Rubriek | Redactioneel |
---|---|
Titel | Twittergemeenten ... en goed bestuur |
Citeertitel | Gst. 2011, 92 |
Samenvatting | Communicatie met burgers is van oudsher de Achilleshiel van het openbaar bestuur. Ondanks de snelle opmars van de informatietechnologie en interactief elektronisch bestuur ('Overheid 2.0') is dit een constante. De standaardbrief is vervangen door standaardmails. Naast het traditionele loket (en de hedendaagse klantenbalie) staat de hopelijk goed gecertificeerde gemeentelijke website. Bij beleidsontwikkeling is alle aanvulling op de inspraakavond eParticipate in opkomst. Sommige gemeenten menen hun burgercontacten al volledig te kunnen digitaliseren. Is dat verstandig? De burger die op een gemeentelijke website moet kiezen tussen A en B, maar alternatief C wil, zal het fysieke contact met de ambtenaar missen. De elektronische overheid is niet zonder meer een overheid die beter presteert en communiceert. Goed bestuur staat en valt bij de menselijke maat. |
Auteur(s) | R.J.N. Schlössels |
Pagina | 497-497 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Over de problemen die 'ieder geval' en 'twee procent' in artikel 6.2 Wro met zich brengen en hoe deze problemen kunnen worden opgelost |
Citeertitel | Gst. 2011, 93 |
Samenvatting | In de zomer van 2008 is het planschaderecht ingrijpend gewijzigd. Onder de Wro (nieuw) heeft degene die planschade lijdt geen recht op een volledige vergoeding van zijn schade - zoals onder de WRO (oud) -, maar slechts op een tegemoetkoming. Het nieuwe karakter van het planschaderecht komt vooral tot uitdrukking in art. 6.2 Wro. Art. 6.2 lid 1 Wro bepaalt dat schade die binnen het normaal maatschappelijk risico valt voor rekening van de schadelijdende blijft. Art. 6.2 lid 2 Wro voegt hieraan toe dat 'in ieder geval' 2% van het inkomen en 2% van de waarde van de onroerende zaak voor rekening van de schadelijdende blijft. De zinsnede 'in ieder geval' stelt de planschadepraktijk voor de lastig te beantwoorden vraag wanneer (en op welke gronden) van de 2% kan worden afgeweken. Ik meen dat in het geheel niet moet worden afgeweken van het in art. 6.2 Wro genoemde percentage. In deze bijdrage licht ik toe waarom. |
Auteur(s) | W. Dijkshoorn |
Pagina | 498-502 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Milieukamers on(grond)wettig |
Citeertitel | Gst. 2011, 94 |
Samenvatting | Als bestuursrechtadvocat in Noord-Nederland heb ik de laatste tijd te maken met zaken die 'verhuizen' van de ene naar de andere rechtbank. Wabo-milieuzaken en waterwetzaken worden niet langer behandeld door Rechtbank Groningen en Rechtbank Leeuwarden, maar door Rechtbank Assen. Daardoor heeft Rechtbank Assen het kennelijk druk gekregen, reden waarom 'gewone' bestuursrechtzaken door Rechtbank Assen ter verdere behandeling worden doorgezonden naar (onder meer?) de rechtbank Groningen. |
Auteur(s) | W.R. van der Velde |
Pagina | 503-506 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State, 03-11-2010, 201002132/1/H3 |
Citeertitel | Gst. 2011, 95 |
Samenvatting | Beslissen op bezwaar. Mandaat. Aard van de bevoegdheid. Niet-ondergeschikte. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 25 oktober 2007 heeft de voorzitter de door [appellante] ingediende klacht ter zake van een declaratie van [notaris] te Utrecht, buiten behandeling gesteld. |
Annotator | R.J.M.H. de Greef |
Pagina | 507-510 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2010:BO2734 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State, 17-06-2011, 201011985/12/R1 |
Citeertitel | Gst. 2011, 96 |
Samenvatting | Het college van B&W is geen belanghebbende bij vaststelling van het bestemmingsplan. De bevoegdheid tot vaststelling van het bestemmingsplan berust bij de raad. Het college heeft geen eigen van de raad te onderscheiden belang. (Medemblik) |
Annotator | P.C.M. Heinen |
Pagina | 511-514 |
Link | Volledige tekst annotatie (dekempenaer.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BR5303 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State, 20-07-2011, 201006920/1/H2 |
Citeertitel | Gst. 2011, 97 |
Samenvatting | Wordt voorzienbaarheid van planschade ten tijde van aankoop opgeheven door een latere planwijziging? Afwijking van vaste jurisprudentie. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 25 maart 2008 heeft het college aan [appellant] een vergoeding voor planschade ten bedrage van € 8.500,00 toegekend. |
Annotator | L.A. van Montfoort |
Pagina | 514-517 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2011:BR2290 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |