Milieu & Recht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Milieu & Recht
Datum 09-09-2011
Aflevering 7
RubriekOpinie
TitelOp naar een integrale benadering van het milieubeleid
CiteertitelM en R 2011/7, nr. 136
SamenvattingIn 1983 verscheen het Plan Integratie Milieubeleid (PIM) van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Het PIM besteedde aandacht aan de regulieringsketen: wet- en regelgeving =›normstelling=› vergunningverlening=› uitvoering=›handhaving. Deze keten wordt in beweging gebracht door beleidsplanning. Volgens het PIM bestond op rijksniveau behoeft aan een milieuhygiënisch beleidsplan, op provinciaal en gemeentelijk niveau aan algemene milieuplanning. De noodzaak van integratie an milieu- en ruimtelijke ordeningsbeleid werd in het PIM en trouwens ook al in de nog steeds uiterst lezenswaardige Urgentienota Milieuhygiëne uit 1972 (!) onderkend.
Auteur(s)J. Kramer
Pagina437-437
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe publieke schandpaal in het milieurecht - Een bespreking van de juridische mogelijkheden en beperkingen van naming and shaming in het milieurecht
CiteertitelM en R 2011/7, nr. 137
SamenvattingNaming and shaming is de afgelopen jaren voor veel bestuursorganen een al maar populairder handhavingsinstrument geworden. Het gebeurt steeds vaker dat bevoegde gezagen van verschillende pluimage inspectierapporten en sanctiebesluiten actief openbaar maken voordat enige rechterlijke toetsing hiervan heeft plaatsgevonden. 'Naming and shaming' is in de ogen van toezichthouders en handhavers een belangrijk middel om - potentiële - overtreders weer in het rechte spoor te krijgen dan wel te houden. De achterliggende gedachte daarbij lijkt te zijn dat het publiekelijk te kijken zetten van veronderstelde overtreders daarbij behulpzaam is. In dit artikel wordt ingegaan op de juridische houdbaarheid van het gebruik van de publieke schandpaal in het milieurecht.
Auteur(s)C.A.H. van de Sanden
Pagina438-444
LinkVolledige tekst artikel (vandesandenadvocatuur.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelEuropees Hof voor de Rechten van de Mens, 02-12-2010, 12853/03
CiteertitelM en R 2011/7, nr. 138
SamenvattingKlager voelt zich bedreigd door een meer met afvalslib afkomstig van een in 1999 gesloten kopermijn. Het slibmeer is 98 ha groot en bevindt zich op ongeveer 1 km van zijn woning. Kernvragen voor het Hof is of de situatie zijn recht op privéleven voldoende heeft aangetast om van een inbreuk op art. 8 EVRM te kunnen spreken.

(Ivan Atanasov / Bulgaria)
Samenvatting (Bron)No violation of Article 8 - Right to respect for private and family life (Article 8-1 - Respect for family life;Respect for home;Respect for private life);No violation of Article 1 of Protocol No. 1 - Protection of property (Article 1 para. 1 of Protocol No. 1 - Peaceful enjoyment of possessions);No violation of Article 6 - Right to a fair trial (Article 6-1 - Civil rights and obligations;Determination (civil));No violation of Article 13 - Right to an effective remedy
Annotator Kamminga
Pagina445-449
UitspraakECLI:CE:ECHR:2010:1202JUD001285303
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelHof van Justitie EG, 03-03-2011, C-50/09
CiteertitelM en R 2011/7, nr. 139
SamenvattingUit art. 3 m.e.r.-richtlijn volgt dat de bevoegde milieu-instantie zowel onderzoeks- als analysewerkzaamheden moet verrichten, teneinde de directe en indirecte effecten van het betrokken project op de in art. 3 opgesomde factoren, alsmede de samenhang daartussen, zo volledig mogelijk te kunnen beoordelen. Zowel uit de bewoordingen van de betrokken bepalingen van de m.e.r.-richtlijn als uit de algemene opzet ervan volgt dat art. 3 een basisbepaling is. Een loutere omzetting van art. 4-11 m.e.r.-richtlijn kan niet worden geacht automatisch tevens een omzetting van voornoemd art. 3 in te houden.

(Europese Commissie / Ierland)
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 3 maart 2011. # Europese Commissie tegen Ierland. # Niet-nakoming - Richtlijn 85/337/EEG - Verplichting van bevoegde milieu-instantie om milieueffectbeoordeling van projecten te verrichten - Meer dan een bevoegde milieu-instantie - Noodzaak om beoordeling te garanderen van samenhang tussen factoren die direct of indirect effecten kunnen ondervinden - Toepassing van richtlijn op sloopwerkzaamheden. # Zaak C-50/09.
Annotator Jesse
Pagina449-455
UitspraakECLI:EU:C:2011:109
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelHof van Justitie EG, 12-05-2011, C-115/09
CiteertitelM en R 2011/7, nr. 140
SamenvattingDuits relativiteitsvereiste uit het UmweltRechtsbehelfgesetz in strijd met EU-recht.

(Bund für Umwelt und Naturschutz Deutschland, Landesverband Nordrhein-Westfalen eV / Bezirksregierung Arnsberg)
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 12 mei 2011.#Bund fur Umwelt und Naturschutz Deutschland, Landesverband Nordrhein-Westfalen eV tegen Bezirksregierung Arnsberg.#Verzoek om een prejudiciele beslissing: l'Oberverwaltungsgericht fur das Land Nordrhein-Westfalen - Duitsland.#Richtlijn 85/337/EEG - Milieu-effectbeoordeling - Verdrag van Aarhus - Richtlijn 2003/35/EG - Toegang tot de rechter - Niet-gouvernementele organisaties voor milieubescherming.#Zaak C-115/09.
Annotator Jans
Pagina455-463
UitspraakECLI:EU:C:2011:289
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelHof van Justitie EU, 22-05-2011, C-479/10
CiteertitelM en R 2011/7, nr. 141
SamenvattingVeroordeling van Zweden voor het gedurende een aantal jaren overschrijden van de grenswaarden voor PM10 in drie gebieden waaronder Stockholm en Gothenburg. Het betoog van Zweden dat de vervulling zich beperkt tot grote wegen met zwaar verkeer in een aantal stedelijke gebieden en dat de vervulling met name wordt veroorzaakt door het gebruik van winterbanden treft geen doel.

(Europese Commissie / het Koninkrijk Zweden)
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 10 mei 2011. # Europese Commissie tegen Koninkrijk Zweden. # Niet-nakoming - Milieu - Richtlijn 1999/30/EG - Bestrijding van vervuiling - Grenswaarden voor PM10 -concentraties in de lucht. # Zaak C-479/10.
AnnotatorM. Bogaart
Pagina463-467
UitspraakECLI:EU:C:2011:287
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 16-02-2011, 201006020/1/R2
CiteertitelM en R 2011/7, nr. 142
SamenvattingActualiserend bestemmingsplan voor bedrijventerrein waarbij de zone rond het industrieterrein opgeheven wordt. Op bedrijventerrein gelegen woningen, conform huidig gebruik, aangeduid als 'bedrijfswoning'. Beroep gericht op wegbestemmen van de woningen, omdat deze op termijn de uitbreiding en intensivering van de bedrijfsvoering op het terrein zouden belemmeren, ongegrond. Uitbreidingsplannen niet concreet, betreft bestaande woningen en ongewijzigde bestemming bedrijfsgronden.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 25 maart 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Eekterveld" vastgesteld.
Annotator Claassen-Dales
Pagina467-468
UitspraakECLI:NL:RVS:2011:BP4733
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 16-02-2011, 201007901/1/M1
CiteertitelM en R 2011/7, nr. 143
SamenvattingNa een BUS-melding is een grond- en grondwatersanering uitgevoerd. Hierbij is een folie aangebracht om een restverontreiniging te isoleren. Na inwerkingtreding van art. 3.2.8 van de Regeling uniforme saneringen is een tweede BUS-melding gedaan in verband met de aanleg van een drain voor de restverontreiniging. Het beroep is gericht tegen de instemming met het verslag van de sanering die na de tweede BUS-melding is uitgevoerd. Deze sanering zou moeten worden getoetst aan de regeling zoals deze gold ten tijde van de eerste melding. Afdeling: De tweede BUS-melding kan als een op zichzelf staande BUS-melding worden aangemerkt. Aan de eerdere melding, die een voornemen behelsde voor sanering van de gehele op het perceel aangetroffen bodemverontreiniging, komt in dit verband geen betekenis toe, aangezien de thans aan de orde zijnde sanering van de restverontreiniging uiteindelijk niet in vervolg op die melding is uitgevoerd.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 maart 2010 heeft het college op grond van artikel 14, eerste lid, van het Besluit uniforme saneringen (hierna: het Besluit) ingestemd met een uitgevoerde sanering.
Annotator Warendorf
Pagina468-472
UitspraakECLI:NL:RVS:2011:BP4762
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 23-02-2011, 201004217/1/H2
CiteertitelM en R 2011/7, nr. 144
SamenvattingWeigering (verlenging) Wbr-vergunning voor plaatsen van visfuiken in rijkskanaal, omdat volgens de staatssecretaris een veilig en doelmatig gebruik van het kanaal vanwege de grote risico's voor de scheepvaart onvoldoende is verzekerd. De staatssecretaris heeft onvoldoende onderbouwd waarom een veilig en doelmatig gebruik van het kanaal niet kan worden verzekerd door de vergunning onder beperkingen te verlenen en/of daaraan voorschriften te verbinden. De beslissing op bezwaar, waarin de weigering is gehandhaafd, ontbeert dan ook een deugdelijke motivering als bedoeld in art. 7:12 lid 1 Awb.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 13 november 2008 heeft de staatssecretaris geweigerd aan [appellant] een vergunning te verlenen voor het plaatsen van visfuiken in het Kanaal van Gent naar Terneuzen (hierna: het kanaal).
Annotator Groothuijse
Pagina472-476
UitspraakECLI:NL:RVS:2011:BP5475
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRechtbank 's-Gravenhage, 10-03-2011, AWB 11/1802 BESLU
CiteertitelM en R 2011/7, nr. 145
SamenvattingBouw parkeergarage en kabelbruggen. Deelvergunning. Onlosmakelijke samenhang?
Samenvatting (Bron)Omgevingsvergunning tijdelijk bouwwerk. Voorbereidende werkzaamheden. Geen onlosmakelijke samenhang met rest van het project. Mogelijke tekorten besluitvorming naar verwachting in bezwaar herstelbaar. Belangenafweging schorsingsverzoek.
Annotator van den Broek
Pagina476-477
UitspraakECLI:NL:RBSGR:2011:BP9765
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRechtbank Alkmaar, 14-04-2011, 11/805 en 10/2538
CiteertitelM en R 2011/7, nr. 146
SamenvattingOp het project 'Gasopslag Bergermeer' is de rijkscoördinatieregeling van toepassing. De ministers hebben besloten toepassing te geven aan art. 3.36 Wro waardoor zij in de plaats treden van decentrale bestuursorganen. Deze beslissing kan niet worden aangemerkt als een besluit in de zin van art. 1:3 lid 1 Awb. Het opstellen en ter inzage leggen van zeven ontwerpbesluiten zijn feitelijke handelingen en daarom niet aan te merken als een besluit in de zin van de Awb. Voor het kunnen aanwenden van de in art. 3.36 Wro aangeduide bevoegdheid is, gelet op het bepaalde in dit artikel, een daartoe strekkend besluit geen voorwaarde. De bevoegdheid vloeit immers rechtstreeks uit de wet voort. De beslissing is niet gericht op rechtsgevolg, nu deze beslissing slechts betrekking heeft op de voorbereiding van de voorgenomen besluiten, zoals is geregeld in art. 3.36 Wro.

(Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen / de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de minister van Infrastructuur en Milieu)
Samenvatting (Bron)Besluitbegrip. Verweerders hebben terecht gesteld dat hun beslissing om gebruik te gaan maken van de hen gegeven bevoegdheid in artikel 3.36 van de Wet ruimtelijke ordening niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid,van de Awb. Feitelijke handelingen die zijn verricht in voorbereiding van de te nemen besluiten kunnen niet als een besluit worden aangemerkt. Van een schriftelijke beslissing, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling is geen sprake. Er is geen schriftelijke beslissing voorhanden en voor het aanwenden van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3:36 van de Wro is dat ook geen voorwaarde. De beslissing is niet gericht op rechtsgevolg, nu deze enkel betrekking heeft op de voorbereiding van de voorgenomen besluiten bedoeld in artikel 3.36 van de Wro. Eerst van een dergelijk besluit gaat rechtsgevolg uit. De beslissing brengt voorts geen verandering in de rechtsverhouding ter zake van de beslissingsbevoegdheid. De brief van de minister van EZ,L & I van 23 september 2010 aan de Voorzitter van de TK kan om dezelfde reden niet als een besluit worden aangemerkt. Bezwaar van eiser is derhalve terecht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Om die reden is voorts terecht afgezien van horen. Het beroep is ongegrond. Voor het treffen van enige voorziening bestaat geen aanleiding. Het verzoek wordt afgewezen.
Annotator Nijmeijer
Pagina477-479
UitspraakECLI:NL:RBALK:2011:BQ1172
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekM&R Jurisprudentie
TitelRaad van State, 04-05-2011, 200901310/1/R2 en 200901311/1/R2
CiteertitelM en R 2011/7, nr. 147
SamenvattingNbw 1998-vergunningen verleend aan Electrabel en E.ON voor de aanleg en het gebruik van twee nieuwe kolengestookte elektriciteitscentrales op de Maasvlakte. Het oordeel dat het effect niet significant is kan niet worden gedragen door de enkele stelling dat een vaste getalsmatige grens niet wordt overschreden. Op deze manier kan immers niet de instandhoudingsdoelstelling bij de beoordeling worden betrokken, evenmin als de specifieke milieukenmerken en omstandigheden van het gebied. Ten onrechte niet het cumulatieve effect van toename van scheepvaartverkeer voor de aanvoer van steenkool ten behoeve van de centrales meegenomen.

(Stichting Greenpeace Nederland, Stichting Natuur en Milieu, Milieufederatie Zuid-Holland, Vereniging Verontruste Burgers van Voorne / GS van Zuid-Holland)
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 20 maart 2008 heeft het college aan Electrabel Nederland N.V. vergunning krachtens artikel 16 en artikel 19d van de Nbw 1998 verleend voor de aanleg en het gebruik van een nieuwe elektriciteitscentrale op de Maasvlakte te Rotterdam.
Annotator Verschuuren
Pagina479-489
UitspraakECLI:NL:RVS:2011:BQ3434
Artikel aanvragenVia Praktizijn