigde omstandigheden. Vernietiging uitspraak. Vernietiging besluit.
Pagina1016-1018
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR2972
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArbeidsongeschiktheid
TitelCentrale Raad van Beroep, 19-07-2011, 09/3356 WWB + 09/3357 WWB
CiteertitelRSV 2011/277
SamenvattingAanvraag - opgave woonadres - inlichtingenverplichting - bewijslast.
Samenvatting (Bron)Niet staat vast dat appellanten een onjuiste opgave hebben gedaan van hun woonadres. De gerezen twijfel had voor het College aanleiding behoren te zijn om nader onderzoek te doen, door tenminste appellanten in de gelegenheid te stellen om op de bevindingen bij het huisbezoek te reageren en zo nodig nog een huisbezoek af te leggen. Vernietiging uitspraak. Vernietiging besluit. Nieuw besluit op bezwaar.
Pagina1018-1021
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR3093
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArbeidsongeschiktheid
TitelCentrale Raad van Beroep, 12-07-2011, 09/6171 WWB + 10/5317 WWB
CiteertitelRSV 2011/278
SamenvattingIntrekking - vermogen - eigendom woning - registratie in openbaar register - aanspraak - inlichtingenverplichting.
Samenvatting (Bron)Nu betrokkene in de periode van 1 juli 2005 tot en met 15 januari 2007 wel een aanspraak op middelen had in die zin dat zij door registratie van het appartement in het openbaar register een (mede-)eigendomsrecht kon verkrijgen, had zij appellant hiervan op de hoogte moeten stellen. Het kon haar immers redelijkerwijs duidelijk zijn dat deze aanspraak van belang kon zijn voor het recht op bijstand. Aangezien het niet melden van deze aanspraak niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, kon appellant aan artikel 54, derde lid, aanhef en onder a, van de WWB niet de bevoegdheid ontlenen om de bijstand over de periode in geding in te trekken. Het besluit van 1 september 2010, dat evenals het besluit van 12 februari 2009 berust op het uitgangspunt dat betrokkene gedurende de periode in geding eigenaar was van het appartement, berust evenmin op deugdelijke grondslag en dient wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Awb te worden vernietigd. Appellant zal een nieuw besluit moeten nemen op het bezwaar van betrokkene tegen het besluit van 20 december 2007 met inachtneming van de uitspraak van de Raad. Appellant dient daarbij tot uitgangspunt te nemen dat hij niet bevoegd was tot intrekking van de bijstand over de in geding zijnde periode.
Pagina1021-1024
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR2573
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArbeidsongeschiktheid
TitelCentrale Raad van Beroep, 24-05-2011, 09/3070 WWB
CiteertitelRSV 2011/279
SamenvattingMelden voor en aanvragen van bijstand door niet tot kring van rechthebbenden behorende vreemdeling - verzoek bijstandsverlening met terugwerkende kracht na bijstandsverlening.
Samenvatting (Bron)Het melden voor en aanvragen van bijstand door een vreemdeling die (nog) niet behoort tot de kring van rechthebbenden als bedoeld in artikel 11 van de WWB kan niet worden gevergd. Verzoek om bijstandsverlening met terugwerkende kracht na verlening verblijfsvergunning (met terugwerkende kracht). Geen bijzondere omstandigheden die eerdere ingangsdatum rechtvaardigen.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman , J.H. van Hoof
Pagina1025-1028
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BQ8031
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStudiefinanciering
TitelCentrale Raad van Beroep, 29-07-2011, 10/3173 WSF
CiteertitelRSV 2011/280
SamenvattingDiplomatermijn - verlenging - bijzondere omstandigheden.
Samenvatting (Bron)Vaststelling ingangsdatum van de verlengde diplomatermijn. Geen beroep op de hardheidsclausule van artikel 11.5 van de Wsf 2000. De Minister heeft uiteengezet dat appellante met hem in overleg had kunnen treden ten einde te trachten tot een voor appellante adequate oplossing te komen. Appellante heeft daar niet voor gekozen en zonder overleg haar inschrijving bij Saxion Next ingetrokken. Die keuze dient, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, voor haar rekening en risico te blijven.
Pagina1028-1030
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR3522
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBeroepsrecht
TitelCentrale Raad van Beroep, 19-07-2011, 10/4221 WWB-T
CiteertitelRSV 2011/281
SamenvattingGronden van bezwaar summier - concrete bezwaargrond - ontvankelijkheid.
Samenvatting (Bron)Maatregel. Verlaging bijstand met 100% gedurende één maand. Tussenuitspraak. Het bezwaar is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. (De) motivering is zo algemeen dat begrijpelijk is dat appellant zich heeft beroepen op schending van de motiveringsverplichting. De Raad ziet in dit geval geen grond om aan te nemen dat appellant geen duidelijkheid heeft verschaft omtrent hetgeen partijen verdeeld houdt. (...) Nu appellant in zijn bezwaarschrift strijd met de motiveringsplicht had aangevoerd kon hij, bij het licht van de algemene bewoordingen van de motivering van de maatregel, niet worden verplicht om aanvullende gronden in te dienen. Dat appellant in zijn bezwaarschrift zelf de mogelijkheid open heeft gehouden om nog aanvullende gronden in te dienen doet daar niet aan af. In het feit dat appellant de aanvullende gronden niet binnen de door het College gestelde termijn heeft ingediend, is naar het oordeel van de Raad dan ook geen grond gelegen om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren.
Pagina1030-1032
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR2730
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBeroepsrecht
TitelCentrale Raad van Beroep, 01-07-2011, 10/4204 WSFBSF
CiteertitelRSV 2011/282
SamenvattingVerschoonbaarheid termijnoverschrijding - onvoorziene omstandigheid tegen einde beroepstermijn.
Samenvatting (Bron)Indien in de laatste dagen van de beroepstermijn zich een onvoorziene omstandigheid voordoet en het beroepschrift niet tijdig wordt ingediend, kan niet de enkele omstandigheid dat de belanghebbende heeft gewacht tot de laatste dagen voor de afloop van de beroepstermijn hem worden tegengeworpen door de stellen dat hij niet eerder is overgegaan tot het indienen van een (voorlopig) beroepschrift. Ook in zo’n geval dient te worden bezien of de door de belanghebbende aangevoerde, aan het einde van de beroepstermijn opgekomen omstandigheid voldoende grond biedt om de overschrijding van de beroepstermijn verontschuldigbaar te achten. Verzet gegrond.
Pagina1032-1033
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR0165
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBeroepsrecht
TitelCentrale Raad van Beroep, 23-06-2011, 09/6221 GWSP-T
CiteertitelRSV 2011/283
SamenvattingWijziging jurisprudentie - ontbreken rechtsmiddelenverwijzing - verschoonbare termijnoverschrijding.
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. De Raad acht de brief van 7 juli 2008, waarin het besluit tot stopzetting van de betaling van het garantiepensioen en de toeslag is vervat, door de bewoordingen en door de lay-out dusdanig verwarrend dat op die grond hier sprake is van verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. Draagt de Raad van Bestuur op om binnen drie maanden na verzending van deze tussenuitspraak de gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Termijnoverschrijding verschoonbaar, ontbreken rechtsmiddelenclausule.
Pagina1033-1035
UitspraakECLI:NL:CRVB:2011:BR0151
Artikel aanvragenVia Praktizijn