Rubriek | Opinie |
---|---|
Titel | De fiscale eenheid als dekmantel voor verboden discriminatie |
Citeertitel | NTFR 2012/2102 |
Samenvatting | De vrijheid van vestiging van art. 49 VwEU verzet zich tegen fiscale bepalingen die onderscheid maken op grond van de vestigingsplaats van een moeder- of dochtervennootschap, dat niet wordt gerechtvaardigd door een dwingende redenen van algemeen belang. In situaties waarin een dergelijke bepaling niet an toepassing is indien de moeder- en dochtervennootschap zijn gevoegd in een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, doet zich na het arrest van het Hof van Justitie EU in de zaak X Holding BV de vraag voor of het verbod op beperkingen van de vrijheid van vestiging kan worden ontgaan door de verschillende fiscale behandeling formeel op te heffen. |
Auteur(s) | F.A. Engelen |
Pagina | 1-3 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Winst |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 13-07-2011, CPG 10/03488 |
Citeertitel | NTFR 2012/107 |
Samenvatting | Toepassing foutenleer beperkt tot herstel van gemaakte balansfouten. |
Samenvatting (Bron) | Inkomstenbelasting. Artikelen 3.2 en 3.8 Wet IB 2001. Foutenleer. Herstel bij ten onrechte op de balans vermelde vermogensbestanddelen. |
Annotator | Fase |
Pagina | 6-7 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2011:BR6326 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Winst |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 13-12-2011, 11/01428 |
Citeertitel | NTFR 2012/108 |
Samenvatting | Geen voorziening voor toekomstige saneringskosten. |
Samenvatting (Bron) | Inkomstenbelasting. Art. 3.25 Wet IB 2001. Lasten ter zake van het gestort zijn van vervuilde grond die is overgebracht van een tot het tbs-vermogen behorend terrein naar een privéterrein? |
Annotator | van Es |
Pagina | 7-9 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2012:BV0276 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Arbeid, loon en resultaat |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 25-10-2011, 11/01089 |
Citeertitel | NTFR 2012/109 |
Samenvatting | Met voorkennis aangekocht winkelcentrum behoort tot verkoop tot werkzaamheidsvermogen. |
Samenvatting (Bron) | Inkomstenbelasting. Art. 3.90 Wet IB 2001. Tijdstip beëindiging van een werkzaamheid. |
Annotator | de Lange-Snijders |
Pagina | 9-10 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2012:BU4808 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Inkomstenbelasting diversen |
---|---|
Titel | Hof Arnhem, MK III, 29-11-2011, 11/00031, MK III ejn 11/00030, MK III |
Citeertitel | NTFR 2012/111 |
Samenvatting | Huur- en zorgtoeslag behoren tot eigen inkomsten van ondersteunde dochter: geen aftrek voor uitgaven van levensonderhoud. |
Annotator | van Arnhem |
Pagina | 11-11 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Vennootschapsbelasting/Dividendbelasting |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 16-12-2011, 10/04920 |
Citeertitel | NTFR 2012/112 |
Samenvatting | 100%-aandelenbezit in Nederlandse tussenholding vormt 'directe investering': standstill-bepaling is van toepassing. |
Samenvatting (Bron) | Dividendbelasting. Artikel 57, lid 1, EG (thans: artikel 64, lid 1, VWEU); Verschuldigdheid dividendbelasting bij uitkering dividend aan Canadese moedermaatschappij. Begrip ‘directe investering’. Geen schending van standstill-bepaling voor kapitaalverkeer. |
Annotator | Egelie |
Pagina | 11-13 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2011:BU8256 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Vennootschapsbelasting/Dividendbelasting |
---|---|
Titel | Rechtbank Haarlem, 02-09-2011, 10/02827 |
Citeertitel | NTFR 2012/113 |
Samenvatting | In 2006 geen deelnemingsvrijstelling voor dividenden uit Verenigde Arabische Emiraten. |
Samenvatting (Bron) | Deelnemingsvrijstelling van toepassing op aan 2006 toerekenbare dividenden. |
Annotator | Gooijer |
Pagina | 13-17 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBHAA:2011:BU6526 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Successiewet |
---|---|
Titel | Hof Arnhem, MK II, 06-12-2011, 11/00417 |
Citeertitel | NTFR 2012/116 |
Samenvatting | Pro-ratatoerekening overdrachtsbelasting in kader van verschuldigd schenkingsrecht. |
Samenvatting (Bron) | Schenkingsrecht. Samenloop met overdrachtsbelasting. Toerekening. |
Annotator | de Kroon |
Pagina | 18-19 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARN:2011:BU8359 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Successiewet |
---|---|
Titel | Hof 's-Hertogenbosch, 02-09-2011, 11/00040, MK II |
Citeertitel | NTFR 2012/117 |
Samenvatting | Onthouden van echtgenotenvrijstelling niet in strijd met Europees recht. |
Samenvatting (Bron) | Erflater had ten tijde van zijn overlijden de Belgische nationaliteit en woonde langer dan tien jaar in België. Belanghebbende heeft het vruchtgebruik van de nalatenschap verkregen. Tot de nalatenschap behoren in Nederland gelegen onroerende zaken. Ten aanzien van de verkrijging door belanghebbende is een aanslag in het recht van overgang opgelegd. In geschil is of de aanslag op Europeesrechtelijke gronden moet worden vernietigd. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Uit jurisprudentie van het HvJ blijkt dat de lidstaten, bij gebreke van unificatie of harmonisatie op Unieniveau, eenzijdig of in verdragen de criteria voor de verdeling van hun heffingsbevoegdheid mogen vaststellen. Niet gezegd kan worden dat de heffing van het recht van overgang, die gebaseerd is op het zakelijk bronbeginsel, als zodanig onverenigbaar is met Europees recht. Voorts is in geschil of het onthouden van de echtgenotenvrijstelling aan belanghebbende in strijd is met Europees recht. Het hof overweegt dat van discriminatie van belanghebbende slechts sprake is indien het door haar verkregen vermogen een zodanig deel van de belastbare verkrijging is dat België bij de heffing van successierecht geen rekening kan houden met de persoonlijke draagkracht of de persoonlijke en gezinssituatie van belanghebbende. Daarvan acht het hof geen sprake. |
Annotator | M. Monteiro |
Pagina | 19-22 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2011:BU2920 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Formeel belastingrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 06-01-2012, 11/01476 |
Citeertitel | NTFR 2012/118 |
Samenvatting | Cassatieberoep is uitdrukkelijk en ondubbelzinnig ingetrokken. |
Samenvatting (Bron) | N-O Cassatieberoep tegen mondelinge uitspraak uitdrukkelijk en ondubbelzinnig ingetrokken. Tegen vervangende schriftelijke uitspraak is niet opnieuw cassatieberoep mogelijk. |
Annotator | Kerckhoffs |
Pagina | 22-23 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2012:BV0277 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Formeel belastingrecht |
---|---|
Titel | Hof Arnhem, 01-11-2011, 10/00453 t/m 10/00457, MK II |
Citeertitel | NTFR 2012/119 |
Samenvatting | Exploitant beveiligingsbedrijf met gebrekkige administratie is heffingsplichtig voor nettoloonbetalingen. |
Samenvatting (Bron) | Loonbelasting. Schending administratieplicht door beveilingsbedrijf. Omkering bewijslast. Looncorrecties zijn terecht. |
Annotator | Maat |
Pagina | 23-24 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARN:2011:BU4065 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Formeel belastingrecht |
---|---|
Titel | Hof 's-Hertogenbosch, 09-09-2011, 10/00233 t/m 10/00236, MK IV |
Citeertitel | NTFR 2012/120 |
Samenvatting | Correctie aftrek licentiebetalingen houdt geen stand wegens ontbreken nieuw feit. |
Samenvatting (Bron) | Belanghebbende, een bv, had in 1977 als bedrijfsomschrijving productie en handel in roestwerende en reinigingsmiddelen. Recent is de bedrijfsomschrijving groothandel in coating en chemicaliën. Op 19 december 1975 heeft belanghebbende een licentieovereenkomst gesloten met T. T is een rechtspersoon uit Liechtenstein die op hetzelfde adres is gevestigd als een (indirect) aandeelhouder van belanghebbende. De licentieovereenkomst ziet op terbeschikkingstelling van receptuur en knowhow voor de productie van reinigingsmiddelen en roestwerende middelen. De bedragen die belanghebbende aan T betaalt, zijn door belanghebbende als ondernemingskosten in aanmerking genomen. Na een boekenonderzoek stelt de inspecteur zich op het standpunt dat de licentieovereenkomst geen betekenis heeft en legt een navorderingsaanslag op. De rechtbank (NTFR 2010/1197) heeft geoordeeld dat de zakelijkheid van de licentiebetalingen niet aannemelijk is geworden. Er zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de recepturen van T afkomstig waren en dat deze een handelswaarde bezaten. Ook is niet aannemelijk geworden dat iemand bij T specifieke kennis had met betrekking tot een immaterieel actief, of dat T überhaupt beschikte over enig immaterieel actief. De licentieovereenkomst is een dekmantel voor betalingen aan T en er is opzettelijk onjuist aangifte gedaan, aldus de rechtbank. In hoger beroep oordeelt het hof anders. Het antwoord op de vraag of belanghebbende aannemelijk heeft gemaakt dat de licentiekosten zijn betaald en dat deze uitgaven een zakelijk karakter hebben, kan volgens het hof in het midden blijven, nu het voor navordering vereiste nieuw feit ontbreekt. Belanghebbende bestaat reeds ruim 35 jaar, de licentieovereenkomst is kort na de oprichting gesloten en deze overeenkomst is diverse malen door de Belastingdienst beoordeeld en gevolgd. In een controlerapport uit 1985 staat zelfs dat de reden voor het instellen van de controle was het onderzoek naar het “weglekken” van winst naar het buitenland en er werd gevraagd bijzondere aandacht te besteden aan de samenhang tussen de verschillende rechtspersonen. Gelet op de diverse controles, waarbij de licentieovereenkomst en de concernstructuur uitgebreid aan de orde zijn geweest, oordeelt het hof dat belanghebbende er op mocht vertrouwen dat de inspecteur de aftrek van de licentiebetalingen op haar inhoudelijke merites had beoordeeld en geaccepteerd. De inspecteur heeft voorts niet aannemelijk gemaakt dat belanghebbende ter zake van de aftrek te kwader trouw was. (Hoger beroep gegrond.) |
Annotator | Hendriks |
Pagina | 24-24 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2011:BU5154 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Formeel belastingrecht |
---|---|
Titel | Hof 's-Hertogenbosch, 09-09-2011, 11/00059, MK II |
Citeertitel | NTFR 2012/121 |
Samenvatting | Omkering bewijslast, inkomen naar redelijkheid vastgesteld. |
Samenvatting (Bron) | Belanghebbende heeft, na verstrijken van de laatst gegeven termijn, een brief aan de inspecteur gestuurd met daarin een loonopgave van zijn Nederlandse Anw-uitkering. Belanghebbende schrijft dat hij daarnaast nog een gering inkomen in België heeft genoten waarover hij in België belasting heeft betaald. Belanghebbende bestrijdt niet dat hij niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Uit de gedingstukken blijkt dat belanghebbende in België bestuurder is van diverse vennootschappen. De inspecteur , die een inkomen naar redelijkheid dient vast te stellen, stelt dat een reële arbeidsbeloning € 50.000,- is en het Hof oordeelt dat dit niet onredelijk is. Belanghebbende heeft verder niets gesteld over zijn Belgische inkomsten en dus niet doen blijken dat de aanslag te hoog is. Hoger beroep van belanghebbende ongegrond. |
Annotator | Caljé |
Pagina | 25-25 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2011:BU6739 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Formeel belastingrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Arnhem, 17-11-2011, 10/02252 |
Citeertitel | NTFR 2012/122 |
Samenvatting | Inspecteur kan per e-mail in gebreke worden gesteld. |
Samenvatting (Bron) | Rechtbank Arnhem is van oordeel dat verweerder als gevolg van het niet tijdig beslissen op het bezwaar van eiseres een dwangsom heeft verbeurd. De stelling van verweerder, dat de ingebrekestelling per e-mail niet als een schriftelijke ingebrekestelling kan worden aangemerkt, volgt de rechtbank niet. Dit omdat voor de daarmee verband houdende bezwaarschriften kenbaar is gemaakt dat de elektronische weg is opengesteld. |
Annotator | Niessen-Cobben |
Pagina | 25-26 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBARN:2011:BU4792 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Formeel belastingrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Breda, 25-10-2011, 11/02595 |
Citeertitel | NTFR 2012/123 |
Samenvatting | Rechtbank verlaagt verzuimboete voor eenmansvennootschap. |
Samenvatting (Bron) | Aan belanghebbende, een houdstermaatschappij, is een verzuimboete opgelegd van € 2.460 wegens het niet tijdig doen van aangifte vennootschapsbelasting. De rechtbank overweegt dat in beginsel een verschil in hoogte van een verzuimboete voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting gerechtvaardigd is. Nu belanghebbende in feite een eenmansbedrijf van de dga is, acht de rechtbank echter een boete van € 2.460 disproportioneel hoog. Er is tevens geen sprake van recidive, zodat de rechtbank een boete van € 500 passend en geboden acht. |
Annotator | Niessen-Cobben |
Pagina | 26-26 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBBRE:2011:BU5309 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Internationaal en Europees |
---|---|
Titel | Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 26-08-2011, 10/00252, MK II |
Citeertitel | NTFR 2012/124 |
Samenvatting | Heffing over overheidspensioen is toegewezen aan Nederland. |
Samenvatting (Bron) | Belanghebbende heeft de Nederlandse nationaliteit en was tot zijn pensionering in Nederland werkzaam als rijksambtenaar. Na zijn pensionering is hij in Israël gaan wonen. Belanghebbende heeft een verzoek gedaan om vrijstelling van loonbelasting en premie volksverzekeringen ten aanzien van de pensioenuitkering. Dit verzoek is door de inspecteur afgewezen. Tegen deze afwijzing staan geen rechtsmiddelen open, zodat de inspecteur belanghebbende terecht niet-ontvankelijk in zijn bezwaar hiertegen heeft verklaard, aldus het hof. Voor zover belanghebbende heeft bedoeld bezwaar te maken tegen een onjuiste inhouding van loonbelasting en premie volksverzekeringen, oordeelt het hof dat geen sprake is van strijd met het beginsel van non-discriminatie, neergelegd in art. 27, lid 1, van het Verdrag Nederland-Israël. Belanghebbende beroept zich voorts op het gelijkheidsbeginsel. Hij is van mening dat er een niet te rechtvaardigen onderscheid bestaat tussen de belastingheffing van personen die een overheidspensioen genieten (heffing in bronstaat) en van personen die een privaatrechtelijk pensioen genieten (heffing in woonstaat). Het hof overweegt dat de tussen Nederland en Israël overeengekomen verdeling van heffingsrechten ter zake van overheidspensioenen en particuliere pensioenen in overeenstemming is met de internationaal aanvaarde uitgangspunten (vgl. art. 19 OESO-modelverdrag). Van strijd met art. 26 IVBPR en art. 14 EVRM acht het hof geen sprake. |
Annotator | van Leeuwaarden |
Pagina | 26-27 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2011:BU2913 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Omzetbelasting |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 03-11-2011, 11/02063 |
Citeertitel | NTFR 2012/125 |
Samenvatting | Terugvordering compensatie uit BTW-compensatiefonds bij wijziging gebruik stadskantoor niet mogelijk. |
Samenvatting (Bron) | BTW-compensatiefonds: art. 8 Wet op het BTW-compensatiefonds, art. 8, lid 4, Uitvoeringsregeling BTW-compensatiefonds; gemengd gebruik stadskantoor gemeente; laatstvermelde bepaling ziet niet op verschuivingen in (gemengd) gebruik van een onroerende zaak tussen gebruik voor niet-ondernemersactiviteiten en gebruik voor vrijgestelde ondernemersactiviteiten. |
Annotator | Becks , van der Laan |
Pagina | 27-28 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2012:BU4833 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Omzetbelasting |
---|---|
Titel | Hof 's-Hertogenbosch, 02-09-2011, 10/00601, MK IV |
Citeertitel | NTFR 2012/126 |
Samenvatting | Mogelijkheid om gebruik te maken van seksuele diensten onderworpen aan algemeen tarief. |
Samenvatting (Bron) | Belanghebbende exploiteert een sexinrichting. Het Hof oordeelt dat de door de bezoekers van de sexinrichting rechtstreeks aan de prostituees betaalde bedragen geen deel uitmaken van de omzet van belanghebbende. Ten aanzien van het toepasselijk tarief beslist het Hof dat op de door belanghebbende ontvangen bedragen het algemene tarief van toepassing is. Voor zover er sprake is van ter beschikking stellen van een ruimte, gaat die activiteit op in de hoofdprestatie die bestaat uit het tegen vergoeding gelegenheid geven tot seksueel vermaak; dit kan niet worden aangemerkt als het verlenen van toegang tot een attractiepark of een speeltuin. Hoger beroep gegrond |
Annotator | van den Elsen |
Pagina | 28-29 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2011:BU6070 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Omzetbelasting |
---|---|
Titel | Rechtbank Breda, 26-06-2011, 10/02224 |
Citeertitel | NTFR 2012/127 |
Samenvatting | Aanleg rotonde maakt grond nog geen bouwgrond. |
Samenvatting (Bron) | Omzetbelasting Aanleg van een rotonde is niet een voorziening met het oog op de bebouwing van nog onbebouwde grond in de zin van art. 15, vierde lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet OB 1968. De te bebouwen grond is uitgegeven door de gemeente. Omdat het initiatief voor de aanleg van de rotonde bij de provincie lag, acht de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat de rotonde met het oog op bebouwing is aangelegd. |
Annotator | Zijlstra |
Pagina | 29-30 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBBRE:2011:BU4758 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Douane |
---|---|
Titel | Hof Amsterdam, 22-12-2011, 09/00404 t/m 09/00415 en 09/00417 t/m 09/00425, 09/00416 |
Citeertitel | NTFR 2012/129 |
Samenvatting | Er is geen sprake van een inkoopcommissie die in mindering komt op de douanewaarde (I). |
Samenvatting (Bron) | BPM. Actiemodellen kunnen niet worden aangemerkt als afzonderlijke categorie waarvoor de importeur een afzonderlijke catalogusprijs kon vaststellen. |
Annotator | van Dam , Stuijt |
Pagina | 31-32 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBHAA:2011:BV0012 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Douane |
---|---|
Titel | Hof Amsterdam, 22-12-2011, 09/00311, DK |
Citeertitel | NTFR 2012/130 |
Samenvatting | Er is geen sprake van een inkoopcommissie die in mindering komt op de douanewaarde (II). |
Samenvatting (Bron) | Belanghebbende was aangever voor haar opdrachtgever B, de importeur. B betaalde bedragen, aangeduid als commissie, aan F. Ten aanzien van de schending van het verdedigingsbeginsel heeft gemachtigde ter zitting uitdrukkelijk het standpunt heeft ingenomen dat geen sprake is van een nadeel en dat bewust ervoor is gekozen geen nadeel te stellen. Nu ook overigens van enig nadeel niet blijkt gaat het Hof ervan uit dat geen nadeel is geleden. Er bestaat geen aanleiding de UTB te vernietigen. Vaststaat dat de door F voor de importeur verrichte werkzaamheden bestaan uit het nemen van monsters, verrichten van kwaliteitscontroles, controle van de goederen voor verzending, het samenstellen van alle benodigde documenten, boekingen verrichten en de verzending verzorgen. F is met betrekking tot de litigieuze transacties niet opgetreden als vertegenwoordiger van de importeur bij de aankoop van goederen. Het Hof concludeert dat geen sprake is van inkoopcommissies in de zin van artikel 32, lid 4, en artikel 33, onder e, van het CDW. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond. |
Annotator | van Dam-Lely , Stuijt |
Pagina | 32-32 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHAMS:2011:BV0109 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Motorrijtuigen en belastingen |
---|---|
Titel | Hof 's-Hertogenbosch, 22-09-2011, 10/00407 MK III |
Citeertitel | NTFR 2012/131 |
Samenvatting | Naheffingsaanslag MRB gehandhaafd . |
Samenvatting (Bron) | Belanghebbende is gedurende de periode 2004-2008 gedetineerd geweest in Noorwegen. Gedurende deze periode heeft belanghebbende geen motorrijtuigenbelasting betaald. Alle in die periode aan belanghebbende gestuurde rekeningen motorrijtuigenbelasting zijn onbetaald gebleven, de inspecteur heeft vervolgens naheffingsaanslagen opgelegd . De Rijksdienst voor het Wegverkeer heeft met ingang van 6 oktober het kentekenbewijs van belanghebbende ongeldig verklaard; tegen deze beslissing liep ten tijde van de zitting van het Hof een procedure bij de Afdeling rechtspraak van de Raad van State. Met betrekking tot het hoger beroep oordeelt het Hof dat de rechtbank het beroep van belanghebbende op goede gronden heeft afgewezen en dat nu belanghebbende geen enkel argument heeft aangevoerd waarom die uitspraak niet juist zou zijn het Hof die uitspraak zal bevestigen. Het Hof heeft belanghebbende nog op de mogelijkheid gewezen om de uitspraak van de Afdeling rechtspraak RvS aan het Hof toe te zenden dat daarna mogelijk het onderzoek zou heropenen op grond van artikel 8:68 Awb. Belanghebbende heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Hoger beroep ongegrond. |
Annotator | Rolleman |
Pagina | 32-33 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2011:BU6730 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Milieuheffingen |
---|---|
Titel | Hof 's-Hertogenbosch, 27-09-2011, 03/01936, MK I |
Citeertitel | NTFR 2012/132 |
Samenvatting | Aanslagen mineralenheffing gehandhaafd, boete verminderd. |
Samenvatting (Bron) | Belanghebbende heeft in 2000 op 6,5 ha een landbouwbedrijf gevoerd. Belanghebbende stelt dat zij zeer schone zwarte grond heeft aangevoerd, in plaats van de compost die op haar forfaitaire aangifte 2000 stond, maar maakt dit, bij bestrijding hiervan door de inspecteur niet aannemelijk. Dat de lange duur van de procedure belanghebbende er toe heeft gebracht haar administratie te vernietigen komt voor rekening van belanghebbende, wel verminderd het Hof de opgelegde boete met 50 % in verband met de zeer lange duur, 7 jaar, van de procedure. De naheffingsaanslagen fosfaat- en stikstofheffing worden gehandhaafd, de boete wordt verminderd, in zoverre is het beroep gegrond. |
Annotator | Spaermon |
Pagina | 33-33 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2011:BU6726 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Heffing lokale overheden |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 22-06-2011, CPG 10/03676 |
Citeertitel | NTFR 2012/133 |
Samenvatting | Hoge Raad verwijst zaak over opbrengstlimiet Verordening rioolrecht gemeente Nijmegen (I). |
Samenvatting (Bron) | Art. 229b Gemeentewet. Verordening rioolbelasting 2006 gemeente Nijmegen. Uitgaven voor vervanging en aanpassing riolering. Activering verplicht? |
Annotator | Borghols |
Pagina | 33-35 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2012:BR0676 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Heffing lokale overheden |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 22-06-2011, CPG 10/03697 |
Citeertitel | NTFR 2012/134 |
Samenvatting | Hoge Raad verwijst zaak over opbrengstlimiet Verordening rioolrecht gemeente Nijmegen (II). |
Samenvatting (Bron) | Art. 229b Gemeentewet. Verordening rioolbelasting 2006 gemeente Nijmegen. Uitgaven voor vervanging en aanpassing riolering. Activering verplicht? |
Annotator | Borghols |
Pagina | 35-37 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2012:BR0707 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Heffing lokale overheden |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 22-06-2011, CPG 10/03677 |
Citeertitel | NTFR 2012/135 |
Samenvatting | Hoge Raad verwijst zaak over opbrengstlimiet Verordening rioolrecht gemeente Nijmegen (III). |
Samenvatting (Bron) | Art. 229b Gemeentewet. Verordening rioolbelasting 2006 gemeente Nijmegen. Uitgaven voor vervanging en aanpassing riolering. Activering verplicht? |
Annotator | Borghols |
Pagina | 37-39 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2012:BR0689 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | WOZ |
---|---|
Titel | Hof Arnhem, 06-12-2011, 11/00368, MK I |
Citeertitel | NTFR 2012/136 |
Samenvatting | Gemeente heeft ten onrechte geen rekening gehouden met dalende trend op markt voor recreatiewoningen. |
Samenvatting (Bron) | Woz. Waardebepaling in goede justitie door hof. Proceskostenvergoeding voor kosten deskundige. |
Annotator | R. van den Berg |
Pagina | 39-39 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARN:2011:BU8361 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Overige voor publicatie vrijgegeven rechtspraak |
---|---|
Titel | Overige voor publicatie vrijgegeven rechtspraak |
Citeertitel | NTFR 2012/137-150 |
Pagina | 40-40 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Overige voor publicatie vrijgegeven rechtspraak |
---|---|
Titel | Wetgevingsoverzicht 5 januari 2012 |
Citeertitel | NTFR 2012/ |
Pagina | 41-41 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |